Economie

Economie

1: behoeften en consumptie

1.1 Introductie en leerdoelen

We gaan vandaag leren over behoeften en consumptie. Wat heb je als mens eigenlijk allemaal nodig in het leven? En waarom kopen we iets? Dat is de basis voor het vak economie. De leerdoelen voor vandaag zijn:

  1. Je weet wat behoefte is en kunt uitleggen dat er verschil is tussen behoefte aan primaire en secundaire producten.
  2. Je weet wat consumptie is en kunt uitleggen waarom mensen consumeren.
  3. Je kunt het verschil uitleggen tussen goederen en diensten en tussen gebruiksgoederen en verbruiksgoederen.

 

Opdracht 1a

Aan welke woorden denk jij bij Economie?

Tijd: 5 min.

Maak met pen en papier een mindmap met in het midden het woord 'Economie'. Zet daarom heen woorden waar jij aan moet denken bij Economie en verbind deze met lijntjes. Schrijf tenminste 5 woorden op.

Opdracht 1b

Wat heeft degene naast jou opgeschreven?

Tijd: 5 min.

Bekijk nu de mindmap van je buur en wissel uit:

  • Welke woorden zijn hetzelfde? En welke anders?
  • Kan je aan de ander uitleggen waarom je aan dit woord moest denken?

1.2 Behoeften

Een behoefte is iets wat je nodig hebt of dat je wil hebben.

Je kunt behoefte hebben aan verschillende soorte producten, namelijk:

  • Primaire producten: voor iedereen noodzakelijk, dingen die je nodig hebt om te leven.
  • Secundaire producten: niet per se nodig, maken het leven leuker of makkelijker (luxe).

 

1.3 Consumptie

Mensen consumeren om in hun behoeften te vervullen. We hebben net gezien dat je primaire en secundaire producten zijn. Er zijn nog meer manieren om producten in verschillende soorten in te delen.

 

Zo heb je het verschil tussen goederen en diensten:

  • Goed: tastbaar, iets dat je kunt aanraken
  • Dienst: niet tastbaar, een prestatie die iemand levert

 

Bij goederen kan je ook nog een verschil maken tussen gebruiksgoederen en verbruiksgoederen:

  • Gebruiksgoederen: duurzaam, kan je méér dan één keer gebruiken
  • Verbruiksgoederen: niet-duurzaam, kan je maar één keer gebruiken

 

1.4 Weet je nog?

Vorig jaar hebben jullie in één van de projecten met personas gewerkt, zoals de 'Kunstenaar met kip'. Deze personas hebben natuurlijk ook behoeften en consumeren van alles.

2: Functies en soorten geld

2.1 Introductie en leerdoelen

We gaan vandaag leren waar geld vandaan komt en waarom we eigenlijk geld hebben.

De leerdoelen voor deze les zijn:

  1. Je kunt uitleggen wat de functie van geld is en welke soorten geld er zijn.
  2. Je kunt rekenen met wisselkoersen.

2.2 Functies en soorten geld

Vroeger hadden we nog geen geld en was er sprake van een ruileconomie. Je had bijvoorbeeld een boer die een zak aardappelen ruilde voor een paar schoenen van de schoenmaker. Door de uitvinding van geld zijn we in onze economie overgegaan van directe naar indirecte ruil.

Er zijn verschillende redenen waarom geld is uitgevonden:

  • Iemand moet mijn spullen willen en andersom. Geld is voor iedereen van waarde.
  • Wat is een eerlijke verhouding, niet alles kun je delen. Hoeveel kippen is een paar schoenen waard?
  • Beperkte houdbaarheid en seizoenen. Geld blijft altijd goed.

 

Geld heeft dus verschillende functies in de economie:

  1. Het is een ruilmiddel waarmee je producten kunt kopen.
  2. Het is een rekenmiddel waarmee je de waarde van iets kunt bepalen.
  3. Het is een spaarmiddel waarmee je een consumptie voor later kunt bewaren.

Sinds de uitvinding van geld zijn er allerlei soorten geld ontstaan. Tegenwoordig heb je:

  • Chartaal geld. Dit zijn munten en biljetten.
  • Giraal geld. Dit is geld op je bankrekening, als je met je pinpas of contactloos betaalt.
  • Crypto’s. Dit is digitaal geld. Hiermee kan je online betalingen doen zonder dat er een bank of overheid tussenzit.

 

 

 

2.3 Wisselkoersen

Een wisselkoers geeft de verhouding tussen jouw geld en een vreemde valuta aan.

Op de valutamarkt worden verschillende valuta (zoals euro's en dollars) verhandeld. Hier wordt de koers van een munt bepaald door vraag en aanbod van die munt.

  • Als er meer vraag naar een munt is dan aanbod dan stijgt de koers van die munt
  • Als er meer aanbod naar een munt is dan vraag dan daalt de koers van die munt

 

 

 

3: Welvaart, welzijn en uitgaven eigen huishouden

3.1 Introductie en leerdoelen

In dit onderdeel leer je wat welvaart eigenlijk is en hoe je dit kunt berekenen. Ook leer je over type uitgaven en dat dit per huishouden kan verschillen.

De leerdoelen voor deze les zijn:

  1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart in enge zin, welvaart in ruime zin en welzijn.
  2. Je kent verschillende manieren om welvaart te berekenen.
  3. Je kunt uitleggen welk type uitgaven er zijn.
  4. Je kunt uitleggen waarom verschillende huishoudens verschillende uitgaven hebben en een overzicht van uitgaven voor een huishouden maken.

3.2 Welvaart en welzijn

Schaarste betekent dat we niet genoeg middelen hebben voor al onze behoeften. Voor schaarse producten zijn  middelen (grondstoffen, tijd, energie) opgeofferd om ze te maken. Dat is anders dan zeldzame producten, daar zijn er maar (heel) weinig van. Zeldzame producten zijn trouwens ook vaak schaars. Zo is voor de Mona Lisa (zeldzaam schilderij) een doek, verf en tijd van de schilder opgeofferd. Echter, een onderbroek is schaars (er is stof en fabriekswerk voor opgeofferd), maar niet zeldzaam.

 

Door schaarste moeten we kiezen welke dingen die we belangrijk vinden. Economie gaat vaak over die keuzes, hoe we omgaan met schaarste. Bijvoorbeeld: als de aardbeien oogst in Nederland slecht is door veel regen, moeten boeren ervoor kiezen om de prijzen omhoog te doen zodat ze niet failliet gaan. Hierdoor moeten wij als consumenten weer kiezen of we het bakje aardbeien die prijs nog waard vinden en of we dan onze andere boodschappen kunnen betalen.

Welvaart gaat over hoe goed het met iemand of met een land gaat. Je kunt op verschillende manieren naar welvaart kijken. 

  • Welvaart in enge zin is de koopkracht van het  gemiddelde inkomen per inwoner. Bij koopkracht kijken we alleen maar naar hoeveel mensen verdienen (inkomen) en wat ze er mee kunnen kopen (prijzen van producten).
  • Welvaart in ruime zin is de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien. Hoe minder schaarste er is, hoe meer mensen in hun behoeften kunnen voorzien en hoe hoger de welvaart in ruime zin is. Dit gaat dus ook over behoeften zoals gezondheid, schoon milieu, veiligheid, etc.
  • Welzijn is de mate waarin je je gelukkig voelt. 

3.3 Uitgaven van een huishouden

Ieder huishouden heeft andere uitgaven. Een gepensioneerde man heeft andere uitgaven dan een vader met twee kinderen. En zo'n eenoudergezin geeft geld weer aan andere dingen uit dan een werkend stel zonder kinderen. Verschillende factoren hebben invloed op waar je geld aan uitgeeft:

  • Leeftijd
  • Inkomen
  • Smaak
  • Streekgewoonten
  • Klimaat
  • De mensen die je kent

 

Als huishouden geef je geld uit aan allerlei producten. We hebben eerder al geleerd dat je producten in verschillende categorieën kunt indelen (primair/secondair, verbruik/gebruik, goed/dienst). Bij uitgaven is het ook belangrijk om te kijken hoe vaak je die doet: per dag, week, maand, kwartaal of jaar. Om uitgaven te kunnen vergelijken, wil je ze dan omrekenen naar dezelfde periode. Onderstaand figuur helpt je daarbij.

 

 

 

Opdracht 1

In de tabel hieronder zie je de uitgaven van jongeren. Let op dat sommige cijfers over percentages (%) gaan en andere cijfers over euro's (€). Bekijk de tabel en maak daarna de vragen van opdracht 1.

 

Opdracht 2

In de tabel hieronder zie je de consumptieve bestedingen van huishoudens. Consumptieve bestedingen is een ander woord voor uitgaven. Let op dat bovenaan in euro's (€) het totaal van alle uitgaven bij elkaar opgeteld staat en daaronder in procenten (%) hoeveel van dat totaal aan verschillende soorten producten wordt uitgegeven. Bekijk de tabel en maak daarna de vragen van opdracht 2.

4: Productiemiddelen

4.1 Introductie en leerdoelen

In dit onderdeel leer je over productiefactoren, productiecapaciteit en het productieproces.

De leerdoelen voor deze les zijn:

  1. Je weet welke soorten productiefactoren er zijn.
  2. Je kunt uitleggen hoe schaarste en productiemiddelen de productiecapaciteit beïnvloeden.

4.2 Productiefactoren en productiecapaciteit

Om goederen en diensten te maken zijn productiemiddelen nodig. Dit noemen we ook wel productiefactoren. Dit zijn de dingen die een organisatie nodig heeft om te kunnen produceren. Er zijn drie soorten productiefactoren:

  • Natuurlijke hulpbronnen (grondstoffen zoals water, fossiele brandstoffen, ijzererts)
  • Arbeid (mensen die werk verrichten voor productie)
  • Kapitaal (machines, transportmiddelen, gebouwen, geld)

Ook voor de productiemiddelen geldt dat deze beperkt beschikbaar zijn en we dus niet oneindig kunnen produceren. Door dit tekort aan productiemiddelen is er schaarste aan producten.

De beschikbare productiemiddelen bepalen de productiecapaciteit. Dit is de maximale hoeveelheid producten die er met de beschikbare productiemiddelen kan worden voortgebracht.

5: People, planet & profit

5.1 Introductie en leerdoelen

We leren over de 3 P's (people, planet & profit) en hoe je die met indicatoren kan meten.

De leerdoelen zijn:​

  1. Je omschrijft wat de term people, planet, profit te maken heeft met duurzame ontwikkeling.​
  2. Je legt uit, aan de hand van voorbeelden, waarom het belangrijk is dat people, planet en profit alle drie aandacht krijgen bij productie. ​
  3. Je legt uit wat maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is en wat het verschil is ten opzichte van greenwashing.

5.2 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) wil zeggen dat bedrijven weliswaar naar winst streven (profit), maar met aandacht voor het milieu (planet) en de mens (people). Dit noemen we ook wel de 3 P's. Hieronder zijn de 3 P's uitgelegd. 

 

People

Gaat over alle personen die te maken hebben met de organisatie. Het gaat dus om klanten, medewerkers, omwonenden, etc. Je wil met al deze personen rekening houden.  

 

Planet

Gaat over de manier waarop de organisatie met het milieu omgaat. Het gaat dan ook om duurzaamheid. Duurzaamheid is het zo omgaan met de natuur en het milieu dat toekomstige generaties ook op een fijne manier op deze aardbol kunnen leven.

 

Profit

Gaat over het  maken van winst en toevoegen van economische waarde. Daarnaast gaat het om maatschappelijk verantwoord ondernemen en is de vraag hoe je rekening houdt met innovatie, kwaliteit en reputatie.

5.3 Greenwashing

Steeds meer bedrijven benadrukken dat zij erg maatschappelijk verantwoord bezig zijn. Sommige bedrijven doen dit vooral omdat klanten het belangrijk vinden, en ze het zo beter in de markt doen. Als een bedrijf naar klanten toe communiceert dat het veel aan MVO doet, terwijl dit eigenlijk niet (of veel minder) zo is dan heet dit greenwashing

Verdieping

Prinsjesdag

Net zoals voor jou het nieuwe schooljaar begint met het bekijken van je lesrooster, geldt Prinsjesdag als het begin van een nieuw parlementair jaar. Dat begin is sinds 1887 altijd op de derde dinsdag van september. Dit is niet zomaar een willekeurige datum: deze is namelijk in de Grondwet vastgelegd.

Prinsjesdag verloopt elk jaar hetzelfde, het is traditie. De koning verlaat om 13.00 uur Paleis Noordeinde. In een koets rijdt hij naar de Ridderzaal aan het Binnenhof (normaal gesproken de gouden koets, maar die wordt gerestaureerd). In de Ridderzaal zitten dan onder andere alle ministers en staatssecretarissen en de leden van de Eerste en de Tweede Kamer. De koning leest de troonrede voor. Dat is een samenvatting van de plannen van de regering voor het komende jaar. De tekst van de troonrede wordt strikt geheim gehouden totdat de koning hem voorleest. Na het voorlezen gaat de koning weer terug naar het paleis waar hij met zijn familie op het balkon de mensen toezwaait.

Ceremonie op Prinsjesdag | Prinsjesdag: traditie en ceremonie |  Rijksoverheid.nl

Opdracht 1

Hieronder zie je de inkomsten en uitgaven van de begroting van dit jaar (2024). Dinsdag 17 september wordt de begroting van 2025 bekendgemaakt.

Miljoenennotaposter met inkomsten en uitgaven van het Rijk 2024.

Opdracht 2

In het NOS artikel hieronder staan de belangrijkste plannen die op Prinsjesdag in 2023 bekend zijn gemaakt. Lees eerst het artikel en beantwoord daarna de vragen.

 

 

 

NOS Nieuws•Dinsdag 19 september 2023, 18:05•Aangepast dinsdag 19 september 2023, 20:09

Dit zijn de plannen, plannetjes en vooruitzichten van Prinsjesdag

 

Het kabinet is demissionair, dus qua beleid was het een lichte Prinsjesdag. Maar dat betekent natuurlijk niet dat er geen plannen zijn gemaakt. We zetten de belangrijkste op een rij.

Bestaanszekerheid

Het was al een tijdje bekend, maar nu staat het zwart op wit: het kabinet trekt 2 miljard euro uit om te voorkomen dat de armoede toeneemt. 1,1 miljard euro is bestemd voor de verhoging van het kindgebonden budget, een bijdrage in de kosten voor kinderen die mensen met lagere inkomens boven op de kinderbijslag krijgen. Het bedrag wordt 750 euro voor het eerste kind en 883 euro voor het tweede kind.

700 miljoen euro is voor de verhoging van de huurtoeslag met maximaal 416 euro per jaar. 200 miljoen euro gaat naar de verhoging van de arbeidskorting. Die korting op de inkomstenbelasting voor werkenden gaat met 115 euro omhoog.

Asiel en migratie

Voor asiel en migratie, het onderwerp waarover het kabinet-Rutte IV is gevallen, trekt het kabinet 4 miljard euro uit. Met dat geld wil het ministerie van Veiligheid en Justitie meer grip krijgen op de instroom van asielzoekers, de uitstroom versnellen en de doorstroom verbeteren.

Het kabinet werkt toe naar een vast aantal opvangplekken voor asielzoekers. De vaste capaciteit wordt geleidelijk uitgebreid naar 41.000 plekken. Het sluiten en afschalen van azc's in de afgelopen jaren is een van de oorzaken van de opvangcrisis. Met meer vaste plekken hoopt het kabinet schommelingen beter te kunnen opvangen.

Verder maakt het ministerie 3,2 miljard euro vrij voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Het kabinet verwacht dat voor Oekraïense vluchtelingen nog een tijd soepele opvangregels zullen gelden in de Europese Unie. Om daarop voorbereid te zijn wordt dit bedrag gereserveerd.

Minister Kaag over de koopkrachtmaatregelen voor de lagere inkomens:

Campers, drank en shag

De maatregelen worden voor een deel betaald met financiële meevallers, maar ook door de hoogste inkomens eerder in het hoogste tarief voor de inkomensbelasting te laten vallen (49,5 procent). Dat levert 1,5 miljard euro op.

De eigenaren van campers gaan meer motorrijtuigenbelasting betalen. Nu betalen zij nog een kwart van het normale tarief, dat wordt straks de helft. Voor kampeerwagens geldt dat lagere tarief, omdat ze doorgaans alleen voor vakanties en weekendjes weg worden gebruikt.

Verder gaan de verkeersboetes met 10 procent omhoog. Een kleine 6 procent daarvan is indexatie, ruim 4 procent is extra.

Rokers en drinkers gaan ook meer betalen. Tabak zou al meer worden belast, maar wordt nu nog duurder. In 2024 gaat een pakje sigaretten (20 stuks) naar verwachting 10,70 euro kosten. Voor een pakje shag van 50 gram moet ruim 24 euro worden betaald.

De accijns op alcohol gaat met zo'n 16 procent omhoog, wat de bier- of wijndrinker 1 of 2 cent extra per glas kost.

Zorg

Wat betreft de zorg stijgen de premies voor de zorgverzekering volgend jaar met zo'n 12 euro per maand, voorziet het kabinet. Dat is de richtlijn, maar uiteindelijk gaan verzekeraars zelf over hun prijzen.

Het kabinet gaat ervan uit dat de gemiddelde jaarpremie voor de basisverzekering in 2024 uitkomt op 150 euro per maand. Op jaarbasis is dat bijna 1800 euro, tegenover ongeveer 1650 euro nu.

Verder schrapt het kabinet een bezuiniging van 225 miljoen euro op de ouderenzorg. Het gaat om twee maatregelen. Ten eerste een plan om zorgaanbieders en zorgkantoren meerjarige afspraken te laten maken. Ook wordt de verplichte norm van twee verzorgenden op acht bewoners in verpleeghuizen toch niet losgelaten.

In totaal reserveert het kabinet ruim 103 miljard euro voor de zorg, de grootste uitgavenpost op de begroting.

Onderwijs

Leerlingen met problemen thuis worden volgend jaar extra ondersteund. Het ministerie van Onderwijs geeft een kleine 52 miljoen euro uit, zodat scholen 'brugfunctionarissen' aan kunnen nemen die de kinderen en hun gezinnen kunnen helpen.

Het kabinet gaat nog een jaar door met gratis schoolmaaltijden voor kwetsbare kinderen. Dat kost 166 miljoen euro. De maaltijden zijn bedoeld voor scholen waar zeker 30 procent van de leerlingen uit een gezin komt met een laag inkomen.

Wonen

Het kabinet geeft komend jaar 50 miljoen euro extra uit om woningbouwprojecten die niet van de grond komen, vlot te trekken. In deze geldpot voor de bouw van betaalbare nieuwbouwwoningen zat al 250 miljoen euro, maar dat is verhoogd naar 300 miljoen. Het gaat om projecten die bijvoorbeeld door stijgende bouwkosten en stijgende rente dreigen vast te lopen.

Verder is geld dat was gereserveerd voor het programma om de woningbouw aan te jagen, een jaar naar voren gehaald. Het gaat om 300 miljoen euro die al in 2024 kan worden besteed.

Landbouw

Jonge boeren die willen investeren in een duurzame toekomst moeten daarvoor de ruimte krijgen, vindt het kabinet. Voor jonge boeren die een bedrijf willen overnemen komt 100 miljoen euro beschikbaar. Het kabinet wil dat in 2030 15 procent van de totale landbouwgrond in Nederland biologisch is.

Een andere impuls aan "verduurzamingsdoelen" is een bedrag van 50 miljoen euro "voor het vergroten van de afzetmarkt voor biologische producten". Dat geld is er wel pas voor de jaren 2025-2029. Komend jaar is er al 15 miljoen euro beschikbaar voor agrarisch ondernemers om hen te helpen bij het vergroten van de biodiversiteit, bijvoorbeeld door het plaatsen van bomen, heggen en plassen.

Defensie

Defensie haalt volgend jaar de NAVO-norm niet. Uit de begroting blijkt dat Nederland blijft steken op 1,95 procent van het bruto binnenlands product, terwijl de norm van het bondgenootschap is dat een lidstaat daarvan 2 procent aan defensie uitgeeft.

Defensie haalt de norm wel als de militaire steun aan Oekraïne erbij wordt geteld: dan komt het cijfer uit op 2,06 procent. Maar volgens de NAVO-methodiek mag alleen steun aan NAVO-bondgenoten worden meegerekend. Oekraïne is geen lid van de alliantie. Het land krijgt dit jaar van Defensie voor 1,2 miljard euro aan militaire steun.

Defensie heeft volgend jaar 21,4 miljard euro uit te geven. Er komt onder meer een nieuw bevoorradingsschip en nieuwe munitie. Ook wordt het contract getekend voor een extra transportvliegtuig.

Koningshuis

Er gaat volgend jaar bijna 55,9 miljoen euro naar het koningshuis, ruim 11 procent meer dan dit jaar. De functionele kosten van de koning stijgen komend jaar met 4,5 miljoen euro. Het bedrag van in totaal 36,7 miljoen euro kan de koning gebruiken voor kosten die "te relateren zijn aan de uitoefening van het koningschap".

Koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Amalia en prinses Beatrix hebben volgend jaar in totaal ongeveer 600.000 euro meer te besteden dan dit jaar. De koning krijgt er ongeveer 400.000 euro bij.

De uitkering voor prinses Amalia gaat met een ton omhoog: dit jaar recht zou ze recht hebben op 1,73 miljoen euro, volgend jaar is dat 1,83 miljoen euro. Maar rond haar achttiende verjaardag heeft de kroonprinses aangegeven haar inkomen terug te storten tot het einde van haar studie. Ook van haar onkostenvergoeding ziet ze af, zolang zij geen hoge kosten maakt in haar functie.

  • Het arrangement Economie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2024-09-22 20:27:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Economie
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.