Verdieping Rembrandt van Rijn – De Staalmeesters

De waardijns van het Amsterdamse lakenbereidersgilde, bekend als De Staalmeesters, Rembrandt van Rijn, 1662

De Staalmeesters, ook wel bekend als Het College van de Staalmeesters, werd in 1662 door Rembrandt geschilderd in opdracht van het Amsterdamse lakengilde. Dit groepsportret was bestemd voor het Staalhof aan de Staalstraat in Amsterdam, waar de staalmeesters de aangeboden lakens op kwaliteit en kleur keurden.
Het schilderij toont vijf staalmeesters, leden van het college dat verantwoordelijk was voor de keuring van lakenstoffen in de stad, en een bediende. Deze waardijns (proefmeesters) werden staalmeesters genoemd, omdat ze gebruik maakten van stalen (proeflappen) van de te bewerken stof.

Rembrandt plaatse de figuren op een rij achter een tafel, bedekt met een van een zwaar, rijkversierd tafelkleed. Het over de hele voorstelling verspreide licht doet het rode tafelkleed ‘vlammen’. Samen met het lage perspectief krijgen de waardijnen een voorname uitstraling. Zij kijken de toeschouwer indringend aan. Hun lichaamstaal laat zien dat ze volledig opgaan in hun werkzaamheden.
Wie goed kijkt, ziet hoe de houdingen, gebaren en gezichtsuitdrukkingen van de afgebeelde keurmeesters tot in detail zijn vastgelegd. Dit wekt de indruk dat je zelf bijna op het punt staat de kamer van De Staalmeesters binnen te stappen. De staalmeester die is opgestaan, lijkt gereed om je te begroeten. Rembrandt wist een moment van geconcentreerde aandacht vast te leggen, waarin de mannen hun werk lijken te onderbreken om jou aan te kijken.
Het boek op tafel, vermoedelijk de boekhouding van het gilde, en het laken dat ze inspecteren, bieden een fascinerend inkijkje in de wereld van de gilden en hun essentiële rol in de economie van het 17de-eeuwse Amsterdam.

Een groepsportret als kunstvorm was een typisch Hollandse. Hoewel groepsportretten ook in andere Europese landen voorkwamen, zoals Italië en Spanje, bereikte de kunstvorm in Nederland een uitzonderlijke bloei. De democratische en burgerlijke cultuur van de Republiek, waarin collectieve verantwoordelijkheid en burgerparticipatie belangrijk waren, droeg hier sterk aan bij.
Waarom lieten onze voorouders zich in de 17de eeuw zo graag als groep door kunstenaars afbeelden?
Het was een statussymbool om deel uit te maken van een groepsportret, vooral voor leden van belangrijke collectieven zoals schutterijen, stadsbesturen en gilden. In die tijd was het minder belangrijk hoe goed het portret technisch was, maar meer dat men in elk geval werd vereeuwigd.
Deze groepsportretten beeldden vaak bestuurders, leden van stadsbesturen, weeshuizen, schutterijen en andere maatschappelijke instellingen af. Soms werden wel tientallen mensen afgebeeld, allemaal belangrijk genoeg om hun plaats op het portret te verdienen.