Doel: Om leren efficienter en leuker te maken is het belangrijk dat de leerling leert dat het brein maakbaar is. Het begrip van de werking van de hersenen is de basis van het bereiken van een growth mindset. Hiervoor ligt de verantwoordelijkheid bij de docenten. In dit arrangement komt de werking van de hersenen aan bod en tips om er voor te zorgen dat je de lessen kan optimaliseren.
Breinwerking
Om het principe van brainologie te begrijpen is het handig om te kijken hoe het brein zich ontwikkeld.
Vroeger dacht men dat de hersenen na het zesde levensjaar 'af' waren. Tegenwoordig weten we dat ook in de tienerjaren nog grote veranderingen in de hersenen plaatsvinden. Veranderingen die cruciaal zijn in de ontwikkeling van opstandige puber naar verstandige volwassene.
De ontwikkeling van de hersenen gaat van achter naar voren. Pas rond het 23e levensjaar is het brein "volwassen".
Het tienerbrein is impulsief, ongehoorzaam en heeft moeite met plannen. Veel typerend pubergedrag, zoals roekeloosheid, impulsiviteit en brutaliteit, heeft niet alleen te maken met hormonen. Het komt mede door de ontwikkeling van de hersenen. Het verstandelijke gebied van de hersenen werkt nog niet zo goed samen met het emotionele gedeelte (lymbistisch systeem). Bij tieners nemen emoties vaak de overhand, waardoor ze dingen doen die direct leuk zijn zonder aan de gevolgen te denken. Ook kunnen ze de gevolgen van hun acties niet goed overzien. Oorzaak - Gevolg, plannen en inschattingen maken zijn vaardigheden die in de laatste fase van de ontwikkeling van de hersenen zitten.
Hersen centra
Vlak voor de puberteit neemt het gewicht van de hersenen toe: de uitlopers van zenuwcellen in het voorste gedeelte (de frontaalkwab) groeien en maken een overmaat aan verbindingen. Hierna neemt het gewicht van dit deel weer af: onbruikbare verbindingen verdwijnen.
Je kunt dit proces vergelijken met de bouw van een wegennet. Moeilijk begaanbare kronkelweggetjes worden steeds breder en minder bochtig, tot er uiteindelijk snelwegen met vier banen zijn, waar het verkeer met grote snelheid de kortste weg van A naar B aflegt. Deze veranderingen maken dat het gebied beter gaat werken, waardoor de tiener steeds beter kan organiseren, plannen en beslissen
Lymbistisch systeem
Lymbistisch systeem
Het lymbistisch systeem, ookwel middenhersenen genoemd, is niet één onderdeel van de hersenen maar een aantal onderdel die onderling verbonden zijn. Het is evolutionair gezien, het oudste deel van de hersenen en bevat de informatie die we ons instinct noemen. Het is betrokken bij onze onbewuste reacties en gedragingen, stemmingen, emoties maar ook onze geheugenwerking, signalen verwerking van zintuigen en hormoonhuishouding. Het lymbistisch systeem combineerd primitieve hersenfuncties (instinct) met complexe hersenfuncties (emoties).
Hieronder krijgt u een kort overzicht van de verschillende onderdelen van het lymbisyisch systeem en hun werking.
Thalamus
Thalamus
Sorteren, interpeteren, doorgeven informatie afkomsig van de zintuigen.
Hypothalamus
Hypothalamus
Homeostase (evenwicht inwendig milieu in het lichaam), reguleert hormoonstelsel, zenuwstelsel en lymbistisch systeem.
De hypothalamus is de dirigent van de lichaam.
Hippocampus
Hippocampus
Latijs voor zeepaardje, vanwege de vorm, sorteert het geheugen. Het speelt een rol bij het leerproces en het inzicht in ruimtelijke verhoudingen. Het zorgt voor langetermijngeheugen en de herkenning van nieuwe dingen.
Amygdala
Het uiteinde van de hippocampus is de amygdala. Dit is het emotionele schakelbord van het lymbistisch systeem. De amygdala schat in hoe groot de dreiging is van nieuwe dingen. Het is een knoop van neuronen die naar alle hersendelen uitzenden, maar slechts via de hippocampus te beinvloeden is.
Hypofyse
Hypofyse
Is een hormoonklier die aangestuurd wordt door de hypothalamus. Produceerd snelwerkende hormonen zoals adrenaline, dopamine en serotonine. De activiteit van de hypofyse wordt afgeremt door negatieve feedback.
Pijnappelklier
Pijnappelklier
Ook wel epifyse genoemd maakt een aantal chemische stoffen en hormonen aan waaronder melatonine (dag en nacht ritme). Ook is het betrokken bij de seksuele ontwikkeling.
Fixed mindset vs. Growth mindset
Intervieuw met Prof. Carol Dweck
Mijn mindset
Het is goed om te weten welke mindset je hebt, zeker als je voor de klas staat!
Jouw mindset bepaald ook hoe je over je vak denkt, hoe je over de leerlingen denkt en op welke wijze je feedback geeft.
Growth mindset:
Je gelooft (al dan niet bewust) dan men kwaliteiten, vaardigheden en intelligentie kan ontwikkelen.
Je gaat uitdagingen aan, geeft niet snel op en wil van fouten leren.
Uitspraken die bij Growth mindset passen:
Ik leer van mijn fouten
Oefening baart kunst
Als het moeilijk wordt, zet ik door
Fixed mindset:
Je gelooft dat intelligentie, vaardigheden of kwaliteiten in of meer vast staan per individu.
Tekortkomening verberg je en je investeerd in het bewijzen van je slimheid aan de buitenwereld.
Als een uitdaging niet aangegaan wordt, kun je ook niet falen. Je creert een cocon van zekerheden om je heen.
Uitspraken die bij een Fixed mindset passen:
Het zit er gewoon niet in...
Wie voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje
Jij bent echt een natuurtalent! Je bent hier voor geboren!
Waarom is het zo belangrijk dat je je als docent bewust bent van je mindset?
Als jij denkt dat er niet méér in een leerling zit of dat een leerling iets goed kan louter door talent, reageer je ook op de leerlingen vanuit dit gedachtegoed.
Spiegel neuronen
Prikkels
Prikkels van en naar de hersenen worden doorgegeven door hersencellen, neuronen. Ons brein bevat zo'n 16 miljard hersencellen. Een prikkel is een electrische impuls die door de verschillende centra in de hersenen doorgezonden wordt. Veelgebruikte "paden" in de hersenen verbreeden zodat impulsen sneller doorgegeven worden, gedachten sneller worden verwerkt. Dit proces kun je beinvloeden door regelmatig je brein te prikkelen, trainen, uit te dagen.
Spiegelneuronen
Midden jaren negentig kwamen wetenschappers er min of meer per toeval acchter dat neuronen die "vuren" (prikkel verzenden) als je zelf iets doet, óók vuren als jij iemand anders iets ziet doen. Dit werden spiegelneuronen genoemd. Wat jij anderen ziet doen, spiegelt zich af in je eigen brein. De intentie waarmee je gefocust bent op datgene wat de ander doet, bepaald ook de mate waarin je eigen hersenencellen actief vuren.
Spiegelneuronen zijn er verantwoordelijk voor dat je trek krijg als je iemand anders iets lekkers ziet eten, jij gaat gapen als andere gapen, je intenties van anderen kunt "aanvoelen" en dat je mee gaat in de emoties in een film, boek of game.
Dit is voor een docent heel belangrijk! Leerlingen voelen wat je van ze denkt, onbewust weten ze of je ze dom vindt, graag mag, trots bent en zelfs of ze je als veilige haven kunnen beschouwen. Als jij als docent een growth mindset hebt, breng je dat over op je leerlingen. Dit is zelfs wetenschappelijk bewezen. In de sport wordt veel gebruik gemaakt van spiegelneuronen, sporters visualiseren bepaalde oefeningen voordat ze deze uitvoeren. De resultaten liegen er niet om! Spiegelneuronen verklaren ook het succes van de oude ambachtschool. De docent voor de klas is het rolmodel, de leerling kopieerd gedrag, werkhouding en vaardigheden.
Wees er van bewust dat je nog steeds dat rolmodel bent, jouw acties resoneren in de breinen van je leerlingen. Je kunt hier gebruik van maken in je lessen. Introduceer rolmodellen uit de eigen wereld door bijvoorbeeld bedrijven te bezoeken, gastsprekers uit te nodigen of workshops op lokatie te doen. Ook kun je rolmodellen uit belevingswereld pakken en als introductie van een les gebruiken, denk aan muziekanten, filmsterren of actiehelden. Laat leerlingen zich voorstellen dat ze dingen zelf doen, laat ze een probleem uitknobbelen, gebruik filmpjes waarin werkzaamheden voorgedaan worden en geef zelf het goede voorbeeld.
Dopamine
Dopamine
Dopamine is een neurotransmittor, ofwel een chemisch of hormonaal stofje dat prikkels doorgeeft van neuron naar neuron. Aan de uitlopers van de neuronen, de dendrieten zitten synapsen. Hierin zitten zakjes gevult met deze stofjes. zodra er een prikkel binnenkomt, springt dit stofje, dopamine naar de synaps van het naastliggende neuron. Dopamine werkt echter ook op de ervaring van plezier, genot en welzijn. Moeite doen om iets te leren resulteert dus in de ervaring van een prettig of voldaan gevoel.
Als docent wil je er dus eigenlijk voor zorgen dat je les een dope-show worden. :-)
Feedback
Feedback beinvloed leermotivatie
De wijjze van feedback geven op de resultaten van de leerlingen beinvloed de leermotivatie.
Je kunt op verschillende manieren feedback geven:
Feedback op inspanning: Je geeft commentaar op de inspanning die gedaan is om het resultaat te behalen
- Goed gedaan, je hebt er vast hard voor gewerkt!
Neurtaal: Je geeft geen oordeel over inspanning of intelligentie bij het behaalde resultaat
- Dat is een mooie score!
Feedback op intelligentie: Je geeft commentaar op de intelligentie die nodig is geweest om het resultaat te behalen
- Goed gedaan, jij bent echt een natuurtalent!
Uit onderzoek is gebleken dat feedback op inspanning tot gevolg heeft dat leerlingen nog beter hun best gaan doen bij moeilijk opgaven. Ze geven minder snel op en hebben een positievere leer ervaring. Hun resultaten worden beter.
Uit ditzelfde onderzoek blijkt dat leerlingen die geprezen worden om hun talent of intelligentie na een kleine tegenslag opgeven omdat ze niet willen falen. Hun resultaten gaan naar beneden en de leerervaring is negatief.
Neutrale feedback heeft geen effect op resultaten of leerervaring.
Negatieve feedback heeft een remmende werking op de hypofyse. Hier worden de stoffen als dopamine gemaakt. Natuurlijk kun je eerlijk zijn over de behaalde resultaten, maar probeer altijd met positieve feedback te beginnen. Kleed je commentaar zo in dat je gebruik maakt van de breinwerking door het goede te benoemen en het afgekeurde deel te benoemen met de uitspraak op inzet van de leerling en eigen verwachting. De leerling wil zijn rolmodel niet teleurstellen.
Voorbeeld: Pietje heeft zijn vakopdracht op tijd ingeleverd maar het niveau is onvoldoende. Hij heeft er een plaatje bijgeplakt van zijn werkzaamheden. Je kunt Pietje prijzen dat hij een goede planning had en dat het mooi op tijd is ingeleverd. Je kunt hem een pluim geven omdat hij zorg heeft besteed aan het werkstuk. Dan geef je gericht commentaar op wat er nog moet worden aangevult. Je kan zeggen dat hij er nog wel even hard tegenaan moet om het tot een mooi eindresultaat te brengen maar dat je vertrouwen hebt dat hij deze moeite wel kan doen.
6 Breinprincipes
6 Breinpricipes
In 2005 heeft G. Dirksen het BCL model ontwikkled. Dit staat voor Brein Centraal Leren. Centraal staat de definitie van leren als het vormen van sterke en uitgebreide verbindingen tussen hersencellen: neurale netwerken.
Er zijn 6 breinpricipes die dit proces ondersteunen. Hieronder worden deze toegelicht. Door gebruik te maken van deze principes kun je het leerproces optimaliseren. De stof blijft beter hangen, de leerlingen halen betere resultaten en het leerplezier gaat omhoog. Als docent kan dit je werkplezier vergroten en deze combinatie geeft een positief klassenklimaat.
Emotie
Maak het spannend en nieuw!
Een goede docent is vooral een dopamine dealer! Leren onthouden gaat makkelijker als er emoties in het spel zijn. Nieuwschierigheid is een gunstige emotie, waarbij dopamine vrijkomt. Het brein verwacht iets leuks! Voor het leereffect is het belangrijk dat de ervaring niet tegenvalt.
Toepassing:
Houd een quiz al dan niet met prijsje
Neem attributen mee het lokaal in die verband houden met de lesstof
Beloon nieuwschierigheid door positieve feedback
Laat de leerlingen met een lesonderwerp komen waarover ze meer willen leren
Voortbouwen
Haak aan op wat bestaat
Het brein is één grote associatiemachine. Het bouwt altijd voort op bestaande betekenissen, ervaringen en associaties ofwel bestaande neurale netwerken. Hoe sterker deze netwerken hoe makkeleijker de nieuwe kennis aanhaakt en blijft hangen. Zelfbeeld is erg bepalend voor de mate waarin bestaande netwerken aangesproken kunnen worden. Een leerling met een negatief zelfbeeld "visualiseert" zijn eigen falen i.p.v. gebruik te maken van voorkennis over het onderwerp.
Toepassingen:
Metaforen die aansluiten bij de belevingswereld en kennisniveau
Activeer voorkennis
Gebruik associatie spelletjes, mindmaps e.d.
Ga na welke vooroordelen je zelf hebt ten aanzien van bepaalde leerlingen. Als jij denkt dat een bepaalde leerling het gewoon niet in zich heeft zie jij alleen maar signalen die bij dit oordeel passen. Jouw oordeel heeft invloed op de leerprestaties van de leerling, mede onder invloed van spiegelneuronen en wijze van feedback.
Focus
Maak het voorstelbaar en nuttig
Alles wat je aandacht geeft groeit in het brein. Door te focussen kunnen we materie beter begrijpen en leren het ons expliciet te herinneren. Door de context helder te formuleren of visualiseren kan de lesstof makkelijker worden opgeslagen en verwerkt door het al aanwezige neurale netwerk.
Toepassingen:
Haal de dagelijkse context van de leerlingen naar het klaslokaal
Maak gebruik van rolmodellen
Gebruik metaforen die tot de verbeelding spreken
Zorg voor een uitdagende manier om de aandacht te krijgen
Leg uit waar de kennis voor gebruikt kan worden
Creatie
Actief aan de slag en zelf betekenis creeren
Het brein is erop gericht om zelf informatie te ordenen en betekenisvolle patronen te ontdekken en te maken, hierbij komen extra neurotrasmitters vrij waardoor dit ook als prettig ervaren wordt. Door leerlingen te laten ontdekken, ervaren, uitwisselen, ordenen en relaties leggen krijgt de stof meer verwerkingsdiepte.
Toepassingen:
Laat leerlingen gerelateerde informatie opzoeken op internet
Gebruik filmpjes, posters, atributen e.d.
Laat leerlingen onderwerpen aan elkaar presenteren
Gebruik verwerkingsopdrachten zoals mindmaps, kruiswoordraadsels, stappenplan
Zintuigelijk
Zo veel mogelijk zintuigen gebruiken!
Een beeld zegt meer dan 1000 woorden... Beelden en dan vooral beelden van gezichten blijven goed hangen. Zelfs symbolische plaatjes zoals smiley's geeft het brein onbewust meer aandacht. Hersenen verwerken alle informatie van de zintuigen op verschillende plekken en slaat het daar ook op. Door informatie tegelijkertijd door verschillende centra te laten ervaren en verwerken ontstaan uitgebreidere neurale netwerken.
Toepassingen:
Gebruik beeldmateriaal, bij voorkeur met gezichten
Laat leerlingen onderwerpen ervaren (proeven, ruiken, voelen)
Illustreer opdrachten, maak visueel aantrekkelijk
Maak associaties met geur
Herhaling
Herhaal om niet te vergeten en vergeet niet om te herhalen
Herhaling en oefening is crusiaal om sterke verbindingen te maken tussen de hersencellen. Zie het als een paadje door het weiland, als je er de 1e keer doorheen loopt laat je een dun spoor na dat uitdooft als je er niet weer overheen loopt. Loop je er echter dagelijks overheen zal het pad breder worden en permanenter. Door te herhalen blijft kennis beter behouden en kun je er gemakkelijk op doorborduren. Ook is gebleken dat het spreiden van boodschappen beter beklijft dan alles in 1x te moeten onthouden.
Toepassingen:
Doorgetrokken leerlijn
Eerst korte terugkoppeling op eerder behadelde stof voor voort te bouwen
Knip grote stukken lesmateriaal in kleinere porties
Het arrangement Brainology is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Cindy Postma
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-04-12 18:17:49
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.