Webquest
Raak je wel eens bestanden kwijt?
Kunnen ongewenste bezoekers op jouw computer rondkijken en je dagboek lezen?
Gaan medeleerlingen er met jouw werk van door?
Stuurt iemand een email vanaf jouw account?
Doe je computer op slot. Zorg voor een goede beveiliging tegen indringers. Maar hoe doe je dat? Jij werkt in een bank en de beveiliging van de computers is daar natuurlijk helemaal een belangrijke zaak. Fraude door medewerkers moet je voorkomen.
veilig internet
1. Inleiding
Raak je wel eens bestanden kwijt? Kunnen ongewenste bezoekers op jouw computer rondkijken en je dagboek lezen? Gaan medeleerlingen er met jouw werk van door? Stuurt iemand een email vanaf jouw account? Doe je computer op slot. Zorg voor een goede beveiliging tegen indringers. Maar hoe doe je dat?
Jij werkt in een bank en de beveiliging van de computers is daar natuurlijk helemaal een belangrijke zaak. Fraude door medewerkers moet je voorkomen.
2. Taak
Maak een presentatie of product. (website, CD-rom, papieren werkstuk, artikel, weblog, webquest, digitale presentatie, wiki, spel, toneel, enz.)
Leg door middel van dat product duidelijk uit wat de gevaren van kopen en betalen op internet zijn, en leg uit hoe mensen zich tegen die gevaren kunnen beschermen.
Geef drie of meer voorbeelden van wat er fout kan gaan bij beveiligen van de computer.
Leg zes begrippen uit die met beveiligen van de computer te maken hebben.
Geef zeven regels waaraan je je moet houden om problemen bij beveiligen van de computer te voorkomen.
Leg deze zeven gedragsregels duidelijk uit.
De rol moet duidelijk zijn in het werkstuk. Wat zijn de verantwoordelijkheden en de zorgen van een medewerker van de bank als het gaat om computerbeveiliging?
Bepaal voor wie je het product maakt (doelgroep), Jouw eigen klanten; Iedereen; Collega's, Medestudenten; Kinderen, Ouderen, enz.
Zorg dat het product bewaard blijft. (maak een verslag van je toneelstuk, je presentatie, maak video-opnamen, foto's)
3. Werkwijze
Bepaal met wie je deze webquest gaat doen. (Alleen, met twee drie of vier anderen er bij)
Lees eerst de hele webquest.
Maak eerst een werkplan. Maak afspraken over de manier van overleg, over de tijdsplanning, over de eindpresentatie.
Zorg voor een goede organisatie van het werk, ook als je alleeen werkt. Leg afspraken schriftelijk vast in een werkplannetje.
Bedenk wat je rol betekent voor de opdracht. Schrijf voor jezelf vragen op die je vanuit je rol wilt stellen.
Wat heb je nodig voor de opdracht? Zorg dat je het op tijd hebt.
Maak een zoeklijst met zoektermen en vragen die je wilt opzoeken. (Kijk bij de bronnen of je daar iets kunt vinden).
Hoe ga je de uitwerking van de opdracht vorm geven? Papier, digitaal, presentatie, video, foto's, CD-rom, boekje, website, webquest, kwis, enz.
Hulpvragen:
Hoe kan je de toegang tot de computer beveiligen?
Wat kan er gebeuren met een computer? Er zijn allerlei gevaren van buitenaf, welke?
In de krant en op internet staan verhalen over wat er allemaal mis kan gaan met een computer.
Zijn er (consumenten-)organisaties die iets over het onderwerp te zeggen hebben?
Stel vragen op die je wilt beantwoorden.
Zoek antwoorden bij je vragen.
Zorg dat je een duidelijke vorm en inhoud geeft aan je werkstuk.
4. Bronnen
5. Beoordeling
|
Goed (2 punten)
|
Matig (1 punt)
|
Slecht (0 punten)
|
Op tijd klaar
|
de opdracht is op tijd klaar. (2 punten).
|
|
De opdracht is niet op tijd klaar (0 punten).
|
Duidelijkheid
|
Het werkstuk/presentatie is duidelijk. (2 punten)
|
Het werkstuk/presentatie is niet overal duidelijk. (1 punt)
|
Het werkstuk/presentatie is niet duidelijk. (0 punten)
|
|
Anderen kunnen het werkstuk goed begrijpen.
|
Anderen kunnen het werkstuk niet helemaal goed begrijpen.
|
Anderen hebben moeite het werkstuk goed begrijpen.
|
Zorg en aandacht
|
Het werkstuk/presentatie is netjes. (2 punten)
|
Het werkstuk/presentatie is hier en daar slordig. (1 punt)
|
Het werkstuk/presentatie is slordig en onverzorgd. (0 punten)
|
|
Er staan bijna geen taalfouten in het werkstuk. (2 punten)
|
Er staan weinig taalfouten in het werkstuk. (1 punt)
|
Er staan te veel taalfouten in het werkstuk. (0 punten)
|
Inhoud
|
Jullie hebben minstens drie duidelijke voorbeelden gegeven van situaties waarin iets mis is gegaan
|
Jullie hebben twee voorbeelden gegeven van situaties waarin iets mis is gegaan
|
Jullie hebben 0-1 voorbeelden gegeven van situaties waarin iets mis is gegaan
|
|
Je hebt minstens zes begrippen goed uitgelegd
|
Je hebt 4 tot 5 begrippen begrijpelijk uitgelegd
|
Je hebt minder dan vier begrippen uitgelegd
|
|
Jullie hebben 7 of meer regels gegeven om te voorkomen dat problemen ontstaan
|
Jullie hebben 5 of 6 regels gegeven om te voorkomen dat problemen ontstaan
|
Jullie hebben minder dan 5 regels gegeven waarmee men kan voorkomen dat er problemen ontstaan
|
|
Jullie hebben 7 of meer regels duidelijk uitgelegd
|
Jullie hebben 5 of 6 regels uitgelegd
|
Jullie hebben minder dan 4 regels uitgelegd
|
Eigen werk
|
Je hebt het werkstuk duidelijk niet gemaakt door alleen maar te plakken en knippen en er zelf veel aan bewerkt. (2 punten)
|
Je hebt het werkstuk gemaakt door plakken en knippen en er zelf een beetje aan bewerkt. (1 punt)
|
Je hebt het werkstuk alleen maar gemaakt door plakken en knippen en er niets zelf aan bewerkt. (0 punten)
|
Rol
|
Het is duidelijk dat je het werkstuk vanuit een bepaalde rol hebt gemaakt. (2 punten)
|
De rol komt er niet duidelijk uit.
|
De rol die je in de opdracht kreeg komt in het werkstuk niet over.
|
|
Je hebt je goed ingeleefd in je rol, dat lees en zie je in het werkstuk. (2 punten)
|
Hier en daar in het werkstuk kan je merken dat je je hebt ingeleefd in je rol.
|
Het is niet merkbaar in je werkstuk dat je je hebt ingeleefd in je rol
|
Bronnen
|
Je hebt de bronnen vermeld in je werkstuk(2 punten)
|
Je hebt de bronnen onjuist of onvolledig vermeld in je werkstuk
|
Je hebt geen bronnen vermeld in je werkstuk
|
|
Je hebt meer dan 4 andere bronnen gevonden en gebruikt dan die in de pagina Bronnen vermeld staan.
|
Je hebt slechts 1-4 andere bronnen gevonden en gebruikt dan die in de pagina Bronnen vermeld staan.
|
Je hebt geen andere bronnen gevonden en gebruikt dan die in de pagina Bronnen vermeld staan.
|
Conclusie
|
Goed onder woorden gebracht
|
Conclusie is onduidelijk.
|
Conclusie ontbreekt
|
|
|
|
|
6. Terugblik
Zorg dat je product in je portfolio wordt bewaard.
Leg uit wat heb je ervan geleerd.
Wat wil je gaan doen met je kennis?
Hoe zou je de opdracht een volgende keer aanpakken (suggesties voor jezelf en voor anderen)
Als je de resultaten van je eigen werk en dat van anderen hebt bekeken dan ben je beter op de hoogte van de gevaren die te maken hebben met internet en computers. Bespreek de resultaten van je werk en dat van anderen met elkaar.
7. Docentpagina
De webquest is voor leerlingen MBO 2,3,4 en past binnen burgerschapscompetenties, ict en mediawijsheid.
Doel van de webquest:
De leerling doet kennis op van onveilige situaties op Internet en met de computer.
De leerling doet kennis op van maatregelen om onveilige situaties te voorkomen.
De leerling doet kennis op van maatregelen om de ongewenste gevolgen van onveilig gebruik van de computer te repareren of ongedaan te maken.
(In het algemeen kan het werken met een webquest allerlei andere doelen dienen: op het gebied van onderzoeksvaardigheden, samenwerken, leervaardigheden, informatievaardigheden, computervaardigheden)
Overzicht didactische proces
Begeleidingsmomenten:
Keuze van samenstelling van de werkgroep. (alleen of met 2,3of 4 anderen)
Keuze van presentatievorm. (kies eens een nieuwe vorm, of kies juist een vertrouwde manier van presenteren)
Afbakening van het thema, onderwerp.(inventariseer de gevaren, inventariseer mogelijke oplossingen, leef je in de situatie in van de betrokkenen, gebruik wie-; wat-; welke-; wanneer-; hoe-; waarom- en waarvragen, maak een lijst met zoektermen, ondervraag mensen in je omgeving, met welke onderwerpen binnen de opleiding heeft het onderwerp/thema te maken?)
Taalgebruik en vormgeving. (correct taalgebruik, nette afwerking, let op de doelgroep)
Noodzakelijke leermiddelen ter ondersteuning:
De grafiek met beoordelingscriteria die onder het kopje Beoordeling in de webquest staat.
Op- en aanmerking bij deze webquest staan in het forum bij deze webquest. Zet uw commentaar er ook bij.
Computers met internetverbinding,
Hulpmiddelen voor de gekozen presentatievorm.
Handleidingen voor de gekozen presentatievorm.
Tijdsinvestering:
Leerlingen kunnen hier 3-5 uur mee bezig zijn.