Wie ooit wel eens op zee geweest is weet dat zeewater altijd stroomt.
Uiteraard hebben we te maken met getijstromen welke ontstaan door eb en vloed, maar er zijn ook stromen die constant dezelfde kant op stromen: oceaanstromen.
Een getijstroom keert dus om de (+/-) zes uur en een zeestroom gaat altijd dezelfde kant op.
En ín die zeestroom hebben we wel weer getijstromen.
In een noordelijke zeestroom kan een getijstroom naar het zuiden staan.
Die zal alleen wat minder sterk zijn dan wanneer er geen zeestroom gestaan zou hebben.
(Oceaan)stromen komen op alle diepten voor, maar zijn aan de oppervlakte het sterkst en op de bodem van de oceanen en troggen zal die zo goed als nul zijn.
In elk geval verwaarloosbaar.
Er is een verschil in benamingen in het Nederlands en het Engels.
In het Nederlands hebben we het over Zee- / oceaanstroom en over getijstroom.
in beide gevallen dus over stroom.
In het Engels het stroom veroorzaakt door getij een current en een stroom veroorzaakt door een zeestroom een stream.
(En om het een beetje verwarrender te maken heten sommige stream toch stiekem current...)
Getijstromen
Getijstromen zijn stromen die ontstaan ten gevolgen van eb en vloed en dus ten gevolge van de stand van de zon en de maan.
Ze zijn op te zoeken in stroomatlassen, in de zeekaart middels "Tidal Diamonds"("Wybertjes"), mits deze aangesloten is op Admiralty Total Tide (ATT)kunnen ze ook op de ECDIS gevonden worden of zelfs zichtbaar gemaakt worden met vectoren.
Bij het aan- en uitlopen van havens kan de loodsdienst natuurlijk veel betekenen.
Oceaanstromen
Oceaanstromen ontstaan ten gevolge van de natuurkundige wet middelpuntvliedende kracht en de, door de rotatie van de aarde, ontstane corioliskracht.
Deze zijn onder meer op te zoeken in
-Klimatologische atlassen
-
-Het Mariners' Handbook (NP100)
-
-Pilot charts
- Ocean passages of the world.
Al deze informatie is ook op het internet te vinden en zijn digitaal te verkrijgen bij de Admiralty.
Zeestromen
Zeestromen kunnen op verschillende manieren ontstaan
Er bestaan:
- Drifstromen
-Gradiëntstromen
-Opwellingen
Soorten Oceaanstromen
Een oceaanstroming is niets anders dan een opeenhoping van water op één plek die uiteraard ergens heen moet en daardoor begint te stromen naar een plek waar op dat moment minder water is.
Maar ook de temperatuur van het zeewater is een hele grote factor.
Misschien wel de belangrijkste.
Rondom de evenaar staat de zon loodrecht op het aardoppervlak te knetteren.
De laag zeewater die daardoor opwarmt is best dik.
In de tropen is de laag bijna 200 meter dik (Linker figuur).
In die laag blijft de temperatuur ook redelijk constant om dan vanaf zo'n 200 meter tot zo'n 800 meter snel af te nemen naar een graad of 4-5.
En die temperatuur blijft het dan ook.
Vanaf die diepte is de oceaantemperatuur overal gelijk.
Zomer, winter, tropen, arctische gebieden, dat maakt niets uit.
Dit komt omdat er op die dieptes niet meer gemengd wordt ten gevolge van stormen.
Zoals elk materiaal dat warm wordt zet ook water uit naarmate het warmer wordt.
Dus die bel warm water moet ergens heen.
Dat gaat twee kanten op:
Naar het Noorden en naar het Zuiden.
Maar de aarde draait.
En met een flinke snelheid ook.
Dus terwijl dat water naar (in ons voorbeeld) naar boven stroomt wordt het ook naar rechts geslingerd.
De globale richting wordt dan dus schuin naar boven.
Uiteindelijk botst het tegen een continent aan waardoor het weer naar boven en beneden afbuigt.
Ondertussen koelt het water ook af waardoor het naar beneden zakt.
Boven de evenaar is onderaan de kolom water een onderdruk ontstaan, door het opgestegen water.
Het afgekoelde water in het Noorden stroom daar dus weer naar toe.
We hebben nu een circulatie.
Maar dat is niet het enige dat stromingen kan opwekken.
Er zijn ook nog:
-Driftstromen
-Gradiëntstromen
-Opwellingen.
-Seizoensstromen als El Niño.
Driftstromen (Winddriften)
Drifstromen worden opgewekt door winden die een lange tijd of zelfs het hele jaar door naar dezelfde richting waaien.
Bekend zijn de passaat- en moessonwinden.
Het water wil met die wind meewaaien. ("Sleepeffect)
Het krijgt dan ten gevolge van het massatraagheidsmoment, cohesie tussen de waterdeeltjes en wrijving met landdelen een snelheid die grofweg zo'n 1-2% van de windsnelheid (knopen) is.
Maar door de corioliskracht buigt het af.
En wel met een theoretische hoek van zo'n 45°
(Praktijk tussen 20° en 45°
Naarmate de diepte toeneemt neemt de invloed van de corioliskracht ook toe.
De wind heeft immers steeds minder invloed.
De afwijking is op het N-lijk halfrond rechtsom en op het Z-lijk halfrond linksom.
Uiteindelijk kan de stroom op grote diepte zelfs tegengesteld staan aan de stroom aan de oppervlakte of zelfs doordraaien.
Wel met veel minder snelheid, ongeveer 4% van de snelheid die het aan de oppervlakte had.
Het resulterende massatransport of Ekmantransport is dwars op de wind, wat weer aanleiding is voor een gradiëntstroom. De uiteindelijke zeestroom is een resultante van de driftstroom en de gradiëntstroom.
Dit is goed zichtbaar in een zogenaamde Ekmanspiraal. 1: Richting wind
2: Initiële richting (sleeprichting) water
3: Resultante
4:Corioliskracht
Gradiëntstroom.
Net zoals lucht stroomt van hoge druk naar lage druk doet water dat ook.
Door allerlei oorzaken (bijvoorbeeld warmte) kan er een grotere druk in het water ontstaan op één bepaalde plek.
Maar ook:
-Verschil in saliniteit
-Hoogteverschil aan de oppervlakte door opstuwing van wind.
De hoofdrichting van de stroom is dan van het hoge druk gedeelte naar het lage druk gedeelte.
Door het corioliseffect en en de Ekmanfactor buigt de stroom af, net zoals de driftstroom dat doet.
Het grootste effect hiervan is zichtbaar bij nauwe zeestraten die zeeën met elkaar verbindt.
Bijvoorbeeld in de Straat van Gibraltar, waar met name in de zomer, een groot verschil is in temperatuur tussen de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan.
Crossing Gibraltar Strait. Bron: Gofima, YouTube
Opwellingstromen
Opwellingsstroom ontstaat doordat de wind langs of van de kust afwaait.
Doordat de wind water meeneemt ontstaat er een "dal" in het wateroppervlak.
Deze wordt door een onderstroom vanuit dieper, kouder water weer aangevuld.
(Hier stijgt dus kouder water op ipv warm!)
Omdat het uit diep(er) water komt is het koud en daardoor rijk aan plankton.
Dat trekt weer vis aan.
In dit soort gebieden kan men in de tropen soms hele 'velden' van kleine (houten) vissersboten aantreffen.
In gematigder streken kan je mist verwachten.
Oppervlaktestromen in de oceanen
Zoals eerder gezegd ontstaan oceaanstromingen rondom de evenaar en trekken dan noordwaarts en/of zuidwaarts.
Door de corioliskracht draaien ze grofweg op het N-lijk halfrond rechtsom en op het zuidelijk halfrond linksom.
Echter, dit is heel globaal.
Een stroom heeft vaak ook een tegenstroom.
De Brasil counter current is er bijvoorbeeld één.
Deze loopt op enige afstand van de kust naar het zuiden.
De Falklandstroom loopt tussen de Bras. Count Cur en de kust door.
Te ver van de kust en je krijgt stroom tegen, wat dichter bij de kust en je krijgt stroom mee.
De voornaamste zeestromen
Er is een aantal zeestromen waarmee je bij het plannen van de reis echt rekening moet houden.
Ze zijn van behoorlijke invloed op je snelheid en dus ETA, brandstofverbruik en (steeds belangrijker wordend) je CO² footprint.
Noord Atlantic
Noord Equatoriaal stroom en Zuid Equatoriaal stroom
(Warme) Golfstroom
De Golfstroom is een hele belangrijke stroom.
Ter hoogte van de Canadese kust buigt hij af richting Groenland en de UK.
Daar verandert de naam ook in Noord Atlantische Drift.
Bij Ierland vertakt hij zich in de Noorse stroom (west van UK) en de Canarische Stroom. (Via Portugese kust naar het Z, ZW en W.
Ook gaat een gedeelte tussen GB en Europa door naar het noorden, om via de Noordkaap richting het oosten verder te gaan.
De relatief warme temperatuur zorgt ervoor dat Northern Sea Route havens als Moermansk ondanks de strenge winters, met gemiddeld -15°C, het gehele jaar bevaarbaar blijven.
De Oost Groenlandse Stroom vervoert via het zuiden van Groenland in de zomer ijsbergen naar West Groendlandse Stroom de Baffin Bay (Canada) in, waar de Labrador Stroom ze oppikt om ze in zuidelijke richting naar de Atlantische Oceaan te vervoeren.
De Labradorstroom is ook een bijzondere.
Het is koud water, rijk aan plankton en minder zout dan het water van de Atlantische Oceaan.
Why oceans don't mix (Minute Explore YT)
De scheidingslijn tussen de LS en de GS is messcherp.
Het duurt even voordat dat allemaal met elkaar vermengd is.
Zuidelijke Oceaan
Rondom de evenaar zien we de Equatoriale Stroom.
Ten N-en heet hij (je raad het nóóit) de N-Eq stroom en ten Z-en de Z-Eq stroom.
Het is een winddrift veroorzaakt door de zuidooust passaat.
Net boven de Zuidpool zien we ook van deze winddriften.
De Oostelijke Winddrift en de Westelijke Winddrift.
Ze gaan het wereldbolletje helemaal rond omdat ze geen land tegenkomen.
De W-WD doet dat wel, tegen Z-Amerika aan en splitst zich dan ook gelijk af in een N-lijke aftakking: de Peru Stroom.
Deze voert helemaal door naar het noorden waar hij weer over gaat in de S-Eq stroom.
Deze trekt door naar W, botst tegen Australië en buigt af naar het zuiden in de Oost Australische Stroom.
De rest is doorgestroomd naar Kaap de Goede Hoop waar een stuk afsplits naar het noorden en de Benguala Stroom wordt.
Die stroomt naar het N-en om zich ook weer samen te voegen met de Z-Eq stroom die tegen de Oost kust van Afrika als Agulhas Stroom naar het zuiden afbuigt.
Bij Kaap de GH bots hij als (inmiddels) warm water tegen het koude water van de Westen WD waar het voor indrukwekkende verschijnselen als "Rogue Waves" kan zorgen.
Te bestuderen stromen
Stromen die een zeeman op zijn minst dient te kennen zijn:
1) Noord Equatoriale stroom
6) Golfstroom
10, 11) Oost- en West Groenlandse stroom
12 Labradorstroom
17) Benguala stroom
22) Noord Pacific stroom
29) Westen winddrift, met als tegenstroom de Oosten winddrift. (Niet op kaartje)
28, 38) Oost- en West Australische stroom.
Het arrangement Meteo: Zeestromen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Menno Jacobs
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2024-10-07 11:52:44
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.