Webquest
Je bent journalist. Je zit soms hele dagen achter de laptop of de Mac (dat is je computer). Iedereen stuurt je emailtjes. Je stuurt veel mensen email. Maar wat je allemaal tegenkomt aan rare mailtjes, vreselijk. Spam natuurlijk, maar ook onduidelijke mailtjes, onbeleefde mailtjes, onleesbare mailtjes. Het wordt tijd dat je eens een stuk over e-mailtjes gaat maken.
1. Inleiding
Je bent journalist. Je zit soms hele dagen achter de laptop of de Mac (dat is je computer). Iedereen stuurt je emailtjes. Je stuurt veel mensen email. Maar wat je allemaal tegenkomt aan rare mailtjes, vreselijk. Spam natuurlijk, maar ook onduidelijke mailtjes, onbeleefde mailtjes, onleesbare mailtjes. Het wordt tijd dat je eens een stuk over e-mailtjes gaat maken.
Bekijk de videoclip over Spam.
2. Taak
Maak een product. (website, CD-rom, papieren werkstuk, artikel, weblog, wiki, video, audio, webquest, digitale presentatie, spel, toneel, enz.)
Leg door middel van dat product duidelijk uit wat er mis is aan emailgebruik. Welke fouten kom je als journalist tegen bij de mail. Wat doe je tegen spam. Wat is er nog meer over mail te zeggen. Je wilt als journalist een goed stuk maken.
Geef drie of meer voorbeelden van wat er fout kan gaan bij het gebruiken van email.
Leg zes begrippen uit die met het gebruiken van email te maken hebben.
Geef zeven regels waaraan je je moet houden om problemen bij het gebruiken van email te voorkomen.
Leg deze zeven gedragsregels duidelijk uit.
Bepaal voor wie je het product maakt (doelgroep), Jouw eigen lezers, of kijkers, of luisteraars; Iedereen; Medestudenten; leraren, kinderen, oude mensen, enz.
Zorg dat het product bewaard blijft. (maak een verslag van je toneelstuk, je presentatie, maak video-opnamen, foto's)
3. Werkwijze
Bepaal met wie je deze webquest gaat doen. (Alleen, met twee drie of vier anderen er bij)
Lees eerst de hele webquest.
Maak eerst een werkplan. Maak afspraken over de manier van overleg, over de tijdsplanning, over de eindpresentatie.
Zorg voor een goede organisatie van het werk, ook als je alleeen werkt. Leg afspraken schriftelijk vast in een werkplannetje.
Bedenk wat je rol betekent voor de opdracht.
Leef je in in de rol van journalist of programmamaker. Wat wil je de mensen vertellen? Ga je een interview houden? Gebruik je foto's of video?
Wat heb je nodig voor de opdracht? Zorg dat je het op tijd hebt.
Maak een zoeklijst met zoektermen en vragen die je wilt opzoeken. (Kijk bij de bronnen of je daar iets kunt vinden).
Hoe ga je de uitwerking van de opdracht vorm geven? Papier, digitaal, presentatie, video, foto's, CD-rom, boekje, website, webquest, kwis, enz.
Hulpvragen:
Welke fouten kom je tegen bij de mail.
Wat doe je tegen spam.
Wat is er nog meer over mail te zeggen.
Hoe betrouwbaar is hotmail? Zijn er slechte providers?
Zijn er (consumenten-)organisaties die iets over het onderwerp te zeggen hebben?
Stel vragen op die je wilt beantwoorden.
Zoek antwoorden bij je vragen.
Zorg dat je een duidelijke vorm en inhoud geeft aan je werkstuk.
4. Bronnen
5. Beoordeling
|
Goed (2 punten)
|
Matig (1 punt)
|
Slecht (0 punten)
|
Op tijd klaar
|
de opdracht is op tijd klaar. (2 punten).
|
|
De opdracht is niet op tijd klaar (0 punten).
|
Duidelijkheid
|
Het werkstuk/presentatie is duidelijk. (2 punten)
|
Het werkstuk/presentatie is niet overal duidelijk. (1 punt)
|
Het werkstuk/presentatie is niet duidelijk. (0 punten)
|
|
Anderen kunnen het werkstuk goed begrijpen.
|
Anderen kunnen het werkstuk niet helemaal goed begrijpen.
|
Anderen hebben moeite het werkstuk goed begrijpen.
|
Zorg en aandacht
|
Het werkstuk/presentatie is netjes. (2 punten)
|
Het werkstuk/presentatie is hier en daar slordig. (1 punt)
|
Het werkstuk/presentatie is slordig en onverzorgd. (0 punten)
|
|
Er staan bijna geen taalfouten in het werkstuk. (2 punten)
|
Er staan weinig taalfouten in het werkstuk. (1 punt)
|
Er staan te veel taalfouten in het werkstuk. (0 punten)
|
Inhoud
|
Jullie hebben minstens drie duidelijke voorbeelden gegeven van situaties waarin iets mis is gegaan
|
Jullie hebben twee voorbeelden gegeven van situaties waarin iets mis is gegaan
|
Jullie hebben 0-1 voorbeelden gegeven van situaties waarin iets mis is gegaan
|
|
Je hebt minstens zes begrippen goed uitgelegd
|
Je hebt 4 tot 5 begrippen begrijpelijk uitgelegd
|
Je hebt minder dan vier begrippen uitgelegd
|
|
Jullie hebben 7 of meer regels gegeven om te voorkomen dat problemen ontstaan
|
Jullie hebben 5 of 6 regels gegeven om te voorkomen dat problemen ontstaan
|
Jullie hebben minder dan 5 regels gegeven waarmee men kan voorkomen dat er problemen ontstaan
|
|
Jullie hebben 7 of meer regels duidelijk uitgelegd
|
Jullie hebben 5 of 6 regels uitgelegd
|
Jullie hebben minder dan 4 regels uitgelegd
|
Eigen werk
|
Je hebt het werkstuk duidelijk niet gemaakt door alleen maar te plakken en knippen en er zelf veel aan bewerkt. (2 punten)
|
Je hebt het werkstuk gemaakt door plakken en knippen en er zelf een beetje aan bewerkt. (1 punt)
|
Je hebt het werkstuk alleen maar gemaakt door plakken en knippen en er niets zelf aan bewerkt. (0 punten)
|
Rol
|
Het is duidelijk dat je het werkstuk vanuit een bepaalde rol hebt gemaakt. (2 punten)
|
De rol komt er niet duidelijk uit.
|
De rol die je in de opdracht kreeg komt in het werkstuk niet over.
|
|
Je hebt je goed ingeleefd in je rol, dat lees en zie je in het werkstuk. (2 punten)
|
Hier en daar in het werkstuk kan je merken dat je je hebt ingeleefd in je rol.
|
Het is niet merkbaar in je werkstuk dat je je hebt ingeleefd in je rol
|
Bronnen
|
Je hebt de bronnen vermeld in je werkstuk(2 punten)
|
Je hebt de bronnen onjuist of onvolledig vermeld in je werkstuk
|
Je hebt geen bronnen vermeld in je werkstuk
|
|
Je hebt meer dan 4 andere bronnen gevonden en gebruikt dan die in de pagina Bronnen vermeld staan.
|
Je hebt slechts 1-4 andere bronnen gevonden en gebruikt dan die in de pagina Bronnen vermeld staan.
|
Je hebt geen andere bronnen gevonden en gebruikt dan die in de pagina Bronnen vermeld staan.
|
Conclusie
|
Goed onder woorden gebracht
|
Conclusie is onduidelijk.
|
Conclusie ontbreekt
|
|
|
|
|
6. Terugblik
Zorg dat je product in je portfolio wordt bewaard.
Leg uit wat heb je ervan geleerd.
Wat wil je gaan doen met je kennis?
Hoe zou je de opdracht een volgende keer aanpakken (suggesties voor jezelf en voor anderen)
Als je de resultaten van je eigen werk en dat van anderen hebt bekeken dan ben je beter op de hoogte van de gevaren die te maken hebben met internet en computers. Bespreek de resultaten van je werk en dat van anderen met elkaar.
7. Docentpagina
- Onderwerp veilig e-mail
- Schooltype en -niveau MBO 2,3,4
- Vakgebied Burgerschap, mediawijsheid, informatievaardigheden
Doel van de webquest:
De leerling doet kennis op van onveilige situaties op Internet en met de computer.
De leerling doet kennis op van maatregelen om onveilige situaties te voorkomen.
De leerling doet kennis op van maatregelen om de ongewenste gevolgen van onveilig gebruik van de computer te repareren of ongedaan te maken.
(In het algemeen kan het werken met een webquest allerlei andere doelen dienen: op het gebied van onderzoeksvaardigheden, samenwerken, leervaardigheden, informatievaardigheden, computervaardigheden)
Overzicht didactische proces
Begeleidingsmomenten:
Keuze van samenstelling van de werkgroep. (alleen of met 2,3of 4 anderen)
Keuze van presentatievorm. (kies eens een nieuwe vorm, of kies juist een vertrouwde manier van presenteren)
Afbakening van het thema, onderwerp.(inventariseer de gevaren, inventariseer mogelijke oplossingen, leef je in de situatie in van de betrokkenen, gebruik wie-; wat-; welke-; wanneer-; hoe-; waarom- en waarvragen, maak een lijst met zoektermen, ondervraag mensen in je omgeving, met welke onderwerpen binnen de opleiding heeft het onderwerp/thema te maken?)
Taalgebruik en vormgeving. (correct taalgebruik, nette afwerking, let op de doelgroep)
Gebruik de rubric met beoordelingscriteria die onder het kopje Beoordeling in de webquest staat.
Noodzakelijke leermiddelen ter ondersteuning:
De grafiek met beoordelingscriteria die onder het kopje Beoordeling in de webquest staat.
Computers met internetverbinding,
Op- en aanmerkingen op de webquest staan op het forum bij de webquest.
Hulpmiddelen voor de gekozen presentatievorm.
Handleidingen voor de gekozen presentatievorm.
Maak een website met de websitemaker
Maak een webquest met de webquestmaker
Maak je opdrachten op een slimme manier
Tijdsinvestering:
Leerlingen kunnen hier 3-5 uur mee bezig zijn.
De webquest is gemaakt door Jaap Bosman