ICT en onderwijs

ICT en onderwijs

0. Inleiding

By Kim Ravers. Licentie: cc-by-sa-nc 3.0
By Kim Ravers. Licentie: cc-by-sa-nc 3.0

Dit arrangement sluit aan bij de workshop 'ICT, vooruit ermee' zoals door Margreet van den Berg en Linda le Grand gehouden op de OVC-conferenties van maart en april 2011.


 

Als achtergrond is gebruik gemaakt van de volgende artikelen:

Open bestand ICT-tijd telt (Wijnen - Zuylen)


De 7 pijlers van digitale didactiek (Simons)

In bijgaande link een presentatie zoals gehouden door W. Rubens op basis van de 7 pijlers van digitale didactiek (Simons).


Artikel over digitale didactiek van Robert-Jan Simons 

(gepubliceerd via het igitur-archive van de Universiteit van Utrecht)

Weblog Margreet van den Berg  over onderwijs en ICT

(bron: Margreet van den Berg)

 


 

Bijgaand de powerpoint presentatie (ls zipfile) zoals gebruikt tijdens de workshop.

 

Open bestand Presentatie ICT vooruit ermee

A. Weten en onthouden voor toets

1. Woordjes in WRTS

www.wrts.nl

Veel docenten en leerlingen maken gebruik van WRTS.

  • Leerlingen kunnen in WRTS gratis een account aanmaken en eigen woordenlijsten samenstellen.
  • Er zijn verschillende mogelijkheden om de woorden te oefenen: aanvullen, intypen etc.
  • Ook kunnen leerlingen woordenlijsten met anderen delen, of gebruik maken van woordenlijsten die door uitgevers ter beschikking zijn gesteld.
  • De woorden kunnen worden uitgesproken.
  • Ook docenten kunnen woordenlijsten ter beschikking stellen, bijvoorbeeld wanneer voor een project een aanvullende woordenschat vereist is.

In de meeste gevallen zal WRTS door de leerling thuis gebruikt worden.

 

Er kan nog meer in WRTS: leerlingen kunnen ook samen hun woordjes leren en er een wedstrijdje van maken. Voorwaarde is dat beide leerlingen de beschikking hebben over MSN.

In het onderstaande filmpje legt een leerling uit hoe het werkt.


Samenwerken in WRTS m.b.v. MSN (Mondriaan College)


In de leereenheden van de OVC wordt gewerkt met WRTS-woordenlijst, bijvoorbeeld in de volgende leereenheid:

At home - toolbox (2 THV)


 

 

2. Samenvatting met twitter

Het maken van samenvattingen m.b.v. Twitter dwingt je om kort en bondig te formuleren.


Toelichting: tijdens de les maakt een aantal leerlingen via Twitter aantekeningen. Ze delen deze met met elkaar door de aantekening te voorzien van een voor die les gekozen hashtag. Daardoor ontstaat een redelijk beeld wat in de les besproken is. Voordeel voor de docent is dat hij inzicht krijgt in wat de leerlingen belangrijk vinden in de leerstof. Het maken van aantekeningen die voor iedereen zichtbaar zijn, dwingt de leerling zich te concentreren op de leerstof. Uit eerste onderzoeken lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat op deze manier de leerling meer bij de les betrokken is.


Aanvullende informatie: cursus Twitter voor docenten (bron: Rein Beilsma)


Bron: Youtube: Academic excellence in 140 characters

zie fragment vanaf 1.58 minuten

3. Uitleg via beamer/digibord

Het is mogelijk om via het digibord rechtstreeks je uitleg op te nemen. In de praktijk zal dit niet altijd meevallen, omdat een uitleg in een klassensituatie gemakkelijk onderbroken kan worden. Hierdoor wordt de opname minder bondig. Uiteraard is dit later wel weer met het nodige knip- en plakwerk te corrigeren.

Een andere optie is om de uitleg vooraf in alle rust op te nemen. Deze kan dan in de klas worden getoond, of bijvoorbeeld naast de 'live' uitleg in de klas als extra in de elo worden geplaatst. Hierdoor kunnen leerlingen in alle rust de uitleg nog eens terughalen, naast de uitleg die ze vinden in boek of digitale les.

Zelf opnemen is niet altijd nodig: via Wikiwijs / google zijn filmpjes met uitleg te vinden, zoals in het bovenstaande voorbeeld.


 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd Bron: www.spellingjuf.nl


Voorbeeld:

Khanacademy: uitleg over wiskunde, Engelstalig). Klik op 'browse' voor een overzicht van het materiaal)

 

Project Hanzeschool


 


 

In de volgende leerlijn uit Wikiwijs zijn o.a. filmpjes met uitleg opgenomen.

Leerlijn werkwoordspelling (boven PO, VMBO 1-2)


 

 

4. Werken met stemkastjes

Stemkastjes Mondriaan College Oss


In het filmpje wordt het werken met stemkastjes in de klas getoond.


 

Een les waarbij gebruik gemaakt wordt van stemkastjes vraagt de nodige voorbereiding: zowel de kastjes als de vragen moeten beschikbaar zijn. Er zijn verschillende types: bij sommige types kan alleen een optie worden gekozen, bij anderen kan ook tekst worden ingetypt.

Het werken met stemkastjes heeft een aantal voordelen ten opzichte van het 'vinger opsteken':

  • het stemmen is anoniem: voor leerlingen is het gemakkelijk om zo antwoord te geven: je gaat niet af als het antwoord fout is
  • de leerling kan niet eerst kijken wat de rest doet en bepaalt zelf welk antwoord wordt gegeven
  • je moet wel meedoen, je kunt je er niet aan onttrekken.
  • de leerling krijgt zelf een goed inzicht in wat hij/zij wel en niet weet/begrijpt

De stemkastjes kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt, bijv.:

  • Het activeren van voorkennis
  • het checken of bepaalde stof begrepen is
  • het doornemen/nakijken van het huiswerk
  • het aangeven van meningen naar aanleiding van stellingen als startpunt voor een discussie
  • Je krijgt een heel goed inzicht in de mate waarin de klas bepaalde stof heeft verwerkt
    Je kunt het gebruiken om voorkennis te activeren
    Leerlingen kunnen niet meer kijken wie wanneer de vinger opsteekt: ieder stemt voor zichzelf
    De leerling kan zich ook niet van stemming onthouden: je moet wel meedoen


Aanvullende informatie:

voordelen gebruik stemkastjes (dia 10 en 11 van http://www.slideshare.net/ReneeF/stemkastjes-filius-ritzen-onderwijsdgn-2008-presentation (bron: R. Filius, M. Ritzen)),


 

Andere manieren om te stemmen in de klas (http://www.21edingen.nl/eding-3-stemmen/ (surf academy)).



Ook zonder stemkastjes zijn er mogelijkheden om klassikaal te stemmen:

SAP-Twittertools  

Hiermee kan worden gestemd m.b.v. twitter en powerpoint.

Shakespeak

Ook dit is een tool waarmee kan worden gestemd via twitter, internet en TXT. Uitproberen tot 5 gebruikers is gratis.

Powerpoint en draadloze muis (bron: Trendmatcher)

Tot een maximum van 25 deelnemers kan worden gestemd via een draadloze muis. Daarvoor is de gratis plugin Mouse Mischief nodg.


 

 

5. Huiswerk via digibord

Het is een kleine moeite om huiswerk dat in de vorm van een Word- of pdf-document is verstrekt, via het digibord te laten zien en klassikaal te bespreken.

Het lukt ook met een ingescande pagina van een werkboek.

In het bijgaande voorbeeld wordt uitgegaan van een oefening waarbij in de gaten de juiste worden moeten worden geschreven. Wordt zo'n oefening op het digibord vertoond, dan zul je er wel voor moeten zorgen dat het lettertype groot genoeg is om ook achter in de klas te kunnen zien en dat de 'gaten' groot genoeg zijn om hierin te schrijvn.

Het voordeel is dat je altijd de hele oefening toont en tegelijkertijd ook kunt schrijven. Uiteindelijk kun je van de goede versie nog een 'foto' maken via je digibord en in de elo hangen.

Voor de leerling is het voordeel dat de oefening overzichtelijk wordt getoond. Als de docent de 'foto' van de ingevulde versie in de elo plaatst heeft de leerling ook direct de beschikking over de goede antwoorden.


Digibord als schoolbord (slimboard software)

B. Weten - gebruiken/toepassen

1. Taal oefenen met Voki

www.voki.com

Een voki is een sprekend figuurtje. De leerling kan dit figuurtje (avatar) via internet (gratis) zelf vorm geven en aankleden. Vervolgens kan de leerling tot een minuut aan tekst inspreken. De voki zal daarna die tekst uitspreken en daarbij zijn/haar lippen min of meer levensecht bewegen.

Ervaring leert dat leerlingen een aantal malen hun tekst uitspreken en opnemen voor zij tevreden zijn: zij lopen tijdens het inspreken tegen hun fouten en aarzelingen aan en horen het dan terug. In het algemeen doen de leerlingen het dan over. Sterker nog, ze doen het misschien wel 5x over. Allemaal oefening.
Ze komen er ook achter dat ze zo’n inspreekoefening moeten voorbereiden: dat onderschatten ze nog wel eens als ze in de klas iets moeten vertellen. Wordt een spreekvaardigheidsoefening rechtstreeks in de klas gedaan dan zal de leerling daar vaak minder mee bezig zijn.

De docent kan op zijn/haar gemak luisteren hoe leerlingen de betreffende taal uitspreken. Het is lastig om in 50 minuten iedereen een ‘beurt’ te geven, maar op deze manier kan het wel. Bovendien kunnen leerlingen dit opslaan in een portfolio/blog en zo zelf een dossier bijhouden om te kijken hoe/of ze vooruitgaan.


In het bijgaande voorbeeld worden wordt een filmpje rond het maken van een voki door een leerling getoond en een eindproduct.

Het getoonde eindproduct is in 2009-2010 tot stand gekomen op het Mondriaan College in Oss. Het maak-filmpje is ter wille van de illustratie 'getruct'.


Een voki heeft zijn beperkingen. De minuut spreektijd is wel erg kort voor de bovenbouw en bovendien zal een sprekend figuurtje vooral jongere leerlingen aanspreken. Maar via Windows 'opname' of via een gratis tool als Audacity is het mogelijk om geluidsopnames via de pc te maken.

Leerling maakt een voki

Het resultaat


In de volgende leereenheid (bron: OVC) wordt een voki gemaakt (Frans)

Voki maken


2. Virtueel taaldorp

Chatterdale

Chatterdale is een virtueel taaldorp. Leerlingen kunnen in het dorp rondlopen en (in het Engels) praten met anderen. Chatterdale is ontwikkeld door Digischool.

Het is mogelijk om een gratis testaccount aan te vragen via www.chatterdale.nl zodat het rondlopen in Chatterdale vast kan worden ervaren.

Een Franse versie (Parolay) is in de maak.


 

 

Virtueel Taaldorp: 3D-omgeving Digischool


Leerlingen doen een aantal opdrachten in een virtueel taaldorp: een 3d-omgeving op het web dat is vormgegeven als een dorp in Engeland/Frankrijk/Duitsland, enz. Ze doen bijvoorbeeld boodschappen bij de bakker, ze boeken een reis bij het reisbureau, maken een praatje met iemand in het park, enz. Het virtuele dorp wordt ‘bewoond’ door de taaldocenten of door leerlingen uit de hogere klassen. Zij beoordelen de spreekvaardigheid van de leerlingen bij het uitvoeren van de opdrachten.


Achtergrondinformatie:

Virtuele taaldorp van Digischool (http://www.digischool.nl/3d/),

diverse publicaties van Ton Koenraad over de didactische mogelijkheden van virtuele taaldorpen (http://www.koenraad.info/vrall-2),

publicatie van het CPS over het virtuele taaldorp ViTAAL (http://www.cps.nl/nl/Documenten/Documenten-Voortgezet_onderwijs/Documenten-Moderne_vreemde_talen/Documenten-Moderne_vreemde_talen-Virtueel_Taaldorp.pdf).



In de volgende leereenheden (bron: OVC) worden de leerlingen (3 H/V, 4 VMBO-T) voorbereid op een virtueel taaldorp in het Frans (Parolay (Digischool)).

Deel 1: En route pour Parolay 1 (je eigen identiteit kiezen)

Deel 2: En route pour Parolay 2 (een gesprek voeren)

Deel 3: En route pout Parolay 3 (het taaldorp)


 

 

3. Spreekwoorden met film

Spreekwoorden uitgebeeld

Bedoelde fragment start op 32 sec.


Groepjes leerlingen maken een filmpje of animatie van een spreekwoord of gezegde. Bij het filmpje/de animatie schrijven ze een tekst waarin het betreffende spreekwoord wordt gebruikt. Door alle teksten + bijbehorende filmpjes op één plaats te verzamelen (bijv. in een wiki) ontstaat een spreekwoordenboek waar leerlingen gebruik van kunnen maken wanneer ze de betekenis van een spreekwoord willen opzoeken.
N.B. Deze opdracht kan bij alle moderne vreemde talen worden ingezet, waarbij het interessant is om equivalenten van de spreekwoorden in de verschillende talen te vinden.



Achtergrondinformatie:

wedstrijd Wikikids waarin leerlingen worden uitgedaagd een foto of filmpje te maken over een spreekwoord (http://wikikids.wiki.kennisnet.nl/Wikikids:Spreekwoorden_Foto/Filmwedstrijd_2010 ),

filmpje van leerlingen uit het VO waarin de letterlijke betekenis van spreekwoorden wordt uitgebeeld (http://www.youtube.com/watch?v=RElZdUAZnxo ),

een voorbeeldsite, gemaakt door eTVonline, niet door leerlingen (http://www.etvonline.tv/etv/front/englishproverb/proverb_home.html ).


4. Meten m.b.v. GPS

Meten stroomsnelheden
Meten stroomsnelheden

Leerlingen berekenen de stroomsnelheid van een rivier door onderzoek te doen m.b.v. een gps-systeem.


Achtergrondinformatie:

website van het project Digitale Slootjeskist waarbij leerlingen onderzoek doen naar leven in en om de sloot, m.b.v. gps, een (waterdichte) digitale camera en een digitale microscoop (http://digitaleslootjeskist.nl/ ).


5. Tijdlijn maken met Timerime

www.timerime.com

Met behulp van Timerime kunnen leerlingen gratis via internet een tijdlijn maken. Ze hebben hiervoor wel een account nodig. Timerime kent ook een afgeschermde omgeving specifiek gericht op het onderwijs. Gebruik hiervan is niet gratis.

In de volgende leereenheid is één van de opdrachten aan de leerlingen het maken van een tijdbalk. Eén van de mogelijkheden is om de tijdbalk vorm te geven met behulp van Timerime. Hiermee is aanmerkelijk meer mogelijk dan bijvoorbeeld met Word: in de tijdbalk kan extra informatie, films en geluid worden opgenomen.

Klik op deze link om onderstaande voorbeeldtijdbalk te zien:


voorbeeld tijdbalk met Timerime
voorbeeld tijdbalk met Timerime

Het maken van een tijdbalk is een opdracht in de volgende leereenheid:

De computer: geschiedenis en architectuur

(bron: OVC)


C. Vakgebonden maatsch.relevant

1. Samen een probleem oplossen


Leerlingen werken gezamenlijk een probleem uit, waarbij ze overleggen met elkaar en de docent via een weblog of via skype.
De docent legt in een weblog (of wiki) aan de leerlingen een complex probleem voor dat ze niet individueel kunnen oplossen. De leerlingen bedenken, individueel of in kleine groepjes, oplossingsrichtingen die ze in het weblog voorleggen aan de docent. Nadat alle leerlingen hebben gereageerd, geeft de docent feedback door aan te geven wie of welke groep leerlingen de beste insteek had en hoe ze verder het probleem moeten oplossen. Zo volgen een aantal rondes waarin de leerlingen uiteindelijk het probleem tot een oplossing brengen. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen huiswerk op deze manier iets sneller oppakken omdat het makkelijk tussen de andere (privé) activiteiten uitgevoerd kan worden.


Klasblog Klaas Wijnia

Via deze blog wordt gezamenlijk de oplossing gezocht en gevonden van wiskundige problemen.


naar dit project (http://www.skallagrigg.net/2005/11/weblog-in-de-klas-laatste-groepsinterview/ ).


weblog wiskunde
weblog wiskunde

2. Een educatief game spelen

www.miniconomy.com

Miniconomy is een spel waarin je kunt handelen met duizenden andere spelers. Het spel kent een open versie en een versie die specifiek gericht is op het onderwijs. Een aantal belangrijke educatieve aspecten van Miniconomy:

  • Handelen in goederen, aandelen, grond en onroerend goed
  • Kostprijsberekening
  • Balans en resultatenrekening
  • Marketing
  • Wet van vraag en aanbod
  • Concurrentie
  • Bankwezen
  • Financiering
  • Samenwerken

In het onderstaande filmpje worden leerlingen geinterviewd die thuis bezig zijn met hun opdracht Miniconomy (2011, Mondriaan College Oss, 3 VWO+)

Tijdens de opdracht die drie weken duurt houden zij een logboek bij waarin zij hun ervaringen optekenen. Dit logboek wordt later in de klas besproken.

Aan het in schoolverband meedoen met Miniconomy zijn enige kosten verbonden.

Naast Miniconomy bestaan er verschillende andere simulatiegames voor economie, bijvoorbeeld: Bizzgames en Plaza Challenge. Ook deze games kennen een specifeke omgeving voor gebruik door scholen.

 


Interview leerlingen 3 VWO+ over hun opdracht Miniconomy

De docent

De leerlingen zijn in de les allemaal zelfstandig bezig, de docent is coach/regisseur. Waarom is iets goed, waarom juist niet? De docent kan (vóór of na het spelen van de game) de link leggen tussen theorie en praktijk.
Voorbereiding is belangrijk: De docent dient goed op de hoogte te zijn van de mogelijkheden en werking van de game. Er moet een schoolaccount worden aangemaakt. De docent moet ook weten hoe hij/zij overzicht kan houden. Je zou bij een docent die voor de eerste keer de game speelt kunnen denken aan een klassenassistent (leerling) met ervaring.


Voor de leerling

De leerling ervaart direct het gevolg van een slimme of minder slimme actie. De leerlingen worden gedwongen te blijven opletten, hun daden af te wegen. Ze leren van hun fouten: het openen van een winkel in luxe-artikelen midden op de vlakte van Siberië blijkt in de praktijk niet zinvol. Afhankelijk van de complexiteit van de game, of de binnen de game gekozen simulatie moeten ze hun voorraadbeheer in de gaten houden, hun afzetmarkt bepalen. Het is wel van belang na afloop van de game het geleerde binnen de klas te bespreken en verder door te werken.

  • De leerling kan leren van gemaakte fouten en het de volgende ronde beter doen
  • De leerling is in de praktijk bezig: het blijft niet bij theorie: hij speelt een rol in een mini-maatschappij
  • De leerling wordt aangesproken op verschillende vaardigheden: vooruitdenken, samenwerken (bondjes maken), plannen

3. Spaghettibrug


Leerlingen maken een instructiefilmpje, bijvoorbeeld over het uitvoeren van een proef voor scheikunde of over de oplossing van een wiskundig vraagstuk.
Door de leerstof uit te leggen (een instructiefilmpje te maken) onthouden leerlingen de leerstof beter. Edgar Dale noemt hierbij percentages van 5-15% (lezen/horen) tegenover 90% bij het uitleggen van de leerstof aan anderen. Er is geen wetenschappelijke onderbouwing voor die cijfers, maar uit verschillende onderzoeken blijkt wel dat leerstof beter beklijft als leerlingen hiermee actief aan de slag gaan.


Aanvullende informatie:

wiskundevraagstukken, uitgelegd door docenten en leerlingen (http://mathtrain.tv/index.php  Engelstalig)


Hoe sterk is een spaghettibrug?

4. Wiki voor schoolwerk

Wiki voor schoolwerk
Wiki voor schoolwerk

Leerlingen vullen gezamenlijk een wiki waarin ze de leerstof presenteren. In de wiki stellen de leerlingen elkaar vragen. De wiki wordt gebruikt voor de vervolglessen en kan door leerlingen gebruikt worden om de kennis over dat onderwerp op te frissen.
Belangrijke kenmerken van een wiki zijn dat hierin samengewerkt kan worden, dat de wijzigingen die gedaan zijn zichtbaar zijn. Daarnaast bieden veel wiki’s de mogelijkheid om overleg te voeren zodat gezamenlijk besloten kan worden welke informatie een definitieve plaats krijgt in de wiki en wat niet. Dat biedt de docent de mogelijkheid om het proces te monitoren en leerlingen waar nodig extra sturing te geven. Het voordeel van een gezamenlijke wiki voor de leerlingen is dat ze niet individueel een samenvatting hoeven te maken van de lesstof, maar gebruik kunnen maken van elkaars expertise (die zichtbaar is via de ontstaansgeschiedenis van de wiki).


Achtergrondinformatie:

in groep 8 van basisschool St.Willibrord vullen leerlingen en leerkracht een eigen groepswiki (http://elke.wikispaces.com/groep+8+space ),

verslag van een project waarbij leerlingen Wikipedia als platform gebruiken om vragen te stellen (http://rebelliousreader.blogspot.com/2009/04/writing-wikipedia-pages-in.html , Engelstalig),

Wikipedia School and University Projects (http://en.wikipedia.org/wiki/Wikipedia:School_and_university_projects , Engelstalig),

studenten van de HU vullen gezamenlijk een website/videoblog met relevante informatie voor hun journalistieke studie (http://www.humedia.nl/).


5. Samenwerken met Google docs


Leerlingen houden een enquête via Google Docs en werken de data uit in grafieken.
Leerlingen doen een onderzoek naar een onderwerp dat betrekking heeft op de leerstof. Daarbij maken ze gebruik van hun eigen netwerk om vragen te stellen. De enquête zetten ze uit m.b.v. Google Docs. Dit instrument (spreadsheet) biedt ze ook de gelegenheid om de data in grafieken uit te werken en conclusies te trekken. Door leerlingen zelf het onderwerp van het onderzoek te laten bepalen (binnen de grenzen van de leerstof) krijgen de leerlingen de mogelijkheid om het onderwijs authentiek en betekenisvol te maken.


D. Vakoverstijgend maatsch.relevant

1. Hyves-profiel hist.profiel


Leerlingen maken in kleine groepjes een Hyvesprofiel van een historische figuur en diens tijdgenoten.
Deze Hyvesprofielen worden gebruikt om te reflecteren op de historische gebeurtenissen uit die tijd. Wat was er gebeurd als Napoleon niet was verslagen bij Waterloo, wat was er gebeurd als Hitler was aangenomen op de kunstacademie, wat was er gebeurd met Nederland als er geen Marshallplans was geweest? De docent geeft aan wat er gebeurt in die periode; de leerlingen reageren daarop via hun Hyvespagina vanuit de rol die ze spelen. Daarbij kiezen ze of ze reageren via een ‘wie, wat, waar-bericht’, een krabbel of een mailtje naar een tijdgenoot. Op die manier leren leerlingen niet alleen over de geschiedenis, maar ze worden zich ook bewust van hoe ze sociale netwerktools kunnen inzetten om zich (positief) te profileren.
Deze manier van werken kan ook ingezet worden voor de talen (leerlingen maken Hyvespagina’s voor fictieve personen in een stad in Engeland/Frankrijk/Duitsland, enz., voor aardrijkskunde (er worden Hyvespagina’s gemaakt over de gevolgen van een orkaan die in verschillende landen schade aanricht), voor kunstgeschiedenis (Hyvespagina’s over kunstenaren in verschillende kunststromingen) enz.


 

Napoleon.hyves.nl

Klik op de link hierboven voor een leereenheid met de opdracht om een hyvesprofiel en een hyvesblog van Napoleon aan te maken.

2. Opzetten multinational

SBM Multimedia - KvK18 Pitch


Leerlingen ontwikkelen samen met leerlingen in het buitenland een multinational. Daarbij maken ze gebruik van Skype en videoconferencing om de plannen op elkaar af te stemmen.


Achtergrondinformatie:

een project waarbij leerlingen een bedrijf opzetten (http://www.durvendelendoen.nl/innovatie/De-jonge-ondernemer ),

artikelen over een project waarbij leerlingen van een Daltonschool een multinational opzetten met leerlingen in Engeland (http://www.stichtingtq.nl/docs/artikel-Multinational-COS.pdf  en http://sites.google.com/site/johanbeekman/multinationalsamenwerkingsverband.pdf ),

filmpje over het project (http://www.youtube.com/watch?v=og39h4A8Vbg ), website Stichting Jong Ondernemen (http://www.jongondernemen.nl/), website van leerlingen uit het VO die medeleerlingen ondersteuning bieden bij het opzetten van een eigen bedrijf (http://kvk18.nl/ ).


3. Samen plannen en uitvoeren

Energieverbruik op school (JPBKerkrade)


Leerlingen krijgen de opdracht een plan te maken om in de school energie te besparen. Ze delen hun plannen met elkaar via internet, stellen vragen aan elkaar en lichten hun plannen toe waar nodig. Het beste plan wordt gekozen om uitgevoerd te worden.
In dit project moeten leerlingen niet alleen leren over energiebesparing. Ze zijn bezig met taal (ze schrijven artikelen waarin ze uiteenzetten waarom energiebesparing nodig is en waarom hun aanpak de beste is, ze voeren discussies hierover (project: Lagerhuis in de klas - http://www.debatindeklas.nl/debatvormen/lagerhuis/), ze zijn bezig met beeldtaal (ontwerp logo en affiches e.d.), ze leren samenwerken en organiseren enz. Het project is authentiek en betekenisvol.


Achtergrondinformatie:

filmpje van een project waarbij leerlingen onderzoek doen naar het energiegebruik op school (http://www.youtube.com/watch?v=3J1LXqtAgzo ),

animatiefilmpje van leerlingen in het kader van hun profielwerkstuk ANW (http://www.youtube.com/watch?v=2P_ZPf4Z2rI ),

filmpje waarin leerlingen hun plannen voor klimaatmaatregelen voorleggen aan minister Kramer (http://www.youtube.com/watch?v=a1iAfrWMwTA ).


4. Documentaire maken

documentaire maken (dspiersonschool)
documentaire maken (dspiersonschool)

Leerlingen maken een documentaire over een onderwerp naar eigen keuze.
Door het maken van een documentaire, leren leerlingen niet alleen over het onderwerp van de documentaire, maar leggen ze bredere verbanden. Daarnaast zijn ze bezig met taal (schrijven van teksten, interviewtechnieken) en met beeldtaal en ze ontwikkelen allerlei technische vaardigheden op het gebied van ICT.


Achtergrondinformatie:

website van basisschool De Hooibarg die landelijk bekend werd met een project waarbij leerlingen in de wijde omgeving mensen interviewden over verschillende onderwerpen (http://www.de-hooiberg.nl/podcastproject/ ),

website van het Mondriaan College waar leerlingen de mogelijkheid krijgen hun profielwerkstuk te maken in de vorm van een video (http://sites.google.com/site/profielwerkstukpresentatie/Home ),

verslag van een project waarbij leerlingen van het Olympuscollege hun profielwerkstuk voor het vak informatica in de vorm van een videoverslag hebben gegoten (http://www.groeiendoorgames.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=240&Itemid=92 ).


5. Portfolio via blog

Portfolio David Pijpaert

 


Leerlingen bouwen een portfolio op in de vorm van een weblog, waarbij ze op elkaar reageren .


Achtergrondinformatie:

onderzoek van de OU over het weblog als instrument voor reflectie en handelen (http://onderzoek.kennisnet.nl/onderzoeken-totaal/weblog )

 David Pijpaert, docent RSG Stad en Esch) laat zijn leerlingen een portfolio bijhouden in de vorm van een blog (http://www.davidpijpaert.nl/2010/10/portfolio-door-middel-van-een-weblog/ ),

weblog-portfolio van een student aan de kunstacademie (http://www.portfoliomarloes.web-log.nl/ (Marloes Kiezebrink)).