Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie voor vwo bovenbouw over De Nachtwacht wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over dit schilderij van Rembrandt.
De vijftien lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden. Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert wat een schutterij is.
Je leert dat de schutters die op De Nachtwacht staan afgebeeld hiervoor een bedrag hebben betaald.
Je leert hoe de Amsterdamse samenleving eruit zag in 1642, het jaar dat De Nachtwacht door Rembrandt van Rijn is geschilderd.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment – Interview met het personage Willem van Ruytenburch
Van Ruytenburch is een van de personages op De Nachtwacht. Wie was deze Willem van Ruytenburch en waaraan moest je voldoen om, zoals hij, schutter van een schutterij te worden?
De Nachtwacht
De Nachtwacht is een groepsportret van een schutterij, geschilderd in 1642 door Rembrandt van Rijn. In de 17de eeuw was de schutterij een soort burgerwacht die de stadsmuren van Amsterdam beschermde. Amsterdam telde in 1642 ongeveer 200.000 inwoners. Niet alle inwoners waren burger; om burger te worden, moest je een bedrag betalen. Alleen als je burger was, kwam je in aanmerking voor een positie als schutter. Alle mannen in Amsterdam tussen de 18 en 60 jaar waren verplicht om aan deze schutterij deel te nemen, als ze een eigen uitrusting, wapen en uniform konden betalen.
Ongeveer 10.000 mannen waren ingeschreven als schutter, waarvan er 6000 daadwerkelijk actief waren. De taak van de schutters was, om in tijden van oorlog, de vijand op afstand te houden. Elke nacht liepen de schutters ‘de nachtwacht’, ze sloten de stadspoorten en hielden daarna de wacht in de afgesloten stad.
Op De Nachtwacht staan schutters uit wijk II van Amsterdam. Wie op het schilderij herkenbaar afgebeeld wilde worden, moest daarvoor betalen. Alleen de rijkere schutters waren daartoe in staat. Rembrandt maakte naast de schutters ook gebruik van betaalde figuranten, zoals de tamboer, de trommelslager aan de rechterkant van het schilderij.
Van Ruytenburch pakt zijn plek
uitsnede Van Ruytenburch uit foto De Nachtwacht
Eén van de schutters die het geld had om herkenbaar op het schilderij terecht te komen was Willem van Ruytenburch, de man in het goudgeel op de voorgrond. Hij was van goede komaf. Zijn vader kocht in 1611 voor 26.000 gulden een landgoed in Vlaardingen. Een gouden zet, want bij dat landgoed behoorden de rechten als ambachtsheer. Willem wist, naar het voorbeeld van zijn vader, de ambtelijke ladder tot in de hogere Amsterdamse lagen te beklimmen. Een vooraanstaande plek op het schilderij gaf hem aanzien. Van Ruytenburch pakte zijn plek! Hij werd wethouder van Amsterdam en in het schuttersgilde werkte hij zich op tot luitenant bij Frans Banninck Cock, de centrale figuur in het rood op het schilderij.
Verdieping – Hoe ziet de Amsterdamse samenleving er in 1642 uit?
In 1642 liep de langdurige opstand tegen Spanje, de Tachtigjarige Oorlog op zijn einde. Het ging beter met de economie. De VOC maakte veel winst, en in steden ontwikkelden zich ambachten en handel op grote schaal. Het ging goed met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dat gold zeker voor Amsterdam.
Alhoewel de stad relatief klein was, trok de stad veel mensen aan. Amsterdam groeide in de eerste helft van de 17de eeuw snel. In 1612, toen molenaarszoon Rembrandt van Rijn 6 jaar oud was, woonden in Amsterdam 30.000 mensen. Toen Rembrandt op 25-jarige leeftijd van Leiden naar Amsterdam verhuisde, woonden er al 125.000 mensen in Amsterdam. Uiteindelijk telde Amsterdam in 1642 zo’n 200.000 inwoners.
Amsterdam werd alsmaar welvarender, maar welvaart was er niet voor iedereen. De bevolking van Amsterdam bestond uit de volgende groepen:
De rijke burgerij. Dat waren kooplieden, handelaren en boeren die veel grond hadden. Zij verdienden veel geld.
De gewone burgers. Zij werkten als onderwijzer, timmerman, smid of schoenmaker. Gewone burgers verdienden genoeg geld om van te leven.
Soldaten, matrozen en arbeiders behoorden meestal niet tot burgers. Je moest voor burgerrechten immers geld betalen en deze groep inwoners, het gewone volk, moest hard werken voor weinig geld.
Tot slot zijn er ook mensen zonder vast werk: de paupers.
In Amsterdam waren de lonen wat hoger dan elders in die tijd. Voor een volwaardige arbeidskracht was rond 1600 het dagloon ongeveer 14 stuivers en omstreeks 1650 ongeveer 20 stuivers, oftewel 1 gulden. Het bedrag dat je in 1650 betaalde om schutter te worden bedroeg 50 gulden; met andere woorden, 50 werkdagen. Voor paupers, het gewone volk en een groot deel van de gewone burgers een ongelooflijk hoog bedrag, dat ze niet konden betalen.
Hoe ziet de armenzorg in Amsterdam er in 1642 uit?
De 17de eeuw was een periode van rijkdom en welvaart. Maar zoals in alle tijden, was er ook bittere armoede. Iedere rijke Hollandse stad moest armenzorg organiseren. Ze moesten zorgen voor een plek in de stad waar mensen hun bedeling konden halen. Een goede armenzorg gaf de stad een zeker aanzien. Het benadrukte de welvaart van de burgers en de bereidheid om samen zorg te dragen voor de meest kwetsbaren.
De armen meldden zich bij de armenzorg, meestal wel 15% van de bevolking. Tot die groep behoorden ook bijvoorbeeld soldaten, en knechten. In de werkplaatsen kregen zij niet genoeg geld voor de zware arbeid die ze dagelijks leverden om een heel gezin van te onderhouden. De armenzorg hield precies bij wie wat moest krijgen. Je ontving dan bijvoorbeeld één roggebrood, één tarwebrood en 5 stuivers.
In Nederland is nu bijstand de gebruikelijke term voor armenzorg. Vanaf 1965 werd bijstand een recht. Vanaf het begin van de 21ste eeuw zijn door diverse kerken en particuliere instellingen plaatselijk voedselbanken ingesteld die het voedseloverschot van supermarkten opvragen om te mogen schenken aan arme Nederlanders. In 2006 werd geschat dat 8.000 huishoudens gebruikmaakten van voedselbanken. In 2020 bedroeg het aantal huishoudens dat klant was bij Voedselbanken Nederland 37.000 en werden 160.000 mensen door hen ‘voorzien van voedselhulp’.
Opdracht 1 – Een historicus beweert dat…
Op basis van het videofragment doet een historicus twee beweringen:
De schutterij stond open voor iedereen.
In de 17de eeuw bestond er een sociaal opvangsysteem.
Onderbouw de beweringen van deze historicus met wat je in dit hoofdstuk hebt geleerd. Klopt het wat de historicus beweert? Ben je het eens of oneens met de beweringen van deze historicus? Geef aan waarom. Mocht je het antwoord niet direct weten, is het raadzaam om het videofragment nogmaals te bekijken. Maak daarbij aantekeningen van wat wordt gezegd over de toegankelijkheid van de schutterij en over het sociaal opvangsysteem in de 17de eeuw.
Opdracht 2 – Mijn verhaal over bijstand
Schrijf een verhaal van maximaal 200 woorden waarin je een dag uit het leven van een fictief persoon beschrijft die nu dagelijks te maken heeft met bijstand.
Je mag ook een verhaal over een al dan niet fictief personage uit de 17e eeuw schrijven. Bijvoorbeeld over Jorisz de tamboer, de jongen met de trommel die afgebeeld is op De Nachtwacht.
“Jorisz werpt een blik naar buiten. Het is nog donker. ‘Vanavond hebben we weer iets te eten,’ zegt hij tegen zijn hondje Adriaan. Op een warm oud overhemd dat dienst doet als een hondenkussen strekt Adriaan zich uit. Sluit zijn ogen en valt weer in slaap. ‘Je mag nog even slapen, maar dan ga je met me mee,’ fluistert Jorisz. Vandaag gaan jij en ik poseren voor Rembrandt… en dat betekent geld verdienen…’”
Les 2 – De Nachtwacht wordt verplaatst… en deels vernield
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht. De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert wat de Doelenzaal is.
Je leert dat De Nachtwacht oorspronkelijk een groter formaat had.
Je leert dat De Nachtwacht niet de oorspronkelijke naam van het schilderij is.
Je leert hoe we via Eye Tracking te weten zijn gekomen waar onze aandacht naartoe gaat als we naar De Nachtwacht kijken.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Wat vindt Rembrandt zélf van De Nachtwacht?
Bekijk het videofragment.
Rembrandt van Rijn schrikt zich te pletter
Rembrandt wist waar zijn schilderij zou komen te hangen: aan de muur van een verenigingsgebouw, in de Doelenzaal aan de Nieuwe Doelenstraat in Amsterdam. De feestzaal is maar liefst 18 meter lang, 9 meter breed en 5 meter hoog. De zaal werd gebruikt door kloveniers het stadsbestuur en beroepsgilden voor feesten, banketten en ontvangsten. Kloverniers waren leden van het schuttersgilde en schoten met een speciaal soort wapen: een klover. In de zaal kwamen maar liefst zeven schutterstukken te hangen. Rembrandt wist met zijn schilderij de meeste aandacht te trekken en die vast te houden. Door de actie en levendigheid op het schilderij geeft Rembrandt de kijker het gevoel dat de schutters zo de zaal in kunnen stappen. Omdat er in de zaal vaak gefeest werd, heeft dat waarschijnlijk haar eerste sporen, lange krassen in de verf, achtergelaten op het doek.
In 1715 werd het schilderij verplaatst naar het stadhuis, dat nu Paleis op de Dam wordt genoemd, waarbij het vreselijk verminkt werd. Het doek paste niet op de wand in de Kleine Krijgsraadkamer en werd daarom aangesneden. Er werden aan alle zijden, maar vooral links, stukken van het schilderij afgehaald. Deze weggesneden stukken zijn nooit meer teruggevonden. Dankzij een kopie, die in die tijd door de schilder Gerrit Lundens rond 1642–1655 is geschilderd, weten we dat de compositie oorspronkelijk groter was. Rembrandt zou zich vast te pletter zijn geschrokken als dit tijdens zijn leven was gebeurd!
Bekijk de kopie naar De Nachtwacht van Gerrit Lundens via deze link.
In 1843 raakt het schilderij beschadigd door een timmerman als zijn hamer door het doek valt.
In 1911 en 1975 vallen twee verschillende bezoekers het schilderij aan met een mes en in 1990 spoot weer een andere bezoeker een zuuroplossing over het doek waardoor het intensief en langdurig gerestaureerd moest worden.
Verdieping – Operatie Nachtwacht
In 2021 reconstrueerde Het Rijksmuseum door ‘Operatie Nachtwacht’ de ontbrekende stukken van het schilderij en was de volledige Nachtwacht tijdelijk voor het eerst in 300 jaar te zien.
Dankzij een kopie, die vermoedelijk tussen 1642 en 1655 werd geschilderd door Gerrit Lundens in opdracht van kapitein Frans Banninck Cocq, weten we hoe het schilderij er oorspronkelijk uit heeft gezien. Die kopie vormt de basis van de reconstructie. Het team heeft zich allereerst, met behulp van kunstmatige intelligentie, de schildertechniek en het kleurgebruik van Rembrandt eigen gemaakt. Daarna heeft de computer de ontbrekende delen in de stijl van Rembrandt gereproduceerd. De Nachtwacht, zoals deze in het Rijksmuseum te zien is, zit in het collectieve geheugen gegrift. Dankzij deze reconstructie zien we dat de compositie, zoals Rembrandt het bedoeld heeft, nog veel dynamischer was.
Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen de huidige en de originele verschijningsvorm van De Nachtwacht. Zo zijn er op de kopie die door Gerrit Lundens is geschilderd, links nog drie figuren op een brug te zien, twee schutters en een kindje. De twee belangrijkste schutters, kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburch, staan nu niet meer centraal, maar rechts van het midden. Er bestaat twijfel over, maar als Rembrandt zichzelf op het doek heeft geschilderd, staat hij in de reconstructie centraal. Ook is duidelijker te zien dat de kruitjongen links vooraan zich vasthoudt aan een reling. Hij krijgt meer loopruimte waardoor hij duidelijker lijkt weg te rennen. Van de schutter uiterst rechts is de helm volledig geschilderd en er is ruimte boven het vaandel. De hersteloperatie is inmiddels afgerond en de resultaten worden nu bestudeerd. Aan de hand hiervan zal een behandelplan worden opgesteld, dat de basis vormt voor de daadwerkelijke restauratie.
De Nachtwacht is overigens niet de oorspronkelijke naam van het schilderij. Het Rijksmuseum gebruikt als officiële titel ‘Schutters van wijk II onder leiding van kapitein Frans Banninck Cocq, bekend als De Nachtwacht’.
Opdracht 1 – Eye Tracking
Eén van de onderzoeken die zijn gedaan, is Eye Tracking. Bezoekers kregen vijf minuten de tijd om met een speciale bril, waaraan cameraatjes zitten die exact registreren waar hun ogen naar kijken, naar De Nachtwacht te kijken. Wat bleek, bijna bij iedereen schieten de ogen eerst heen en weer om een eerste indruk te krijgen. Vervolgens wordt er gekeken naar mensen op het schilderij, waarbij de meesten keken naar drie personen op het schilderij.
Welke personen zijn dat volgens jou? Onderbouw je antwoord.
Opdracht 2 – Hoe Rembrandt de aandacht weet te trekken
Iedereen kijkt anders naar een schilderij, maar toch weet Rembrandt bij bijna iedereen de aandacht te vestigen op dezelfde onderdelen van het schilderij. Beschrijf in maximaal 100 woorden hoe Rembrandt, volgens jou, die aandacht weet te sturen.
Les 3 – Saskia ziet eerst de schilder en dan haar man
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert hoe hoog de kindersterfte in de 17de eeuw was.
Je leert wat de gevolgen van de hoge kindersterfte voor de economie in de 17de eeuw waren.
Je leert dat de eerste zoon en twee dochters van Rembrandt zijn gestorven.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Hoe is het leven voor Saskia, de eerste vrouw van Rembrandt van Rijn, met de beroemde schilder?
Bekijk het videofragment.
De turbulente jaren van Rembrandt van Rijn en Saskia
Zelfportret met Saskia, Rembrandt van Rijn, 1636
Saske (Saskia) Uylenburgh werd in 1612 geboren in Leeuwarden. Rembrandt van Rijn trouwde met Saskia in 1634. Zij was de enige vrouw met wie Rembrandt formeel trouwde.
Tijdens hun huwelijk wisselden voorspoed en tegenspoed elkaar in rap tempo af. Eenmaal getrouwd raakte Saskia snel zwanger en beviel ze in 1635 van Rombertus. Nog in hetzelfde jaar stierf de baby. Een paar jaar later, in 1638, werd een dochter geboren: Cornelia. Zij kwam een maand later te overlijden. In 1640 werd hun tweede dochter, met dezelfde naam geboren, maar zij overleed al na drie weken. Een jaar later, in 1641, werd Titus geboren. Hij was het enige kind van Rembrandt en Saskia dat zijn kinderjaren overleefde.
Toch braken er donkere dagen aan voor Rembrandt en Saskia. Saskia werd ziek en bracht de meeste tijd in bed door. In de zomer van 1642 overleed Saskia. Titus werd uiteindelijk 27 jaar en overleed in 1668, een jaar voordat Rembrandt zelf zou overlijden. Tijdens hun huwelijk tekende en schilderde Rembrandt zijn vrouw vaak. Saskia lijkt ook regelmatig als model in zijn werk op te treden. Met haar grote ogen, ronde gezicht en kleine mond zijn Saskia’s gelaatstrekken terug te zien in het meisje op De Nachtwacht. Naast Saskia komt ook Titus meerdere malen voor als figurant of model in schilderijen en studies van Rembrandt.
Detail meisje op De NachtwachtTitus, geschilderd door Rembrandt van Rijn, omstreeks 1656
Ets, gedrukt met plaattoon op Japans papier
Verdieping – Kinder- en zuigelingensterfte in de 17de eeuw
In de 17de eeuw was er veel kinder- en zuigelingensterfte. Iedereen in die tijd zal dit ooit van dichtbij meegemaakt hebben, aangezien meer dan de helft van alle geborenen hun vijfde verjaardag niet haalde. Wie een kind kreeg, wist dat de kans reëel was dat het zou overlijden nog voordat het de leeftijd van één jaar bereikte.
Een belangrijke factor hierbij was het gebrek aan medische kennis en hygiëne. In de 17de eeuw stond de medische wetenschap nog in de kinderschoenen. Er was weinig kennis van ziekten en hoe infecties efficiënt behandeld moesten worden.
Hygiëne zoals we die vandaag kennen, gold niet als vanzelfsprekend in de 17de eeuw. Water- en sanitaire voorzieningen waren primitief, en persoonlijke hygiëne werd vaak verwaarloosd. Mensen leefden vaak in overvolle steden zonder riolering, wat de verspreiding van ziekten bevorderde. Bovendien ontbraken eenvoudige hygiënemaatregelen, zoals handen wassen na contact met zieken.
Infectieziekten zoals pokken, mazelen en roodvonk kwamen veelvuldig voor en troffen vooral jonge kinderen. Zonder vaccins of effectieve behandelingen, zoals die tegenwoordig beschikbaar zijn, verspreidden deze ziekten zich snel onder de bevolking, met een hoge kindersterfte tot gevolg.
Daarnaast speelden bijgelovige overtuigingen, zoals het geloof in bovennatuurlijke krachten, en traditionele geneeswijzen een rol. Deze opvattingen waren vaak diepgeworteld in de samenleving en duurde het lang voordat wetenschappelijke benaderingen werden omarmd.
Het hoge sterftecijfer onder kinderen had verregaande gevolgen voor gezinnen en de samenleving. Ouders werden vaak geconfronteerd met herhaaldelijk verlies van hun kinderen, wat zowel emotioneel als economisch belastend was. De maatschappij verloor daardoor potentiële arbeidskrachten en toekomstige generaties, wat ook de demografische structuur beïnvloedde.
Opdracht 1 – Kindersterfte afgebeeld op een schilderij
Niet alleen Rembrandt van Rijn en Saskia hadden te maken met het vroegtijdig overlijden van hun baby’s.
Op enkele schilderijen uit de 17de eeuw is kindersterfte in beeld gebracht.
In het Rijksmuseum is ook het schilderij Portret van een ingebakerde tweeling: de vroeg gestorven kinderen van Jacob de Graeff en Aeltge Boelens te zien.
a. Bestudeer het kunstwerk en beschrijf in detail wat je ziet. Benoem de kenmerken van de afgebeelde tweeling, zoals hun houding, gezichtsuitdrukking, ‘kleding’, omgeving en andere visuele elementen die relevant kunnen zijn. Bijvoorbeeld, waarom hun ogen open zijn. Zoek naar wat je op internet aan informatie over dit werk kunt vinden en verwerk dit in je antwoord.
b. Reflecteer: Denk na over wat dit schilderij zo betekenisvol maakt voor de tijd waarin Rembrandt leefde. Wat zegt dit schilderij over de gezondheidszorg in de 17de eeuw? Schrijf hierover een stuk met daarin jouw gedachten en inzichten over het kunstwerk.
Opdracht 2 – Titus
Titus aan de lezenaar
Titus speelde een belangrijke rol in het leven van Rembrandt. Hij werd in 1641 geboren in de Jodenbreestraat in Amsterdam waar Rembrandt woonde en werkte tussen 1639 en 1658. Titus was het enige kind van Rembrandt en Saskia dat de volwassen leeftijd bereikte. Hij groeide uit tot steun en toeverlaat van Rembrandt. Titus werd vaak door Rembrandt geportretteerd.
Bekijk het beroemde schilderij Titus aan de lezenaar op internet en lees erover. Rembrandt maakte het toen Titus 14 jaar oud was.
Stelling: Dit schilderij laat zien dat de band tussen vader en zoon zeer intiem is.
Beargumenteer in tweetallen waarom je het eens of oneens bent met deze stelling.
Les 4 – Een eigen stijl
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert waarom Rembrandt van Rijn vanaf de 17de eeuw tot op de dag van vandaag wordt beschouwd als een meesterlijke schilder.
Je leert welke technieken Rembrandt gebruikte in zijn werken.
Je leert op welke wijze Rembrandt zich onderscheidde van andere schilders.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment – Dit vindt Rembrandt zélf van De Nachtwacht
Wat vindt Rembrandt zélf van De Nachtwacht en hoe hij reageert als hij tot de ontdekking komt dat er stukken van het schilderij zijn afgesneden.
Bekijk het laatste deel van het videofragment (3.44 tot einde).
Rembrandt van Rijn, een meesterlijke schilder
Zelfportret, Rembrandt van Rijn, omstreeks 1628 Olieverf op paneel.
Rembrandt werd op 15 juli 1606 geboren. Hij was het negende kind in het gezin. Zijn vader was een welvarend molenaar in Leiden. Zijn moeder was de dochter van een welgestelde bakker. Al vroeg bleek dat hij goed kon tekenen.
Toen Rembrandt zestien jaar was, ging hij in de leer bij meester-schilder Jacob van Swanenburgh en twee jaar later bij Pieter Lastman in Amsterdam. Op negentienjarige leeftijd begon Rembrandt voor zichzelf te schilderen. In dat jaar, 1625, voltooide hij zijn eerste schilderij De steniging van de Heilige Stefanus.
Zijn bekendheid nam in de daaropvolgende jaren snel toe.
Verdieping – Een eigen stijl
Toen Rembrandt 25 jaar was, stond hij al bekend om zijn eigen stijl. Hij wist als geen ander mensen op natuurlijke wijze te portretteren en emoties in beeld te brengen. Hij maakte gebruik van clair-obscur, in het Italiaans ook wel chiaroscuro genoemd.
Clair-obscur is een techniek waarmee het contrast tussen licht en donker extra benadrukt wordt. Het hoofdonderwerp of hoofdpersonage lijkt hierbij sterker verlicht dan andere delen van het schilderij. Er is een duidelijke lichtbron van buitenaf. Het resultaat geeft een dramatisch effect en zorgt voor diepte en een driedimensionale werking.
Een ander opvallend aspect van Rembrandts schildertechniek was zijn expressieve penseelvoering. In plaats van gladde en gelijkmatige penseelstreken, koos Rembrandt ervoor om zijn verf met energieke bewegingen op het doek aan te brengen. Deze losse en spontane penseelstreken voegden een gevoel van beweging en leven toe aan zijn werken, waardoor de werken een gevoel van levendigheid kregen.
Naast zijn innovatieve technieken met licht en penseelvoering, stond Rembrandt ook bekend om zijn gebruik van rijke kleuren en texturen. Hij experimenteerde met verschillende verfsoorten en materialen, waaronder olieverf, pigmenten en vernissen, om een breed scala aan kleureffecten en oppervlaktetexturen te creëren. Hiermee onderscheidde Rembrandt zich van het werk van zijn tijdgenoten. Al met al heeft Rembrandts meesterlijke schildertechniek een blijvende invloed gehad op de kunstgeschiedenis en heeft het zijn werken tot op de dag van vandaag geliefd gemaakt bij kunstliefhebbers over de hele wereld.
Opdracht 1 – Analyse van een zelfportret
Zelfportret, Rembrandt van Rijn, omstreeks 1628
Olieverf op paneel.
Analyseer dit schilderij en beschrijf hoe Rembrandt in dit werk de diverse schildertechnieken die hij hanteerde heeft toegepast.
Opdracht 2 – De Nachtwacht vergeleken met andere schutterstukken uit de Doelenzaal
Voorheen hingen in de Doelenzaal, in het Rijksmuseum, naast De Nachtwacht ook andere schilderijen van schutterijen. Deze zijn geschilderd door onder andere Joachim von Sandrart, Govert Flinck, Nicolaes Eliasz. Pickenoy, Jacob Adriaensz Backer en Bartholomeus van der Helst. Bekijk de schilderijen die hier als voorbeeld zijn opgenomen.
De Nachtwacht werd in De Doelenzaal door de toeschouwers het meest gewaardeerd. Vergelijk De Nachtwacht met schuttersstukken van andere schilders die ook in de Doelenzaal hingen.
Stelling: De Nachtwacht is door de technieken die Rembrandt van Rijn in dit schilderij gebruikte het beste schilderij van alle schuttersstukken in de Doelenzaal.
Ben je het eens of oneens met deze stelling? Motiveer je antwoord door de schildertechnieken die de schilders toepasten in hun schuttersstukken met elkaar te vergelijken.
Joachim von Sandrart (I), 1640Govert Flinck (eigenhandig gesigneerd), 1645
Nicolaes Eliasz. Pickenoy, 1642
Jacob Adriaensz. Backer, 1642
Bartholomeus van der Helst (1613-1670), olieverf op doek, ca. 1643
Les 5 – Een schilderij als een film
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert wat een schutterscompagnie is.
Je leert dat De Nachtwacht een merkwaardige benaming is voor het schilderij.
Je leert dat De Nachtwacht een ‘filmisch’ schilderij is.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment – Rembrandt over Frans Banninck Cocq en Willem van Ruytenburch
Wat vindt Rembrandt van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburch.
Bekijk het videofragment.
Camera loopt… en actie!
Als je naar De Nachtwacht kijkt, lijkt het alsof je naar een film kijkt. Er is namelijk veel meer te zien dan alleen de samenkomst van een groep schutters. Een hond die met opgeheven hoofd blaft naar de trommelaar die zojuist een roffel heeft laten horen. De hond is opgewonden voor de ceremonie die bijna plaats gaat vinden.
Rembrandt vertelt een verhaal over het musket, het handvuurwapen ‘klover’, dat ook in de volksmond ‘schietbus’ wordt genoemd. Zo leegt musketier Jan van der Heede, opvallend in het rood gekleed, een busje kruit in de loop.
Naast het meisje staat een schutter die zijn handvuurwapen afvuurt, precies tussen Banninck Cocq en rakelings langs Van Ruytenburch.
Een schutter blaast, rechts naast Van Ruytenburch, zijn handvuurwapen schoon.
Links op De Nachtwacht rent een jongetje bijna het beeld uit. Om zijn hals bungelt een hoorn, gevuld met een voorraadje kruit: hij is een kruitjongen. Zijn voornaamste taak is ervoor te zorgen, dat de musketiers niet zonder kruit komen te zitten.
Verdieping – Etaleer je macht
Frans Banninck Cocq toonde zijn macht door zich met zijn schutterscompagnie door Rembrandt te laten vereeuwigen.
De mannen van de schutterij, inclusief Frans Banninck Cocq en Willem van Ruytenburch, hadden rond 1640 voornamelijk een ceremoniële functie. Het waren vooral officiële gebeurtenissen waarbij ze hun opwachting maakten. Eerder hadden de schutterijen, vooral in tijden van oorlog, een actieve en vooraanstaande rol gespeeld bij de verdediging van de stad. Maar het vechten was in de loop van de jaren overgenomen door professionele huurlegers.
De officieren van de schutterij behoorden tot de financiële en culturele elite van de stad. Zij hadden grote politieke macht. Men wilde zich graag laten zien, en betaalde grof geld om op het schilderij afgebeeld te worden. Vaak was het portret in de 17de eeuw het belangrijkste onderdeel van een schuttersstuk. Elk gezicht was mooi vol belicht en duidelijk herkenbaar; het liefst zo herkenbaar mogelijk! Voor de Amsterdammers en de wereld was het zo in één oogopslag duidelijk wie het in de stad voor het zeggen had. Al was de 33-jarige Banninck Cocq dan nog geen burgemeester, hij bekleedde al een aantal jaren vooraanstaande bestuurlijke ambten.
Rembrandt had een duidelijke opdracht: schilder een groepsportret van een schutterij.
Hij maakte een groepsportret van de officieren en andere schutters van wijk II in Amsterdam,
maar wel onder zijn voorwaarden! Dus liet Rembrandt in zijn meesterwerk veel meer zien dan een herkenbare gelijkenis van de twee heren op de voorgrond.
Oorspronkelijk had het werk geen titel. Rembrandt heeft het werk nooit ‘De Nachtwacht’ genoemd. Het is een vreemde titel als het tafereel bij daglicht plaatsvindt en er geen nachtwacht wordt gehouden.
Opdracht 1 – Kunst als middel om een status in de samenleving te versterken
Omschrijf in eigen woorden hoe De Nachtwacht als middel wordt gebruikt om de status van de elite in de samenleving te versterken. Geef een voorbeeld van hoe en bij wie dat te zien is op het schilderij.
Opdracht 2 – Schrijf een filmscript
Camera loopt… en actie!
Kies een van de twee opdrachten, a of b, hieronder.
a. Maak het onderstaande filmscript over De Nachtwacht verder af.
b. Laat twee of drie personages uit De Nachtwacht stappen. Ze komen tot de ontdekking dat ze in een groot museum zijn, en dat het schilderij een ereplek in het museum heeft. Veel bezoekers kijken naar ‘hun’ schilderij.
Wat zeggen ze tegen elkaar, hoe reageren ze op elkaar en wat gaan ze doen?
Let op: bij een filmscript schrijf je niet alleen wat de personages zeggen, maar geef je ook regieaanwijzingen waarbij je in detail beschrijft wat je ziet en hoort.
De KAPITALE letters geven aan wat er in beeld te zien is.
De KAPITALE letters met de nummering tussen haakjes geven aan wie iets zegt waarna in kleine letters de tekst volgt.
Filmscript De Nachtwacht
De schutterij van de Amsterdamse Wijk II. De schutters met diverse wapens verlaten het schuttersgebouw en dalen af van enkele treden op een bruggetje.
DE TROMMELAAR LAAT EEN ROFFEL HOREN
EEN HONDJE KWISPELT MET ZIJN STAART EN BEGINT
LUID TE BLAFFEN
HONDJE (1)
Woef… waf!
FRANS BANNINCK COCQ TREEDT NAAR VOREN,
WILLEM VAN RUYTENBURCH TREEDT OOK NAAR VOREN EN GAAT NAAST FRANS BANNINCK COCQ STAAN
FRANS BANNINCK COCQ (2)
Heren, schutters van wijk II. Zijn we er klaar voor?
MUSKETIER JAN VAN DER HEEDE LEEGT EEN BUSJE KRUIT IN DE LOOP VAN ZIJN KLOVER
MUSKETIER JAN VAN DER HEEDE (3)
Bijna Frans, ik moet eerst dit busje kruit in de loop van mijn klover legen.
Kruitjongen! Kruitjongen! Haal snel nieuw kruit voor me. Mijn kruit is bijna op!
DE KRUITJONGEN SNELT NAAR MUSKETIER JAN VAN DER HEEDE TOE
Maak dit filmscript over De Nachtwacht verder af.
Les 6 – Steeds meer kunst in de 17de eeuw
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert over de bijzondere positie van de Nederlandse Republiek, zowel op staatkundig als economisch gebied, en begrijpt hoe de handel met Indië en andere overzeese gebieden bijdroeg aan de culturele bloeiperiode.
Je leert waarom er tijdens de 17de eeuw een gigantische productie van kunstwerken plaatsvond.
Je leert dat het niet altijd duidelijk is of een schilderij een werk is dat door Rembrandt zelf of door één van zijn leerlingen is geschilderd.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment – De Nachtwacht… een historisch werk
Bekijk het videofragment met Rembrandt van Rijn waarin hij De Nachtwacht zélf ziet als een historisch werk en wat zijn reactie is als hij hoort dat het schilderij vandaag de dag in een museum hangt.
Steeds meer kunst in de 17de eeuw
Tijdens de 17de eeuw vond een gigantische productie van kunstwerken plaats. Deze explosieve groei in de kunstproductie was een direct gevolg van de toenemende welvaart in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De Republiek had zijn toenemende welvaart te danken aan de overzeese handel. Nog tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in 1595, was de eerste Nederlandse reis naar Oost-Indië. Steeds meer koopvaardijschepen trokken eropuit om kostbare kruiden, als kaneel, kruidnagel, foelie, gember en nootmuskaat uit Indië te halen: handelsproducten uit Azië, die rijke Europeanen graag wilden hebben en waarmee dus heel veel geld verdiend kon worden.
De handelsreizen naar ‘de Oost’ waren risicovol en kostbaar, wat leidde tot de oprichting van zogenoemde voorcompagnieën: samenwerkingsverbanden van kooplieden die hun middelen bundelden om handelsschepen uit te rusten. Deze compagnieën opereerden onafhankelijk en streden soms tegen elkaar om winstgevende handelsroutes en specerijenmonopolies.
Om concurrentie te verminderen en sterker te staan tegen buitenlandse machten, werden deze voorcompagnieën in 1602 samengevoegd tot de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Dit markeerde het begin van een gecoördineerd Nederlands handelsimperium in Azië.
Op 20 maart 1602 verkreeg de VOC het Nederlandse alleenrecht op alle handel in de Aziatische wateren vanaf Kaap de Goede Hoop, het meest zuidelijke puntje van Afrika. In deze tijd kwam ook de handel in slaven op gang, wat ten koste van hele bevolkingsgroepen ook bijdroeg aan de groei in welvaart.
Later, in 1621, werd naast de VOC de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht.
De compagnieën hebben bijna tweehonderd jaar bestaan. Rond 1800 werden ze opgeheven.
De handel met andere delen van de wereld zorgde ervoor dat veel mensen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden geld hadden om kunst te kopen en hun huizen gingen versieren met kunstwerken. En hoe meer schilderijen je bezat, hoe meer aanzien je genoot. Dat stimuleerde de vraag naar schilderijen en leidde tot de opkomst van kunsthandelaren en kunstverzamelaars. Volgens een schatting werden in de twee decennia na 1640 ruim een miljoen(!) schilderijen vervaardigd. De kunstenaars uit deze periode staan bekend als 'oude Hollandse meesters', waaronder beroemdheden als Rembrandt, Vermeer en Frans Hals
De bloei van de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst kwam tot uiting in vrijwel alle genres. Historische en Bijbelse taferelen, individuele portretten, groepsportretten, huiselijke taferelen, landschappen, stadsgezichten, zeegezichten en stillevens… de grote vraag naar kunst stimuleerde de productie in alle genres
Verdieping – Wat voorafging aan De Nachtwacht
In 1631 had Rembrandt zo’n stevige reputatie opgebouwd dat hij verschillende opdrachten voor portretten kreeg uit Amsterdam. Rembrandt reisde steeds vaker heen en weer tussen Leiden en Amsterdam. Hij besloot daarom naar Amsterdam te verhuizen. In juli 1632 trok hij in bij de kunsthandelaar Hendrick van Uylenburgh wiens succesvolle atelier een voorbeeld was voor Rembrandt.
Rembrandt maakte in die tijd portretten van welgestelde Amsterdamse burgers. Net als Van Uylenburgh had hij leerlingen in dienst die moesten betalen voor hun opleiding. Deze opleiding bestond voornamelijk uit het reproduceren van Rembrandts eigen werken. Rembrandt beschouwde de kopieën als zijn bezit. Als het werk van zijn leerlingen of oud-leerlingen door Rembrandt beschouwd werd als een werk wat hij mogelijk zelf gemaakt kon hebben, zette hij ook zijn eigen handtekening eronder. Het schilderij was dan meer waard. Een dergelijke werkwijze was in die tijd niet ongebruikelijk. Dit is ook waarom experts het zo moeilijk vinden om te bepalen of een schilderij door Rembrandt zelf is gemaakt of door een van zijn leerlingen.
Zes jaar voordat Rembrandt begon met het schilderen van De Nachtwacht maakte hij ‘twee van zijn bekendste portretten: de huwelijksportretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit.
Huwelijksportretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit.
Olieverf op doek. Geschilderd door Rembrandt van Rijn, 1634
Soolmans vader kwam als protestants vluchteling vanuit Antwerpen naar Amsterdam. Hij was schatrijk geworden als eigenaar van een suikerraffinaderij. In 1633 trouwde Marten met Oopjen Coppit. Hij was toen 20 en rechtenstudent, klaar voor een carrière in de politiek.
Oopjen was de oudste van drie dochters van een zeer welvarende Amsterdamse familie. Zij poseerde voor Rembrandt een jaar na haar huwelijk met Marten. Op het moment dat Oopjen voor Rembrandt poseerde, was ze 23 en zwanger van hun eerste kind. Hun huwelijk was een verbinding van een gevestigde familie met een familie van nieuwkomers. Dat werd gevierd met de bestelling van deze levensgrote portretten bij de beste portrettist van de stad: Rembrandt van Rijn.
Opdracht 1 – Marten en Oopjen zijn uniek
Ga op internet op zoek naar meer informatie over de twee portretten van Marten en Oopjen, die in 1634 door Rembrandt zijn geschilderd. Geef antwoord op de vraag waarom deze twee portretten uniek zijn binnen het werk van Rembrandt.
Opdracht 2 – Marten en Oopjen… aangekocht
Het echtpaar Marten en Oopjen is vooral bekend van de portretten die door Rembrandt van Rijn zijn geschilderd. In 2016 werden de twee levensgrote schilderijen door de Nederlandse en Franse staat gezamenlijk aangekocht voor 160 miljoen euro. Er werd daarbij bepaald dat het paar nooit gescheiden zou worden, nooit zou worden uitgeleend aan andere museale instellingen, en afwisselend in het Louvre en het Rijksmuseum te zien zou zijn.
Wat is de reden volgens jou dat regeringen zoveel geld uitgeven? Is dit ook statusverhogend of heeft het volgens jou een andere reden?
Voer een discussie met klasgenoten. Bedenk argumenten waarom jij het wel of niet verantwoord vindt om dit bedrag uit te geven. Of vind jij dat zo’n enorm geldbedrag ook anders besteed kan worden.
Les 7 – Inzoomen op De Nachtwacht
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert welke pigmenten Rembrandt voor zijn schilderijen gebruikte.
Je leert hoe een schilderij in de 17de eeuw werd opgebouwd.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Wat vindt Rembrandt zélf van zijn meesterwerk?
Bekijk het videofragment.
De Nachtwacht onder de loep
Rembrandt schildert zijn meesterwerk De Nachtwacht tussen 1640 en 1642. Het is een donkere periode in zijn leven na het verlies van drie baby’s en zijn vrouw Saskia. Vlak voor of vlak na het overlijden van Saskia rond Rembrandt het schilderij af. De Nachtwacht is geschilderd op een doek dat uit drie banen bestaat. Dit komt omdat een weefgetouw in de 17de eeuw meestal een breedte had van 140 cm. Daardoor zijn er aan de achterkant van het doek drie horizontale naden zichtbaar, die netjes aan elkaar zijn geregen.
Als grondstof voor zijn pigmenten gebruikte Rembrandt aarde, verkoolde botten, gemalen glas en schellak, een materiaal dat gewonnen werd uit de afscheiding van luizen.
De pigmenten die Rembrandt voor De Nachtwacht gebruikte zijn: houtskoolzwart, beenderzwart, rode oker, gele oker, omber, loodtingeel, vermiljoen (rood-oranje), gele lak, rode lak, smalt (diepblauw), azuriet, orpiment en loodwit.
Voor het goudborduursel op de jas van Van Ruytenburch gebruikte Rembrandt giftige pigmenten met arseen. Arseen is een zwaar metaal dat in je bloed terecht kan komen en schade aan je lichaam kan veroorzaken.
Inzoomen op De Nachtwacht
Gedurende ‘Operatie Nachtwacht’, dat in de zomer van 2019 startte, hebben maar liefst 25 wetenschappers De Nachtwacht met de meest geavanceerde technieken onderzocht.
Er is een oppervlakte-analyse uitgevoerd met behulp van onder andere röntgen, infrarood, monsters en microscopie. Zo is men veel meer over de opbouw van het schilderij te weten gekomen.
Er is ontdekt wat de schilder gaandeweg aan het schilderij heeft veranderd, hoe de ondertekening eruit ziet, welke lagen er zijn, hoe de textuur van de verf eruit ziet en waar Rembrandt pigmenten heeft gebruikt die zware metalen bevatten. Ook wordt duidelijk waar Rembrandt de techniek impasto, het aanbrengen van verf in zeer dikke streken, heeft toegepast.
Schilderijen uit de 17de eeuw bevatten meestal zes lagen. Allereerst werd op het doek een lijmlaag aangebracht, waarop de grondlaag kwam. Op de grondlaag volgde een ondertekening. Over deze ondertekening werd een doodverf aangebracht, meestal werd hiervoor bruine olieverf gebruikt. Met verschillende kleuren verf werd het schilderij afgewerkt, waarbij ook impasto werd toegepast. Tot slot bracht de schilder een vernislaag over het schilderij aan.
Opvallend in vele werken van Rembrandt, zo ook in De Nachtwacht, was dat de doodverf op sommige plekken in het schilderij zichtbaar bleef doordat Rembrandt hier niet overheen schilderde.
Opdracht 1 – Welk pigment waar?
Rembrandt gebruikte vaak het pigment smalt. Smalt werd gemaakt door een combinatie van zand, specifieke zouten en kobalterts te smelten. Deze materialen werden samengevoegd en verhit tot ongeveer 1200 °C. Het resultaat was een blauw glas, dat vervolgens fijngemalen werd. Smalt gaf een diepe, blauwe kleur aan verf. In de 17de eeuw kwam het kobalterts via Saksen (Duitsland) naar Nederland, waar een groot productiecentrum was.
Rembrandt gebruikte smalt niet alleen in blauwe kleuren, maar hij mengde het ook met rood om paars te maken of met geel om groen te maken en om zijn bruine kleuren mee te verlevendigen. Hij gebruikte smalt ook om de verf dikker te maken en sneller te laten drogen.
Onderzoek De Nachtwacht grondig. Noem minstens vijf plekken waar Rembrandt mogelijkerwijs smalt heeft gebruikt. Geef ook aan waar Rembrandt vermoedelijk het pigment orpiment (goudkleurig) heeft gebruikt en waar het giftige pigment azuriet (hemelsblauw tot donkerblauw)?
Opdracht 2 – Sean Scully, een hedendaagse kunstenaar
De Iers-Amerikaanse schilder Sean Scully (geb. 1945, Dublin) geniet internationaal grote bekendheid. Hij wordt beschouwd als een van de toonaangevende abstracte kunstenaars van deze tijd.
Zijn werk is al vele jaren vertegenwoordigd in belangrijke museale verzamelingen, zoals die van het Museum of Modern Art (MoMA) in New York en Tate Modern in Londen.
Bekijk het schilderij Landline Pink, te zien in Museum De Pont in Tilburg, via deze link.
Op welke wijze denk jij dat deze kunstenaar dit schilderij heeft opgebouwd en hoe heeft hij kleuren gebruikt? Vergelijk de technieken en kleuren die de schilder mogelijk heeft gebruikt met de wijze waarop Rembrandt te werk ging bij zijn schilderijen.
Les 8 – Een schilderij met geluid
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert waarom Rembrandt de vrijheid nam om iets toe te voegen aan De Nachtwacht dat niets met de schutterscompagnie te maken had.
Je leert wat een tamboer is en tot welke laag hij behoorde binnen de samenleving.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment – Bekijk het videofragment van Jorisz de tamboer
Bekijk het fragment en ontdek waarom Rembrandt het belangrijk vond om Jorisz toe te voegen aan De Nachtwacht.
Jorisz de tamboer – Een schilderij met geluid
Hij is maar half in beeld en moest tijdens het poseren om een deurpost heen kijken. Een houding die Jorisz niet gewend was, omdat hij zijn tamboer, een trommel, normaal altijd voor zich hield. Jacob Jorisz is een opvallende verschijning op De Nachtwacht. Hij staat pal vooraan in het volle licht en slaat fanatiek op zijn trom. Dankzij de tijdelijke reconstructie van de in de 18de eeuw afgesneden stroken van De Nachtwacht kunnen we nu nog meer van hem zien.
Zijn aanwezigheid is bijzonder. Tamboers waren immers geen lid van de schutterij. Toch vond Rembrandt zijn aanwezigheid op het schilderij belangrijk. Zijn toevoeging is een van de vrijheden die Rembrandt nam. De kunstenaar schilderde hem bovendien niet in zijn dagelijkse kleding als tamboer. Rembrandt gaf Jorisz een groene baret van dikke stof en een wambuis van glanzende zijde met splitten die een gele voering tonen. Deze kledingkeuze maakte dat het schilderij tijdloos werd.
Jacob Jorisz werd in 1591 geboren en moet na 1646 zijn overleden. Jorisz was een eenvoudig man. Ook al door zijn karige jaarinkomen van 40 gulden leek een portret door Rembrandt buiten bereik. Jacob Jorisz is een van de weinigen die niet hoefde te betalen om op het schilderij afgebeeld te worden. Hij heeft er zelfs voor betaald gekregen. Bovendien staat hij er prominenter op dan de meeste schutters. Rembrandt wist Jorisz met zijn trommel zo te schilderen dat het lijkt alsof je de slagen van de trommel daadwerkelijk hoort!
De tamboer op De Nachtwacht
Een tamboer werd vaak ingezet voor militaire doeleinden. Tijdens veldslagen gaven ze met hun trommel orders van de legerleiding door aan de troepen. Ook bepaalden tamboers met hun trom het marstempo. Naast militair gebruik speelden ze ook een belangrijke rol bij evenementen zoals optochten, feestelijke gelegenheden, publieke aankondigingen en wanneer de burgerwacht of de schutterij acte de présence gaf.
Van de mensen die op De Nachtwacht zijn afgebeeld, is de tamboer zeker een van de eersten die de aandacht van de kijker trekt. Hij staat apart, één stap achter kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburch. De lichte trom steekt qua kleur sterk af tegen de donkere kleding van de schutters die erachter staan. De tamboer speelt zo een belangrijke rol in de compositie en brengt beweging in het beeld. Het zet het gebaar dat kapitein Frans Banninck Cocq maakt om in geluid. Zo wordt een signaal aan de schutters afgegeven dat ze kunnen gaan marcheren.
Tamboers behoorden vaak tot de armste lagen van de arbeidersklasse, zoals schoenmakers en timmerlieden. Naast het bespelen van de trom hadden ze voor de kost meestal een ander beroep.
Bij 17de-eeuwse trommen van het formaat dat op De Nachtwacht is afgebeeld, overlapten de twee randen van de houten plaat elkaar en werden ze vastgezet met messing sierspijkers. Deze vormden soms een decoratief patroon, zoals duidelijk te zien is.
Opdracht 1 – De tamboer op De Nachtwacht
De tamboer neemt op het schilderij een vooraanstaande plek in. Dit in schril contrast met de plek die een tamboer in de maatschappij inneemt.
Waar bevond Rembrandt zich volgens jou op de maatschappelijke ladder? Op dezelfde hoogte als de rijke geposeerde mensen of juist in de positie als de tamboer. Beargumenteer je antwoord.
Opdracht 2 – Rom bom bom
Frans Banninck Cocq en Willem van Ruytenburch zijn in een staat van opwinding. Ze voelen dat alle aandacht naar hen uitgaat en hun roem door Rembrandt vereeuwigd gaat worden. De kruitjongen heeft iets heel anders aan zijn hoofd. Hij is continu bezig om alle schutters van kruit te voorzien.
Hoe beleeft de tamboer deze dag? Bedenk en schrijf een kort verhaal van maximaal 250 woorden vanuit het perspectief van de tamboer. Wie heeft hem gevraagd te poseren? Waarom heeft hij toegezegd dit te doen? Hoe voelt hij zich? Wat doet hij als de schutters zich gereed maken?
Les 9 – De gouden zet van Willem van Ruytenburch
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert wie Willem van Ruytenburch was en welke positie hij innam binnen de samenleving.
Je leert welke verschillen er tussen rijk en arm waren in Amsterdam gedurende de 17de eeuw.
Je leert dat de handel met andere delen van de wereld sterk groeide in de 17de eeuw.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Bekijk het videofragment van Willem van Ruytenburch en kom meer te weten over de man in het goudgeel op De Nachtwacht.
Willem van Ruytenburch doet een gouden zet
De Vaandeldrager, Rembrandt van Rijn, 1636
Willem van Ruytenburch is de man in het goudgeel op De Nachtwacht. Hij werd in 1600 geboren in een welvarende en ambitieuze handelaarsfamilie. Zijn vader kocht rond de geboorte van Willem een huis aan de dure Oudezijds Achterburgwal in Amsterdam en vestigde daar een winkel. Een paar jaar later kocht hij de naam Van Ruytenburch (1606), een adellijke naam en de titel Heer van Vlaerdingen (1611). Naast de naam erfde Willem ook die titel van zijn vader.
Ook al deed Willem van Ruytenburch zich voor als iemand van adel, officieel was hij dit niet.
Van Ruytenburch trouwde in 1626 met de steenrijke Alida Jonckheyn. Een gouden zet, want de rijkdom die hij op deze manier vergaarde, droeg er mede toe bij dat hij uiteindelijk wethouder werd en opklom tot luitenant van de schutterscompagnie als rechterhand van kapitein Frans Banninck Cocq, naast wie hij op De Nachtwacht staat.
Willem van Ruytenburch werd in 1639 voorgedragen en vervolgens toegelaten tot de Vroedschap van Amsterdam. De Vroedschap was verantwoordelijk voor de economische en financiële ontwikkelingen van Amsterdam. Het was een soort college van burgemeesters en wethouders dat niet alleen verantwoordelijk was voor de dagelijkse bestuurszaken van de stad, maar ook een belangrijke stem had in de politiek van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Daarnaast was de Vroedschap verantwoordelijk voor het aanstellen van de nieuwe burgemeesters. De leden van de Vroedschap werden voor het leven gekozen.
Willem van Ruytenburch had een duidelijke voorkeur voor Rembrandt van Rijn. Rembrandt moest volgens hem het schuttersstuk schilderen waarop de schutterscompagnie van de Amsterdamse Wijk II zou worden afgebeeld. Van Ruytenburch koos voor Rembrandt omdat hij zeer onder de indruk was van het schilderij De Vaandeldrager. Dit schilderij, dat Rembrandt in 1636 schilderde, liet volgens Van Ruytenburch een levensechte man zien, een vaardigheid die geen enkele andere schilder kon evenaren.
Verdieping – Geuren binnen en buiten
De rijke koopmanselite van de 17de eeuw kon het zich veroorloven om personeel in dienst te nemen voor het schoonmaken en het onderhouden van hun woningen. In hun schoongeboende huizen waren veel aangename geuren te ruiken. De geur van vers gewassen linnen werd in de linnenkast verrijkt met geurzakjes. De geurzakjes werden veelal samengesteld uit rozenknoppen, kruidnagel en muskus. Daarnaast drongen steeds meer geuren van verre continenten de huizen van stedelingen binnen. Peperdure kruiden zoals foelie, nootmuskaat en kruidnagel werden in speciale specerijhouders op tafel uitgestald.
Het contrast met de straat buiten kon haast niet groter. Amsterdam was berucht om de stinkende grachten, waarin al het afval terechtkwam. Riolen en openbare wc’s loosden op de grachten. Winkels, markten, leerlooierijen, slachterijen en textielfabrieken dumpten hun vervuilende stoffen erin. Welgestelde Amsterdammers ontvluchtten in de zomer de stinkende stad, om ergens buiten Amsterdam in frissere lucht te vertoeven. Arme stadsgenoten hadden weinig keus, zij moesten zelfs hun wasje in de gracht doen.
Opdracht 1 – De kijk van Van Ruytenburch op welvaart en armoede
Stel, je bent journalist en je krijgt de kans om Van Ruytenburch te interviewen. In het interview wil je je richten op de verschillen tussen rijk en arm in de stad Amsterdam. Welke vragen zou je aan Van Ruytenburch stellen? Wat vindt Van Ruytenburch bijvoorbeeld zélf van de verschillen tussen rijk en arm? Moeten de verschillen volgens hem zo blijven, of moet er iets worden gedaan aan de armoede in de stad?
Formuleer minimaal acht vragen die je hem kunt stellen.
Werk samen met een klasgenoot en voer het interview uit. Een van jullie is Van Ruytenburch, de ander de journalist. Geef de klasgenoot die Van Ruytenburch speelt tijd om antwoorden te bedenken.
Opdracht 2 – Een wandeling in een stinkende stad
Beschrijf in maximaal 200 woorden een denkbeeldige wandeling die jij maakt in Amsterdam tijdens de 17de eeuw. Gebruik hiervoor de kennis die je hebt opgedaan of raadpleeg internet. Wat kom je onderweg tegen? Wat zie je op straat en wat ruik je? Gebruik in je beschrijving de volgende steekwoorden: riolering, grachten, openbare wc’s, afval lozen.
Les 10 – De schutterij… een mannenwereld
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert dat de eerste schouwburg in Amsterdam in 1637 werd voltooid.
Je leert het verband kennen tussen De Nachtwacht en deze schouwburg.
Je leert over de positie van vrouwen in de 17de eeuw.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment – Willem van Ruytenburch ten voeten uit
Bekijk het fragment en kom meer te weten hoe Willem denkt over de positie van vrouwen in de 17de eeuw.
Van schouwburg naar De Nachtwacht
Interieur schouwburg Van Campen, Salomon Savery, 1658
Zowel Willem van Ruytenburch als Rembrandt van Rijn waren fervente liefhebbers van toneel. Ze waren regelmatig te vinden in de schouwburg van Van Campen. De schouwburg van Van Campen was de eerste stadsschouwburg van Amsterdam. Deze schouwburg gelegen aan de Keizersgracht werd in 1637 voltooid.
Bij een bezoek aan de schouwburg bracht Rembrandt altijd zijn schetsblok mee. Hij maakte levendige schetsen van wat hij zag gebeuren op het toneel.
Deze schetsen maakte Rembrandt van de acteur Willem Bartholsz Ruyter.
Willem Bartholsz Ruyter (1587-1639) was een befaamd acteur in Amsterdam. De tekening links toont hem als koning Ahasverus, die zojuist van zijn Joodse vrouw Esther heeft gehoord dat zijn vertrouweling Haman de dood van alle Joden heeft bevolen. In de tweede studie draagt hij het kostuum van een boerenpummel die de centrale figuur was in populaire kluchten, ofwel ‘boertigheden’.
Willem van Ruytenburch hoopte dat Rembrandt deze levendigheid ook zou toepassen in De Nachtwacht. Hij wilde zo goed mogelijk op het schilderij komen te staan, waarvoor hij dan ook het aanzienlijke bedrag van 370 gulden betaalde.
Verdieping – De schutterij… een mannenwereld
Op De Nachtwacht is slechts één vrouw te zien: het meisje in het midden. Een schuttersstuk beeldde immers de leden van de schutterij af en vrouwen werden niet toegelaten tot de schutterscompagnie. In de 17de eeuw werden mannen als superieur ten opzichte van vrouwen beschouwd, zowel lichamelijk als geestelijk. Vrouwen moesten hun plaats kennen.
In die tijd leefde men volgens de richtlijnen van de Bijbel, waarin de vrouw als ondergeschikt aan de man werd gezien. Maar hoewel de man als hoofd van het gezin werd gezien, stelde zowel de Bijbel als de maatschappij van die tijd dat hij zijn vrouw goed moest behandelen. Fysieke mishandeling werd niet getolereerd.
Vrouwen waren verantwoordelijk voor de zorg van kinderen en het huishouden. Ongetrouwde meisjes moesten volgens de wet hun vader gehoorzamen, en als hij was overleden, stonden ze onder voogdij van een broer, neef of oom. Was een vrouw getrouwd, dan nam de echtgenoot de taak van voogd over, en moest zij hem gehoorzamen.
Ruytenburch was een koopman, hij kocht verschillende waren op om ze vervolgens te verkopen met het doel hier winst uit te behalen. Kooplieden hadden hun vrouw vaak hard nodig als partner in het familiebedrijf. Betaalde arbeidskrachten konden je in de steek laten of bedriegen, maar van een echtgenote kon je vertrouwen verwachten. Om die reden kregen die vrouwen meer vrijheid en dit was zelfs wettelijk geregeld. Een ‘openbare koopvrouw’ werd ze dan genoemd. In die positie had de vrouw stilzwijgend toestemming van haar man om handel te drijven, tenzij hij haar dit expliciet verbood.
Opdracht 1 – Kleding maakt de man
Uitsnede van Willem van Ruytenburch op De Nachtwacht.
Het leven van Van Ruytenburch stond geheel in het teken van zijn zakelijk en bestuurlijke carrière. Hij wist hoe belangrijk het voor zijn status was om perfect op De Nachtwacht afgebeeld te worden.
Bekijk nogmaals het videofragment en beschrijf in eigen woorden op welke wijze Van Ruytenburch steeg op de maatschappelijke ladder.
Bekijk daarna Van Ruytenburch op het schilderij en beschrijf gedetailleerd zijn kleding. Hoe zie je zijn status in zijn kleding terug? Welke verftinten gebruikte Rembrandt voor het goudgeel?
Opdracht 2 – Man versus vrouw
In de tijd van Van Ruytenburch werden vrouwen als ondergeschikt aan mannen beschouwd. Beschrijf de mogelijkheden van vrouwen binnen de maatschappij van nu ten opzichte van de 17de eeuw. Welke belangrijke mijlpalen in de afgelopen eeuwen hebben geleid tot verbetering van de positie van vrouwen?
Les 11 – De verzamelwoede van Rembrandt
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert wat een huwelijkskrakeelkamer is.
Je leert wat een spinhuis is.
Je leert wat een muze in de kunst is.
Je leert over de verzamelwoede van Rembrandt en waar dit terugkomt in zijn schilderijen.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Bekijk het videofragment van Rembrandt van Rijn en kom meer te weten hoe het Rembrandt is gelukt om De Nachtwacht af te maken nadat zijn vrouw Saskia was overleden.
Na De Nachtwacht
Een maand voor de aflevering van De Nachtwacht in 1642 overleed Saskia, de vrouw van Rembrandt. Er brak een zware tijd voor Rembrandt aan. Zijn werk veranderde: het werd donkerder en intenser. Hij ging minder schilderen en maakte in de eerste jaren na De Nachtwacht voornamelijk tekeningen en etsen.
Zelfportret etsend bij een raam, Rembrandt van Rijn, 1648
Hij nam Geertje Dircx in dienst als verzorgster voor zijn zoon, Titus. Ze kregen een relatie, leefden enkele jaren als man en vrouw samen, maar trouwden niet.
Rembrandt raakte verzeild in een nare huiselijke kwestie: hij was een verhouding met zijn dienstmeisje Hendrickje Stoffels begonnen en liet Geertje Dircx vallen. Hierop diende Geertje Dircx een klacht in bij de Huwelijkskrakeelkamer. Voor deze Kamer moest Rembrandt zich ten overstaan van de gemeentelijke huwelijkscommissarissen verweren tegen aantijgingen van Geertje Dircx. Toen ze haar nieuwe bestaan moest opbouwen, had Geertje de sieraden van Saskia beleend. Steeds weer had Rembrandt haar dit verboden en ze mocht ze ook niet als betalingsmiddel gebruiken. Ook de Huwelijkskrakeelkamer legde haar dit verbod op. Toch had ze de sieraden in 1650 weer beleend.
Waarschijnlijk is dit de aanleiding geweest om Geertje te laten opsluiten, want nadat Geertje Rembrandts alimentatievoorstel afwees, kreeg Rembrandt het voor elkaar dat Geertje voor heropvoeding werd opgesloten in het Spinhuis van Gouda. Hier moest Geertje spinnen met als doel weer op het rechte pad zien te komen.
Hendrickje Stoffels werd de nieuwe muze van Rembrandt. Ze inspireerde Rembrandt tot het maken van nieuwe kunst.
Verdieping – Rembrandts verzamelwoede
Rembrandt was een koopzieke verzamelaar. Hij verzamelde van alles! Objecten uit de natuur, waaronder gedroogde dieren, zoals de huid van een leeuw en het schild van een schildpad. Ook was hij een verzamelaar van serviezen, wapens, kledingstukken, munten, schilderijen en muziekinstrumenten. Een kamer in het huis waar Rembrandt woonde, kon beschouwd worden als een museum waar allerlei rariteiten en vreemde of exotische objecten te vinden waren.
Veel van deze objecten zijn terug te zien in zijn schilderijen.
Zo zijn er enkele speren en lansen uit zijn verzameling op De Nachtwacht te zien.
Het meest waardevolle deel van zijn verzameling bestaat uit 8000 tekeningen en prenten van diverse kunstenaars. Hij heeft deze afbeeldingen tijdens zijn leven netjes geordend in 70 albums. Bij elke afbeelding schreef hij de naam van de kunstenaar, het onderwerp en het land van herkomst.
Opdracht 1 – De Kunst Caemer
In de 17de eeuw hadden veel rijke en geleerde burgers een verzameling, zo ook Rembrandt. Het gaf status en zo liet hij zien dat hij een voornaam en geleerd kunstenaar was. Verzamelen was voor Rembrandt een obsessie. Hij verzamelde niet alleen omdat hij de voorwerpen mooi vond, maar hij gebruikte ze ook als voorbeeld voor zichzelf en voor zijn leerlingen. Regelmatig liet hij voorwerpen uit zijn verzameling terugkomen in schilderijen, etsen en tekeningen.
Ga in rijksstudio op zoek naar een schilderij van Rembrandt waarin hij mogelijk een object uit zijn omvangrijke verzameling geschilderd heeft.
Noteer, zoals Rembrandt zorgvuldig in zijn albums deed, hoe het schilderij heet en wanneer Rembrandt het geschilderd heeft. Schrijf erbij welke object(en) uit de verzameling van Rembrandt je in het schilderij ziet.
Opdracht 2 – Het spinhuis
Vanaf 1596 bezat Amsterdam een tuchthuis voor misdadige en zwervende vrouwen. Dit spinhuis was door het stadsbestuur opgezet als heropvoedingsgesticht. Wetsovertreders werden opgesloten en gedwongen te werken als straf en om hen weer op het goede pad te brengen. Er bestond een indeling naar zwaarte van misdrijf en een splitsing naar werk: breien en spinnen.
Geertje Dircx heeft van augustus 1650 tot mei 1655 opgesloten gezeten in het Spinhuis te Gouda.
Vind jij het wel of niet terecht dat Geertje in een spinhuis werd opgesloten? Onderbouw je stelling met argumenten.
Les 12 – De Staalmeesters
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert wat staalmeesters zijn.
Je leert het beroemde schilderij De Staalmeesters kennen.
Je leert een discussie te voeren, waarbij iedereen de kans krijgt om een standpunt te presenteren, te beargumenteren en te verdedigen.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment – Rembrandt over zijn opdrachtgevers
Bekijk het videofragment waarin Rembrandt van Rijn vertelt over zijn opdrachtgevers die hij vereeuwigde op zijn schilderijen.
Inleiding Rembrandt van Rijn – Op grote voet leven
Het geld dat Rembrandt verdiende, was nog niet binnen of hij had het alweer uitgegeven om bijvoorbeeld zijn verzamelingen verder uit te breiden. Rond 1650 kwam Rembrandt in financiële moeilijkheden. De Amsterdamse elite klopte niet meer zo vaak bij hem aan als voorheen. Hij kreeg geen portretopdrachten meer.
Hoewel zijn werk nog altijd werd verkocht, nam de populariteit van Rembrandt af. Dat had te maken met de manier waarop hij omging met zijn klanten: hij leverde een schilderij pas af als hij zelf geld nodig had en vroeg dan meer dan vooraf afgesproken was. Zijn geldproblemen namen dermate toe dat hij zich in 1656 failliet moest laten verklaren. Hij was genoodzaakt om te verhuizen naar een huurhuis aan de Amsterdamse Rozengracht. Zijn huis aan de Jodenbreestraat werd samen met de inboedel, met al zijn kostbare verzamelingen, verkocht. Voor de veiling van de inboedel werd een lijst opgesteld, waardoor we nu weten wat Rembrandt allemaal verzamelde. In zijn nieuwe woning begon Rembrandt onmiddellijk opnieuw te verzamelen.
Om de opbrengst van zijn werken uit de handen van schuldeisers te houden, begonnen zijn partner Hendrickje Stoffels en zijn zoon Titus een kunsthandel. Zij namen Rembrandt in dienst voor kost en inwoning. De stukken die hij maakte, werden eigendom van de kunsthandel. Zo kon hij blijven produceren, zonder dat hij verder in de problemen kwam.
Hendrickje overleed in 1663 en Titus in 1668. Een jaar later stierf Rembrandt. Hij werd begraven in een anoniem graf zonder steen.
Verdieping Rembrandt van Rijn – De Staalmeesters
De waardijns van het Amsterdamse lakenbereidersgilde, bekend als De Staalmeesters, Rembrandt van Rijn, 1662
De Staalmeesters, ook wel bekend als Het College van de Staalmeesters, werd in 1662 door Rembrandt geschilderd in opdracht van het Amsterdamse lakengilde. Dit groepsportret was bestemd voor het Staalhof aan de Staalstraat in Amsterdam, waar de staalmeesters de aangeboden lakens op kwaliteit en kleur keurden.
Het schilderij toont vijf staalmeesters, leden van het college dat verantwoordelijk was voor de keuring van lakenstoffen in de stad, en een bediende. Deze waardijns (proefmeesters) werden staalmeesters genoemd, omdat ze gebruik maakten van stalen (proeflappen) van de te bewerken stof.
Rembrandt plaatse de figuren op een rij achter een tafel, bedekt met een van een zwaar, rijkversierd tafelkleed. Het over de hele voorstelling verspreide licht doet het rode tafelkleed ‘vlammen’. Samen met het lage perspectief krijgen de waardijnen een voorname uitstraling. Zij kijken de toeschouwer indringend aan. Hun lichaamstaal laat zien dat ze volledig opgaan in hun werkzaamheden.
Wie goed kijkt, ziet hoe de houdingen, gebaren en gezichtsuitdrukkingen van de afgebeelde keurmeesters tot in detail zijn vastgelegd. Dit wekt de indruk dat je zelf bijna op het punt staat de kamer van De Staalmeesters binnen te stappen. De staalmeester die is opgestaan, lijkt gereed om je te begroeten. Rembrandt wist een moment van geconcentreerde aandacht vast te leggen, waarin de mannen hun werk lijken te onderbreken om jou aan te kijken.
Het boek op tafel, vermoedelijk de boekhouding van het gilde, en het laken dat ze inspecteren, bieden een fascinerend inkijkje in de wereld van de gilden en hun essentiële rol in de economie van het 17de-eeuwse Amsterdam.
Een groepsportret als kunstvorm was een typisch Hollandse. Hoewel groepsportretten ook in andere Europese landen voorkwamen, zoals Italië en Spanje, bereikte de kunstvorm in Nederland een uitzonderlijke bloei. De democratische en burgerlijke cultuur van de Republiek, waarin collectieve verantwoordelijkheid en burgerparticipatie belangrijk waren, droeg hier sterk aan bij.
Waarom lieten onze voorouders zich in de 17de eeuw zo graag als groep door kunstenaars afbeelden?
Het was een statussymbool om deel uit te maken van een groepsportret, vooral voor leden van belangrijke collectieven zoals schutterijen, stadsbesturen en gilden. In die tijd was het minder belangrijk hoe goed het portret technisch was, maar meer dat men in elk geval werd vereeuwigd.
Deze groepsportretten beeldden vaak bestuurders, leden van stadsbesturen, weeshuizen, schutterijen en andere maatschappelijke instellingen af. Soms werden wel tientallen mensen afgebeeld, allemaal belangrijk genoeg om hun plaats op het portret te verdienen.
Opdracht 1 – Opdrachtgever De Staalmeesters
Het lakenbereidersgilde van het Staalhof was de opdrachtgever voor het groepsportret De Staalmeesters.
Onderzoek de historische en sociale context van die opdrachtgever. Wat was hun motief om dit schilderij te laten maken?
Schrijf vervolgens een artikel van maximaal 250 woorden waarin je het schilderij De Staalmeesters beschrijft. Denk na over hoe de keuze van opdrachtgever de inhoud en stijl van de schilderijen heeft beïnvloed. Wat heb je geleerd over hoe kunst kan variëren afhankelijk van wie de opdrachtgever is?
Opdracht 2 – Klassikale discussie
Stelling: De staalmeesters waren in de 17de eeuw van cruciaal belang voor de welvaart en reputatie van Amsterdam, en hun groepsportret weerspiegelt terecht hun invloed.
a. Verdeel de klas in twee groepen: voorstanders en tegenstanders.
Geef de leerlingen de vrijheid om zelfstandig of in kleine groepen argumenten te bedenken en voorbeelden te vinden die hun standpunt ondersteunen. Moedig hen aan om hun eigen ervaringen, gevoelens en overtuigingen te delen. b. Voorbereiding:
De leerlingen krijgen 5 minuten de tijd om hun argumenten voor te bereiden en hun gedachten te ordenen. Ze kunnen hierbij eventueel bronnen raadplegen. c. Discussie:
Faciliteer een gestructureerde klassikale discussie van 10 minuten, waarbij elke groep de kans krijgt om hun standpunt te presenteren en te verdedigen.
Moedig de leerlingen aan om naar elkaar te luisteren, respectvolle argumenten te presenteren en actief deel te nemen aan de discussie. Ze kunnen vragen stellen, elkaars standpunten bevragen en verschillende perspectieven overwegen. d. Reflectie:
Laat de leerlingen individueel of in kleine groepen bespreken wat ze hebben geleerd en welke standpunten hen het meest hebben beïnvloed.
Les 13 – Een tevreden opdrachtgever, of toch niet?
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert Frans Banninck Cocq kennen en hoe zijn verhouding was tot Rembrandt van Rijn.
Je leert een ander schuttersstuk, De Schutters van wijk VIII in Amsterdam onder leiding van kapitein Roelof Bicker van de schilder Bartholomeus van der Helst, kennen en je vergelijkt dat met De Nachtwacht.
Je leert dat in de 17de eeuw in Nederland sprake was van een economische en culturele bloei en hoe die tot stand kwam.
Je leert hoe de rol en de macht van de adel in de loop van de eeuwen is veranderd.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Bekijk het videofragment waarin je kennismaakt met Frans Banninck Cocq, de kapitein die afgebeeld staat op de Nachtwacht.
Frans Banninck Cocq en zijn ruzie met Rembrandt
Frans Banninck Cocq werd in 1605 aan de Dijkstraat in Amsterdam geboren. Hij was de zoon van Jan Jansz. Cocq, een immigrant uit Bremen die in Amsterdam apotheker was, en Lijsbeth Fransdr Banninck. Frans Banninck Cocq is als kapitein van de schutterij een centrale figuur op De Nachtwacht. Hij is in het statig zwart gekleed en ten voeten uit geportretteerd en was de opdrachtgever van het schilderij. In 1630 trouwde hij met Maria Overlander van Purmerlant, de dochter van de burgemeester van Amsterdam. Banninck Cocq was een succesvolle Amsterdamse bestuurder. Hij startte als commissaris van huwelijkse zaken en werd daarna wethouder. Van 1650 tot 1654 was hij de burgemeester van Amsterdam en trad zo in de voetsporen van zijn schoonvader.
Frans Banninck Cocq wilde, in tegenstelling tot Willem van Ruytenburch (de centrale figuur in het geel gekleed), liever een andere schilder voor het schuttersstuk. Zijn voorkeur ging uit naar Bartholomeus van der Helst. Van der Helst schilderde vooral portretten van regenten en andere mensen uit de elite.
Rembrandt had de vrijheid genomen de sjerp van Frans Banninck Cocq rood te schilderen, terwijl hij in werkelijkheid blauw was. Blauw pigment was destijds echter zeer kostbaar. Banninck Cocq was daarover verbolgen.
Rond 1653, nadat De Nachtwacht al sinds 1642 in de grote feestzaal van de Kloveniersdoelen hing, besloot Frans Banninck Cocq dat de namen van de personen die voor hun beeltenis betaald hadden, aan het schilderij moesten worden toegevoegd. Hij benaderde een andere schilder, die een klein schild met deze namen toevoegde bovenin het schilderij. Toen Rembrandt dit te weten kwam, was hij woest en had hij voor het leven ruzie met Frans Banninck Cocq.
Verdieping - Bartholomeus van der Helst en de rol van de adel
Bartholomeus van der Helst
Frans Banninck Cocq was onder de indruk van het werk van Bartholomeus van der Helst. Voor de opdracht voor het schilderen van het schuttersstuk van zijn compagnie ging zijn voorkeur dan ook uit naar deze schilder. Van der Helst kreeg de opdracht uiteindelijk niet. Toch heeft Van der Helst wel een ander schuttersstuk voor de zaal van de Kloveniersdoelen geschilderd: Schutters van wijk VIII in Amsterdam onder leiding van kapitein Roelof Bicker.
Schutters van wijk VIII in Amsterdam onder leiding van kapitein Roelof Bicker, Bartholomeus van der Helst, geschilderd tussen 1640-1643.
Alle namen van de personen op dit werk zijn bekend, behalve van de jongen met de rode mantel in het midden. Hij is de bediende van de man naast hem met een staf in zijn hand.
Toch is dit niet het bekendste werk dat Van der Helst heeft geschilderd. Een paar jaar later, in 1648, schildert hij de Schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Münster.
Schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Münster, Bartholomeus van der Helst, 1648.
Het is feest. De aanleiding is de Vrede van Münster, het einde van de oorlog met Spanje. Afgebeeld is een maaltijd tijdens de schietwedstrijd die ter ere van de overwinning werd georganiseerd. De aanvoerders van de schutterij schudden elkaar de hand als teken van vrede, de drinkhoorn gaat rond. De gewapende macht van Amsterdam is blij dat de wapens voortaan rusten, zo blijkt uit het gedicht op de trommel. Door het raam is de Singel in Amsterdam te zien.
Adel door de eeuwen heen
In de Middeleeuwen speelde de adel een dominante rol in de Nederlandse samenleving. De adel bestond voornamelijk uit edelen die land bezaten en politieke macht uitoefenden. Hun macht was gebaseerd op het feodale systeem, waarin zij land leenden van de vorst in ruil voor militaire en politieke steun. Ze vormden een aristocratische klasse die privileges genoot zoals belastingvrijstellingen, het recht om rechtspraak uit te oefenen en het recht om troepen te mobiliseren.
In de 17de eeuw – de Gouden Eeuw - was er in Nederland sprake van een economische en culturele bloei. De rol van de adel veranderde geleidelijk. De opkomst van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bracht een verschuiving in macht met zich mee, van de traditionele adellijke elite naar kooplieden en regenten uit de steden. Hoewel de adel nog invloedrijk was, begonnen stedelijke elites een grotere rol te spelen in de politiek en de economie. De rijkdom die voortkwam uit handel en nijverheid zorgde voor nieuwe centra van macht, waardoor de invloed van de traditionele aristocratie afnam.
In de 18de en 19de eeuw veranderde de politieke en sociale structuren in Nederland. Oude feodale privileges werden afgeschaft, waardoor de traditionele machtspositie van de adel werd verzwakt. Door de invoering van de Bataafse Republiek en later het Koninkrijk der Nederlanden vonden er constitutionele hervormingen plaats die de macht van de adel verder beperkten ten gunste van een meer democratisch systeem.
In de 20ste en 21ste eeuw verloor de adel veel van haar politieke en economische invloed. Haar rol werd meer symbolisch en cultureel, hoewel sommige adellijke families nog steeds aanzien genieten en betrokken zijn bij maatschappelijke activiteiten.
Opdracht 1 – Banninck Cocq versus Van Ruytenburch
Frans Banninck Cocq had een voorkeur voor Bartholomeus van der Helst; Willem van Ruytenburch voor Rembrandt van Rijn.
Schrijf een betoog: een tekst waarbij het doel is de lezer te overtuigen van een standpunt. Het standpunt dat je verdedigt is: Bartholomeus van der Helst is een betere schilder dan Rembrandt van Rijn.
Focus je bij je verdediging op zaken zoals de afgebeelde scènes op de schilderijen, de schildertechnieken van beide kunstenaars en de emotionele lading in de werken.
Opdracht 2 – De rol van de adel in de loop van de eeuwen
Maak een tijdlijn die de verandering van de rol van de adel in Nederland illustreert.
Verzamel afbeeldingen die passen bij verschillende periodes in de geschiedenis van de Nederlandse adel, zoals de Middeleeuwen, de Gouden Eeuw, de Nieuwe Tijd en de Nieuwste Tijd. Denk hierbij aan kastelen, handelsschepen, politieke bijeenkomsten en hedendaagse adellijke landgoederen.
Plaats de afbeeldingen op een tijdlijn. Gebruik daarvoor een digitaal hulpmiddel of een vel papier. Maak een bijschrift bij elke afbeelding om de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen te verduidelijken. Beschrijf hoe de rol van de adel in elke periode veranderde en welke invloed dit had op de Nederlandse samenleving.
Les 14 – De vaandeldrager met zijn dromerige blik
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert dat homoseksualiteit in de 17de-eeuw strafbaar was.
Je leert wat de functie van een vaandeldrager was en welke eisen aan hem werden gesteld.
Je leert dat De Nachtwacht wellicht is geïnspireerd op de openingsscène van Vondels ‘Gijsbrecht’.
Je leert hoe de architectuur van Amsterdam zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Bekijk het videofragment van Jan Visscher Cornelissen, de Vaandeldrager op de Nachtwacht.
De vaandeldrager met de dromerige blik in zijn ogen
Jan Visscher Cornelissen is de vaandeldrager op De Nachtwacht. Hij was een welvarend man en als een van de weinigen van top tot teen door Rembrandt op het doek geschilderd. Een vaandeldrager liep vooruit op de troepen van de compagnie. Het was een gevaarlijke functie, want je was op die positie een gemakkelijk doelwit voor tegenstanders. Bovendien wapperde je als vaandeldrager met het vaandel waardoor je extra opviel.
Eén van de eisen die aan vaandeldragers werden gesteld, was dat ze vrijgezel waren. Daarnaast moest een vaandeldrager knap, jong en goed gekleed zijn. Sommige jongemannen in deze periode gingen tegen de conservatieve tijdgeest in door hun haar te laten groeien en flamboyante, dandyachtige kleding te dragen. Door de stijgende welvaart ontstond ruimte voor buitenbeentjes en werd enige extravagantie geaccepteerd.
Toen Jan Visscher Cornelissen voor de eerste keer het schilderij zag, was hij, naast dat Rembrandt zijn gelijkenis doeltreffend had neergezet, vooral onder de indruk van de blik in zijn ogen. Rembrandt had Visscher Cornelissen neergezet als een dromer. Iemand die kon verdwalen in kunst, verhalen en theater. Precies zoals hij was.
Verdieping – Gijsbrecht van Aemstel als inspiratiebron
Gijsbrecht van Aemstel was een toneelstuk van Joost van den Vondel, dat hij speciaal schreef voor de opening van de eerste stenen schouwburg in Amsterdam. Het gebouw aan de Keizersgracht was het eerste theatergebouw in heel Europa dat uit bakstenen werd gebouwd. Vondel bedacht er zelfs een nieuw woord voor: schouwburg. Op 3 januari 1638 ging het stuk in première. Het verhaal speelde zich af rond de middeleeuwse stad Amsterdam. Hoewel de Amsterdamse vrouwen in de 17de eeuw veel meer vrijheid hadden dan elders in Europa mochten ze in de tijd van Van den Vondel nog niet in het openbaar toneelspelen. De eerste jaren werd De Gijsbrecht dan ook opgevoerd met alleen mannelijke acteurs, ook voor de vrouwenrollen!
De Gijsbrecht ging over de ondergang van Amsterdam in het jaar 1300. Na een belegering van een jaar door troepen uit de omliggende streken en dorpen werd de stad platgebrand en geplunderd. In het stuk was te zien dat uit de vernietiging van het kleine Middeleeuwse ‘Aemstelredam’ het trotse 17de-eeuwse Amsterdam ontstond. Het zou kunnen dat De Nachtwacht is geïnspireerd op de openingsscène van Van den Vondels Gijsbrecht. In deze scène komt Gijsbrecht erachter dat de vijand plots is vertrokken. Rembrandt heeft het toneelstuk een aantal malen gezien. Hij heeft daar ook schetsen gemaakt. Daarop zie je lansiers en trommelaars. Toen hij de opdracht kreeg om de schutterij te schilderen wilde hij iets anders maken dan de toen bekende stukken waarop iedereen min of meer op een rij staat afgebeeld. Een aardig detail is dat Rembrandt bij een van de figuren van De Nachtwacht, op zijn kraag, zelfs de inscriptie ‘Gijsb.’ heeft aangebracht.
Opdracht 1 – Architectuur van Amsterdam door de eeuwen heen
Amsterdam had in 1638 het eerste stenen theatergebouw van Europa.
Onderzoek hoe de architectuur van Amsterdam zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld, van middeleeuwse grachtenpanden tot moderne wolkenkrabbers, zoals wooncomplex The Valley aan de Amsterdamse Zuidas, van nu. Presenteer je bevindingen digitaal in een PowerPoint of Prezi.
Opdracht 2 – Gijsbrecht van Aemstel
Zoek op internet meer informatie over Gijsbrecht van Aemstel.
Leg uit welk beeld De Nachtwacht en Gijsbrecht van Aemstel schetsen van Amsterdam van de 17de eeuw. Welke boodschap dragen ze uit?
Les 15 – Het verhaal van de musket en een quiz
Digitale lessenserie De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn
In deze lessenserie wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over De Nachtwacht.
De lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden.
Elke les neemt 30 minuten in beslag en bestaat uit de volgende onderdelen:
Inleiding digitale lessenserie
Leerdoelen
Drie kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Videofragment
Inleidende tekst en verdieping
Twee opdrachten
Leerdoelen
Je leert wat een musket en een musketier is.
Je leert dat het meisje op De Nachtwacht symbool staat voor de kloveniersgilde.
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Oefening: Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Bekijk het videofragment van Jan van der Heede waarin hij uitlegt waarom hij als musketlader afgebeeld staat op de Nachtwacht.
Het verhaal van de musket
Jan van der Heede werd in 1610 geboren. Hij was een welvarende koopman die handelde in kruiden en specerijen. Op het moment dat De Nachtwacht werd geschilderd, had hij een groot pakhuis op het Damrak in Amsterdam. Op De Nachtwacht is hij te zien in opvallende rode kleding. Hij laadt zijn musket. Dat markeert het begin van het verhaal van de musket, dat diagonaal over het schilderij loopt. Het musket wordt in een onnatuurlijke houding van bovenaf geladen. Vreemd omdat op die manier veel kruit verloren gaat. De opvallende rode kledij past bij 17de-eeuwse vrijgezellen die in die tijd uitbundige kleurrijke kleding droegen.
Van der Heede werd op 11 mei 1655 begraven in de Oude Kerk te Amsterdam.
Verdieping – Het meisje dat licht uitstraalt
In het videofragment verbaast Jan van der Heede zich over het meisje op het schilderij. Wat doet dit meisje op het schuttersstuk? Ze trekt alle aandacht doordat Rembrandt haar heeft weergegeven alsof ze licht uitstraalt.
Tot op de dag van vandaag is het onduidelijk wie dit meisje is. Het zou een dochter van één van de schutters kunnen zijn of het is een meisje met de gelaatstrekken van zijn vrouw Saskia.
Wat we wel weten, is dat het meisje symbool staat voor het Kloveniersgilde. Ze heeft namelijk drie voorwerpen aan haar jurk: een dode kip, een pistool en een kruittasje. De klauwen van de kip en het pistool verwijzen naar de kloveniers die ook wel ‘de clauweniers’ werden genoemd.
Opdracht 1 – Licht
Bekijk nogmaals het schilderij De Nachtwacht. In het overwegend donkere groepsportret laat Rembrandt op diverse plekken een straal licht verschijnen. Omschrijf nauwkeurig waar Rembrandt dit heeft toegepast. Beargumenteer daarnaast waarom jij denkt dat Rembrandt dit juist op deze plaatsen op het schilderij heeft toegepast. Wat wilde Rembrandt hiermee zeggen?
Opdracht 2 – Quiz
Inmiddels ben je veel te weten gekomen over De Nachtwacht. De meeste onderwerpen zijn behandeld in de vijftien lessen over Rembrandt. Voor een paar vragen moet je het antwoord nog zelf opzoeken. Test in deze eindquiz je kennis!
Het arrangement Lessenserie De Nachtwacht is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0
Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Lessenserie over De Nachtwacht voor vwo bovenbouw. De lessenserie sluit aan bij de film 'Praten met de Nachtwacht. In deze lessenserie voor vwo bovenbouw over De Nachtwacht wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over dit schilderij van Rembrandt. De vijftien lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden. Elke les neemt 30 minuten in beslag.
Leerniveau
HAVO 4;
VWO 6;
HAVO 5;
VWO 4;
VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Kijken en luisteren naar;
Culturele en kunstzinnige vorming;
Kunst en cultuur;
Beeldende vormgeving;
Maatschappijleer;
De tijd van regenten en vorsten (1600 - 1700);
Geschiedenis;
Lessenserie over De Nachtwacht voor vwo bovenbouw. De lessenserie sluit aan bij de film 'Praten met de Nachtwacht. In deze lessenserie voor vwo bovenbouw over De Nachtwacht wordt telkens een ander aspect onder de loep genomen en kom je steeds meer te weten over dit schilderij van Rembrandt. De vijftien lessen kunnen in willekeurige volgorde gevolgd worden. Elke les neemt 30 minuten in beslag.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Kennisvragen, wat weet je al over dit onderwerp?
Eindquiz
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.