Introductie in de Marketing
Opdracht Termen & Begrippen
Marketing-taal:
Wat bedoelt men met onderstaande woorden en begrippen. Zoek op in boeken, via internet, of vraag een expert.
· Doelgroep
|
· Winkelformule
|
· Merkimago
|
· Marketingmix
|
· A-merk, B-merk
|
· Huisstijl
|
· Promotie
|
· Manipulatie
|
· Stuntprijzen
|
· Discountwinkel
|
· Psychologische prijzen
|
· A-locatie, B-locatie
|
· Klanttevredenheid
|
· Naamsbekendheid
|
· Herhalingsaankoop
|
· Marketingplan
|
· Push- marketing
|
· Pull- marketing
|
· Aankoopproces
|
· Consument
|
· Impulsaankoop
|
· Productdifferentiatie
|
· Massa-individualisering
|
· Assortiment
|
· Potentiële klant
· Marktleider
|
· Distributiekanaal
|
Marketingmix
Kijken en vergelijken
Er zijn oneindig veel producten op de markt, te koop in allerlei soorten winkels. Maar waarom koop je nu juist dat ene product en niet het andere? Dat heeft alles te maken met de ‘Marketingmix’. In de opdracht 'Marketingmix in de praktijk' wordt duidelijk wat hier achter steekt. De 6 P’s van de marketing komen aan bod, in theorie en in de praktijk.
Marketingmix:
1. Product: kwaliteit, verpakking, assortiment, service.
2. Prijs: Wat betaal je voor een product, betalingsvoorwaarden.
3. Plaats: distributiebeleid en de kanaalkeuze, welke winkels doen je verkoop?
4. Promotie: reclame, vertegenwoordigers, salespromotie , sponsering, PR
5. Personeel: vooral bij diensten en retail
6. Presentatie:vooral retail/ detailhandel
Info
Hieronder volgt info over het gebruik van de 6 P's in de praktijk. De voorbeelden die men geeft zijn vaak producten in de Horeca. Maar, de uitleg geldt natuurlijk ook voor alle andere producten, als levensmiddelen, spijkerbroeken en mobiele telefoons.
(bron: SvH, passie voor horeca)
1. De marketingmix: Product
Een van de zes marketingmixinstrumenten is het instrument product.
Producten kunnen onderverdeeld worden in fysieke (tastbare) en niet-fysieke producten. Dienstverlenende bedrijven, waaronder dus ook de horeca, leveren vooral een niet-tastbaar product. Industriële bedrijven echter, leveren producten die men kan ‘vastpakken’. Deze producten komen ook los van de afnemers tot stand, terwijl het product van dienstverlenende bedrijven (de dienst) tot stand komt samen met de afnemer. In de marketing van de tastbare producten wordt vaak ingespeeld op niet-tastbare zaken.
Lees verder: http://passie.horeca.nl/fav/16%20De%20marketingmix-product.pdf
2. De marketingmix: Prijs
De bedrijfsformule wordt onder andere bepaald door de prijs die voor een product of dienst gevraagd wordt.
De prijs is misschien wel het bekendste marketinginstrument van de marketingmix voor de horeca. Er zijn bedrijven die zich speciaal richten op mensen die niet zoveel te besteden hebben. Deze bedrijven richten zich op de zogenoemde ‘onderkant’ van de markt.
Lees verder: http://passie.horeca.nl/fav/13%20De%20marketingmix-prijs.pdf
3. De marketingmix: Plaats
In het onderdeel Marketing komen de verschillende benaderingswijzen van de markt aan bod, de product- en marktpositionering, en de marketinginstrumenten.
Wanneer een bedrijf zijn product aanbiedt voor de gehele markt, spreken we van massamarketing. Hierbij wordt de markt dus niet onderverdeeld in segmenten: men richt zich niet speciaal op bijvoorbeeld tweeverdieners, vegetariërs of toeristen. Doet het bedrijf dit juist wel, dan spreken we van doelgroepenmarketing ofwel marktpositionering.
De Gauchos grillrestaurants richten zich bijvoorbeeld op mensen tussen de 25 en 40 jaar, die in grote steden wonen en meer dan gemiddeld verdienen.
Wanneer het bedrijf zijn plaats in de markt heeft bepaald, is het tijd zijn product of dienst te positioneren ten opzichte van de concurrent. Dat kan bijvoorbeeld door het aanbieden van een goedkoop dagmenu, pianomuziek tijdens het diner, tafels met veel privacy of een zeer gastvriendelijke benadering. Het betreft dus aandachtspunten die de mensen uit de doelgroep belangrijk vinden en waarmee het bedrijf zich onderscheidt van de concurrent. Dit noemen we productpositionering.
Lees verder: http://passie.horeca.nl/fav/12%20De%20marketingmix-plaats.pdf
4. De marketingmix: Promotie
Het marketinginstrument promotie wordt gebruikt om zo goed mogelijk op verschillende
momenten en manieren met een commerciële intentie te communiceren met de buitenwereld. Dit is een ruime omschrijving van het begrip promotie. Daarom zullen we wat dieper ingaan op de elementen hieruit. Als gastheer heb je de taak ideeën aan te dragen ten behoeve van de ondernemer en daarom is het belangrijk enkele begrippen te kennen.
Lees verder: http://passie.horeca.nl/fav/19%20De%20marketingmix-pomotie.pdf
5. De marketingmix: Personeel
Bij dienstverlenende bedrijven wordt personeel (daaronder worden hier alle in een bedrijf
werkzame personen verstaan, inclusief de meewerkend manager) als een aparte en misschien zelfs wel de belangrijkste P van de marketingmix beschouwd. In dit hoofdstuk maken we duidelijk waarom dat zo is.
Lees verder: http://passie.horeca.nl/fav/18%20De%20marketingmix-personeel.pdf
6. De marketingmix: Presentatie
Presentatie omvat alle activiteiten van het bedrijf die erop gericht zijn het product zodanig te verpakken of ‘aan te kleden’ dat de doelgroep zich hierdoor aangesproken voelt. Voor een horecabedrijf spelen hierbij vooral sfeer en stijl een belangrijke rol. Bij de presentatie van het bedrijf waar je werkt zijn bijvoorbeeld het exterieur en het interieur van belang. Deze aspecten zullen we, aan de hand van voorbeelden, nader toelichten.
Lees verder: http://passie.horeca.nl/fav/15%20De%20marketingmix-presentatie.pdf
Opdracht 'De mix in de praktijk'
Marketingmix in de praktijk
In deze module gaan de leerlingen in groepjes van drie de marketingmix van drie bedrijven onderzoeken en vergelijken
Consumentengedrag
Info
Consumentengedrag, een definitie.
Alle handelingen van personen die te maken hebben met het verwerven, gebruiken en afdanken van producten en diensten ter bevrediging van behoeften, (bron: Consumentengedrag, E.F Boom & A.A. Weber).
Hoewel 'het gebruik' en 'het afdanken' natuurlijk ook belangrijk is, denk aan herhalingsaankopen, gaan we nu alleen in op het 'verwerven' van de aankoop. Dus het aankoopproces, van motivatie tot aanschaf van een product tot de daadwerkelijke aankoop.
Consumentengedrag, wat zit erachter.
Iedereen vraagt zich wel eens na een aankoop van een product af, waarom heb ik dit ook al weer gekocht? Wat waren de drijfveren die mij deden besluiten dit product te kopen. Dit is een interessant verschijnsel, zeker in de economische maatschappij waarin we leven.
Maken we onze keuze tot een aankoop rationeel, of emotioneel? Onderzoekers hebben bewezen dat we eenvoudige beslissingen beter bewust of rationeel kunnen nemen. Bijvoorbeeld bij de keuze tussen twee soorten broodbeleg, pasta of pindakaas, is het beter om er bewust en rationeel over na te denken om tot de beste keuze te komen. Het is een relatief eenvoudig probleem, we zijn in staat om hierbij alle voor- en nadelen op een rijtje te zetten en te beoordelen. Moeten we echter gaan kiezen uit 8 verschillende auto's is het voor ons als mens, niet meer mogelijk om alle voor- en nadelen op een rijtje te zetten en de juiste beslissing te nemen. Puur omdat onze hersenen zo'n grote opdracht niet aankunnen. Het is hier dus beter om onbewust zonder er echt over na te denken een keus te maken.
Lees verder:
http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/26188-consumentengedrag.html
Beslissingsproces consument
Aan elke aankoop gaat een beslissingsproces vooraf, of je je daar nu van bewust bent of niet. De stappen die je doorloopt zijn de volgende:
1. Probleem-onderkenning. Je hebt een probleem, je moet de afwassen maar het afwasmiddel is op. Je hebt een behoefte, je hebt honger maar het brood is op. Of je ziet een reclame van een merk schoenen en denkt, die moet ik ook hebben!
2. Informatie-zoekproces. Je gaat te rade bij jezelf, wat koop normaal gesproken voor een product/ merk. Je vraagt het aan een ander uit het gezin, verkoper. Je zoekt info op internet.
3. Evaluatie van de alternatieven. Je hebt de info, nu ga je bedenken welk product het best is. Deze afweging maak je rationeel (bewust) en emotioneel (vaak onbewust).
4. Keuze maken, beslissen wel of niet kopen. De keuze maak je op basis van de vorige stappen.
5. Beoordeling bij gebruik, evaluatie aankoop. Bevalt het product. Zou je het de volgende keer weer kopen?! Is je aankoop ‘gelukt’ of was het een ‘kat in de zak’, ben je tevreden over je beslissing? Als deze dingen zijn belangrijk voor een eventuele volgende aankoop. Het beïnvloedt stap 2, 3 en 4 (en zelfs misschien wel 1, had je het product eigenlijk wel nodig?)
Opdracht 'Mijn koopgedrag'
'Mijn koopgedrag'
In de radiofragmenten en in de info is veel gezegd over hoe we beslissingen maken, hoe onze beslissingen worden beïnvloed door anderen. In radiofragment 3 vertelt marketinggoeroe Marting Lindstrom het nemen beslissingen bij de aankoop van producten. Hij maakt duidelijk dat we dat vaak veel minder rationeel en bewust doen dan we denken. Hoeveel weten we over ons koopgedrag? Wat stuurt werkelijk ons koopgedrag in een wereld waarin we constant door de media worden bestookt met boodschappen? Een opvallende advertentie, een catchy slogan, een aanstekelijke jingle? Of nemen we koopbeslissingen zo diep in ons onderbewustzijn dat we er ons nauwelijks bewust van zijn?
In zijn boek 'Koop mij' presenteert Martin Lindstrom de resultaten van een zeer ambitieus onderzoeksproject waarin de meest geavanceerde hersenscanmethoden werden gebruikt en waaraan wereldwijd meer dan 2000 vrijwilligers deelnamen. De verrassende en grensverleggende conclusies tonen aan dat we onszelf regelmatig voor de gek houden als we een bewuste beslissing denken te nemen.
Wij kunnen zelf natuurlijk geen hersenonderzoek doen om te zien hoe wij in het algemeen tot onze aankoopbeslissing komen. Maar we kunnen wel een keer op onderzoek uitgaan naar ons eigen koopgedrag.
Opdracht 1
Bedenk twee product die je niet zou kopen. Een Food-product en een niet-Food product (bv kleding).
Probeer de producten zo volledig mogelijk te beschrijven aan de hand van de 6 P's.
Geef aan waarom jij dit product niet zou kopen. Wat is er mis mee, waarom past het niet bij jou?
Geef aan waarom een ander dit misschien wel zou kopen.
Zorg ervoor dat de antwoorden overzichtelijk en gestructureerd op papier komen.
Opdracht 2
Maak een lijst van 10 producten die regelmatig koopt, food en non-food. Geef naam en merk (indien van toepassing) van het product dat je koopt. Geef per product de volgende dingen aan.
1.
|
Product
|
Let je op kwaliteit, functionaliteit of op imago?
|
2.
|
Prijs
|
Is prijs belangrijk, neem je de goedkoopste?
|
3.
|
Plaats
|
Koop je het in een specifieke winkel? Zo ja welke?
|
4.
|
Promotie
|
Koop je het wanneer je het nodig hebt of wanneer het in de reclame is?
|
5.
|
Personeel
|
Je laat je je adviseren door een verkoper?
|
6.
|
Presentatie
|
Je koop graag een speciale, luxe, limited addition uitgave, of de gewone.
|
· Wat was je laatste impulsaankoop?
· Wat was een echte mislukte aankoop, een kat in de zak?
· Als je gaat shoppen, koop je dan wat je nodig hebt, of kom je altijd met meer thuis dan je van plan was? Geef een voorbeeld. Beschrijf jouw kooppatroon.
· Maak je gemakkelijk zelf een keuze bij een aankoop, of heb je graag het advies van een ander, vriend/ vriendin, broer/ zus, ouder. Geef een voorbeeld.
Opdracht 'Andermans koopgedrag'
‘Andermans koopgedrag’
In deze opdracht ga je onderzoek doen naar het koopgedrag van ‘de consument’. Het leukste is om iemand te vinden die je niet (goed) kent. Wat je gaat doen is het volgende: je zoekt iemand met wie je boodschappen gaat doen in de supermarkt. Deze ‘consument’ ga je volgen, je bekijkt de producten die hij of zij koopt en noteert waarop ze hun keuze baseren. Dit alles doe je zonder de consument te beïnvloeden. Je schrijft dus alleen op wat je ziet, vraagt naar uitleg van hun keuze en bemoeit je niet met de keuze van de producten.
Beschrijf minimaal 10 producten die de consument in het winkelwagentje stopt. Het leukste is natuurlijk de hele winkelwagen te analyseren!
Maak een tabel waarmee je gemakkelijk de benodigde info kan noteren. De info waarnaar je op zoek gaat is de volgende:
· Naam van het product.
· Kiest men het product op basis van merk – prijs – of kwaliteit (gezondheid)? Wat is de belangrijkste?
· Is het een product dat noodzakelijk was, van het boodschappenlijstje?
· Is het product een, niet noodzakelijke, inpulsaankoop?
· Is het product nieuw voor de consument, of koopt de consument dit regelmatig?
Hoe zou je de door jou gevolgde consument willen typeren? Een rationele consument die alleen koopt wat hij nodig heeft, van plan is. Een emotionele of impulsieve consument die koopt waar hij op dat moment zin in heeft. Of maakt hij binnen een bepaalde productgroep rationele keuzes en binnen een andere productgroep meer emotionele keuzes. Leg uit met voorbeelden.
Lijkt jouw koopgedrag op die van jouw onderzochte consument? Waarin verschilt dit voornamelijk?
Merken, Imago & Media
Info
Bekijk de uitzending: HELDER, Hoe verleidt reclame?
In de uitzending komt het volgende aan de orde:
· de invloed van reclame op koopgedrag, 3000 reclameboodschappen per dag, kosten 7 miljard euro per jaar
· stimuleren impulsaankopen in de supermarkt, kosten 2 miljard euro per jaar
· trucs van reclamemakers
· bewust en onbewust aankoopgedrag
· misleidende reclame
· websites over reclame
Aan het woord komen:
· Eugne Roorda, reclamemaker/communicatiestrateeg, verantwoordelijk was voor de BOB-reclame(Bewust Onbeschonken Bestuurder)
· Hans Bouwens, redactie 'Helder', over websites over reclame www.reclamearsenaal.nl - www.ster.nl - www.reclamerakkers.nl
· Jasmijn Prinsen, supermarktinrichter, het idee achter de inrichting en het creëren van de sfeer in de supermarkt
· Marcel van Beusekom, consumentenbond, het effectief inrichten van de supermarkt
· Helma van den Berg, psycholoog, psychologische processen bij koopgedrag
HELDER : Hoe verleidt reclame?
Aan de orde komen: de invloed van reclame op koopgedrag; trucs van reclamemakers; reclamemaker Eug??ne Roorda, die verantwoordelijk was voor de BOB-reclame (Bewust Onbeschonken Bestuurder); misleidende reclame; websites over reclame; het effectief inrichten van de supermarkt; psychologische processen bij koopgedrag.
STUDIOGESPREKKEN met:
- Eug??ne Roorda, reclamemaker/communicatiestrateeg;
- Hans Bouwens (redactie 'Helder') over websites over reclame;
- Jasmijn Prinsen, supermarktinrichter;
- Helma van den Berg, psycholoog.
ARCHIEFMATERIAAL: fragmenten uit commercials.
*
00:15:31 SCHAPINDELING VAN SUPERMARKTEN
INTERVIEW met Marcel van Beusekom (Consumentenbond) over o.a. de schapindeling van supermarkten, gezonde/ongezonde producten op ooghoogte (van kinderen) en de 'zeurkassa' (kassa met snoep).
*
00:18:06 EXPERIMENT
Experiment in het publiek dat gevraagd wordt te kiezen tussen drie plaatjes van wilde dieren om te zien of men be??nvloed is door een plaatje bij de ingang van de studio. : Informatieve talkshow waarin praktische tips worden gegeven bij alledaagse onderwerpen.
Het programma wordt van maandag tot en met donderdag uitgezonden. Presentatie: Pernille la Lau.
Deze eerste aflevering over de verleiding van reclame.
Bekijk de uitzending: Verborgen verleiders
Reclame = is een communicatievorm die door producenten via de media wordt gericht op consumenten met als doel het gunstig beïnvloeden van het keuzeproces en koopgedrag doormiddel van het communiceren van merk en/of productwaarden.
Reclame = relevant opvallen.
Aan het woord komen:
· Matthijs de Jong, reclamestrateeg, over wat reclame is. Waarom oude reclametechnieken niet meer werken. Het televisiespotje van het telecombedrijf Ben, de behoefte aan meer realiteit in de reclame en de toegevoegde waarden van reclame.
· Marjorie Dijkstal, reclamestrateeg, over de werking van reclame. Ze spreekt over het verschil tussen reclame vroeger en nu. De werking van een imago en emoties, realistische reclame (reality advertising), het inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en het ontbreken van kwaliteitsinformatie in moderne reclames.
· Irene Costera Meijer, reclame onderzoeker. Over uitstraling en imago van een product. Een product moet gevoel geven, moeten vertellen wie jij bent.
VERBORGEN VERLEIDERS (expr_id:46310)
GEWOONDOEN___-HRE00006509.wmv INTERVIEWS met:
- Matthijs de Jong, reclamestrateeg, over wat reclame is, het
feit dat oude reclametechnieken niet meer werken, een
televisiespotje van het telecombedrijf Ben, de behoefte aan
meer realiteit in de reclame en de toegevoegde waarden van
reclame;
- Marjorie Dijkstal, reclamestrateeg, over de werking van
reclame, het verschil tussen reclame vroeger en nu, de
werking van een imago en emoties, realistische reclame
(reality advertising), het inspelen op maatschappelijke
ontwikkelingen en het ontbreken van kwaliteitsinformatie in
moderne reclames;
- Irene Costera Meijer, reclameonderzoeker, over het feit dat
reclame tegenwoordig een verhaal aan een product verbindt itt
vroeger toen de kwaliteitsverschillen tussen de producten
veel groter waren, het belang van het imago, de
televisiereclame van Ben waarin de stad en de stedeling
centraal staan, haar werk waarin zij veranderingen in de
reclamewereld en de maatschappij signaleert, bierreclames
(Grolsch, Amstel en Heineken), het gebruik van rolmodellen,
het oproepen van emoties via oa humor en de kritische kijker;
- div. studenten oa over zaken waar reclame meer rekening mee
moet houden, televisiespotjes van Ben, Amstel Bier en De
Postbank en hoe zij denken dat reclame werkt;
- Fred van Raaij, reclamepsycholoog, over de rol van reclame
bij de vervulling van sociale idealen, het feit dat men
onbewust een positieve emotie ervaart bij beelden die men
eerder gezien heeft en het kritisch kijken naar reclame om
be??nvloeding zoveel mogelijk te voorkomen.
ARCHIEFMATERIAAL: div. fragmenten uit reclamespots. Teleblik : Zesdelige serie educatieve reportages over de manier waarop
de massamedia het menselijk gedrag be??nvloeden.
Deze aflevering staat de invloed en rol van de reclame
centraal.
Opdracht 'Moodboard'
‘Moodboard’
Kies een product of merk. Beschrijf vervolgens het imago dat past bij dat product, bij dat merk. Beschrijf de sfeer, het gevoel dat het product kan geven. Beschrijf ook bij wat voor een soort consument het past, de doelgroep. Welk ‘verhaal’ kan je bij het product maken. Maak vervolgens een moodboard over het product. Gebruik hierbij tijdschriften, kranten, reclamefolders, etc.
Opdracht 'Reclame kijken'
(bron: wikipedia)
Gouden Loeki
De Gouden Loeki is een Nederlandse televisieprijs voor de beste reclamecommercial. De prijs wordt sinds 1995 jaarlijks uitgereikt door de STER. De naam verwijst naar Loeki de Leeuw. In België bestaat een vergelijkbare prijs die de Gouden welp genoemd wordt.
De Gouden Loeki-verkiezing is de publieksprijs voor de beste, leukste of origineelste commercial van het jaar. Het Nederlandse publiek kan zelf stemmen via website en/of telefoon. De vijf commercials met de meeste stemmen gaan door naar de finale, die jarenlang werd gepresenteerd door Reinout Oerlemans, die het in 2007 voor het laatst deed, omdat hij in 2008 naar Amerika verhuisde. Tijdens een live televisie-uitzending strijden deze vijf commercials om de Gouden Loeki. De presentatie werd in 2008 overgenomen door Caroline Tensen en in 2009 weer, ditmaal door Chantal Janzen.
http://www.ster.nl/consumenten/gouden_loeki.html
(bron: wikipedia)
De Loden leeuw
De Loden Leeuw is een Nederlandse televisieprijs voor de meest irritante reclamespot. Daarnaast is er sinds 2004 ook een persoonlijkheidsprijs voor de meest irritante Bekende Nederlander in een reclamespotje. De prijzen worden jaarlijks uitgereikt in het televisieprogramma Radar van de TROS. Genomineerden kunnen door de kijkers aangemeld worden op de site van Radar, waarna het programma de genomineerden selecteert. Daarna kunnen de kijkers door stemmingen uiteindelijk bepalen wie de Loden Leeuw "wint". http://www.trosradar.nl/loden_leeuw/
Opdracht ‘Reclame kijken’
Kies op de site van Gouden Loeki of Loden Leeuw een aantal reclames uit en ga die met de groep bekijken. Speel het filmpje eventueel meerdere keren af, zodat je goed op specifieke dingen kan letten.
Schrijf na het bekijken van de reclame eerst op wat je ervan vindt. Geef antwoord op onderstaande vragen. Bespreek vervolgens de vragen met de groep.
1. Wat is er goed aan de reclame?
2. Wat is er niet goed aan de reclame?
3. Waarom past de reclame bij het product?
4. Waarom past de reclame bij de doelgroep?
5. Past de reclame bij jou?
Levenscyclus product
‘Oeroud’
Choba of Chocoladeboter is een Nederlands broodbeleg dat sinds 1946 wordt verkocht. Het is een margarine-product met cacao.
Het product werd ontwikkeld als gevolg van de slechte marges in de margarine-industrie na de Tweede Wereldoorlog.
In de loop van de tijd is het product enigszins aangepast: De dierlijke vetten zijn vervangen door plantaardige en de verpakking is onlangs veranderd van een traditioneel pakje naar een kuipje. Ook is er tegenwoordig een biologische variant verkrijgbaar. Choba wordt verkocht in Nederland en Duitsland. (bron: wikipedia)
‘Supernieuw’
De breezercultuur ontleent haar naam aan het drankje Bacardi Breezer, een zoet mixdrankje met rum dat in 1997 in Europa geïntroduceerd werd.[1] Het drankje had een hip imago en was door zijn zoete smaak erg toegankelijk voor beginnende drinkers.[2][3] De hoge prijs van het drankje maakte het daarnaast tot een statussymbool.[4] Vooral rond de eeuwwisseling wonnen de mixdrankjes sterk aan populariteit, met Bacardi Breezer aan kop. De verkoop was in 2001 tot het vijfvoudige gestegen ten opzichte van 1996.[4] De populariteit van het drankje bereikte zijn top in 2002, toen er zo'n dertig miljoen liter van het drankje verkocht werd.[5] (bron: wikipedia)
Info
De levenscyclus van een product (bron: SvH)
De levenscyclus van een product geeft het patroon weer van de ontwikkeling van de omzet
van een product in de loop der tijd. De lengte van de cyclus hangt af van consumentenbehoeften
die in de loop der tijd veranderen, maar ook van activiteiten van de concurrentie en
technologische ontwikkelingen en vernieuwingen.
De productenlevenscyclus bestaat uit vijf fasen:
1. De ontwikkelingsfase
Het idee voor een nieuw product wordt geboren en ontwikkeld.
2. De introductiefase
Het product wordt op de markt gebracht. De verkopen zijn laag en de (promotie)kosten
hoog. Vaak wordt in dit stadium nog verlies geleden. Veel nieuwe producten overleven
deze fase niet.
3. De groeifase
De verkopen stijgen en de winst groeit. Er worden in deze fase vaak aanpassingen aan het product aangebracht. De prijs wordt geleidelijk lager, zodat het product voor meer
marktsegmenten in aanmerking komt.
Het productieproces Pagina 2 van 2
4. De rijpheidsfase
De verkopen liggen op het hoogtepunt, de kosten zijn laag en de winst is hoog. De groei
van de vraag neemt af. De aankopen zijn voor een deel vervangingsaankopen.
5. De neergangsfase
De verkopen nemen af tot nul of blijven op een bepaald niveau steken door vervangingsaankopen.
De duur van elke fase verschilt per product.
Een restaurant dat als product ‘fondue’ invoert en daar de P’s op afstemt, kan daar in het
begin succes mee hebben. Indien men daarna echter niets meer aan het product doet, kan dit tot gevolg hebben dat de gasten op den duur wegblijven.
Met 'nieuwe' producten kan je goed reclame maken. De fabrikant heeft hierdoor weer een 'reden' om van zich te laten horen. Maar wat doet de consument met die berichten over nieuwe producten. Wat is het 'consumentengedrag' rond nieuwe producten?
Typen consumenten bij nieuwe producten
Wanneer er een nieuw product op de markt komt zijn er altijd mensen die het als eerst hebben. Zij volgen de trends, weten altijd als eerst dat er iets nieuws te koop is. In de marketing is er een indeling gemaakt als het gaat om het kopen van nieuwe producten.
1. De vernieuwers, innovators. De trendsetters, consumenten die graag iets nieuwe kopen, die het risico van het nieuwe product aandurven (of juist leuk vinden!). De consument die ’s nachts in de rij ligt bij de winkel voor de nieuwste i-pad.
2. De eerste volgers, early adopters. Consumenten die nog redelijk snel een nieuw product, aangezet door de positieve geluiden van de ‘vernieuwers’.
3. De tweede volgers, early majority. Het nieuwe product is algemeen geaccepteerd. ‘Iedereen’ wil het wel hebben. Het is het eerste deel van de grote groep consumenten.
4. De derde volgers, late majority. Dit is het tweede deel van de grote groep consumenten.
5. De achterblijver, lagger. De laatste consumenten die over gaan op de aanschaf van het nieuwe product, omdat de prijs is gedaald, of omdat het gebruik van het product van het verwacht wordt door de omgeving. De vernieuwers zijn echter al lang niet meer geïnteresseerd in het product. Die zijn allang op zoek naar een nieuw product.
Dit alles is belangrijk om te weten. Hierdoor kan de fabrikant inschatten wanneer de grote groep consumenten toe is aan het ‘nieuwe product’. Hierdoor weet hij dus wanneer er meer producten op de markt moeten zijn en wanneer hij de productie in de fabriek moet verhogen en investeringen moet doen.
Opdracht '100% Nieuw'
‘Nieuw’. Een term die vaak op een product geplakt wordt. En soms is dat product ook nieuw, maar soms is er weinig echt nieuws aan te ontdekken. Tijdens deze les ga je de nieuwe producten eenst tegen het licht houden. Wat is er nieuw aan, en mag het product nieuw genoemd worden. En, wat heeft de consument aan dit nieuwe product. Zou jij het kopen??
http://kassa.vara.nl/radio/afspeelpagina/fragment/minder-nieuwe-producten/speel/1/
Wat is de top 3 van de nieuwe producten in 2008?
Wat waren de trends?
Opdracht
1. Zoek en knip uit in de stapel tijdschriften en reclamebladen alle food-producten die als ‘nieuw’ worden aangeprijsd.
2. Maak in op een flap een 6 vakken en zet hierin de onderstaande 6 aspecten van ‘nieuw’.
· Product:
a. Smaak
b. Kwaliteit van het product (of echt een nieuw product)
c. Verpakking
· Imago:
a. Gezondheid
b. Beleving
c. Duurzaamheid/ milieu
3. Presenteer je flap en de nieuwe producten. Leg uit waarom je de producten in de verschillende vakken hebt geplaatst.
4. Organiseer een verkiezing: wat is het beste nieuwe product? Maak een nominatielijst en houd hiermee een verkiezing. Maak een top 5 van beste nieuwe producten.
Opdracht 'oeroud' en 'supernieuw'
‘Oeroud’ en ‘Supernieuw’
Bij de introductie van het onderwerp ‘levenscyclus product’ wordt het een en ander verteld over de producten Choba boter en Breezer. Er wordt verteld hoe het product is ontstaan, wanneer het geïntroduceerd is op de markt en hoe de verkoop van het product zich heeft ontwikkeld. Men vertelt de levenscyclus van dat product.
Zoek twee producten waarvan jij hetzelfde gaat doen. Dus, breng de levenscyclus van twee producten in beeld. Het leukste is natuurlijk om een ‘oud’ en een ‘nieuw’ product te kiezen. Probeer producten te kiezen die jij erg lekker vindt en vaak eet.
Bedenk zelf een manier om dit verhaal te vertellen, een verslag, een PowerPoint, een filmpje of het ‘ouderwetse’ knippen en plakken.
Zorg dat het volgende aan bod komt:
· Het ontstaan van het product
· De fabrikant
· Jaartal van eerste verkoop
· Verloop van de verkoop door de jaren heen
· Het imago van het product
· De doelgroep van het product
· De omvang van de huidige verkoop
Winkelformules
Uitzending Klokhuis
Oké, je bent de klokhuisleeftijd al even voorbij, maar toch. De uitzending over 'de supermarkt' vertelt precies hoe de winkelformule van een supermarkt tot stand komt en wordt uitgewerkt.
Dolores Leeuwin bezoekt een supermarkt en laadt diverse producten in haar winkelwagentje. Aandacht voor trucs om winkelende mensen meer te laten kopen in de supermarkt, o.a. de karretjes groot maken, daglicht op fruit laten schijnen om het gevoel te creëren dat men zich op de markt bevindt, het naast elkaar plaatsen van complementerende producten, het op ooghoogte plaatsen van dure producten (voor kinderen en volwassenen), looproutes manipuleren, afgeprijsde artikelen midden in de looproute positioneren, trage muziek afspelen, eetlust opwekken en producten bij de kassa plaatsen.
HET KLOKHUIS
Leeuwin bezoekt een supermarkt en laadt diverse producten in
haar winkelwagentje. Aandacht voor trucs om winkelende mensen
meer te laten kopen in de supermarkt, o.a. de karretjes groot
maken, daglicht op fruit laten schijnen om het gevoel te
creeren dat men zich op de markt bevindt, het naast elkaar
plaatsen van complementerende producten, het op ooghoogte
plaatsen van dure producten (voor kinderen en volwassenen),
looproutes manipuleren, afgeprijsde artikelen midden in de
looproute positioneren, trage muziek afspelen, eetlust
opwekken en producten bij de kassa plaatsen.
INTERVIEWS hierover met:
- een vakkenvuller;
- een winkelend meisje.
SKETCHES:
- een rijke vrouw (Loes Luca) winkelt voor het eerst in de
supermarkt en beledigt de aanwezige klanten (o.a. Nettie
Blanken);
- twee oude mannen (Wieteke van Dort en Nettie Blanken) eten
eierkoeken en drinken bier bij de zelfbediening-koffiehoek in
de supermarkt, m.m.v. o.a. Tjitske Reidinga en Ellen Pieters. : Dagelijks jeugdprogramma met een wisselend thema, samengesteld uit korte reportages, sketches en liedjes.
Serie dagelijkse jeugdprogramma's met een wisselend thema,
samengesteld uit korte reportages en sketches. Deze
aflevering: supermarkten. Presentatie: Dolores Leeuwin.
Opdracht 'Winkelformule supermarkt'
In de opdracht ‘De mix in de praktijk’ ben je al eens een aantal winkels ingegaan om te bekijken hoe de 6 P’s van de marketingmix worden toegepast. In deze opdracht ga je opnieuw een winkel onder de loep nemen, de supermarkt. Er zijn heel wat verschillende soorten supermarkten met elk zijn eigen winkelformule, zijn eigen imago. Wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze zoveel mogelijk omzet willen maken, ze willen zoveel mogelijk producten verkopen.
Elke supermarkt doet dat op zijn eigen manier. In deze opdracht ga je een supermarkt analyseren. Wat is het imago van de supermarkt, wat is de doelgroep, welke ‘trucs’ haalt de supermarkt uit om zoveel mogelijk producten te verkopen. Nadat je de web-site en de winkel hebt bezocht schrijf je een recensie over de supermarkt.
(bron: Wikipedia)
Kenmerken van een recensie
Een recensie bestaat meestal uit drie onderdelen:
- De analyse (een bespreking van de inhoud van het boek, de film, ...)
- De interpretatie
- De evaluatie (positieve en negatieve kritiek)
Een recensie bevat dus een (liefst met argumenten onderbouwd) waardeoordeel over het culturele product. Daarnaast kan het besprokene in een ruimere context worden gesitueerd (bijvoorbeeld het oeuvre van een schrijver, ontwikkelingen in de literatuur, de tijdgeest), de voorstelling worden beschreven of de korte inhoud van een film worden weergegeven.
Bij films en videospellen bevat de recensie over het algemeen een rapportcijfer of een aantal sterren (meestal van 1 tot 5), om in één blik een algemeen oordeel te kunnen zien. Ook kunnen er voor bepaalde aspecten (zoals de grafische kwaliteiten bij een spel of het acteerwerk in een film) aparte cijfers worden vermeld, met eventuele toelichting.
Spreek met je klasgenoten af wie welke supermarkt doet. Zorg ervoor dat er van zoveel mogelijk verschillende supermarkten een recensie wordt geschreven.
1. Hoe is de website? Handig, mooi, gezellig?
2. Het imago van de winkel
3. De doelgroep van de winkel
4. De routing, indeling van de winkel
5. Een voorbeeld van complementerende producten in de winkel
6. De indeling een product-schap (bv koek), wat ligt op ooghoogte voor volwassenen, wat voor kinderen
7. Hoe stimuleert de winkel impulsaankopen
8. Wat is de sfeer in de supermarkt
9. Wat is de geur in de supermarkt
10. Is er een spaaractie?
11. Hoeveel sterren geef je de winkel?
Indeling van een supermarkt
Een voorbeeld van een indeling van een supermarkt.