Verdieping – Gijsbrecht van Aemstel als inspiratiebron

Gijsbrecht van Aemstel was een toneelstuk van Joost van den Vondel, dat hij speciaal schreef voor de opening van de eerste stenen schouwburg in Amsterdam. Het gebouw aan de Keizersgracht was het eerste theatergebouw in heel Europa dat uit bakstenen werd gebouwd. Vondel bedacht er zelfs een nieuw woord voor: schouwburg. Op 3 januari 1638 ging het stuk in première. Het verhaal speelde zich af rond de middeleeuwse stad Amsterdam. Hoewel de Amsterdamse vrouwen in de 17de eeuw veel meer vrijheid hadden dan elders in Europa mochten ze in de tijd van Van den Vondel nog niet in het openbaar toneelspelen. De eerste jaren werd De Gijsbrecht dan ook opgevoerd met alleen mannelijke acteurs, ook voor de vrouwenrollen!

De Gijsbrecht ging over de ondergang van Amsterdam in het jaar 1300. Na een belegering van een jaar door troepen uit de omliggende streken en dorpen werd de stad platgebrand en geplunderd. In het stuk was te zien dat uit de vernietiging van het kleine Middeleeuwse ‘Aemstelredam’ het trotse 17de-eeuwse Amsterdam ontstond. Het zou kunnen dat De Nachtwacht is geïnspireerd op de openingsscène van Van den Vondels Gijsbrecht. In deze scène komt Gijsbrecht erachter dat de vijand plots is vertrokken. Rembrandt heeft het toneelstuk een aantal malen gezien. Hij heeft daar ook schetsen gemaakt. Daarop zie je lansiers en trommelaars. Toen hij de opdracht kreeg om de schutterij te schilderen wilde hij iets anders maken dan de toen bekende stukken waarop iedereen min of meer op een rij staat afgebeeld. Een aardig detail is dat Rembrandt bij een van de figuren van De Nachtwacht, op zijn kraag, zelfs de inscriptie ‘Gijsb.’ heeft aangebracht.