Iedereen kan gebruikmaken van collectieve goederen. Tijdens het experiment hebben we gemerkt dat mensen hier verschillend mee omgaan: sommigen kiezen voor zichzelf en anderen voor de groep. Daarom hebben we in de echte wereld een overheid nodig die ervoor zorgt dat iedereen dezelfde rechten en plichten heeft.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Sociale verzekeringen en voorzieningen zijn er om de zwakkeren in de samenleving te helpen. Die zorgen ervoor dat mensen die dat nodig hebben een uitkering krijgen en dat niemand onder het sociaal bestaansminimum leeft. Dat laatste is het brutobedrag dat minimaal nodig is om van te leven.
De meeste uitkeringen ontvang je via een verzekering en worden betaald uit sociale premies. Bij werknemers gaan de sociale premies van het brutoloon af en voor werkgevers horen de sociale premies bij de loonkosten van het bedrijf. De belangrijkste verzekeringen zijn:
Volksverzekeringen: iedereen die in Nederland woont en/of werkt heeft recht op deze uitkeringen.
Werknemersverzekeringen: alleen (ex-)werknemers hebben hier recht op.
Sommige uitkeringen worden betaald uit belastingen. Het meest bekende voorbeeld is de bijstandsuitkering die mensen zonder inkomen ontvangen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De Nederlandse beroepsbevolking bestaat uit werknemers en zelfstandigen. Dit zijn alle personen woonachtig in Nederland tussen de 15 en 75 jaar die betaald werk verrichten of betaald werk zoeken en daarvoor direct beschikbaar zijn. De beroepsbevolking kan je opdelen in de werkzame beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking:
De werkzame beroepsbevolking zijn de mensen die betaald werk verrichten.
De werkloze beroepsbevolking zijn de mensen die betaald werk zoeken en daarvoor direct beschikbaar zijn.
Het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) houdt bij welke mensen geen baan hebben, keert de WW-uitkeringen en bijstandsuitkeringen uit en helpt mensen om werk te vinden.
Niet iedereen wordt officieel als werkende of werkloze geregistreerd. Er kan dus ook sprake zijn van:
Verborgen werkgelegenheid: bijvoorbeeld zwartwerk, vrijwilligerswerk of werkende 75-plussers.
Verborgen werkloosheid: bijvoorbeeld mensen die wel een baan zoeken maar niet bij het UWV zijn ingeschreven, huismannen- of vrouwen, mensen die geen inkomen uit werk nodig hebben.
Opdrachten: werk en werkloosheid
0%
Beantwoord de vragen en kijk je antwoorden na als je klaar bent.
Maak daarna een bewijs van deelname aan, sla deze op als PDF en lever het bestand vervolgens in via Teams.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tijdens je middelbare school ga je een profiel kiezen van vakken die je leuk en interessant vindt. Vervolgens ga je na je middelbare school (waarschijnlijk) een opleiding doen die past bij jouw profielkeuze. Met die opleiding kom je uiteindelijk in een bepaald beroep terecht en tijdens je werkende leven zou het best kunnen dat je nog weleens van beroep gaat wisselen.
Eigenlijk leg je nu dus al de basis voor het beroep dat je later gaat beoefenen. En daarmee jouw bijdrage aan onze samenleving en economie: de arbeidsmarkt en verzorgingsstaat van Nederland waar we eerder over hebben geleerd. Het is dus goed om je eens te oriënteren op de beroepen die er allemaal zijn.
Kies een beroep uit de lijst die door de docent is uitgedeeld en bereid een pitch van 1 minuut voor. Het is de bedoeling dat je de rest van de klas informatie geeft over het beroep en probeert de overtuigen om hier later voor te kiezen.
De pitches zijn aan het eind van de les. Iedereen is dus vandaag nog aan de beurt. Zorg ervoor dat jullie allebei of alle drie een stukje van de pitch doen.
Je bereidt de pitch voor door de vragen in deze Wikiwijs opdracht te beantwoorden. Nadat je de vragen in Wikiwijs hebt beantwoord, bespreek je wat jullie in de pitch willen presenteren en bereid je dat voor
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het brutoloon is het inkomen dat je met je werkgever hebt afgesproken en staat op je loonstrookje, maar dit is niet wat je daadwerkelijk op je bankrekening krijgt. Het bedrag dat op je bankrekening wordt bijgeschreven noemen we het nettoloon. Er zijn twee dingen die je van het brutoloon moet aftrekken om het nettoloon te berekenen:
Pensioenpremie: een bedrag dat je werknemer inhoudt op je inkomen en je krijgt als je stopt met werken.
Loonheffing: een bedrag dat bestaat uit:
de belasting die je aan de overheid afdraagt,
de premies volksverzekeringen voor sociale uitkeringen zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW),
en de bijdrage aan de verplichte Zorgverzekeringswet (Zvw).
De loonkosten voor de werkgever zijn hoger dan het brutoloon. Dit komt omdat de werkgever per werknemer ook premies afdraagt: een extra bijdrage aan pensioen en zorgverzekering en de premies voor de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet (WW).
De volgende formules zijn belangrijk om te onthouden:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
collectieve goederen
sociale zekerheid
werk en werkloosheid
groepsopdracht 1: pitch
loon en arbeidsovereenkomst
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.