Herhaling hoofdstuk 2

Herhaling hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 'Mens en aarde'

Hallo! Met deze wikiwijs gaan we hoofdstuk 2 'Mens en aarde' herhalen voor de toets. In deze wikiwijs is opgebouwd in 4 paragraven en na 2 paragraven een klein toetsje. We beginnen met ook met een klein toetsje om te kijken waar jullie op dit moment staan met leren. Alles wat je maakt telt niet mee voor een cijfer, het laat je alleen maar zien of je de stof begrijpt of niet.

De Romeinen

Je begint eerst de stof over de Romeinen te herhalen. Je kan kiezen hoe je dit doet: door een video te kijken of door de tekst te lezen. Na paragraaf 1 en 2 komt er een korte vragenlijst om te kijken of je alles hebt begrepen. Heb je te veel fout, dan moet je even terug en de keuze uitvoeren die je niet hebt gedaan. Heb je alleen de video gekeken en te veel fout, dan lees je de tekst. Heb je alleen de tekst gelezen en te veel fout, dan kijk je de video.

Paragraaf 1 'De Romeinse samenleving'

Na de prehistorie, de tijd van de jagers en verzamelaars, komt de tijd van Grieken en Romeinen. Dit noemen we ook de oudheid. De stad Rome is in deze tijd uitgegroeid tot een groot en machtig rijk. De keizer had de macht in het rijk, hij was de politieke leider en kon wetten maken.

In het Romeinse rijk leefden veel verschillende volken. Zij betaalde belasting aan het rijk om er te mogen wonen, hierdoor kreeg het rijk veel inkomen om zijn legers te onderhouden of wegen te bouwen. Ook buiten het Romeinse rijk waren er veel volken, in Nederland waren dat de Friezen en Bataven. De grens van het Romeinse rijk in Nederland lag langs de Rijn, de mensen die boven de Rijn woonden werden Germanen genoemd. De Romeinen sloten bondgenootschappen met de volken buiten het rijk en schreven dit op in verdragen. 

De volken die werden veroverd door de Romeinen moesten de cultuur van de Romeinen overnemen. Hun eigen cultuur mochten ze wel behouden. In het rijk waren er grote verschillen tussen arm en rijk, je had veel arme boeren die net buiten de stad woonde en de rijke mensen zaten in de stad. 

De Romeinen zelf namen ook een aantal dingen over van andere culturen. Zo hebben ze veel van de Griekse cultuur overgenomen. De Griekse goden hebben ze bijvoorbeeld overgenomen, ze hebben alleen de namen veranderd. Ook de architectuur hebben ze overgenomen zoals de zuilen. 

Grens van het Romeinse rijk in Nederland
Grens van het Romeinse rijk in Nederland

Paragraaf 2 'Van meerdere goden naar één god'

Zoals eerder genoemd hadden de Romeinen goden overgenomen van de Griekse cultuur. Om deze goden te vereren bouwden ze tempels, zuilen werden vaak gebruikt. Een persoon kon een offer doen aan een god om bijvoorbeeld een goede oogst te krijgen of om veilig over zee te kunnen varen.

De Romeinen veroverde uiteindelijk Judea waar de joden woonde. Deze mensen geloofde in het jodendom en hadden maar één god. De joden moesten de cultuur van de Romeinen overnemen, maar dat deden ze niet. De joden volgde de Thora, hun heilig geschrift, en vereerde maar één god. Meerdere goden mochten ze niet vereren en dat zorgde voor problemen.

Tijdens deze periode ontstond het christendom. Jezus was een jood die woonde in Judea en vertelde het volk over God. De verhalen die hij vertelde staan in de Bijbel, het eerste gedeelte van de Bijbel bestaat daarom ook uit de Thora. Ook de christenen geloofde in één god en werden door de Romeinen onderdrukt.

Er kwam uiteindelijk godsdienstvrijheid in het Romeinse rijk door keizer Constantijn, hij was zelf een christen. Hierdoor kwamen er meer gelovigen van het christendom in het rijk terecht en werden er veel kerken gebouwd. Rond het jaar 400 werd het christendom de verplichte godsdienst. Gebieden werden onderverdeeld door de kerken, een leider van een kerk noemen we een bisschop. De bisschop van Rome, de hoofdstad, noemen we de paus en hij is ook de leider van de katholieke kerk.

Door mislukte oogsten en slecht weer waren er veel volken die verhuisde, dit noemen we volksverhuizingen. Dit gebeurde rond het jaar 500. Tegelijkertijd waren er ook volken die het Romeinse rijk juist binnen vielen. De keizer splitste het rijk op waarbij het West-Romeinse rijk snel viel. De Germanen stichtten hun eigen koninkrijken op. 

Judea in het Romeinse rijk
Judea in het Romeinse rijk
De Romeinse goden
De Romeinse goden

Video's over paragraaf 1 en 2

Let op! Dit zijn 2 aparte video's.

Ontwikkeling jodendom & christendom

Oefentoets paragraaf 1 en 2

De aarde

Je begint eerst de stof over de aarde te herhalen. Je kan kiezen hoe je dit doet: door een video te kijken of door de tekst te lezen. Na paragraaf 3 en 4 komt er een korte vragenlijst om te kijken of je alles hebt begrepen. Heb je te veel fout, dan moet je even terug en de keuze uitvoeren die je niet hebt gedaan. Heb je alleen de video gekeken en te veel fout, dan lees je de tekst. Heb je alleen de tekst gelezen en te veel fout, dan kijk je de video.

Paragraaf 3 'De aarde beeft'

De aarde bestaat uit 3 verschillende onderdelen. Je hebt de aardkorst waar we op leven, de aardmantel die bestaat uit heet en vloeibaar gesteente en als laatste de aardkern.

Als we gaan kijken naar de aardkorst, zien we dat die bestaat uit verschillende stukken. Die stukken noem je aardkorstplaten. Ze schuiven in drie verschillende richtingen:

1. Naar elkaar toe → ←

2. Van elkaar af ← →

3. Langs elkaar ↑ ↓

 

Tijdens het bewegen van aardkorstplaten ontstaat er een aardbeving. Deze komen voor diep onder de grond en kunnen heel zacht zijn maar ook heel hard. Om te meten hoe heftig een aardbeving is, gebruiken we de schaal van Richter. Deze schaal loopt van 1.0 t/m 9.0.

Bij het bewegen van aardplaten naar elkaar toe ontstaan bergen. De bergen groeien maar een paar centimeter per jaar en kunnen kilometers hoog worden.

Schaal van Richter
Schaal van Richter
Aardplaten vormen bergen
Aardplaten vormen bergen

Paragraaf 4 'De aarde spuwt vuur'

Een vulkaan ontstaat op een plek waar magma naar boven komt. Je kunt vulkanen vinden op de randen van aardplaten, dezelfde plek waar aardbevingen voorkomen.

Een vulkaan bestaat uit verschillende onderdelen (zie onderstaande afbeelding). Je hebt de kraterpijp waar het magma naar boven komt. Bij de krater komt het magma eruit via een vulkaanuitbarsting, vanaf dit punt noemen we magma lava. Dit is heet vloeibaar gesteente dat snel afkoelt en hard word. 

 

Er zijn drie verschillende vulkanen:

1. Actieve vulkaan, deze barst regelmatig uit

2. Slapende vulkaan, deze kan jaren lang stil zijn en ineens uitbarsten

3. Dode vulkaan, deze barst niet meer uit

 

Bij een vulkaanuitbarsting komt lava vrij, maar ook veel giftige gassen en as. De reden dat een vulkaan uitbarst is omdat er veel druk word opgebouwd door de gassen. Bij een plotselinge beweging kunnen die gassen vrij komen en komt er een explosie. Toch leven er vaak mensen naast een vulkaan, omdat het as en gesteente vruchtbare mineralen bevatten die goed zijn voor akkerbouw.

Video's over paragraaf 3 en 4

Let op! Dit zijn 3 aparte video's.

Introductie in platentektoniek

Waarom hebben we geen bergen in Nederland?

Oefentoets paragraaf 3 en 4

Feedback