IJssel 2120

De IJssel in 2120

Hoe zou jij ons land toekomstbestendig inrichten?

Lesmodule ontwikkeld door WUR & EduGIS

1. De toekomst is nu?

1.1 Uitleg van het onderwerp

Wat goed dat je er bent! We kunnen je hulp namelijk goed gebruiken. De inwoners van Nederland zijn namelijk op zoek naar natuurlijkere toekomst. In die toekomst zijn we opgewassen tegen een stijgende zeespiegel, perioden van extreme droogte, afgewisseld met wateroverlast, een dalende biodiversiteit, een toenemende vraag naar voedselproductie en een noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Als dat lukt, kunnen we welvarend leven in een "natuurinclusieve" samenleving. Hoe ziet dat eruit? Dat mag jij bepalen!

Je zult je gaan buigen over het riviergebied van de IJssel. Het is belangrijk dat je vooruit kijkt, de toekomst in. Je past de ruimtelijke inrichting aan zodat het gebied rond de IJssel in het jaar 2120 leefbaar en toekomstbestendig is. Het uitgangspunt is: veel meer groen. De natuur kan de inwoners van Nederland (die zelf onderdeel van de natuur zijn) helpen om lucht en water te zuiveren, om voedsel en energie te produceren, dijken te versterken, CO 2 op te slaan en water te bergen. Meer natuur zorgt ook voor een gezonde en mooie omgeving, goed voor herstel en genezen, om in te spelen en te recreëren.

1.2 Leerdoelen en vaardigheden

Je leert kijken naar luchtfoto’s en herkent de landschapselementen zoals dijken, uiterwaarden, landbouwgebied en steden.

Je ontdekt hoe je met kaarten de werkelijkheid kan vereenvoudigen.

Je denkt na over de inrichting van het (rivieren)landschap.

Je raakt bekend met het begrip ‘ecosysteemdiensten’ en beseft hoe waardevol 'groen' is.

Je oefent samenwerken met andere groepjes aan één groot plan.

Je oefent met het maken van compromissen.

Je leert werken met het educatieve GIS-programma “EduGIS” en maakt hiermee een interactieve kaart. LET OP:

2. De IJssel ligt ... daar!

Misschien woon je er vlak bij, misschien ken je de naam maar heb je geen idee waar de IJssel precies stroomt.

Laten we eens kijken naar de ligging van de IJssel ten opzichte van de andere grote rivieren.

De IJssel

Zet de kaartlaag «Plaatsnamen» aan.

Zoek met het loepje naar de IJssel.  Je ziet nu een rode lijn: dat is de IJssel!

Verken de IJssel door in te zoomen en bekijk welke grote steden er aan de IJssel liggen.

Zoek ook eens de namen: Rijn, Nederrijn, Lek, Waal om te kijken waar die rivieren stromen.

3. Huidige situatie

Je gaat je dus buigen over het riviergebied rond de IJssel. Om een nieuw beeld voor de toekomst te ontwerpen moet je eerst heel goed kijken hoe het landschap nu is ingericht. Je maakt daarbij gebruik van bestaande kaartlagen in EduGIS. Hiernaast zie je de EduGIS atlas die de benodigde kaarten toont.

Het rivierengebied van de IJssel is opgedeeld in 14 deelgebieden. Elk groepje krijgt een gebied toebedeeld. Vraag aan je docent welk gebied je gaat onderzoeken.

Zet in onderstaande volgorde de kaartlagen één voor één aan en beantwoord de vragen. Noteer je antwoorden in een digitaal document (of op papier). Tip: bij elke kaartlaag kun je 'Meer informatie' vinden in de legenda.

Bekijk de kaartlaag «Deelgebieden» en «Deelgebieden labels». Heb je je eigen gebied gevonden? Zoom er op in.

1. Vink de kaartlaag «Water» aan. Bekijk nauwkeurig de ligging van de IJssel in je gebied. Zoom in en uit om het gehele stroomgebied van de IJssel te zien. Welke kant stroomt de IJssel op?

2. Vink de kaartlaag «Dijken en dijkringen» aan. Tussen de rode lijnen, in het buitendijksgebied, kan de rivier vrij stromen. Meet op deze kaart de breedte van het smalste gedeelte. In je eigen ontwerp mag je straks zelf bepalen waar de (nieuwe) dijken komen te liggen.

3. Vink de kaartlaag «Landgebruik» aan: Verander de doorzichtigheid om te ontdekken hoeveel landbouwgrond er is. Gebruik de i-knop om er achter te komen wat er zoal verbouwd wordt in je gebied. Maak een overzicht.

4. Vink de kaartlaag «Gebouwen» aan: Deze laag toont je de steden, dorpen en vrijstaande boerderijen. Kijk goed naar de spreiding van bebouwing in je gebied en omschrijf het spreidingspatroon.

5. Vink de kaartlagen «Wegen» en «Spoorwegen» aan: In je eigen ontwerp zul je een beetje rekening moeten houden met infrastructuur vanwege bereikbaarheid en andere voorzieningen, maar laat je niet te veel leiden door deze huidige wegen. Laat je creativiteit de vrije loop.

6. Selecteer de laag «Hoogte (AHN)» aan: Op deze laag zie je waar de hoge en lage delen liggen. Dat is een belangrijk gegeven in het landschap: mensen willen graag hoog wonen en water stroomt naar de laagste gebieden. Hoe hoog is het hoogste punten en hoe laag ligt het laagste punt in jullie gebied? (Kijk in het landelijk gebied, een kerktoren telt dus niet...)

7. Selecteer de laag «Grondsoorten». Als je een landschap opnieuw gaat inrichten is het belangrijk rekening te houden met de grondsoort. Elke grondsoort heeft namelijk unieke eigenschappen die je kunt gebruiken in je plan. Open de laag in het rechtermenu om de legenda te bekijken. Welke grondsoort overheerst in jullie gebied?

4. De toekomst

4.1 Richt een stukje Nederland “toekomstbestendig - natuurinclusief” in.

Kunnen we in de toekomst kijken? Niet echt natuurlijk, maar de wetenschap geeft ons wel de mogelijkheid om goed gefundeerde aannames te doen:

De Nederlandse bevolking groeit de komende eeuw minder hard dan in het verleden; in 2050 telt ons land 19 miljoen inwoners, in het jaar 2100 ruim 20 miljoen. De zeespiegel is 1.5 meter gestegen. Het rivierengebied kent inmiddels een aangepaste afvoerverdeling. Er vindt zowel seizoens- en piekberging plaats en binnendijkse moeraszones zijn ontwikkeld voor water-tegendruk voor dijkstabiliteit. Bij extreem hoog water, wijzigt de afvoerverdeling, zodat de extra afvoer ten opzichte van nu, via de IJssel afstroomt. De IJssel is verdubbeld en het dal wordt volledig ingezet.”

Deze voorspelling gaan jullie in kaart brengen gemixt met eigen creativiteit.

Kaart van actueel Nederland en als toekomstvisie in 2120
Kaart van actueel Nederland en als toekomstvisie in 2120

4.2 Nederland in 2120

Zet alle lagen in het linkermenu uit. Je scherm toont alleen de achtergrondlaag.

Selecteer de laag «Nederland 2120».

Zorg dat je heel Nederland kunt zien en verken de kaart.

9. Merk je, in bijvoorbeeld je eigen omgeving, veranderingen op?

Zoom nu eens in op jouw deelgebied.

10. Maak de zin af: Hoe meer ik inzoom, hoe …..

Je gaat nu een eigen 2120-versie maken van deze kaart op een hele andere schaal. Dat vereist (meer) detail. We geven je wat houvast, basisprincipes en eisen aan je ontwerp in de volgende paragrafen.

5. Basisprincipes

5.1 Denk bij het inrichten aan deze 5 basisprincipes:

5.1.1 Het natuurlijke systeem
Het natuurlijk systeem is het uitgangspunt voor de oplossingen die we aandragen voor een klimaatbestendig en biologisch divers Nederland.

5.1.2. Optimaal benutten van water
Om de biodiversiteit en kwaliteit van de natuurlijke omgeving te vergroten en elke druppel water optimaal in te zetten, moet ons watermanagement gericht zijn op het maximaal vasthouden, benutten, bergen en dan pas afvoeren van water.

5.1.3 Natuurinclusief
Dat betekent dat we bij alle keuzes – bijvoorbeeld over energie, landbouw, bouwen, water en leefbaarheid – steeds rekening houden met de natuur. We beschermen bestaande natuur, ondersteunen natuurlijke processen en combineren die waar nodig met technische oplossingen. We creëren ruimte voor nieuwe natuur en zorgen voor goede verbindingen zodat planten en dieren zich kunnen verplaatsen. Ook maken we gebruik van de voordelen die natuur ons biedt, zoals verkoeling, schoon water en een gezonde leefomgeving.

5.1.4 Circulaire economie
In de toekomst willen we dat Nederland niet alleen klimaatneutraal is, maar zelfs klimaatpositief: we slaan dan meer broeikasgassen op dan we uitstoten. Dat kan alleen als we duurzamer gaan leven en meer kiezen voor een circulaire economie. In je verslag mag je zelf bedenken en beschrijven welke vormen van circulariteit er in jouw gebied kunnen voorkomen.

5.1.5. Zorg voor meebewegende (adaptieve) ruimtelijke inrichting
Door klimaatverandering, de energietransitie, meer bebouwing en meer verkeer verandert onze omgeving snel. Dat heeft ook invloed op de natuur en de biodiversiteit. Om Nederland veilig, fijn om in te wonen en duurzaam te houden, moeten we meer meebewegen met de natuur. Dat betekent dat we natuurlijke processen slim gebruiken in de manier waarop we ons land inrichten, zoals bij ‘Bouwen met Natuur’ om gebieden te beschermen tegen hoog water.

5.2 Hoe ziet dat eruit, Nederland in 2120?

A. Blauwgroen landschap
De stedelijke omgeving en het agrarisch landschap worden door­aderd met blauwgroene landschapselementen. Dit maakt het landschap niet alleen visueel aantrekkelijk, het vergroot het areaal natuur, bos en open water, het vergroot de biodiversiteit en laat ons profiteren van ecosysteemdiensten. Zo levert het verkoeling, vruchtbare bodems en mogelijkheden voor recreatie.

B. Circulaire landbouw
De Nederlandse landbouw is in 2120 volledig circulair. Door inzet van innovatieve technologieën zijn gewassen beter en duurzaam beschermd tegen ziekten en klimaatverandering. Ze leveren meer voedingsstoffen en productie. Rond de steden komen bossen, die naast voedselproductie, het leefklimaat in de stad verbeteren. Het totaal aan landbouwgrond is in 2120 gehalveerd en de veehouderij is tot een derde geslonken.

C. Bio-based economieën
Nederland heeft zich ontwikkeld tot een klimaatneutraal, zelfs klimaatpositief land. De Nederlandse economie van 2120 is gericht op duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en ecosysteemdiensten. De uitstoot van broeikasgassen wordt massaal teruggedrongen en CO 2 wordt maximaal vastgelegd in bossen, bodems, grasland en natte natuur. Het areaal bossen is verdubbeld. Afval is dé nieuwe grondstof. Energie wordt volledig opgewekt door zon, wind, aard­warmte en biomassa.

D. Een aangepaste stad
In 2120 is het stedelijk oppervlakte van Nederland toegenomen. Bestaand stedelijk gebied wordt geconsolideerd en nieuw stedelijk gebied is in de afgelopen eeuw bewust op meer bestendigde locaties ontwikkeld. Steden produceren meer energie en water dan ze verbruiken. Ook de gebouwen zijn natuur-inclusief en houtbouw is gemeengoed. Gezuiverd afvalwater en regenwater worden gebruikt voor drinkwater, proceswater voor industrie en irrigatie. De watervraag is afgenomen door waterbesparende teelten en dito maatregelen. Het rivierengebied geeft ruimte voor water en natuur en dijken worden multifunctioneel gebruikt.

6. Ontwerpeisen

De principes uit paragraaf 5 worden verweven met de onderstaande eisen voor de kaart die je gaat maken voor het jaar 2120. Voldoe je aan deze eisen? Dan heb je een toekomstbestendig plan gemaakt!

Verdubbel de breedte van de IJssel
Verwijder obstakels
Verplaats dijken of leg nieuwe aan
Leg binnendijkse moeraszones aan
Verdubbel het bosareaal
Gebruik kleigronden voor innovatieve landbouw
Benut laagliggende gronden als bergingsgebied
Versterk dijken met innovatieve kades (tegen piping)
Halveer de hoeveelheid landbouwgrond
Geef duurzame energieopwekking een plek
Vergroot de woonplaatsen
Verklein de veehouderij met 1/3

7. Aan de slag!

Als je werkt in een duo of groepje, werk dan op twee computers. De één heeft de opdracht en het verslag voor zich, de ander de kaart.

TIP 1:
Bewaar je werk regelmatig. Er bestaat geen 'automatisch opslaan', dus je moet het na elke grote bewerking zelf doen. Klik dus geregeld op "Lagen-set bewaren". De webbrowser(-pagina) sluiten, verversen én de knop 'terug' zal niet-bewaarde aanpassingen verwijderen.

TIP 2:
Maak gebruik van de magneetfunctie: Er mogen geen 'gaten' in je kaart zitten, elke vierkante meter heeft een functie. De magneetfunctie zorgt ervoor dat je bij het tekenen -precies- aansluit op andere elementen uit de kaart.
Gebruik de ALT-knop tijdens het tekenen als je juist de magneetfunctie even niet wilt gebruiken.

1. Extra stroomgeul
► Maak een ❐ Vlakkenlaag met de naam: IJssel 2120-x(Op de plek van de x zet je het nummer van jouw gebied)
Waar komt in jullie gebied een extra stroomgeul?
Gebruik de hoogteliggingskaart om laagliggend gebied te vinden.
Probeer een aansluiting te maken met aanliggende deelgebieden van andere groepjes.
Opmaak: kleur: hsla(200,60%,50%,0.65), randkleur: 100% doorzichtig

2. Verwijderde objecten
Maak een ❐ Vlakkenlaag met de naam: Verwijderde objecten 2120-x.

► Kijk of de nieuwe extra stroomgeul over bebouwing loopt. Geef deze gebouwen aan door er een rechthoekig vlakje over te maken. Door de ALT-knop ingedrukt te houden tijdens het tekenen, kun je over een bestaande laag heen tekenen. (De ALT-knop zet de magneetfunctie uit.)
Vul deze kaartlaag aan wanneer er in jouw ontwerp bepaalde objecten niet kunnen blijven staan op hun huidige locatie.
Opmaak: kleur: rgba(210, 60, 80, 1), randkleur: 100% doorzichtig


3. Dijken
► Maak een ⌇ Lijnenlaag met de naam: Dijken 2120-x.
De nieuwe stroomgeul heeft wellicht een nieuwe dijk nodig. De bestaande dijken worden waarschijnlijk verbeterd. Teken nieuwe of verbeterde dijken in je gebied. Gebruik de bestaande Dijkenlaag om de huidige ligging te zien. Als je de ligging niet wilt veranderen, kun je de huidige dijkenkaartlaag ‘overtrekken’ en toevoegen aan de Dijken 2120-x laag.
Opmaak: kleur: rgba(180, 0, 0, 1), dikte: halverwege de schuif.


4. Moeraszones
► 
Maak een ❐ Vlakkenlaag met de naam: Moeraszones 2120-x.
In 2120 is er veel ruimte voor groen. Voor de waterhuishouding zijn moeraszones nodig.
► Teken geschikte plekken voor moeraszones in je gebied. Gebruik hiervoor de hoogtekaart om te zoeken naar laagliggende gebieden.
► Opmaak: kleur: rgba(150, 210, 70, 1), randkleur: 100% doorzichtig


5. Bossen
Maak een ❐ Vlakkenlaag met de naam: Bossen 2120-x.
Teken geschikte plekken om het bosareaal te vergroten. Wat voor soort bossen zijn het? En is het natuur- of recreatiegebied? Gebruik 'kaarteigenschappen' om dat te noteren.
► Opmaak kleur: rgba(30, 140, 70, 1), randkleur 100% doorzichtig


6. Landbouw
Maak een ❐ Vlakkenlaag met de naam: Innovatieve landbouw 2120-x.
Geef innovatieve landbouw een plek. Welke vorm van landbouw stellen jullie voor? Gebruik 'kaarteigenschappen' om dat te noteren.
Opmaak: kleur: rgba(190, 160, 90, 1), randkleur 100% doorzichtig


7. Berging
Maak een ❐ Vlakkenlaag met de naam: Bergingsgebieden 2120-x.
Geef in jullie gebied aan waar tijdelijk water opgeslagen kan worden bij piekafvoer.
Opmaak: kleur: rgba(50, 200, 210, 1), randkleur 100% doorzichtig


8. Energie
Maak een ❐ Vlakkenlaag met de naam: Duurzame energie 2120-x.
Een deel van je gebied mag gevuld worden met vormen van duurzame energieopwekking. Bedenk zelf welke vorm(en) jullie gaan intekenen.
Geef aan op jullie kaart waar er aan energieopwekking wordt gedaan.
Opmaak: kleur: rgba(170, 140, 240, 1), randkleur 100% doorzichtig

8. Klaar?

Ben je klaar? Gebruik de checklist hieronder om dat voor jezelf vast te stellen. Vraag ook je docent om feedback.

  • Je hebt de 8 kaartlagen met bij behorende opmaak gemaakt en ingetekend.
  • Je hebt (zo goed mogelijk) voldaan aan de ontwerpeisen (hoofdstuk 6).
  • Je hebt een verslag geschreven waarin je je ontwerp en de 8 kaarten toelicht. Hierin staat welke keuzes hebben jullie gemaakt, en waarom dit voor het jaar 2120 een goede inrichting zou zijn. Reflecteer op de opdracht en geef aan wat je hebt geleerd.
  • De kaart is dekkend, zonder gaten.
  • De kaarten liggen gestapeld in een logisch volgorde.
  • Je hebt ALLEEN je eigen acht getekende lagen geopend als je de lagenset gaat opslaan.
    Verwijder dus alle andere kaarten.
  • De acht kaartlagen zijn als lagenset opgeslagen zodat je docent alle ontwerpen op één kaart kan laten zien.
  • Het arrangement IJssel 2120 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    02-12-2025 23:12:20
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Je leert hoe we ons landschap toekomstbestendig kunnen (her-)inrichten, onder andere door meer plek voor water, maar ook meer woningen en minder veeteelt. Je gaat zelf ontwerpen!
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.