De aarde bestaat uit 3 verschillende onderdelen. Je hebt de aardkorst waar we op leven, de aardmantel die bestaat uit heet en vloeibaar gesteente en als laatste de aardkern.
Als we gaan kijken naar de aardkorst, zien we dat die bestaat uit verschillende stukken. Die stukken noem je aardkorstplaten. Ze schuiven in drie verschillende richtingen:
1. Naar elkaar toe → ←
2. Van elkaar af ← →
3. Langs elkaar ↑ ↓
Tijdens het bewegen van aardkorstplaten ontstaat er een aardbeving. Deze komen voor diep onder de grond en kunnen heel zacht zijn maar ook heel hard. Om te meten hoe heftig een aardbeving is, gebruiken we de schaal van Richter. Deze schaal loopt van 1.0 t/m 9.0.
Bij het bewegen van aardplaten naar elkaar toe ontstaan bergen. De bergen groeien maar een paar centimeter per jaar en kunnen kilometers hoog worden.

