Verdieping – Etaleer je macht

Frans Banninck Cocq toonde zijn macht door zich met zijn schutterscompagnie door Rembrandt te laten vereeuwigen. 
De mannen van de schutterij, inclusief Frans Banninck Cocq en Willem van Ruytenburch, hadden rond 1640 voornamelijk een ceremoniële functie. Het waren vooral officiële gebeurtenissen waarbij ze hun opwachting maakten. Eerder hadden de schutterijen, vooral in tijden van oorlog, een actieve en vooraanstaande rol gespeeld bij de verdediging van de stad. Maar het vechten was in de loop van de jaren overgenomen door professionele huurlegers.

De officieren van de schutterij behoorden tot de financiële en culturele elite van de stad. Zij hadden grote politieke macht. Men wilde zich graag laten zien, en betaalde grof geld om op het schilderij afgebeeld te worden. Vaak was het portret in de 17de eeuw het belangrijkste onderdeel van een schuttersstuk. Elk gezicht was mooi vol belicht en duidelijk herkenbaar; het liefst zo herkenbaar mogelijk! Voor de Amsterdammers en de wereld was het zo in één oogopslag duidelijk wie het in de stad voor het zeggen had. Al was de 33-jarige Banninck Cocq dan nog geen burgemeester, hij bekleedde al een aantal jaren vooraanstaande bestuurlijke ambten.

Rembrandt had een duidelijke opdracht: schilder een groepsportret van een schutterij.
Hij maakte een groepsportret van de officieren en andere schutters van wijk II in Amsterdam,
maar wel onder zijn voorwaarden! Dus liet Rembrandt in zijn meesterwerk veel meer zien dan een herkenbare gelijkenis van de twee heren op de voorgrond.
Oorspronkelijk had het werk geen titel. Rembrandt heeft het werk nooit ‘De Nachtwacht’ genoemd. Het is een vreemde titel als het tafereel bij daglicht plaatsvindt en er geen nachtwacht wordt gehouden.