Nederlands bestaat uit twee delen: Nederlands en Literatuurgeschiedenis. Je maakt in de startopdracht kennis met beide onderdelen.
Nederlands
Bij Nederlands ga je een beschouwing schrijven. Dit SE-cijfer telt 30% mee.
Belangrijk om te weten, voordat je deze periode begint:
Voor het SE Schrijfvaardigheid (Beschouwing) werk je in een groepje, maar schrijf je ieder een eigen beschouwing.
Je werkt de hele periode aan verschillende stappen: stap 1 t/m 5, die je terugvindt in deze quest. Met elke stap kun je punten verdienen voor je SE. In de quest staat per onderdeel hoeveel punten dat zijn.
Op de toetszitting maak je je betoog compleet en verwerk je je feedback.
Werk regelmatig en start direct in de eerste week van deze periode!
Er zijn een aantal ingeroosterde blox waarin je feedback krijgt/geeft of moet werken aan je betoog. Houd dit in de gaten! Kun je er vanwege een dubbele boeking met een keuzevak écht niet bij zijn? Bespreek dit dan op tijd met de vakcoach, zodat we een oplossing kunnen zoeken.
Opdracht: kijk de Quest zorgvuldig door. Weet jij wat je voor je SE moet doen?
Literatuurgeschiedenis
Bij literatuurgeschiedenis gaan we ons verdiepen in de stroming de Verlichting en het boek Sara Burgerhart.
Opdracht:
- Lees 'Het boek' in het menu hiernaast.
- Maak opdracht 1 (video kijken en boek downloaden).
Planning
Planning 5H periode 1
Het vak Nederlands bestaat naast lezen, schrijven en spreken ook uit literatuurgeschiedenis. Ik heb dit in de planning los van elkaar opgenomen. Tijdens de blox besteden we aandacht aan beide delen.
Als je De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart helemaal leest, dan is dit boek 6 op je lijst. Ik heb hier een planning voor opgenomen (zie achter ‘optioneel’). Tijdens de blox zullen we (delen) nabespreken.
Lees je alleen de delen die bij de opdrachten horen, dan moet je ook een boek voor je lijst lezen. Geef dit door aan je vakcoach. Je moet hier dan zelf een planning voor maken.
Het boek De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart kan je verderop in de quest downloaden.
Week
Nederlands
Literatuur
36 (2/9)
Startopdracht:
- Lees goed door wat er in de quest staat.
Startopdracht:
- Lees ‘Het boek’ en maak opdracht 1
(optioneel: Lees alles van blz. 4-17 van De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart)
Tijdens de blox: aandacht voor de beschouwing en het SE.
- Opdracht 2
- (optioneel: lees alles van blz. 18-43)
38 (16/9)
Opdracht 1B: theorie beheersen en toepassen.
Tijdens de blox: hulp bij 1B.
- (optioneel: lees alles van blz. 44-69)
- Tijdens de blox: aandacht voor de stroming de ‘Verlichting’.
39 (23/9)
Opdracht 2: Vraagstelling formuleren en schrijfplan maken.
Tijdens de blox: aandacht voor argumentatie.
- (optioneel: lees alles van blz. 70-95)
40 (30/9)
Uitloop opdracht 2
Tijdens de blox: aandacht voor argumentatie.
- (optioneel: lees alles van blz. 96-121)
Tijdens de blox: aandacht voor de stroming de ‘Verlichting’.
41 (7/10)
Tijdens de blox: opdracht 3: inleiding en middenstuk schrijven
- Opdracht 3
- (optioneel: lees alles van blz. 122-147)
42 (14/10)
Uitloop opdracht 3. Lever je mapje uiterlijk maandag 21/10 in.
- Opdracht 4
- (optioneel: lees alles van blz. 148-173)
43 (21/10)
In de blox: aandacht voor spellen en formuleren.
- Maak een mindmap bij je leesboek. (zie opdracht 5 voor iedereen die Sara Burgerhart heeft gelezen)
- Tijdens de blox: aandacht voor stroming ‘Romantiek’
44 (28/10)
Herfstvakantie
45 (4/11)
- Tijdens de blox: aandacht voor stroming ‘Romantiek’ én feedback op mindmaps.
46 (11/11)
Toetsweek
SE Schrijfvaardigheid: Beschouwing (30%)
Schrijven: theorie en oefenen
Goede voorbeelden
Schrijfvaardigheid oefen je door zelf veel te lezen en te schrijven. Zoek dus goede voorbeelden uit kwaliteitskranten en tijdschriften. Koop eens (samen) een zaterdageditie van De Volkskrant, NRC Handelsblad of Trouw. In De Correspondent (online, met een proefmail kun je enkele artikelen gratis lezen) en tijdschriften De Groene Amsterdammer, Elsevier en HP/De Tijd vind je ook grote betogende en beschouwende stukken. Je kunt deze tijdschriften lezen/lenen in de bieb, maar we hebben dit jaar ook toegang tot de Krantenbank, waarin je alles wat ooit in de kranten en tijdschriften heeft gestaan kunt vindt.
Meer informatie over de Krantenbank, krijg je in de eerste weken.
Je hebt al geoefend met het schrijven van een column en een korte stelling. Om een prettig leesbaar stuk te schrijven, moet ook spelling en formuleren van goede kwaliteit zijn.
De komende tijd is het dus verstandig om je ook daar nog weer even in te verdiepen. In de examenbundel zijn dat de volgende hoofdstukken:
(wat hieronder staat is nog in bewerking) Examentraining havo Nederlands 2022:
Theorie 2: Diverse tekstsoorten en het doel van de tekst (vanaf blz. 41)
Theorie 3: Verbanden, functies van alinea's, tekststructuren, etc. (vanaf blz. 46)
Theorie 5: spelling, interpunctie en stij/formulering (vanaf blz. 90)
Maak ook telkens de oefeningen! De antwoorden kijk je zelf na. We bespreken theorie en enkele oefeningen tijdens de blox.
Voor je beschouwing ga je veel verschillende artikelen lezen en gebruiken. Het is handig als je dit steed samenvat. Je kunt ook de Cornell-methode gebruiken. Zie hiervoor deze video:
Daarnaast bestudeer je:
H4 Argumentatieve vaardigheden (vanaf bz.15). Om jouw betoog gedegen op te bouwen, heb je ook zeker wat aan de informatie uit:
4.4 Standaard geschilpunten en
4.6 Argumentatieschema's
H6 Onderzoeks- en informatievaardigheden, 6.1 t/m 6.3 (blz. 29-31)
H8 Taalgebruik (vanaf blz. 34)
H9 Spelling (vanaf blz. 44)
De beschouwing
Herhaling: beschouwing en betoog
Beschouwing v.s Betoog
Beschouwing
Een beschouwing is een tekst waarin de lezer de kans krijgt om zelf een mening te vormen. De schrijver belicht een probleem of een vraagstuk van verschillende kanten op een objectieve manier. De schrijver zet de lezer dus aan het denken zonder zelf zijn mening te geven. Het doel is de lezer te laten nadenken over een onderwerp.
Betoog
In een betoog geef je als schrijver wél je mening in een antwoord of conclusie: als schrijver wil je met jouw argumentatie de lezer overtuigen. Met argumenten probeert de schrijver de lezer te overtuigen van zijn mening.
Herhaling:
Bij het beoordelen van de argumentatie in een tekst, moet je kijken naar de aanvaardbaarheid van de argumentatie. Argumenten zijn meestal bedoeld om te overtuigen, soms worden ze ter overweging aangeboden (zoals bij een beschouwing).
Hieronder volgt een herhaling van de thoerie. Je kunt hier meer over lezen in je examenbundel. Zie hiervoor het kopje 'Schrijven: theorie en oefenen'.
Tekstsoorten en argumentatie
Argumenten komen voor in betogende teksten (of tekstgedeelten), maar ook in beschouwende teksten (of tekstgedeelten).
In een betogende tekst wordt een standpunt ingenomen dat in die tekst beargumenteerd wordt. Het betoog heeft als doel de lezer van het standpunt te overtuigen.
In een beschouwing worden interpretaties, verklaringen en opinies ter overweging aangeboden. De beschouwing heeft als doel de lezer over een kwestie te laten nadenken. Een beschouwing kan ook de argumenten voor en tegen een of meer standpunten behandelen, maar is er niet op gericht de lezer van een van die standpunten te overtuigen.
In een uiteenzettende tekst wordt iets uitgelegd, beschreven, verklaard of meegedeeld. De lezer moet geïnformeerd worden over een stand van zaken of een gang van zaken. In een uiteenzetting zullen nauwelijks argumentaties voorkomen.
Een betoog / delen van een beschouwing beoordelen
Voordat een betoog op aanvaardbaarheid beoordeeld kan worden, moet de argumentatie in kaart worden gebracht:
Welke argumenten worden er gebruikt?
Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?
Hoe worden de argumenten ondersteund?
Zijn de argumenten geen drogredenen?
Worden er tegenargumenten genoemd?
Zo ja, worden die tegenargumenten dan (afdoende) weerlegd?
Argumentatie is aanvaardbaar als de argumenten
op zichzelf aanvaardbaar zijn, en
relevant zijn, en
onderling consistent zijn, en
samen toereikend zijn voor het ingenomen standpunt.
De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar
Als het argument een waarderende uitspraak is, is het een aanvaardbaar argument wanneer het in overeenstemming is met de kennis en de opvattingen van de lezer.
Als het argument een feitelijke uitspraak is, is het argument aanvaardbaar voor de lezer als het
in overeenstemming is met zijn kennis van de wereld, of
direct controleerbaar is en daarbij waar blijkt te zijn, of
afkomstig is uit een betrouwbare bron.
Een bron is betrouwbaar als deze
deskundig is, en
geen belang heeft bij de kwestie, en
zichzelf niet tegenspreekt.
De argumenten zijn relevant
Als een standpunt aannemelijker wordt door een argument, dan is dat argument relevant. Als er een drogreden wordt gebruikt, is dat geen relevant argument.
De argumenten zijn onderling consistent
Argumentatie is consistent wanneer de geleverde argumenten elkaar niet tegenspreken.
De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt
Argumentatie is toereikend (voldoende) wanneer de argumenten samen het standpunt aanvaardbaar maken.
Vanaf 4.53 gaat het over de aanvaardbaarheid van argumentatie
1 Voorbereiding
De voorbereiding
In de blox: maatschappelijk vraagstuk kiezen
Eerder heb je een column en een mini-betoogje (stelling) geschreven over een zogeheten maatschappelijk vraagstuk. Zo'n vraagstuk is geschikt voor een beschouwing of betoog. Het heeft meerdere van onderstaande kenmerken:
Er is sprake van een sociaal probleem. Mensen vinden een situatie niet wenselijk of in strijd met waarden en/of normen.
Er zijn verschillende meningen over de oplossing van het probleem. Daarbij spelen verschillende waarden en belangen een rol.
Het probleem kan door gezamenlijke actie (door burgers of politiek) worden opgelost.
Het vraagstuk is zichtbaar in de media. Er wordt over gepraat.
OPDRACHT 1A
Kies met een groepje van drie tot vier leerlingen een maatschappelijk vraagstuk. Werk je al samen voor een ander vakgebied? Overleg of je dit ook kunt inzetten voor je schrijfopdracht. LET OP: Je mag samenwerken in de voorbereiding, maar ieder schrijft een eigen beschouwing.
Laat je onderwerp goedkeuren in de blox bij je vakcoach en geef je groepje door.
1. (5 punten)
In de blox heb je een maatschappelijk vraagstuk (onderwerp) en eventueel bijpassend literair werk gekozen. Misschien heb je gekozen voor een onderwerp dat met een ander vakgebied te maken heeft, zoals natuurkunde of geschiedenis.
a. Welk maatschappelijk vraagstuk heb je gekozen?
b. Beschrijf waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen. Wat weet je er al over?
c. Indien van toepassing:
- Welke bijpassend literair werk heb je gekozen? Noteer titel en schrijver.
- Met welk vakgebied heeft jouw gekozen onderwerp vooral te maken? Welke bronnen kun jij gebruiken? Noteer dit beknopt.
2. (5 punten)
a. Ga op zoek naar de kenmerken van een betoog en een beschouwing. Maak een schema, waarin je per tekstsoort in elk geval aandacht besteedt aan de volgende kenmerken: tekstdoel, hoofdgedachte, tekststructuur, rol van de schrijver, toon, tekstopbouw (inleiding, middenstuk, slot), overige aandachtspunten, etc. Gebruik hierbij deze quest, je examenbundel en je aantekeningen van de blox.
b. Zoek in een kwaliteitskrant (bijvoorbeeld NRC Handelsblad, Volkskrant, Trouw) of –tijdschrift (Elsevier, De Groene Amsterdammer, HP/De Tijd, De Correspondent) een voorbeeld van een betoog en een beschouwing over je maatschappelijke thema. Knip en plak je gevonden betoog en beschouwing over je maatschappelijke thema in een Pages- of Worddocument. Gebruik je een papieren krant? Zorg dan voor een duidelijke foto van jouw gekozen artikel.
Schrijf of markeer de kenmerken van een betoog of beschouwing bij jouw gekozen artikel. Dit kan in Word of Pages met 'tools', of handmatig in de kantlijn.
OPDRACHT 1B
Werk 1 en 2 van hierboven uit in een Pages- of Worddocument en laat dit tijdens een blox ter feedback aan je vakcoach zien. Verwerk de feedback die je hebt gekregen en stop je herziene verzie in een mapje. Dit mapje ga je de komende weken verder vullen, dus houd het goed bij je.
2 Het maatschappelijk vraagstuk
Het maatschappelijke vraagstuk
2. (10 punten)
Bij opdracht 1 heb je een maatschappelijk vraagstuk gekozen en kort uitgelegd aan de hand van actuele bronnen en eventueel een ander vakgebied. Daarna heb je in opdracht 2 de kenmerken van het betoog en de beschouwing geleerd.
a. Formuleer je (vraag)stelling bij je gekozen maatschappelijk thema. Deze vraagstelling is het uitgangspunt van je beschouwing over dit maatschappelijk thema.
b. Kies een geschikte tekststructuur en maak een schrijfplan voor je beschouwing. De tekststructuur die je kiest, hangt natuurlijk samen met de (vraag)stelling die je eerder geformuleerd hebt. Kijk voor tekststructuren in je examenbundel. Een schema voor het schrijfplan krijg je van de docent. Pas dit zelf aan naar de gekozen tekststructuur.
OPDRACHT 2
Werk de opdracht hierboven uit in een Pages- of Worddocument en laat dit tijdens een blox ter feedback aan je vakcoach zien. Verwerk de feedback die je hebt gekregen en stop je herziene verzie in je mapje.
3 Inleiding en middenstuk inleveren
3. (10 punten)
Bij opdracht 2 heb je een (vraag)stelling geformuleerd, een tekststructuur gekozen en een schrijfplan gemaakt. Dat schrijfplan gebruik je bij de volgende stap:
Tijdens een tot twee ingeroosterde blox schrijf je zelfstandig de inleiding en de eerste alinea van het middenstuk van je beschouwing. Gebruik de kenmerken uit het schrijfplan.
Tijdens een blox krijg je feedback van een medeleerling.
Daarna geeft je vakcoach feedback op je schrijfplan, je inleiding en een deel van het middenstuk. De feedback van je vakcoach krijg je terug tijdens de schrijfzitting (toetsmoment) in de SE-week. Dit mag je erbij houden en gebruiken om je uiteindelijke betoog af te schrijven.
OPDRACHT 3
Schrijf tijdens de blox je inleiding en de eerste alinea van het middenstuk. Verwerk de feedback die je van je medeleerling krijgt. Print je inleiding en eerste alinea uit en stop het in je mapje. Lever het mapje in bij je vakdocent. Doe dit uiterlijk op maandag 21 oktober.
Let op! Alleen als jij je mapje op tijd hebt ingeleverd, ontvang je (een deel van) de 30 punten die je tot nu toe had kunnen verdienen. Doe je het niet, dan ben je deze punten kwijt. Tijdens de schrijfzitting in de toetsweek kun je de overige 70 punten verdienen.
4 Het betoog: de schrijfzitting
4. (70 punten)
In de komende 100 minuten voeg je de kennis en ervaring die je hebt opgedaan in deel I, II en III samen in je meesterstuk. Je schrijft – in lettertype Arial 11 – een beschouwing van minimaal 550 tot maximaal 650 woorden. Je hebt tijdens het schrijven geen toegang tot het internet. Volg de onderstaande stappen precies. Succes!
In het computerlokaal, tijdens de toetszitting:
Je opent een nieuw Worddocument en noteert op de eerste regel je eigen naam en coachgroep en de naam je vakcoach. Je slaat het document op onder je eigen naam, plus de titel 'SE beschouwing'. Dit doe je zo: PietjePuck_SE beschouwing
Je krijgt bij aanvang van het SE je mapje met o.a. je schrijfplan, inleiding en deel van het middenstuk terug. Je vakcoach heeft hier feedback op gegeven. Lees die feedback eerst goed door en herschrijf dan je verbeterde versie hiervan.
Je schrijft daarna je beschouwing af met (de rest van) het middenstuk en het slot. Let daarbij goed op de kenmerken van een beschouwing, zoals je die hebt geleerd. Let op spelling en formuleren.
Lees je tekst rustig door en maak de nodige laatste correcties. Staan er kromme zinnen? Is alles correct gespeld? Maak dan je netversie af.
Tel het aantal woorden en noteer dit onder je beschouwing.
Lever je beschouwing in: print je beschouwing enstop het overzichtelijk in je mapje/snelhechter (definitieve versie, opdracht, inleiding/deel middenstuk en schrijfplan) en lever dit in bij de surveillant. Zorg ervoor dat je naam duidelijk op je mapje staat!
Na het printen sla je het document ook op op de USB-stick die je van de surveillant krijgt. Pas daarna sluit je de computer af.
Bronnen vermelden
Als je verwijst naar bronnen in je tekst, doe je dit op een vaste manier, volgens de APA-richtlijnen. Hier heb je al eerder mee gewerkt, bijvoorbeeld voor je profielwerkstuk.
Ook als je een bronnenlijst hebt, kun je niet zomaar schrijven: 'zoals in De Volkskrant staat, heeft dit type woning al eerder ventilatieproblemen gehad....'. Noem altijd de precieze gegevens. Als je weet dat de journalist van je gebruikte artikel Jansen heet, noteer je dit zo in je tekst: '... dit type woning heeft al eerder ventilatieproblemen gehad (Jansen, 2022), daarom is het opmerkelijk dat ....'
Een handige website met tips over hoe je verwijst en bronnen vermeldt, is Scribbr. Doe er je voordeel mee!
Bron: Reid, J., Geleijnse, B. & Tol, J.M. van (2003) Fokke en Sukke hebben geen idee. [Soest]: Catullus
(Deze quest is mede mogelijk gemaakt door: ter beschikking gesteld materiaal SE Schrijfvaardigheid, Koning Willem II College, november 2019)
Literatuurgeschiedenis - De Verlichting
Het boek: De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart
Een bulkboek is een uitgave waarin je naast een hertaalde versie van het verhaal ook relevante achtergrondinformatie vindt. Ze zijn rijk geïllustreerd en voorzien van links naar video's en websites.
Het bulkboek met daarin De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart, geschreven door Betje Wolff en Aagje Deken, kun je downloaden via onderstaande website.
In de opdrachten hierna ga je delen van dit bulkboek lezen en je verdiept je in achtergrondinformatie over het werk en de stroming de Verlichting.
Wil je dat dit boek ook meetelt als het zesde boek op je leeslijst (van de 8)? Dan lees je hem helemaal.
Het lezen kan best even een uitdaging zijn. Je moet er echt inkomen. Tijdens de blox licht ik de teksten uit de voorgaande week toe en je kunt daar dan ook vragen over stellen.
Opdracht 1: startopdracht
Deze periode lezen we samen De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart, geschreven door Betje Wolff en Aagje Deken. Dit boek is refolutionair voor zijn tijd. In de Verlichting deed men langzaam wat afstand van de kerk en stond zelf denken en wetenschappelijk onderzoek centraal.
De briefroman was een nieuw genre. In deze romans ervaar je een verhaal door de brieven die verschillende personages aan elkaar schreven. De eerste oorspronkelijk Nederlandstalige briefroman was De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. En dat dit door twee vrouwen geschreven is, is ook heel uniek voor die tijd. Dat was nog nooit eerder gedaan.
Kijk ter voorbreiding op het verhaal de volgende Klokhuis-aflevering: klik
Maak hierbij aantekeningen voor op je mindmap en je mondeling literatuur.
Download daarna het boek via de link in het menu hiernaast en lees het eerste deel dat op de planning staat.
Opdracht 2: de Verlichting
Deze week ga je je verdiepen literaire stroming de Verlichtig.
OPDRACHT 2b
Lees verder volgens de planning of lees alleen brief 6, 7, 11-13, 15, 22. Beantwoord daarna de vragen.
1. Wat is het beeld dat men heeft van Sara?
2. Hoe ziet Sara zichzelf?
3. Wat zijn de verschillen hiertussen?
OPDRACHT 3B
Lees verder volgens de planning of lees alleen brief 91, 107, 116, 121, 122, 123. Beantwoord daarna de vragen.
1. Wat zijn de intenties van R?
2. Waarom keert voogd Blankaart zich tegen haar?
3. Wat is het effect hiervan op Sara?
4. Krijgt Sara in de tekst de schuld van wat haar overkomt?
5. Hoe zou hier in de huidige tijd naar gekeken worden?
Opdracht 4: Wolff en Deken
Deze week ga je je verdiepen in Betje Wolff en Aagje Deken.
Ga daarna verder met het lezen van je boek volgens de planning.
OPDRACHT 4B
Lees verder volgens de planning of lees alleen brief 139 en 155. Beantwoord daarna de vragen.
1. Hoe ziet Sara zichzelf na de gebeurtenis in brief 139?
2. Wie is er volgens zichzelf schuldig?
3. Waarom praten Sara en Hendrik niet over wat er is gebeurt?
4. Wat is het beeld van Sara in de laatste brief, brief 155?
Opdracht 5: mindmap maken
OPDRACHT
Je maakt een mindmap bij je boek zoals je dat gewend bent, maar naast dat je de informatie noteert die op het opdrachtenvel staat, moet je ook de kennis erbij betrekken die je in opdracht 1 tot en met 4 hebt opgedaan. Koppel dit met logische lijnen aan de rest van de informatie op je mindmap. Je moet deze informatie tijdens je mondeling ook gebruiken.
Het arrangement NE 5H P1 2425 Schrijfvaardigheid beschouwing is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.