Paragraaf 1 'De Romeinse samenleving'

Na de prehistorie, de tijd van de jagers en verzamelaars, komt de tijd van Grieken en Romeinen. Dit noemen we ook de oudheid. De stad Rome is in deze tijd uitgegroeid tot een groot en machtig rijk. De keizer had de macht in het rijk, hij was de politieke leider en kon wetten maken.

In het Romeinse rijk leefden veel verschillende volken. Zij betaalde belasting aan het rijk om er te mogen wonen, hierdoor kreeg het rijk veel inkomen om zijn legers te onderhouden of wegen te bouwen. Ook buiten het Romeinse rijk waren er veel volken, in Nederland waren dat de Friezen en Bataven. De grens van het Romeinse rijk in Nederland lag langs de Rijn, de mensen die boven de Rijn woonden werden Germanen genoemd. De Romeinen sloten bondgenootschappen met de volken buiten het rijk en schreven dit op in verdragen. 

De volken die werden veroverd door de Romeinen moesten de cultuur van de Romeinen overnemen. Hun eigen cultuur mochten ze wel behouden. In het rijk waren er grote verschillen tussen arm en rijk, je had veel arme boeren die net buiten de stad woonde en de rijke mensen zaten in de stad. 

De Romeinen zelf namen ook een aantal dingen over van andere culturen. Zo hebben ze veel van de Griekse cultuur overgenomen. De Griekse goden hebben ze bijvoorbeeld overgenomen, ze hebben alleen de namen veranderd. Ook de architectuur hebben ze overgenomen zoals de zuilen. 

Grens van het Romeinse rijk in Nederland