Natuurrampen

Natuurrampen

Natuurrampen

Nieuwe inzichten in het ontstaan van de platentektoniek!

As one of America's most popular destinations, Yellowstone National Park has attracted millions of visitors. Here you will see all the sights: geysers, lakes, waterfalls, lightning storms and hot springs including Old Faithful! Located in northern Wyoming, Yellowstone abounds in wildlife from baby elk to the mighty bison and moose, each lending its individual beauty to the landscape. Amongst the awe-inspiring scenery stands the majestic Grand Teton mountain range with its rugged peaks, beautiful lakes and crystal-clear streams.

Uitleg: soorten rampen

Soorten rampen

Wie op 11 september 2001 naar de televisie zat te kijken, zag een verschrikkelijke ramp. Twee vliegtuigen doorboorden twee enorme wolkenkrabbers in New York, die vervolgens instortten. Meer dan 4 duizend slachtoffers en een enorme economische schade waren het gevolg. een jaar daarvoor was er een overstromingsramp in Mozambique. Ook daar waren veel slachtoffers. Allebei rampen, maar de oorzaak en de gevolgen waren heel verschillend. Op aarde gebeuren vaak rampen. Die rampen kun je indelen in de volgende groepen:

 

1. Rampen die door de natuur zijn ontstaan.

 

2. Rampen die door de mens zijn ontstaan. Daarbij is de mens de oorzaak van een ramp.

 

3. Rampen door natuurverschijnselen waarbij ook de mens een rol speelt. Daarbij heeft de mens de natuur een handje geholpen bij het ontstaan van de natuurramp.

 

Soorten natuurrampen

Natuurrampen kun je weer in soorten indelen:

 

- Natuurrampen die veroorzaakt worden door bewegingen in de aardkorst, bijvoorbeeld aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, tsunami's.

 

- Natuurrampen die veroorzaakt worden door extreme weers- en klimaatverschijnselen, bijvoorbeeld orkanen, overstromingen, aardverschuivingen en lawines.

 

 


Natuurrampen 2010
Natuurrampen 2010

 


Quiz

1. Insun en het water

 


Bosbrand
Bosbrand

 


Overstroming Australië
Overstroming Australië

Opdrachten §1

Een ramp is eigenlijk een groot ongeluk waarbij veel slachtoffers vallen en vaak grote schade wordt aangericht. Maar niet elke ramp wordt door de natuur veroorzaakt. Sommige rampen worden veroorzaakt doordat mensen fouten maken. Dan is er wel een ramp, maar geen natuurramp.

 

1a. Vul alle rampen die door de mens veroorzaakt worden in de rechterkolom van de tabel boven aan de pagina in. Schrijf daarna de natuurrampen in de juiste kolom. Kies uit: • aardbeving • lekkende olietanker • modderstroom • hittegolf • lawine • vliegtuig stort neer • treinongeluk • langdurige droogte • storm • ontplofte kerncentrale • vloedgolf • overstromingen • vulkaanuitbarsting.

Natuurramp door bewegingen in de aardkorst

Natuurramp door weers- en klimaatverschijnselen Ramp veroorzaakt door de mens
     
     
     
     
     
     
     


1b. Er zijn ook natuurrampen waarbij de mens de natuur ‘een handje heeft geholpen’. Bij welke natuurrampen in vraag a kan de mens een rol spelen?

 

2. Zoek met behulp van de atlas op of de volgende natuurrampen (1 t/m 4) voorkomen in de landen die in de tabel hiernaast staan.

1. Aardbevingen                                            2. Vulkaanuitbarstingen

3. Vloedgolf                                                  4. Droogte

 

Natuurrampen die er kunnen voorkomen

Mexico

 

Verenigd Koninkrijk

 

Filipijnen

 

Banglasdesh

 

Mali

 

Bolivia

 

 

Krantenartikel:

 

De overstromingen in Pakistan hebben volgens schattingen van de Verenigde Naties ongeveer 13,8 miljoen mensen getroffen. De schaal van de ramp is ongekend groot, veel groter dan die van de tsunami die in 2004 in Azië huishield. Dat zegt de VN-hulpverleningsorganisatie OCHA.

 

"Het aantal mensen dat door de overstromingen is getroffen is groter dan het aantal mensen dat werd getroffen door de tsunami van 2004, de aardbeving in Kashmir van 2005 en de aardbeving in Haïti van 2010", zei OCHA-woordvoerder Maurizio Giuliano.

 

Door de tsunami werden destijds vijf miljoen mensen getroffen. De aardbeving in Kashmir had gevolgen voor drie miljoen mensen, evenals de aardbeving in Haïti. De overstromingen in Pakistan hebben tot dusverre minstens vijftienhonderd mensen het leven gekost.

 

Lees de tekst hierboven:

3a. Welke rampen worden in de tekst genoemd?

3b. Onder welk soort rampen vallen deze?

3c. Wanneer spreek je van een ramp?

Het moet voldoen aan de volgende 2 eisen:

1. .................................................................................................................     

2. ...................................................................................................................     

 

2. Aardbevingen

3 soorten plaatbewegingen
3 soorten plaatbewegingen

 

Achtergrond informatie over deze zeebeving + tsunami --> zie onderstaande link.

http://www.falw.vu.nl/nl/voor-het-vwo/wetenschap-in-gewone-woorden/Aardwetenschappen/aardbeving/Aardbeving-tsunami-japan-2011.asp 

Interactieve wereldkaart met platen/breuken /bevingen etc. --> zie onderstaande link.

http://home.planet.nl/~kalsb004/geobronnenbb/animaties/Platentectoniek.htm

Hoe ontstaat een tsunami? --> zie onderstaande link.

http://dusk.geo.orst.edu/oceans/PPT/Tsunami.swf

Interactieve kaart van Japan met allerlei gegevens over de ramp --> zie onderstaande link.

http://www.nytimes.com/packages/flash/newsgraphics/2011/0311-japan-earthquake-map/index.html

Indrukwekkende foto's (New York Times) van het getroffen gebied voor en na --> zie onderstaande link.

http://www.nytimes.com/interactive/2011/03/13/world/asia/satellite-photos-japan-before-and-after-tsunami.html

Animatie van subductie --> zie onderstaande link.

http://almandine.geol.wwu.edu/~dave/courses/2010/fall/101/lectures/media/Lecture04/SeafloorPlates.swf

 

 


Gevolgen aardbeving
Gevolgen aardbeving

 


Aardbevingen: waardoor ontstaan ze?

 


Opdrachten §2

1. Gebruik de Grote Bosatlas. De eerst genoemde atlaskaart verwijst naar de 52e editie, de volgende atlaskaart behoort bij de 53e editie. Tussenhaakjes staat de atlaskaart, die je moet gebruiken als je de 54e editie gebruikt.


Een aardbeving in Turkije had een kracht van 7,5 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag bij Golçuk, een kleine stad in de buurt van Izmit. Hoe ver waren de trillingen van deze zware aardbeving voelbaar? In Istanbul was de schade ook groot. In Athene, de hoofdstad van Griekenland, heeft de aardbeving niet tot schade geleid, maar heeft men de aardbeving wel gevoeld. En zelfs in Nederland heeft het KNMI in De Bilt

met gevoelige apparatuur de trillingen gemeten. Meet nu met behulp van kaart GB 114/ 122 (GB 122) en kaart GB 68-69 / 74-75 (GB 74-75) de afstand van deze steden tot het epicentrum in kilometers en noteer deze in de tabel. Vul tot slot het soort trillingen in. Kies uit: • schadelijke trillingen • voelbare trillingen • zeer zwakke trillingen.

 

 

Afstand tot het epicentrum in km

Soort trilling

Istanbul

 

 

Athene

 

 

Nederland/De Bilt

 

 

 

2. Gebruik de Grote Bosatlas. De eerst genoemde atlaskaart verwijst naar de 52e editie, de volgende atlaskaart behoort bij de 53e editie. Tussenhaakjes staat de atlaskaart, die je moet gebruiken als je de 54e editie gebruikt.

 

Bekijk GB 174B / 192B (216B)

2a. Vul de lege plekken in de tekst in: Waar de rode pijltjes naar elkaar toe wijzen, .........(1)....... aardkorstplaten. Waar de pijltjes van elkaar af wijzen ......(2)...... de aardkorstplaten ......(3)......

2b. Vul aan: De aardbeving van 17 augustus 1998 werd veroorzaakt doordat de Grieks-Turkse of Anatolische plaat klem zat tegen de ........................................

2c. Vul de woorden 'tegen' en 'langs' in op de juiste plaats: Beide platen botsen niet ................... elkaar maar bewegen ................ elkaar.

 

3. Gebruik de Grote Bosatlas. De eerst genoemde atlaskaart verwijst naar de 52e editie, de volgende atlaskaart behoort bij de 53e editie. Tussenhaakjes staat de atlaskaart, die je moet gebruiken als je de 54e editie gebruikt.

 

Lees nogmaals de tekst 'De aardkorst beweegt' en bestudeer GB175A / 193A (217A).

a. Hoe lang geleden lagen de continenten tegen elkaar aan?

b. Hoe noemt men dit aaneengesloten continent?

c. Dit aaneengesloten continent brak 180 miljoen jaar geleden in twee stukken. Hoe heten deze stukken?

d. Wat gebeurt er met Afrika tussen 135 miljoen en 65 miljoen jaar geleden? Vul in:

Afrika beweegt van ......................... af en beweegt in de richting van .................. en ................... .

 

 

EXTRA: TSUNAMI JAPAN 11 Maart 2011

Hoe ontstaat een tsunami?
Hoe ontstaat een tsunami?
Hoe tsunami's werken
Hoe tsunami's werken
Tsunamiwaarschuwing Grote Oceaan
Tsunamiwaarschuwing Grote Oceaan

Een bijzondere video van de golven van de tsunamie van 11 maart 2011 zoals deze bewoog over de Stille Oceaan.

 


 

Lees het krantenartikel over de gevolgen van de aardbeving en tsunami in Japan (11 maart 2011)

http://www.bndestem.nl/regio/article8303804.ece

 


Breaking news: 8.9 earthquake & tsunami hits Japan! Watch CNN live coverage 2011 03 11

Breaking News!!CNN, Northern Japan Hits tsunami March 11,2011

Japan Tsunami !!! 2011 VIDEO FULL

Japan Earthquake: Helicopter aerial view video of giant tsunami waves

3. Vulkanisme

Merapi (uitbarsting oktober 2010)
Merapi (uitbarsting oktober 2010)

 


Opdrachten §3

1. Gebruik de Grote Bosatlas. De eerst genoemde atlaskaart verwijst naar de 52e editie, de volgende atlaskaart behoort bij de 53e editie. Tussenhaakjes staat de atlaskaart, die je moet gebruiken als je de 54e editie gebruikt.

 

1a. Bestudeer GB 170-171 / 188-189 (212-213). Hoe heet de oceanische rug in het midden van de Atlantische oceaan?

1b. Hoe diep is de oceaan op deze plaats?

1c. Waarom noemt men deze plaats dan toch rug?

1d. Streep de onjuiste schuingedrukte woorden door. Bij een oceanische rug bewegen twee platen naar elkaar toe/uit elkaar. Hierbij vormt zich een gat in de aardkorst, waar oceaanbodem ontstaat/verdwijnt.

 

2. Gebruik de Grote Bosatlas. De eerst genoemde atlaskaart verwijst naar de 52e editie, de volgende atlaskaart behoort bij de 53e editie. Tussenhaakjes staat de atlaskaart, die je moet gebruiken als je de 54e editie gebruikt.

 

Gebruik de atlas om deze vraag te beantwoorden:

2a. Rond welke oceaan komt het meeste vulkanisme voor, de Atlantische of Pacifische  

      Oceaan?

2b. Verklaar je keuze bij a. Je kunt hiervoor gebruik maken van GB 174B / 192B (216B).

2c. In welk deel van Europa is er kans op aardbevingen?

2d. Waardoor ontstaan deze aardbevingen juist in dit deel van Europa?

 

4. Tropische orkanen

Tropische orkaan
Tropische orkaan

 


Opdrachten §4

1. In het Caribisch gebied valt het orkaanseizoen in de maanden juni tot november. Langs de Oost-Afrikaanse kust valt het orkaanseizoen in een andere periode.

a. Hoe komt het dan dat het orkaanseizoen in het Caribisch gebied van juni tot en met november duurt?

b. Waarom valt het orkaanseizoen langs de Oost-Afrikaanse kust op een ander moment?

c. Welke maanden zijn dit?

 

2. Op welke drie manieren veroorzaken orkanen grote schade?

 

3. De gevolgen van orkanen kunnen modderstromen en overstromingen zijn.

a. Streep de onjuiste schuingedrukte woorden door: Een modderstroom wordt veroorzaakt door hevige regen/harde wind. Het regenwater vermengt zich met de losse grond/het gesteente. Op hellingen/in vlakke gebieden beweegt de modder naar beneden.

b. Bedenk twee manieren waarop gebieden overstroomd kunnen raken.

 

Herhalingsopdracht §2 t/m 4

 

Vul de volgende woorden op de juiste plek in. Kies uit:

• aardbeving • aardmantel • centimeters • continenten • dezelfde • lage breedte • minder • natuurrampen • tsunami • verschillend • voorspellen • warm zeewater.

 

Aardbevingen en vulkanisme komen voor aan de rand van ……………. Deze drijven op de …………….. , die vloeibaar is. Dat gaat met een snelheid van enkele …………………. per jaar. Als continenten langs elkaar schuiven, ontstaan er trillingen. Deze trillingen voel je als een …………………. Wanneer dit op de zeebodem plaatsvindt, kan er een ……………. ontstaan. Vulkanisme komt op ………………. plaatsen voor als aardbevingen en is …………….. gevaarlijk dan aardbevingen, omdat vulkaanuitbarstingen beter te ………………….. zijn.

Tropische orkanen worden veroorzaakt door ……………………… . Ze komen daarom alleen op ……………………….. voor. Aardbevingen, vulkanisme en tropische orkanen zijn ………………………... De gevolgen hiervan zijn ……………………. in rijke en arme landen.

 


Extra opdracht hoofdstuk 4 §3 Overstroomd!

 

In 2000 werden Mozambique, Zambia en Zimbabwe getroffen door de orkaan Eline. Behalve de krachtige wind en hoge golven viel er ontzettend veel regen. Het water in de rivieren steeg plotseling met meer dan zeven meter, en grote gebieden raakten overstroomd; meer dan 300.000 mensen raakten dakloos.

 

a. Bekijk de kaarten GB 147 en 149 (GB 162 en 165). Welke vier grote rivieren stromen door Zambia, Zimbabwe en Mozambique?

 

b. Waar heeft men meer last van de overstromingen: in Zimbabwe of Mozambique?

 

c. Verklaar je keuze.

 

d. Waar ligt het laagste deel van Mozambique: in het noorden of het zuiden?

 

e. In welk deel van Mozambique heeft men de meeste last van overstromingen: in het noorden of het zuiden?

 

f.  In welke maand van het jaar 2000 zal deze orkaan hebben plaatsgevonden: in februari of in augustus? Verklaar je keuze!

 

 


5. Natuurrampen in de Verenigde Staten en in Indonesië

Opdrachten §5

Extra opdracht hoofdstuk 4 §5. Overstromingen in Japan

 

a. Op kaart GB 140E en F (GB 157E en F) kun je zien dat Japan ook last heeft van overstromingen. Op welke twee manieren kunnen gebieden in Japan overstroomd raken? Tip: bekijk ook de andere kaarten van GB 140 (GB 157).

 

b. Ligt Kobe in een gebied waar veel of weinig overstromingen voorkomen? (Gebruik GB 140E en 139 / GB 157E en 156)

 

c. Ligt Tokyo in een gebied waar veel of weinig overstromingen voorkomen?

 

d. Bepaal nu voor Tokyo en Kobe waar er meer geld wordt uitgegeven voor overstromingen. Gebruik hiervoor GB 140F (GB 157F).

 

6. Natuurrampen en arm en rijk

Lees de tekst 'Gevolgen voor rijke en arme landen', en maak de volgende opdrachten.

 

Tekst: Gevolgen voor rijke en arme landen.

Voor veel mensen begint de ellende pas na de ramp zelf. Doordat de hulpverlening moeilijk op gang komt, ontstaat er een tekort aan eten, drinkwater en medicijnen. En meestal zij er ook veel daklozen. Hierdoor kunnen allerlei besmettelijke ziekten uitbreken. Door de enorme schade aan wegen, fabrieken of landbouwgronden zijn veel mensen werkloos en kost de wederopbouw heel veel geld. Dit wordt economische schade genoemd. Economische schade betekent de schade die geld kost en die is ontstaan als gevolg van een ramp of slecht weer. Vaak aan infrastructuur en gebouwen.

Rijke landen kunnen meer doen om natuurrampen te voorkomen. Bijvoorbeeld het bouwen van stevige huizen in aardbevingsgebieden, of het aanleggen van sterke dijken in overstromingsgebieden. Het aantal slachtoffers is daardoor in rijke landen vaak lager dan in arme landen. Maar ook in hulpverlening en wederopbouw is er een groot verschil tussen rijke en arme landen. Na de aardbeving in India in 2001 duurde het dagen voor de hulpverlening op gang kwam. Meestal had men alleen schoppen en houwelen om het puin te ruimen. Ook waren er te weinig medicijnen, dokters en ziekenhuizen. Bij de aardbeving in Kobe in 1995 was dat anders. Japan is een rijk land, dus er was moderne apparatuur en moderne medische hulp. Arme landen zijn bij grote rampen vaak voor een groot deel afhankelijk van hulp uit rijke landen.

 

1a. Het maakt nogal wat uit of een natuurramp een rijk of een arm land treft. Hoe komt het dat het aantal slachtoffers als gevolg van een natuurramp in arme landen vaak groter is dan in rijke landen?

 

1b. In welke landen is de economische schade meestal groter: rijke of arme landen?

 

1c. Waarom leidt economische schade tot werkloosheid?

 

2a. Waarom begint voor veel mensen de ellende pas na de ramp?

 

2b. Waardoor komt de hulp in rijke landen sneller op gang dan in arme landen?

 

3. Bestudeer de cirkeldiagrammen in figuur 5 en 6.

a. Bij welke natuurramp vallen de meeste dodelijke slachtoffers?

 

b. bij welke twee natuurrampen vallen de minste dodelijke slachtoffers?

 

c. Bij welke natuurrampen raken de meeste mensen dakloos?

 

d. Als je de twee cirkeldiagrammen vergelijkt, is er één natuurramp die het minste aantal doden en daklozen veroorzaakt. Welke is dit?

figuur 5 en 6 bij opdracht 3
figuur 5 en 6 bij opdracht 3

Opdrachten §6

Extra opdracht hoofdstuk 4 §6. Na de ramp in India.

 

Lees het artikel hieronder en beantwoord daarna de vragen.

 

Ramp laat India koud

De aardbevingsramp in de Indiase deelstaat Gujarat, die op 26 januari 2001 plaatsvond, heeft tot dusver 16 435 mensen het leven gekost. Bijna 230 000 woningen zijn compleet verwoest. Vooral de stadsbewoners in hun stenen huizen en flats zijn getroffen. De lemen hutten op het platteland veroorzaakten minder slachtoffers. Het werkelijke aantal slachtoffers zal wel nooit helemaal bekend worden. De schattingen variëren van ‘tienduizenden’ tot driehonderdduizend, omdat de media “sterke verhalen” zonder meer geloven en verspreiden.

 

De aardbeving in India betekent ook economisch gezien een ramp voor het gebied. Gujarat is een geïndustrialiseerde deelstaat. Maar nu verlaten veel geschoolde werknemers hun woonplaatsen. Ze zijn bang voor nieuwe aardbevingen, en trekken weg om nooit terug te keren.

 

De Indiase regering heeft aan de grote steden steun toegezegd. Omdat India een arm land is, zal die steun onvoldoende zijn om de schade te herstellen. India rekent op steun uit het rijke westen. Inderdaad stromen hulpverleners en hulpgoederen uit de hele wereld toe. De slachtoffers in Gujarat hebben echter het gevoel dat ze door hun eigen regering en de rest van het land in de steek worden gelaten. Op 26 januari, de dag van de ramp, liet de regering de feestelijkheden van Republican Day gewoon doorgaan. Het hele kabinet genoot in de hoofdstad Delhi van de show van tanks, straaljagers en helikopters. Pas na drie dagen bezocht de minister-president het rampgebied. Op de tv gaan de spelletjesprogramma's en de Miss-verkiezingen gewoon door. In Gujarat is een ramp gebeurd, maar het lijkt de Indiërs weinig te doen.

 

Bron:  Weekkrant NRC, 5 februari 2001, bewerkt

 

a. Vul onderstaande tabel in met gegevens over de aardbevingsramp.

 

Waar?

Wanneer?

Aantal slachtoffers

Hoeveelheid schade

 

 

 

 

 

b. Hoe komt het dat het juiste aantal slachtoffers niet bekend is?

 

c. Waarom heeft de ramp ook economische gevolgen?

 

d. Wie hebben het meest te lijden onder de ramp: de boeren of de stadsbewoners?

 

e. Waar komt de meeste hulp vandaan: het buitenland of de regering van India?

 

f. Waarom is het voor de regering van India moeilijk om veel hulp te geven?

 

g. De regering heeft niet veel medelijden met de bewoners van het rampgebied. Waaruit blijkt dat?

 

h. Wat vind je van die houding van de regering?

 

 


7. Door welke natuurrampen wordt Nederland bedreigd?

Lees de tekst 'aardbevingen in Nederland' en maak de onderstaande opdrachten.

 

Aardbevingen in Nederland

Op 13 april 1992 werd een dee van Nederland wakkergeschud door een aardbeving van 5,8 op de schaal van richter. Het epicentrum lag in de buurt van Roermond. Maar afgezien van schade in en aan gebouwen vielen er geen slachtoffers. De aardkorst van Nederland daalt heel langzaam, zo langzaam dat niemand er iets van voelt of merkt. In het Zuiden van Nederland kun je het soms wel merken. Hier komt een aantal breuken in de aardkorst voor. Dit zijn grote scheuren in de aardkorst. Aan de ene kant van de scheur zakt de aardkorst soms iets sneller dan aan de andere kant. Als dit plotseling gebeurt, voel je dat als een aardbeving.

 


Breukzone Nederland: Zuid-Limburg
Breukzone Nederland: Zuid-Limburg

 


Breuken: horsten en slenken
Breuken: horsten en slenken

 


Aardbevingen in Nederland: Aardbevingen in Nederland en omgeving (rode en gele rondjes). Hoe groter, des te zwaarder is de beving. Let op de kleine gele rondjes in Groningen, Drenthe en rond Alkmaar: dit zijn bevingen veroorzaakt door de gaswinning in dat gebied (geinduceerd). Duidelijk is dat de rest van de bevingen geconcentreerd zijn langs breuken in de ondergrond: echte aardbevingen door tektoniek.
Aardbevingen in Nederland: Aardbevingen in Nederland en omgeving (rode en gele rondjes). Hoe groter, des te zwaarder is de beving. Let op de kleine gele rondjes in Groningen, Drenthe en rond Alkmaar: dit zijn bevingen veroorzaakt door de gaswinning in dat gebied (geinduceerd). Duidelijk is dat de rest van de bevingen geconcentreerd zijn langs breuken in de ondergrond: echte aardbevingen door tektoniek.

 


Spanning in de Nederlandse aardkorst komt door?

 

Door spanning in de aardkorst ontstaan breuken en komen aardbevingen voor. Aardbevingen in Zuid-Nederland tonen aan dat de spanning daar blijkbaar hoog genoeg is om breuken te bewegen. Omdat Nederland niet bij de rand van een tektonische plaat ligt, zijn de bevingen gelukkig niet verwoestend, maar de beving van 13 april 1992 die in Roermond en omgeving aanzienlijke schade veroorzaakte had toch een behoorlijke kracht (5.8 op de schaal van Richter).

De redenen voor spanning in de aardkorst in Nederland zijn twee grootschalige processen:
1. Opening van de Atlantische Oceaan (uit elkaar drijven Amerika en Europa)
2. Botsing Afrika en Europa (vorming van de Alpen, Pyreneeën)

Opgeteld zorgen deze krachten voor een spanning in Nederland waarbij de aardkorst een beetje in elkaar gedrukt wordt in noordnoordwest-zuidzuidoost richting en loodrecht daarop uit elkaar getrokken wordt. 



Aardbevingen


Als er aan de aardkorst getrokken of geduwd wordt, vervormt de korst. Dit gebeurt niet gelijkmatig, overal een beetje (zoals bij elastiek), maar geconcentreerd op een aantal plaatsen; breuken! Wrijving langs breukvlakken voorkomt dat breuken steeds een klein beetje bewegen. De spanning moet hoog genoeg worden om ondanks die wrijving beweging langs de breuk te veroorzaken. Op het moment dat dat zo is, beweegt de breuk met een schok: een aardbeving.

 

 

 

 

Spanningen in de Nederlandse aardkorst
Spanningen in de Nederlandse aardkorst

 


Overstroming van de rivier

Opdrachten §7

Gebruik de atlas bij de opdracht.

1a. Streep in de volgende tekst de onjuiste schuingedrukte woorden door. In Nederland hoeven we niet bang te zijn voor zware/lichte aardbevingen. Aardbevingen in Nederland ontstaan bij breuken/troggen in de Nederlandse ondergrond. Doordat de aardkorst van Nederland langzaam daalt, ontstaan er in het zuidwesten/zuidoosten van Nederland aardbevingen.

 

1b. Zoek in GB 39 (GB 43) Tiel en Roermond op en leg een liniaal precies over beide plaatsen. Zoek nu langs de liniaal Uden en Meyel op. Wat valt je op aan deze vier plaatsen waar aardbevingen hebben plaatsgevonden?

 

1c. Verklaar nu waarom bij deze plaatsen aardbevingen voorkomen.

 

1d. Bekijk kaart Gb 40A (GB 45A) en zoek in de kaart de 'breuken' op. Controleer of je conclusie in c correct is.

 


8. De Nederlandse maatregelen tegen het water

de rivier stroomt over: hoe kunnen we dat voorkomen?

Opdrachten §8

Extra opdracht hoofdstuk 4 §8. Deltawerken

 

a. Gebruik GB 45C (GB 49D). Hoeveel dammen zijn er in totaal aangelegd voor de deltawerken?

 

b. Noteer de namen van de dammen waarmee de volgende zeegaten zijn afgesloten:

 

Haringvliet

 

Grevelingen

 

Oosterschelde

 

Veerse meer

 

Westerschelde

 

 

c. Wat is het verschil tussen een dam en kering?

 

d. Bedenk een reden waarom de Westerschelde niet is afgesloten?

 

Extra opdracht hoofdstuk 4 §8. Rijn en Maas

 

a. Bestudeer GB 47C (GB 50C). Hierop is te zien hoeveel water de Rijn en Maas in een jaar afvoeren. Welke rivier voert meer water af: de Rijn of de Maas?

 

b. Kun je dit verschil tussen de Rijn en de Maas verklaren?

 

c. Hoeveel water voeren de Rijn en de Maas af in januari?

 

 

Rijn

Maas

Aantal kubieke meters

 

 

Het aantal liters

 

 

 

d. In welke twee jaargetijden vervoeren beide rivieren het meeste water?

 

e. Verklaar je keuze.

 

f. In welke jaargetijden is de kans op overstromingen dus het grootst?

 

9. Overstromingsgevaar: natuurramp of mensenwerk? (Alleen 1VWO+/GYM)

Opdrachten §9

Herhalingsopdracht:

a. Welke natuurrampen kun je in Nederland verwachten?

 

b. Waarom is juist Nederland gevoelig voor deze natuurrampen? Noem 2 redenen.

 

c. A. benedenloop, B. hoog water, C. kustlijnverkorting, D. stormdepressies, E. stormvloedkering, F. stroomgebied, G. terpen, H. uiterwaarden, I. vloed, J. zeespiegel, K. 1916, L. 1953.

Plaats de letters van de bovenstaande serie woorden en jaartallen bij het juiste genummerde woord hieronder.

1. Zuiderzeewerken .................................

2. Deltawerken .......................................

3. Watersnood 1995 ................................ 

Begrippen

Opdrachten

  • Het arrangement Natuurrampen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Matthias de Jong Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2013-05-13 10:11:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Aardrijkskunde 1HV Buitenland hoofdstuk 5 natuurrampen
    Leerniveau
    HAVO 1; VWO 1;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Nieuwe inzichten in het ontstaan van de platentektoniek!
    https://youtu.be/Hf74Sp0Xe6Q
    Video
    As one of America's most popular destinations, Yellowstone National Park has attracted millions of visitors. Here you will see all the sights: geysers, lakes, waterfalls, lightning storms and hot springs including Old Faithful! Located in northern Wyoming, Yellowstone abounds in wildlife from baby elk to the mighty bison and moose, each lending its individual beauty to the landscape. Amongst the awe-inspiring scenery stands the majestic Grand Teton mountain range with its rugged peaks, beautiful lakes and crystal-clear streams.
    https://youtu.be/OMGO-5r_SBE
    Video
    Aardbevingen: waardoor ontstaan ze?
    https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20060208_aardbeving01
    Video
    Een bijzondere video van de golven van de tsunamie van 11 maart 2011 zoals deze bewoog over de Stille Oceaan.
    https://youtu.be/PBZGH3yieLc
    Video
    Breaking news: 8.9 earthquake & tsunami hits Japan! Watch CNN live coverage 2011 03 11
    https://youtu.be/KA3J_52M4PE
    Video
    Breaking News!!CNN, Northern Japan Hits tsunami March 11,2011
    https://youtu.be/O_iKF34QBtE
    Video
    Japan Tsunami !!! 2011 VIDEO FULL
    https://youtu.be/7EeX-KbkuMY
    Video
    Japan Earthquake: Helicopter aerial view video of giant tsunami waves
    https://youtu.be/w3AdFjklR50
    Video
    Overstroming van de rivier
    https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20030328_rivierklei04
    Video
    de rivier stroomt over: hoe kunnen we dat voorkomen?
    https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20060209_overstroming01
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.