1HV Bevolking

1HV Bevolking

Bevolking

7 miljard mensen op aarde

 

In 2011 groeit de wereldbevolking naar ruim 7 miljard. Dat inspireerde National Geographic tot deze mooie infographics.

 

Worldometers

 

Hoe hard groeit de wereldbevolking? Hoeveel mensen worden er per dag, minuut of zelfs seconden geboren? Klik op de onderstaande link om er achter te komen!

 

Link naar Worldometers

 

 

Europa in cijfers: interactieve kaart (Europe by numbers: the complete interactive guide)

 

Europa telt sinds kort meer dan een half miljard inwoners. Tijd om de balans op te maken!

 

Welk land heeft de hoogste levensverwachting? Waar is de beste gezondheidszorg te vinden? Wie zijn de grootste social networkers? En wie spreekt het slechts zijn 'vreemde' talen?

 

Neem de tijd om deze zeer informatieve, interactieve kaart te bestuderen en krijg een beeld van hoe de verschillende landen in Europa er vandaag de dag voor staan...

 

Link naar de interactieve kaart

1. Naar het beloofde land.

Bijna dagelijks proberen mensen op verschillende plekken in de wereld hun land of continent te ontvluchten naar een westers land met betere toekomst mogelijkheden. Hieronder een nieuwsfragment over deze Zuid-Noordmigratie in de Straat van Gibraltar.

 

Straat van Gibraltar: Het is hier slechts 30 kilometer van de Afrikaanse kust naar Spanje. Maar in kleine gammele bootjes is het een levensgevaarlijke overtocht.. en toch proberen dagelijks honderden Afrikanen deze overtocht

Steeds meer Afrikanen illegaal naar Spanje: het lijkt erop dat het aantal Afrikanen dat in gammele bootjes naar de zuidkust van Spanje probeert te vluchten, weer toeneemt. Ook het aantal doden neemt toe. Zo kwamen 15 Afrikanen door uitdroging om op de boot waarmee ze illegaal Spanje probeerden te bereiken. Twee dagen geleden stierven waarschijnlijk ook al 14 Afrikanen, toen hun boot omsloeg.

 


 

Bootvluchtelingen 

afrikanen in boot
 

Veel Noord-Afrikanen proberen naar Europa te vluchten om daar een beter leven op te bouwen. Omdat Europa deze vaak economische vluchtelingen niet accepteert, proberen ze stiekem binnen te komen. Op gammele boten en via onbetrouwbare mensensmokkelaars wagen ze de overstap naar landen als Spanje, Malta en Italië. Ieder jaar verdrinken honderden bootvluchtelingen tijdens de gevaarlijke oversteek over de Middellandse Zee.



De bootvluchtelingen die de reis wel overleven, wacht hen in het land van bestemming geen warm welkom. Deze sturen hen vaak linea recta terug naar hun eigen land. Als het aan Spanje ligt komt er geen enkele bootvluchteling het land binnen: dit land patrouilleert in de zee van West-Afrika: onderschepte migranten kunnen dus meteen worden teruggestuurd. Spanje heeft ook zogenaamde uitzetverdragen gesloten met Afrikaanse landen: ze krijgen geld als ze uitgeprocedeerde migranten uit Spanje terug nemen. Spanje hoopt dat dit andere vluchtelingen afschrikt.

 

Migratie = verhuizen naar een andere plaats
Migratie = verhuizen naar een andere plaats

Opdracht §1

 Introductie-opdracht:

 

a. Lezen tekst §1.

 

b. Verklaar de titel van de tekst §1.

 

c. Welke redenen noemt men in de tekst voor het vertrek van  de familie van Fateen? 

 

d. Noem 3 redenen voor vertrek in het algemeen die niet in de tekst staan.

 

e. Bekijk bron 4. Geef antwoord op de vraag: Zouden deze vluchtelingen aan boord mogen? Ja of nee, leg uit!

 

f. Waarom gaat de familie van Fateen naar het beloofde land?

 

g. Welke toekomst gaat Fateen tegemoet?

 

h. Is de toekomst die Fateen voor ogen heeft een droom of de werkelijkheid? leg uit!

 

2. Waar zit iedereen?

Bevolkingsdichtheid in de wereld
Bevolkingsdichtheid in de wereld
Bevolkingsdichtheid China
Bevolkingsdichtheid China

Opdrachten §2

In §2 en 3 van het lesboek (buiteNLand) wordt al iets gezegd over een bevolkingsgrafiek. In zo’n grafiek kun je, volgens het lesboek, de samenstelling van de bevolking van een land aflezen. Deze uitleg is vrij beknopt. In deze module gaan we wat uitgebreider in op deze bevolkingsgrafieken. Bewaar dit stencil goed, want de tekst + vragen komen ook aan de orde in het Proefwerk van hoofdstuk 4.

 

1. - Wat is een bevolkingsgrafiek?  

                            

Een bevolkingsgrafiek is een grafiek die de leeftijdsopbouw van de bevolking weergeeft. De grafiek is opgebouwd uit een aantal liggende staven (zie figuur 1).  Elke staaf stelt een leeftijdsgroep voor, bijv. de groep van 0 tot 4 jaar, of de groep van 45 tot 49 jaar. Verder wordt er een onderverdeling gemaakt tussen mannen en vrouwen. In figuur 1 zie je links de samenstelling van de mannelijke bevolking en rechts de samenstelling van de vrouwelijke bevolking.

Hiernaast zijn de leeftijdsgroepen aangegeven in procenten van de totale bevolking. Je kunt in plaats van procenten ook absolute getallen gebruiken. Het werken met procenten verdient echter de voorkeur omdat je dan beter bevolkingsgrafieken uit verschillende jaren of uit verschillende landen met elkaar kunt vergelijken. Veranderingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking zijn met een procentuele verdeling direct af te lezen.

Figuur 1. Bevolkingsgrafiek van land A.
Figuur 1. Bevolkingsgrafiek van land A.

 

Opdracht

1a. Bekijk figuur 1. Hoeveel % van de vrouwen in land A bevindt zich in de leeftijdsgroep van 30-34 jaar?

 

b. Gebruik nogmaals figuur 1. Hoeveel % van de mannen zit in de leeftijdsgroep 20-24 jaar?

 

c. Zal figuur 1 een bevolkingsgrafiek zijn van een rijk land of van een arm land? Verklaar tevens je antwoord.

 

2. – Het maken van een bevolkingsgrafiek

 

Het is eigenlijk helemaal niet moeilijk om zelf een bevolkingsgrafiek te maken. Ten eerste teken je onderaan een horizontale lijn van procenten (%). Zowel links en rechts loopt het aantal procenten door t/m 9%.  Vervolgens teken je een verticale as met de leeftijdsgroepen. Je begint bij 0-4 en eindigt bij 85+. In figuur 1 zag je al het voorbeeld.

 

Opdracht

2a. Probeer nu aan de hand van onderstaande gegevens zelf een bevolkingsgrafiek te maken. Gebruik hiervoor ruitjespapier.

 

 

0-4

5-9

10-14

15-19

20-24

25-29

30-34

35-39

40-44

45-49

50-54

55-59

60-64

65-69

70-74

75-79

80-84

85+

M%

4,3

4,3

3,9

4,5

5,0

4,5

4,0

3,9

3,8

2,7

2,2

2,2

2,1

1,8

1,1

0,6

0,3

0,1

V%

4,1

3,9

3,8

4,1

5,0

4,3

4,0

3,9

3,7

3,0

2,5

2,3

2,1

1,9

1,2

0,7

0,3

0,1

 

M = mannen           Tabel 1.  Bevolkingssamenstelling van land B

V = vrouwen

 

2b. Zal de bevolkingsgrafiek die je nu getekend hebt, van een arm- of een rijk land zijn? Verklaar je antwoord.

 

 

3. – Soorten bevolkingsgrafieken

 

Niet elk land heeft dezelfde samenstelling van de bevolking. Een rijk land als Nederland heeft bijv. een heel andere samenstelling dan een ontwikkelingsland als Kenia. We onderscheiden 3 typen bevol-kingsgrafieken (zie Figuur 2). Landen met een snel groeiende bevolking hebben een piramidevorm. Dit zijn arme landen, waarin de jongere leeftijdsgroepen sterk vertegenwoordigd zijn. In §3 van je lesboek kon je al lezen waarom mensen in arme landen graag veel kinderen willen hebben. Veel rijke landen hebben een minder hoog geboortecijfer, waardoor het % jongeren minder is. Deze rijke landen hebben een urnvorm. Je kunt dus zeggen dat er in deze landen relatief minder jongeren zijn en relatief veel ouderen.

De klok- of torenvorm wijst op relatief weinig kinderen en jonge mensen, en weinig verandering in de bevolkingsgrootte tussen opeenvolgende leeftijdsgroepen. Deze vorm is typisch voor een rijk land, dat lage geboorte- en sterftecijfers heeft en een lange levensverwachting.

Figuur 2. Drie typen bevolkingsgrafieken
Figuur 2. Drie typen bevolkingsgrafieken

 

Opdracht

3a. In welk deel van de wereld groeit de bevolking het snelst?

A.  Afrika

B.  Australië

C.  Europa

 

Figuur 3. Bevolkingsgrafieken A,B en C
Figuur 3. Bevolkingsgrafieken A,B en C

 

b. Gebruik figuur 3 en noteer alleen de juiste beweringen:

-            Bevolkingsgrafiek A geldt voor veel rijke landen

-            Bevolkingsgrafiek A heeft veel jongeren en weinig ouderen

-            Bevolkingsgrafiek B laat een leeftijdsopbouw zien met veel jongeren en veel ouderen

-            Bevolkingsgrafiek A past goed bij Frankrijk; bevolkingsgrafiek B past goed bij Peru

-            Bevolkingsgrafiek A heeft een klokvorm; bevolkingsgrafiek C heeft een urnvorm

 

c. Bekijk figuur 4. Hier zie je nogmaals de grafieken van Peru en Frankrijk. Kleur in beide grafieken de leeftijdsgroepen 0-14 jaar groen; de leeftijdsgroepen 15-64 blauw; de leeftijdsgroepen van 65 jaar en ouder grijs.

 

d. Waarom zal er juist gekozen zijn voor de indeling van deze drie leeftijdsgroepen?

 

e. Nadat je de grafieken hebt ingekleurd zijn er opvallende verschillen te zien tussen Frankrijk en Peru. Welke zijn dat?

 

Figuur 4  Peru(links) en Frankrijk (rechts)
Figuur 4 Peru(links) en Frankrijk (rechts)

 

4. – opdrachten met de atlas

 

Je beheerst nu de basisstof wat betreft de bevolkingsgrafieken. Er volgen nu enkele vaardigheidsopdrachten, waarbij de atlas (GB52 ofGB5) moet worden gebruikt.

 

4a. Pak kaart GB52/49H of GB53/55H voor je. Van welk jaar is deze bevolkingsgrafiek?

 

b. Welke opvallende verschillen zie je wanneer je de totale Nederlandse bevolking vergelijkt met de Niet-Nederlanders?

 

c. Verklaar deze verschillen.

 

5a. Volgens het zaakregister is er nog een andere atlaskaart die bevolkingsgrafieken laat zien van Nederland. Welke kaart is dit?

 

b. Welk type grafiek had Nederland in 1830 (zie ook figuur 2)?

 

c. Welk type grafiek heeft Nederland in 1999?

 

d. Hoe heet het proces waarbij in verhouding het % ouderen geleidelijk toeneemt?

 

e. Zet dit proces zich voort tot 2025 volgens de prognoses?

 

f. Er zijn politici die willen dat mensen langer door moeten gaan werken, bijvoorbeeld tot hun 67e.  Waarom willen ze dat denk je, als je let op deze atlaskaart?

 

g. Ben jij het eens met deze politici. Motiveer duidelijk je mening hierover.

 

5. – opdrachten bevolkingsontwikkeling

 

In Spanje wonen 40.217.000 mensen in 2002. Er waren 402.250 geboorten en 362.000 sterfgevallen.

 

6a. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei? Geef een absoluut cijfer.

b. Wat is het sterftecijfer? (Geef nu een relatief cijfer)

 

Neem GB52/206 of GB53/230 voor je: Europa Statistiek.

 

7a. Wat is het geboortecijfer van België?

b. Wat is het sterftecijfer van België?

c. Hoe groot is de bevolking van België?

d. Wat is het geboorteoverschot van België? Geef een absoluut cijfer.

 

8a. Heeft Litouwen een geboorte- of sterfteoverschot?

b. Hoe groot is dit? Geef een absoluut cijfer.

 

Neem GB52/210-211 of GB53/234 voor je: Wereld Statistiek.

 

9a. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei van Tsjaad? Geef een absoluut cijfer. Let op: je mag het niet met % bevolkingsgroei uitrekenen.

b. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei van Georgië? Geef een absoluut cijfer.

 


Open bestand Opdracht: 1 HV Module Bevolkingsgrafieken

3. Steeds maar meer?

Shanghai stapt af van éénkindpolitiek

 

23/07/09, 12:19
 

Shanghai, de grootste stad van China, gaat korte metten maken met de éénkindpolitiek om te voorkomen dat de bevolking te sterk veroudert. Mensen die zelf enig kind zijn, mogen voortaan twee kinderen hebben. Dat meldde het staatspersbureau Xinhua donderdag.

 

China kent sinds 1979 de éénkindpolitiek, omdat Peking een overvloed aan mensen vreesde.  (\N)

China kent sinds 1979 de éénkindpolitiek, omdat Peking een overvloed aan mensen vreesde.

 

„Shanghai heeft ongeveer drie miljoen inwoners die ouder zijn dan zestig jaar. Dat is meer dan 20 procent van onze bevolking”, aldus de directeur van het Bureau voor Gezinsplanning in de stad. Xie Lingli maakt zich niet alleen zorgen over de vergrijzing, maar ook over het tekort aan werknemers dat in de toekomst gaat ontstaan.

 

China kent sinds 1979 de éénkindpolitiek, omdat Peking een overvloed aan mensen vreesde. Volgens de overheid heeft het beleid de geboorte van honderden miljoenen kinderen voorkomen. China telt meer dan 1,3 miljard inwoners.

 

Op het platteland werd altijd al afgeweken van de regelgeving, omdat meer handen nodig zijn om het land te bewerken. Als het eerste kind een meisje is, mogen stellen daar een tweede kind krijgen. Wie een te groot gezin heeft, moet een boete betalen. Duizenden mensen hebben de regels inmiddels overtreden.

 

 
 

Eenkindpolitiek in China

chineze baby

China heeft de snelst groeiende bevolking van de wereld. Er wonen ruim 1,3 miljard mensen, ongeveer een vijfde deel van de totale wereldbevolking.

 

 

Om deze reden heeft de Chinese regering in 1979 besloten dat elk echtpaar slechts één kind mag krijgen, het zogenoemde ‘eenkindbeleid’. Vooral in de stad kan dit beleid gemakkelijk aan de bevolking worden opgelegd.

 

Risico's tweede kind

Wanneer er ‘illegaal’ een tweede kind op komst is, riskeren de ouders dat zij:
• gedwongen worden abortus te plegen
• een gevangenisstraf krijgen, of
• een hoge boete moeten betalen (wat zij vaak niet kunnen)

 

Gevolgen

Dit leidt er nogal eens toe dat de toekomstige ouders de zwangerschap verzwijgen en na de geboorte het kind te vondeling leggen. De eenkindpolitiek heeft ertoe geleid dat de Chinese vrouw tegenwoordig gemiddeld nog maar 1,5 kind krijgt, terwijl dat er vroeger nog 6 waren.

 

Resultaat

De eenkindpolitiek in China heeft naar schatting 400 miljoen geboortes weten te voorkomen. Ook zou dit beleid voor minder armoede hebben gezorgd, doordat er nu geen grote gezinnen meer zijn. De eenkindpolitiek lijkt dus een groot succes.

 

Problemen

Door deze politiek zijn ook de volgende problemen ontstaan:
- Vergrijzing. De Chinese bevolking wordt steeds ouder en het is steeds lastiger om deze ouderen te onderhouden, omdat het aantal jonge arbeidskrachten afneemt.
- Een scheve man-vrouwverhouding. Doordat veel Chinese gezinnen liever een zoon dan een dochter willen, kiezen zij regelmatig voor een abortus als er een meisje op komst is. Hierdoor is er een tekort aan vrouwen ontstaan.
- Miljoenen abortussen en babylijkjes. De boetes voor het krijgen van een tweede kind zijn zo hoog dat veel mensen, vooral boeren, deze niet kunnen betalen. Hierdoor worden jaarlijks miljoenen abortussen gepleegd. Gezinnen die toch een tweede kind krijgen, ‘dumpen’ het.

  

 


Uitleg over het demografische transitiemodel

 

Ondanks het feit dat het aantal geboorten op de wereld steeds sneller stijgt verwacht men dat de totale bevolkingsgroei op de wereld lager wordt. Men verwacht dat de wereldbevolking aan het einde van deze eeuw zijn grootste omvang bereikt van ongeveer 10,2 miljard mensen.

 

De tegenwoordige bevolkingsomvang is vooral toe te schrijven aan twee perioden. De eerste grote bevolkingsgroei vond plaats in Europa van 1800 tot 2000. De tweede grote bevolkingsgroei vindt vanaf de Tweede Wereldoorlog plaats in de ontwikkelingslanden.

 

De demografische transitie is een overgang die een bevolking doormaakt van een situatie waarin hoge geboorte- en sterftecijfers voorkomen naar een situatie waarin lage geboorte- en sterftecijfers voorkomen. Het proces is in vijf fasen onder te verdelen, deze fasen kunnen over het algemeen worden gerelateerd aan sociaal-economische veranderingen. Deze sociaal-economische veranderingen hangen nauw samen met de ontwikkeling van een staat van een traditionele agrarische samenleving naar een moderne stedelijke samenleving.

 

- Fase 1: De agrarisch ambachtelijke fase - Situatie die gekenmerkt wordt door hoge geboorte- en sterftecijfers. Dit komt momenteel nog voor in sommige ontwikkelingslanden.

 

- Fase 2: De proletarische fase – Situatie die gekenmerkt wordt door een snelle daling van sterfecijfers, de geboortecijfers blijven echter wel hoog.

 

- Fase 3: De moderne fase – Situatie die gekenmerkt wordt door een snelle daling van het  geboortecijfer.

 

- Fase 4: De post-transitie fase – Situatie die gekenmerkt wordt door lage geboorte- en sterftecijfers.

 

- Fase 5: De post-moderne fase – Situatie die gekenmerkt wordt door een kleine toename van het sterftecijfer, dit wordt vooral veroorzaakt door de vergrijzing.

 

Het model voor de demografische transitie is voornamelijk gebaseerd op Europese samenlevingen. Hij wordt ook wel gebruikt om de toekomstige bevolkingsomvang van ontwikkelingslanden te berekenen, maar aangezien deze landen een andere ontwikkeling doormaken wordt de validiteit van het model afgevraagd.

 

Het demografische transitiemodel
Het demografische transitiemodel

 


Opdrachten §3

Rekenen met geboorte- en sterftecijfers

 

Hoe reken ik het geboortecijfer van een land uit?

Het geboortecijfer is het aantal kinderen dat per 1.000 inwoners in een gebied in één jaar wordt geboren. Als je weet hoeveel mensen er in een land wonen en hoeveel kinderen er in een jaar zijn geboren dan kun je het geboortecijfer van dat land als volgt berekenen:

 

 Geboortecijfer = aantal geboorten / aantal inwoners x 1000

 

Het geboortecijfer wordt uitgedrukt in promille. Promille betekent letterlijk ‘per duizend’.

 

Hoe reken ik het sterftecijfer van een land uit?

Het sterftecijfer is het aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners in een gebied in één jaar. Het sterftecijfer kun je op de volgende manier berekenen:

 

Sterftecijfer =aantal sterfgevallen / aantal inwoners x 1000

 

Net als het geboortecijfer wordt het sterftecijfer uitgedrukt in promille, dus ‘per duizend’.

 

Voorbeeld:

In Nederland werden in het jaar 2008 184.634 kinderen levend geboren. Er overleden 135.136 mensen. Het aantal inwoners van Nederland bedroeg in 2008 16.405.399.

 

Het geboortecijfer van Nederland in 2008 bedroeg:

 

Geboortecijfer =184.634 / 16.405.399 x 1000 =11 geboorten per 1000 inwoners.

 

Het sterftecijfer van Nederland in 2008 was:

 

Sterftecijfer =135.136 / 16.405.399 x 1000= 8 sterfgevallen per 1000 inwoners.

 

Opdrachten:

 

Schrijf bij elke opdracht de berekening op. Vergeet niet om het geboorte- en sterftecijfer uit te drukken per duizend.

 

1. In een Nederlands dorp is het geboortecijfer 13 en er wonen 15.000 mensen.

 

A. Hoeveel kinderen worden er in dat jaar geboren?

B. In het Nederlandse dorp zijn er 235 mensen overledenen. Wat is het sterftecijfer?

C. Hoeveel mensen wonen er aan het eind van het jaar in het Nederlandse dorp.

 

2. In het land Apeldoorn wonen in een bepaald jaar 22.500 mensen. Er zijn in dat jaar 275 mensen overleden.

 

A. Hoe groot is het sterftecijfer in dat jaar?

B. In datzelfde jaar is het geboortecijfer van het land Apeldoorn 9. Hoeveel mensen zijn er geboren?  

C. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei van het land Apeldoorn in dit jaar?

D. Hoeveel inwoners telt het land Apeldoorn aan het eind van dit jaar?

 

3. In Spanje wonen 40.217.000 mensen in 2002. Er waren 402.250 geboorten en 362.000 sterfgevallen.

 

A. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei? Geef een absoluut cijfer.

B. Wat is het sterftecijfer van Spanje in dit jaar?

C. Wat is het geboortecijfer van Spanje in 2002?

 

4. IJsland telde in 2006 300.000 inwoners. Het geboortecijfer ligt in IJsland op 14, terwijl het sterftecijfer 7 bedraagt.

 

A. Bereken het aantal kinderen dat na 1 jaar was geboren in IJsland.

B. Bereken het aantal sterfgevallen dat na 1 jaar had plaatsgevonden in IJsland.

C. Bereken met hoeveel mensen de bevolking van IJsland na 1 jaar was gegroeid.

D. Bereken het aantal inwoners van IJsland in 2007.

 

5. Vul de tabel hieronder in:

 

Land

Inwoners in duizenden

Geboorte

cijfer

Baby’s

Sterfte

cijfer

Sterf

gevallen

Natuurlijke bevolkingsgroei

Vaassen

30

17

 

 

240

 

Hoenderloo

38

 

420

15

 

 

 

6. Slovenië heeft een bevolking van 2.010.347 mensen in 2006. Het kinderen dat in dit jaar geboren wordt is 18.093. Hetzelfde jaar is het sterftecijfer 10.  

 

A. Bereken het geboortecijfer van Slovenië. 

B. Hoeveel mensen zijn er in Slovenië overleden?

C. Hoe groot is het aantal inwoners aan het eind van het jaar 2006?

 

7. In 2006 was het geboortecijfer van Turkije 17. Er wonen in Turkije 70 miljoen mensen. Het aantal mensen dat overleden is in 2006 bedraagt 420.000.

 

A. Hoeveel baby’s werden er in 2006 geboren?

B. Wat is het sterftecijfer van Turkije in 2006?

 

8. In het jaar 2006 telde Duitsland 82.422.299 inwoners. Het geboortecijfer ligt in 2006 op 8, terwijl het sterftecijfer 11 bedraagt.

 

A. Hoeveel baby’s zijn er dit jaar geboren in Duitsland?

B. Reken het aantal overledenen in Duitsland uit voor het jaar 2006.

C. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei van Duitsland in het jaar 2006?

D. Hoeveel mensen wonen er in 2007 in Duitsland?

 

9. In 2008 was het geboortecijfer in Mali 50.  Er wonen 12 miljoen mensen.

 

A. Hoeveel baby’s werden er in 2008 geboren?

B. Het aantal sterfgevallen was 204.000. Bereken het sterftecijfer.

C. De natuurlijke bevolkingsgroei van Mali is ……………………………………..

 

10. Vul de tabel hieronder in:

 

Land

Inwoners in miljoenen

Geboorte

cijfer

Baby’s

Sterfte

cijfer

Sterf

gevallen

Inwoners eind van het jaar?

Zambia

11,5

41

 

20

 

 

Zuid-Afrika

44

18

 

22

 

 

 

11. Botswana heeft in het jaar 2006 1,6 miljoen inwoners. Het geboortecijfer van dit jaar is 23 en het sterftecijfer bedraagt 30.

 

Hoeveel mensen wonen er aan het eind van het jaar 2006 in Botswana?

 


 

Het demografische transitiemodel
Het demografische transitiemodel

 

Opdracht bij het demografisch transitiemodel:

 

1. Lees eerst de uitleg over het demografische transitiemodel.

2. Bekijk het demografisch transitiemodel (bovenstaande; groene kader) en de onderstaande uitspraken.

3. Maak een tabel met 4 kolommen. Elke kolom stelt één stage (fase) voor. Plaats de onderstaande uitspraken op de meest geschikte plaats (stage 1 t/m 4)  in het demografisch transitiemodel.

4. Verklaar waarom je alle uitspraken juist daar in de grafiek hebt geplaatst.

 

Uitspraken:

  1. Mevrouw Jansen bevalt van haar tiende kind. Het kind sterft een jaar later aan een kinderziekte.
  2. Meneer de Haan sterft op een gezegende leeftijd van 90 jaar in het ziekenhuis te Amsterdam.
  3. Acht van de tien kinderen van mevrouw Jansen worden nooit volwassen.
  4. Medische doorbraken zorgen ervoor dat kinderen minder snel overlijden in hun eerste levensjaren.
  5. Voorbehoedsmiddelen leiden er toe dat het aantal geboorten afneemt.
  6. De overheid is genoodzaakt om meer huizen te bouwen.
  7. Pieter heeft zijn opa’s en oma’s niet gekend.
  8. Grootouders zien hun kleinkinderen opgroeien
  9. Een getrouwd koppel wil eerst carrière maken voordat ze hun kinderwens willen vervullen.
  10. De bevolking van een stad is binnen 50 jaar tot maar liefst viermaal verdubbelt.
  11. Het pensioenregeling komt in het gedrang.
  12. Mensen moeten langer doorwerken om te voorkomen dat er een gat in de arbeidsmarkt ontstaat.
  13. In de steden begint men met het aanleggen van riolering.
  14. Jantje heeft als benjamin van de familie genoeg broers en zussen die voor hem willen zorgen en met hem willen spelen.
  15. Fabrieken mogen hun afvalstoffen niet meer in de rivier lozen omdat het het drinkwater voor de omliggende dorpen en steden vervuild.
  16. De tehuizen puilen uit.

 


 

Open bestand Oefeningen: rekenen met geboorte- en sterftecijfers

Open bestand Opdracht: demografisch transitiemodel

D-toets 1HA1 geboorte-en sterftecijfer

D-toets 1HA3 geboorte-en sterftecijfer

D-toets 1A1 geboorte- en sterftecijfer

D-toets 1A2 geboorte-en sterftecijfer

D-toets 1AG1 geboorte-en sterftecijfer

4. Kan er nog meer bij?

Migratie

 

Tezamen met de factoren vruchtbaarheid en sterfelijkheid, is migratie het derde fundamentele onderdeel van de veranderende samenstelling van de bevolking. Men spreekt van migratie wanneer bij een verhuizing een bestuurlijke grens wordt overschreden, daarbij moet de verandering van woonplaats tenminste 12 maanden duren. Migratie kan worden onderverdeeld in emigratie en immigratie:

 

Emigratie: Het vertrekken uit een land om zich ergens anders te vestigen.

 

Immigratie: Het binnenkomen van een land om zich daar te vestigen.

 

Waarom gaat men over tot migratie?

 

Vooral factoren van economische, sociale en ecologische aard hebben invloed op migratie. Wanneer één (of meerdere) van deze factoren de toekomst van een individu in onzekerheid stelt, dan kan deze persoon de beslissing nemen om te migreren naar een plaats waar deze onzekerheid niet heerst. Deze beslissing maakt hij met behulp van push- en pull-factoren. De push factoren hebben betrekking op de kenmerken van zijn oude woonplaats: ‘Wat maakt het leven hier onaangenaam?’ De pull-factoren hebben betrekking op de kenmerken van de nieuwe woonplaats: ‘Wat maakt het leven daar wel aangenaam?’ De push- en pull-factoren zijn hierbij altijd elkaars tegenovergestelde.

 

- Economische factoren: Factoren die betrekking hebben op de financiële voordelen die mensen denken te hebben in de nieuwe omgeving. Hierbij is te denken aan mensen die een betere baan zoeken met meer inkomsten.

 

- Sociale factoren: Factoren die betrekking hebben op zowel de sociale onderdrukking als op de beschikbaarheid van woonruimte en voorzieningen. Het meest extreme voorbeeld van migratie om sociale factoren is dat van vluchtelingen.

 

- Ecologische factoren: Factoren die betrekking hebben op de directe leefomgeving van de mensen. Hierbij is te denken aan langdurige droogten waardoor oogsten mislukken, verwoestijning en industriële ongelukken.

 

- Gedragsmatige factoren: Factoren die betrekking hebben op de perceptie (beeld) en het gedrag van het individu. Hoe zwaar wegen de drie bovenstaande factoren mee in de overweging om te migreren?

 

Push en Pullfactoren
Push en Pullfactoren

 


 

 

 

Push and pull factors and strategies used
Push and pull factors and strategies used

 


Vogels vliegen van oost naar West Berlijn, Born in the USA. Allemaal popsongs met Geografische lading. Minder bekend is de franse popmuziek. In deze videoclip luister je naar Francis Carbel's nummer African Tour. Je krijgt hierbij beelden van Zuid-Noordmigratie te zien.

 


 

The Tortilla Curtain (1VWO+: zie werkboek opdracht 3 uit §4)

The Tortilla Curtain: op talloze plekken op aarde proberen legale maar vooral illegale migranten hun arme geboortegrond te verruilen voor een betere toekomst. Vooral in regio's waar de scheiding arm/rijk heel scherp is hebben grensgebieden te maken met dit soort migratiestromen. De grens Mexico VS is daar een goed voorbeeld van en wordt schamper "The Tortilla curtain"genoemd. Hieronder een nieuwsbericht over het grensgebied. NOS nieuws uit 2008 maar de kwestie is nog steeds zeer actueel.

Opdrachten §4

Opdracht: bekijk de onderstaande cartoons en geef antwoord op de vragen bij de cartoons.

 

 

 

Wat geeft deze cartoon weer? leg je antwoord met behulp van een beeldelement uit.
Wat geeft deze cartoon weer? leg je antwoord met behulp van een beeldelement uit.

 

 

Bekijk de cartoon. Wat is het onderwerp? Onderbouw je antwoord met een beeldelement.
Bekijk de cartoon. Wat is het onderwerp? Onderbouw je antwoord met een beeldelement.

Begrippen §2 t/m 4

D-toets 1HA1: Begrippen §2 t/m 4

D-toets 1HA3: Begrippen §2 t/m 4

D-toets 1A1: Begrippen §2 t/m 4

D-toets 1A2: Begrippen §2 t/m 4

D-toets 1AG1: Begrippen §2 t/m 4

5. De bevolking van India en Italië.

India: 1.21 miljard inwoners

Voorlopige uitkomsten van de nieuwe Indiase volkstelling geven aan dat het land met de op één na grootste bevolking ter wereld gegroeid is tot een land met 1.21 miljard inwoners. Dit betekent dat India in het laatste decennium 181 miljoen extra inwoners heeft gekregen, te vergelijken met de totale bevolking van Pakistan of Brazilië.

Ook valt op dat de sex-ratio (de getalsmatige verhouding tussen mannen en vrouwen) zeer onevenwichtig is. Er zijn de laatste jaren veel meer mannen bijgekomen dan vrouwen waardoor de Indiase overheid nog strenger zal worden in het verbod op onderzoek naar het geslacht van het kind tijdens de zwangerschap. Dit zou vele gevallen van abortus tegen moeten gaan.

6. Migratie.

Nieuwkomers: Melisa's ouders komen uit Turkije

 


 

 

Emigreren naar Noorwegen

7. De Nederlandse bevolking

Bevolkingspiramides Nederland
Bevolkingspiramides Nederland

Interactieve bevolkingspiramide van Nederland (Bron: CBS)

 

Link naar de interactieve bevolkingspirmaide van Nederland.

 

 

 

Analyse van de bevolkingspiramide van Nederland
Analyse van de bevolkingspiramide van Nederland

8. Nederland trekt en duwt

Emigratie en immigratie
Emigratie en immigratie

 


 

Immigratie vroeger en nu: nieuwkomers naast autochtonen


 

Emigratie en immigratie in Nederland:

 

Waar komen de migranten vandaan + wanneer:

 

1945 – 1960: vooral politieke migratie (ijzeren gordijn/koude oorlog en dekolonisatie)

 

- Koude oorlog: half miljoen Nederlanders naar Canada, Australië, Nieuw-Zeeland vanwege de angst voor een nieuwe oorlog.

 

- Oude koloniën: Indonesië, Suriname (onafhankelijkheid 1975), (Nederlandse Antillen), Aruba.

 

1960 – 1973: economische migratie (gastarbeiders)

 

- Gastarbeiders: eerst – Spanje, Italië, Joegoslavië

                        Later: Turkije en Marokko

                        Nu: bijv. Polen

 

1973- heden: sociale en politieke migratie

 

- Gezinshereniging = de echtgenote van de migrant komt samen met alle kinderen naar het land waar die migrant nu woont.

 

- Gezinsvorming = een hier geboren allochtoon kiest voor een partner uit het herkomstland.

 

- Vluchtelingen = Een vluchteling is een persoon die vlucht of gevlucht is uit vrees voor geweld of leven, vanwege politieke overtuiging, ras, godsdienst, nationaliteit of behoren tot bepaalde sociale groep. Bijv. uit Irak, Afghanistan.

 

9. De bevolking krimpt en verkleurt (alleen 1VWO+)

Begrippen

Opdracht begrippen

Een kruiswoordpuzzel om de begrippen uit hoofdstuk 1 bevolking te oefenen.


Open bestand 1HA 1V Kruiswoordpuzzel H1 Bevolking

Opdrachten

Video's bij het hoofdstuk

Teleblik:

Serie Nederland Migratieland:

1. Weg van de oorsprong (emigratiegolf na de Tweede Wereldoorlog): http://www.teleblik.nl/media/3147655

 

2. Migratie binnen de Nederlandse grens (binnenlandse migratie): http://www.teleblik.nl/media/3147657

 

3. Nieuwe Nederlanders (immigratie): http://www.teleblik.nl/media/3101168

 

4. Nieuwkomers naast autochtonen (multiculturele samenleving, gastarbeiders) : http://www.teleblik.nl/media/3102751