Inleiding
De lessenserie, geschikt voor leerlingen van de onderbouw, begint met de introductie van het boek: Kleine ijsbeer - een ijsbeer in de tropen. Dit boek zal bij elke les weer aan bod komen. De leerlingen maken kennis met de kleine ijsbeer, Lars. Lars drijft op een ijsschots weg uit zijn witte poolwereld en komt in een land waar het warm en groen is. Tijdens de gehele lessenserie staan deze begrippen centraal: koud, warm, smelten, vriezen, drijven en zinken. De leerlingen maken kennis met verschillende talen, en worden gestimuleerd om hun eigen thuistaal te gebruiken. Door meertaligheid op meerdere manieren te stimuleren tijdens de lessen, willen we dat alle leerlingen zich gehoord en gezien voelen.
Doel van de les:
Onze lessenserie bevat verschillende doelen. Het overkoepelende doel is om kennis te maken met meertaligheid. De leerlingen worden gestimuleerd om hun thuistaal actief te gebruiken in de klas.
Activiteit:
In de lessenserie komen meerder vakgebieden aanbod: Rekenen, taal, beeldende vorming en mens, natuur en techniek. Tijdens de lessenserie staat het boek: Kleine ijsbeer - een ijsbeer in de tropen centraal. Daarnaast maken we gebruik van de website: Prentenboeken in alle talen, op deze website is de vertaling van het prentenboek te beluisteren in zevenendertig talen.
Bron: Stichting VoorleesExpress. (z.d.). Prentenboeken in alle talen. Geraadpleegd op 10 januari 2025, van https://prentenboekeninalletalen.nl/
Achtergrond
Achtergrond:
De stichting Voorleesexpress heeft een aantal prentenboeken laten inspreken in diverse spreektalen en verschillende talen, zoals Arabisch, Armeens, Bosnisch, Oekraïens, Spaans en Tigrinya. De Voorleesexpress heeft de boeken laten inspreken zodat kinderen en ouders samen boeken kunnen lezen/luisteren in hun eigen taal, maar ook om de meertaligheid een plek te geven in het onderwijs. Leraren kunnen de ingesproken boeken, individueel door kinderen laten beluisteren. Ze kunnen ook aan de hand van de ingesproken prentenboeken klassikale activiteiten doen, gericht op meertaligheid en het kennismaken met andere talen. Er is nu een serie aan ingesproken prentenboeken beschikbaar, maar werkvormen en lesmateriaal bij de verschillende boeken ontbreken nog. Passend bij het boek Kleine ijsbeer- ijsbeer in de tropen hebben wij, studenten van de Pabo NHL Stenden Leeuwarden een lessenserie ontworpen.
Thema:
De thema's die bij de lessenserie centraal staan: koud, warm, drijven, zinken, bevriezen, smelten, reizen, landen, wonen, noordpool, tropen en kleuren.
Links:
Hieronder staat de link naar de website prentenboeken in alle talen van De stichting Voorleesexpress.
Kleine ijsbeer - Een ijsbeer in de tropen | Prentenboeken in alle talen
Leerdoelen
In deze lessenserie gaan de leerlingen binnen verschillende vakgebieden werken aan meerdere leerdoelen. Onderstaand staan de leerdoelen per les beschreven.
Introductieles
Leerdoel: leerlingen leren woorden die passen binnen de thema's van het boek (zie les kern). Leerlingen ervaren drijven en zinken en het verschil tussen warm, koud en ijskoud. Deze doelen passen bij de volgende kerndoelen:
SLO doelen.
Kerndoel 1 - De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 42 - De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. -> Ervaren de kracht van water (drijven en zinken) & ervaren warm en koud subjectief.
Kerndoel 43 - De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
Taalles - Taalronde
Leerdoel: Het stimuleren van mondelinge taalvaardigheid en het uitbreiden van woordenschat door kinderen te laten praten, luisteren en nadenken over hun eigen ervaringen en kennis rondom het prentenboek: De kleine ijsbeer in de tropen. De taalronde sluit aan bij kerndoel 1 en 2.
SLO doelen.
Kerndoel 1 - Mondelinge taalvaardigheid: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren deze informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. In deze taalronde oefenen kinderen met luisteren naar anderen, informatie verwerken en eigen ervaringen gestructureerd vertellen.
Kerndoel 2 - Taalbeschouwing en woordenschat: De leerlingen leren taal te gebruiken als middel om te reflecteren op eigen ervaringen en om relaties te leggen met nieuwe begrippen. De kinderen breiden hun woordenschat uit met begrippen zoals warm, koud, smelten, bevriezen en gebruiken deze om eigen ervaringen te beschrijven.
Mens, natuur en techniek - Smeltende iglo
We leren en ervaren de begrippen: smelten/bevriezen, ijs/water, koud/warm. Dit past bij kerndoel 42.
Leervraag: Hoe kan het dat ijs smelt?
SLO doel.
Kerndoel 42 - De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. -> Ervaren de kracht van water (drijven en zinken) & ervaren warm en koud subjectief.
Beeldende vorming - Warme en koude kleuren
De leerlingen leren spelenderwijs dat kleuren te verdelen zijn in koude en warme kleuren.
De leerlingen kunnen een verftekening maken door koude of warme kleuren te gebruiken.
De leerlingen kunnen dieren aan de hand van afbeeldingen plaatsen in een koud of warm land.
SLO doel.
Kerndoel 54 - Beeldende vorming
Kleur; kleurennamen, soorten kleuren, het mengen van kleuren.
Schilderen; schilderen met vingerverf, plakkaatverf en gekleurde inkt
Rekenles - Ijsschotsen springen
Leerdoel: De leerlingen leren de telrij t/m 10. Daarnaast leren de leerlingen verkort tellen en getalpatronen van dobbelstelen herkennen.
SLO doel.
Kerndoel 26 - Rekenen/wiskunde- Getallen en bewerkingen.
De telrij tot 10/20: de telwoorden, verder tellen en terugtellen vanaf een willekeurig getal.
Tellen in sprongen van 2, 5 en 10.
Getalpatronen herkennen zoals die op de dobbelsteen en bij dominostenen.
Bron: SLO. (z.d.). TULE: Tussendoelen en leerlijnen. Geraadpleegd op 10 januari 2025, van https://www.slo.nl/thema/meer/tule/
Lessenserie
Introductieles
Introductie van het boek/thema
Tijdens de introductie staat verwondering centraal. Van tevoren vriest de leraar een ijsblok in, deze drijft in een bak met water met daarop een ijsbeertje. Het gaat erom dat de leerlingen worden geactiveerd en nieuwsgierig worden naar het boek. Stel vragen als: zou de ijsbeer de hele dag droog kunnen blijven? Wanneer gaat het ijsblok smelten? Wat gebeurt er als het gaat regenen? Hoe zou de ijsbeer kunnen verplaatsen? Na de verwondering introduceer je het boek, vertel kort waar het over gaat en lees daarna het boek met zo weinig mogelijk onderbrekingen voor.
Hieronder vindt u het lesvoorbereidingsformulier.
Taalles
Taalronde
Tijdens de taalles, volgen we de onderdelen van een taalronde, waarin één onderwerp centraal staat. Gedurende deze taalronde staat het vergelijken van warme landen met koude landen centraal. De les start met verwondering: de leerkracht komt de klas binnen met een koffer. In de koffer zitten items die kenmerkend zijn voor een warm en/of koud land. Vervolgens gaat de leerkracht in gesprek met de kinderen. Kinderen delen hun ervaringen van een reis naar warm/koud land. Na de vertelrondes gaan de kinderen lijstjes maken. Ze krijgen een papier waarop ze iets warm, iets kouds en iets dat smelt of bevriest tekenen. Aan het eind van de les is er afsluitend spel, waar de opgedane kennis in naar voren komt.
Hieronder vindt u het lesvoorbereidingsformulier.
Tiny tap, een ijsbeer in de tropen.
Mens, natuur en techniek
Smeltende iglo
De leerlingen gaan zelf aan de slag met het maken van een iglo. Tijdens deze les leren ze over de begrippen smelten/bevriezen, ijs/water en koud/warm. De leervraag tijdens deze les is: hoe kan het dat ijs smelt? Na een korte introductie is het tijd om aan de slag te gaan, de leerlingen gaan een iglo bouwen van suikerklontjes. De suikerklontjes plakken ze aan elkaar met suikercement. Wanneer de iglo's af zijn gaan we deze laten ‘smelten’. Dit doen we door warm water over de iglo heen te gieten. Wat gebeurt er met de iglo? Wat zie je? En hoe denk je dat dit kan?
Hieronder vindt u het lesvoorbereidingsformulier.
Beeldende vorming
Warme en koude kleuren
De leerlingen ontdekken wat het verschil is tussen warme en koude kleuren door deze op een creatieve manier te koppelen aan het leefgebied van dieren. De les start met het bekijken van een video over een ijsbeer die op vakantie gaat naar een warm land. Gedurende de video komen de kinderen tot de ontdekking dat een warm land niet de plek is voor een ijsbeer. Hierna bekijken de leerlingen afbeeldingen van dieren en bedenken ze welke dieren in warme landen wonen en welke in koude landen wonen. Vanuit het introduceren van de termen warm en koud, gaan de leerlingen bekijken welke kleuren passend zijn bij de termen. Op een creatieve manier, namelijk schilderen, ontdekken de leerlingen het verschil tussen warme en koude kleuren. Als verwerkingsopdracht maken de leerlingen een verftekening in de kleuren die passen bij het door hun zelfgekozen dier.
Hieronder vindt u het lesvoorbereidingsformulier.
Rekenles
Ijsschotsen springen
De leerlingen leren de telrij in het Nederlands en in hun eigen thuistaal. Ze gaan springen van ijsschots naar ijsschots en tellen hierbij de schotsen. Doordat de kleine ijsbeer naar de tropen gaat, smelten er een paar ijsschotsen. De leerlingen leren verkort tellen tot 10 in het Nederlands en eigen thuistaal.
Hieronder vindt u het lesvoorbereidingsformulier.