Schaarste betekent dat we niet genoeg middelen hebben voor al onze behoeften. Voor schaarse producten zijn middelen (grondstoffen, tijd, energie) opgeofferd om ze te maken. Dat is anders dan zeldzame producten, daar zijn er maar (heel) weinig van. Zeldzame producten zijn trouwens ook vaak schaars. Zo is voor de Mona Lisa (zeldzaam schilderij) een doek, verf en tijd van de schilder opgeofferd. Echter, een onderbroek is schaars (er is stof en fabriekswerk voor opgeofferd), maar niet zeldzaam.
Door schaarste moeten we kiezen welke dingen die we belangrijk vinden. Economie gaat vaak over die keuzes, hoe we omgaan met schaarste. Bijvoorbeeld: als de aardbeien oogst in Nederland slecht is door veel regen, moeten boeren ervoor kiezen om de prijzen omhoog te doen zodat ze niet failliet gaan. Hierdoor moeten wij als consumenten weer kiezen of we het bakje aardbeien die prijs nog waard vinden en of we dan onze andere boodschappen kunnen betalen.
Welvaart gaat over hoe goed het met iemand of met een land gaat. Je kunt op verschillende manieren naar welvaart kijken.