2P1 - Kringloop van een product

2P1 - Kringloop van een product

Aardrijkskunde - Consumptiegedrag lokaal

Introductie en leerdoelen

Menselijke Carbon Footprint symbool gemaakt van groen gras: Groene energieconcept​​​ fotoHoe jij leeft, wat jij eet, hoe jij jezelf verplaatst, hoe vaak je op vakantie gaat, de manier waarop je op vakantie gaat, de kleding die jij koopt ... het heeft allemaal invloed op de verschillende systemen op aarde. De mens heeft de mogelijkheid om de natuurlijke systemen en kringlopen te beïnvloeden en te beheersen. Zolang de mens dit op een goede manier doet, is er niets aan de hand. De mens is bedoeld om samen te leven met de natuur. Echter, op dit moment beïnvloeden wij de natuurlijke systemen en kringlopen dusdanig dat dit schadelijk is voor de aarde, wat grote gevolgen kan hebben voor wij mensen.

De ecologische voetafdruk is waar we de komende tijd naar gaan kijken. Het is de ruimte die jij op aarde nodig hebt om jouw leven te kunnen onderhouden. De leerdoelen die horen bij deze opdracht zijn:

  • Je legt uit wat het begrip ecologische voetafdruk is en je kunt deze voor jouw eigen gezin bepalen;
  • Je legt uit welke factoren de ecologische voetafdruk beïnvloeden (vergroten en verkleinen) en je kunt deze factoren toepassen voor jouw eigen gezin.

 

Video

Bekijk onderstaande video ter introductie van dit onderwerp.

Ruimteschip aarde: Mensen in Nederland

De ecologische voetafdruk

Ecologishe voetafdruk: Voedsel

Veel mensen eten bijna elke dag wel vlees. Maar de productie van vlees is niet zo goed voor het milieu. Er is namelijk veel voor nodig om een stukje vlees te produceren, zoals water, veevoer en ruimte. Ook is door de toenemende productie van vlees het dierenwelzijn niet altijd goed. Daarom zijn er steeds meer mensen die minder vlees gaan eten, en meer groente en fruit. Dat zien we allemaal terug in de voedselvoetafdruk.

Vlees en voedsel

Ecologische voetafdruk: Water

Voor bijna alles gebruiken we water. De watervoetafdruk laat zien hoeveel water we gebruiken voor alles wat we eten, kopen, doen en maken. Het helpt ons te begrijpen hoeveel water er nodig is voor ons dagelijks leven en hoe we water kunnen besparen. Dit is belangrijk omdat schoon water schaars kan zijn en we slim met onze bronnen moeten omgaan.

Drinkwater en de ecologische voetafdruk

Ecologische voetafdruk: Kleding

De kledingvoetafdruk laat zien hoeveel grondstoffen, water en energie er nodig zijn om onze kleren te maken. Dit helpt ons te begrijpen welke impact de kledingindustrie op het milieu heeft. Door bewust te kiezen voor duurzame kleding, kunnen we helpen de aarde te beschermen.

De invloed van kopen op jouw voetafdruk.

Ecologische voetafdruk: CO2-voetafdruk

De CO2-voetafdruk laat zien hoeveel koolstofdioxide (CO2) we uitstoten door dingen die we doen en maken, zoals autorijden, verwarmen, producten maken en energie gebruiken. Het helpt ons te begrijpen hoeveel impact we daarmee hebben op het milieu en klimaatverandering. Door onze CO2-voetafdruk te verkleinen, kunnen we helpen de planeet gezonder te maken.

 

Over de koolstofkringloop ga je nog meer leren bij biologie binnen dit project.

Deelopdracht: Jouw ecologische voetafdruk

Deelopdracht: Ecologische voetafdruk

Breng jouw eigen ecologische voetafdruk in kaart. Beschrijf jouw ecologische voetafdruk in een word-document dat bestaat uit vier elementen:

  • Eten
  • Wonen
  • Reizen
  • Kleding

Beschrijf per element jouw leefstijl. Doe dit feitelijk, koppel er dus nog geen mening aan. Beschrijf vervolgens per element hoe de ecologische voetafdruk vergroot zou kunnen worden en hoe deze verkleind zou worden. Wees hierin realistisch met factoren die de ecologische voetafdruk kunnen veranderen. Gebruik per element minimaal 50 woorden.

 

Tabel: overzicht uitgaven

Maak daarnaast een overzicht van de uitgaven van jouw eigen huishouden (je gezin) voor de afgelopen maand. Dat doe je door een tabel te maken. Zet in de tabel:

  • de naam van het product (bijvoorbeeld: spijkerbroek)
  • de prijs van het product
  • of het product een verbruiksgoed of een gebruiksgoed.

Dit doet je voor tenminste 5 producten.

 

Tabel: financiële effecten

Maak een tweede tabel van de factoren die je hebt genoemd om je ecologische voetafdruk te vergroten of te verkleinen. Zet in de tabel:

  • Factor: hoe kan je de voetafdruk vergroten of verkleinen?
  • Element: gaat het om eten, wonen, reizen of kleding?
  • Financiële effect: hoeveel gaan de uitgaven omhoog of omlaag?

Dit doet je voor tenminste 5 factoren.

 

Onderzoeksverslag 1 maak je individueel, iedere leerling maakt z’n eigen verslag. Het verslag bestaat uit 600-800 woorden en 2 tabellen. Je moet het verslag uiterlijk 13 september 2024 inleveren via Teams. Hieronder is preciezer aangegeven waar je verslag uit moet bestaan.

Beschrijving voetafdruk (vier elementen*)                                    50 tot 100 woorden per element

Factoren vergroten voetafdruk (vier elementen*)                         50 tot 100 woorden per element

Factoren verkleinen voetafdruk (vier elementen*)                        50 tot 100 woorden per element

Overzicht uitgaven                                                                        1 tabel met minimaal 5 producten

Financiële effecten van gekozen factoren                                    1 tabel met minimaal 5 factoren

*De vier elementen die je telkens moet beschrijven zijn: eten, wonen, reizen en kleding.

 

In de tabel hieronder zie je hoe de opdracht wordt beoordeeld. Op alle onderdelen moet je tenminste ‘bijna in orde’ of ‘in orde’ scoren.

Criterium

Niet in orde

Bijna in orde

In orde

Voetafdruk

Geen goede beschrijving van je voetafdruk en niet alle elementen komen goed terug.

Een redelijke beschrijving van je voetafdruk waarin bijna alle elementen goed terugkomen.

Een goede beschrijving van je voetafdruk waarin alle elementen goed terugkomen.

Factoren vergroten

Geen goede factoren, niet realistische en niet voor alle elementen.

Redelijke factoren, maar niet realistisch en voor bijna alle elementen.

Goede en realistische factoren voor alle elementen.

Factoren verkleinen

Geen goede factoren, niet realistische en niet voor alle elementen.

Redelijke factoren, maar niet realistisch en voor bijna alle elementen.

Goede en realistische factoren voor alle elementen.

Overzicht uitgaven

Geen volledig overzicht met minder dan 5 producten, geen realistische prijzen en (vaak) onjuiste keuze voor type product.

Volledig overzicht met 5 producten, niet altijd realistische prijzen en niet altijd juiste keuze voor type product.

Volledig overzicht met 5 producten, realistische prijzen en juiste keuze voor type product.

Financiële effecten

Geen volledig overzicht met minder dan 5 factoren en geen goede beschrijving van financiële effecten.

Volledig overzicht met 5 factoren en bij de meeste factoren een redelijke beschrijving van financiële effecten.

Volledig overzicht met 5 factoren en goede beschrijving van financiële effecten.

 

 

Hulpbron

Ga naar de interactieve schoolplaat over de ecologische voetafdruk op Schooltv.nl. De informatieblokken en video's helpen bij het beantwoorden van de vragen van de deelopdracht. Voordat je gaat schrijven open de quiz (i). De antwoorden van de quiz kun je verwerken in de deelopdracht.

Samenvattend

  • De ecologische voetafdruk is de oppervlakte op aarde die nodig is om jouw leven te kunnen onderhouden. Hoeveel water je gebruikt, hoeveel voedsel, energie en CO2 je gebruikt.
  • Ecologie gaat over de levende natuur (planten, dieren en ook mensen) en de dode natuur (water, grond en stenen).
  • Hoe alles in de natuur met elkaar te maken heeft en van elkaar afhankelijk is, is het  ecosysteem.
  • Alles wat nodig is aan energie, water, en grond voor ons eten bepaalt de voedselvoetafdruk.
  • Alles wat nodig is aan water voor alles wat we doen zien we in de watervoetafdruk.
  • Alles wat nodig is aan energie, water, en grond voor onze kleding bepaalt de kledingvoetafdruk.
  • De CO2-voetafdruk laat zien hoeveel koolstofdioxide (CO2) we uitstoten door dingen die we doen en maken.
  • Ook jouw gedrag heeft invloed op de natuur en het milieu, dat kun je zien aan jouw ecologische voetafdruk.

 

Aardrijkskunde - Consumptiegedrag mondiaal

Introductie en leerdoelen

Hoe jij leeft, wat jij eet, hoe jij jezelf verplaatst, hoe vaak je op vakantie gaat, de manier waarop je op vakantie gaat, de kleding die jij koopt ... het heeft allemaal invloed op de verschillende systemen op aarde. In het vorige blok heb je geleerd dat deze ecologische voetafdruk veranderlijk is. Jij kunt keuzes maken die draagbaar zijn voor de aarde óf die de aarde juist overbelasten. Tijdens dit tweede deel gaan we uitzoomen. We onderzoeken de ecologische voetafdruk van bewoners in verschillende landen en gaan op zoek naar patronen en verbanden.

De ecologische voetafdruk is waar we de komende tijd naar gaan kijken. Het is de ruimte die jij op aarde nodig hebt om jouw leven te kunnen onderhouden. De leerdoelen die horen bij deze opdracht zijn:

  • Je beschrijft en verklaart het verband tussen de bevolkingsgroei en ecologische voetafdruk.
  • Je beschrijft en verklaart het verband tussen de welvaart en ecologische voetafdruk.
  • Je maakt gebruik van atlaskaarten om verbanden aan te tonen.

 

Video

Bekijk onderstaande video ter introductie van dit onderwerp.

Ecologische voetafdruk

Ecologische voetafdruk vergelijken

Kaarten vergelijken

Om de ecologische voetafdruk van landen te vergelijken, maken we gebruik van kaarten. Enerzijds gebruiken we kaarten uit de atlas, anderzijds maken we gebruik van de website van het global footprint network. Voordat we aan de inhoudelijke opdrachten beginnen, eerst een aantal herhalingsvragen over kaarten in het algemeen.

Verbanden

Je gaat vandaag oefenen met het leggen van verbanden. Bij een verband-vraag kijk je hoe twee verschillende onderwerpen met elkaar verbinding maken. Bekijk het volgende voorbeeld en stappenplan.

 

Vraag: Wat is het verband tussen neerslag en plantengroei.

Antwoord: Hoe meer neerslag hoe meer (en diverser) de plantengroei.

 

Hoe komt je tot dit antwoord? 

  1. Bekijk wat de twee onderwerpen zijn in de vraag: 

Vraag: Wat is het verband tussen neerslag en plantengroei.

      2. Begin je antwoord met hoe ... hoe ... (of begin je antwoord met als ... dan ...)

Antwoord: hoe ... hoe ...

      3. Noteer op de stippellijn de twee onderwerpen

Antwoord: hoe ... neerslag, hoe ... plantengroei

      4. Vul de zin aan met de juiste informatie tot een juist verband 

Antwoord: hoe ... neerslag, hoe ... plantengroei

 

 

Aardrijkskunde - Productieproces

Introductie en leerdoelen

People Planet Profit is een term uit de duurzame ontwikkeling. Het staat voor mensen (people), planeet/milieu (planet) en opbrengst (profit).

Het is belangrijk dat deze drie elementen steeds op een goede manier gecombineerd worden. Als één van de drie elementen te veel aandacht krijgt, zal dat ten koste gaan van de andere twee elementen.

Als er bijvoorbeeld te veel aandacht is voor het maken van winst, dan zullen mens en milieu daar de dupe van worden.

In deze opdracht staan de drie P's centraal. Je gaat eerst leren hoe de drie P's bij een productieproces aanwezig zijn en vervolgens ga je onderzoeken hoe je in jouw nieuwe product rekening kan houden met de drie P's.

 

 

Leerdoelen
De ecologische voetafdruk krijgt de komende lessen een vervolg door in te zoomen op het productieproces van een product. Eerder hebben we vooral gekeken naar het consumeren. De leerdoelen die bij deze opdracht horen zijn:

  • Je beschrijft het begrip duurzaamheid;
  • Je herkent duurzame en niet-duurzame factoren in het productieproces.
  • Je beschrijft wat de term People, Planet, Profit te maken heeft met duurzame ontwikkeling (in het productieproces)

 

Economie en milieu

Het produceren van goederen en diensten kan allerlei nadelige gevolgen voor het milieu hebben. Immers voor het maken van producten zijn grondstoffen nodig en het winnen van grondstoffen kan slecht zijn voor het milieu.En  ook het maken van producten kan slecht zijn voor het milieu; er kunnen allerlei vormen van milieuvervuiling optreden.

Maak de volgende opdrachten. Dan zie je hoe het produceren van voedsel belastend kunnen zijn voor het milieu.

Grondstoffen

Onder grondstoffen worden materialen verstaan die worden gebruikt om een product te maken. Natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur worden gevonden, zoals aarde, gas, olie, koper en ijzererts. Ook gewassen en hout zijn voorbeelden van natuurlijke grondstoffen.

Bekijk het volgende filmpje van Schooltv. Het gaat over de verbouw van katoen. 

Milieuvervuiling

De productie van goederen en diensten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu.

Je kunt verschillende vormen van milieuvervuiling onderscheiden. Je hebt onder andere vervuiling van lucht, water, bodem en de horizon. In Nederland komt bodemverontreiniging op grote schaal voor. Er zijn ongeveer 250.000 locaties waar de bodem mogelijk ernstig vervuild is. Veel vervuiling stamt nog uit het verleden. Het gaat om plekken waar vroeger benzinestations, garages, chemische wasserijen of gasfabrieken stonden, en om landbouwgrond waar vroeger gevaarlijke en inmiddels verboden bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt. Stortplaatsen zijn jarenlang vervuild met giftige stoffen. Ondergrondse olietanks in tuinen zijn vaak opgevuld met zand, maar kunnen vroeger olie gelekt hebben.

Watervervuiling

Watervervuiling ontstaat door menselijke of natuurlijke activiteiten die de kwaliteit van water in negatieve zin aantasten. Onder watervervuiling wordt verstaan, een verandering in de kwaliteit van het water met een schadelijk effect voor mensen, dieren of planten die met het water in contact komen. Verontreinigd water is niet meer geschikt als drinkwater en als zwemwater of viswater.

De belangrijkste soorten verontreinigingen zijn stoffen die ziekte kunnen opwekken (bijvoorbeeld virussen en bacteriën), zuurstofverbruikende vervuiling (bijvoorbeeld plantenresten en algen die door bacteriën verteerd worden), anorganische vervuiling (bijvoorbeeld zuren, zouten, metalen of voedingsstoffen), grof drijvend materiaal (bijvoorbeeld olie, plastic, visnetten en pesticiden) en fijn zwevend materiaal dat licht tegenhoudt.

De term watervervuiling wordt meestal gerelateerd aan de mens, maar kan ook van natuurlijke aard zijn. Soms vindt vervuiling plaats door erosie van stoffen uit de rotsen in de ondergrond, of door erosie na hevige regenval.

In 2010 produceerde de wereld 275 miljoen ton plastic afval, waarvan tussen de 5 en 12 miljoen ton in zee terecht kwam. In Europa en Noord-Amerika is het ophalen en verwerken van afval nu vrij goed geregeld, zodat ‘wij’ slechts een kleine bijdrage aan de plastic soep leveren. In Azië is het besef dat al dat weggooiplastic op den duur de oceanen kan verstikken nog nauwelijks aanwezig. Maar liefst 80% van al het plastic afval in oceanen wordt geloosd door de industrie en door mensen op het land en belandt in zee via rivieren, kanalen en havens. Daarnaast zijn schepen, de visserij en de offshore industrie belangrijke veroorzakers van de vervuiling, maar vergeleken met het landaandeel is dit ‘maar’ 20%. Bij bepaalde zeedierpopulaties heeft bijna ieder dier al plastic in zijn maag.

De Ocean Cleanuphaalde in 2021 816.000 kilo afval uit de oceanen. De hoofdgedachte achter The Ocean Cleanup (bedacht door Boyan Slat, een Nederlandse uitvinder en milieuactivist) is om deze oceaanstromingen het werk te laten doen. Een installatie van drijvende schermen kan zwevend kunststof naar een centraal punt leiden. Het kunststof kan vervolgens verwijderd en gerecycled worden voor de productie van duurzame producten. De verwachting is dat de helft van de Great Pacific Garbage Patch in vijf jaar wordt verwijderd.

Bekijk de video van de Ocean Cleanup. Je kunt dan in versneld tempo zien hoe het zwevend kunststof in de oceaan verzameld wordt.

 


Klik op Theoceancleanup en vervolgens op 'Start exploring' om te zien hoeveel plastic afval er wereldwijd aanspoelt of ronddrijft.

Duurzaamheid

Duurzaamheid

De term 'duurzaamheid' hoor je tegenwoordig vaak. Duurzaam bouwen, duurzaam eten, duurzame kleding, duurzaam ondernemen, duurzame visserij, enz. Wat betekent dit eigenlijk? Dat is de vraag die in deze opdracht centraal staat.

Bekijk de video over duurzaam wonen. Welke maatregelen neemt de bewoner van dit huis om duurzamer te wonen?

 

Er zijn vele definities van de term 'duurzaam'. Een ervan is:
Duurzaamheid is de mate waarin een samenleving in staat is in haar eigen behoeften te voorzien zonder toekomstige generaties de kans te ontnemen in hun behoeften te voorzien' ofwel `niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan dat er bijkomen, zodat mensen ze ook in de toekomst nog kunnen gebruiken.

In de opdracht ga je van een aantal productieprocessen aangeven of ze duurzaam zijn of niet.

 

 

 

 

 

Voor de fabricage van producten die je dagelijks gebruikt zijn grondstoffen en energie nodig. IJzererts is een voorbeeld van zo'n grondstof en aardolie wordt gebruikt voor de opwekking van energie. Bekijk onderstaande video's van de site van Schooltv.

Video: IJzererts

Video: Aardolie


Hulpbronnen worden soms ingedeeld in:

  • uitputbare hulpbronnen
  • onuitputbare hulpbronnen.

Soms is de grens tussen deze twee soorten hulpbronnen niet zo duidelijk. Het ligt er aan hoe je met de hulpbron omgaat.

Veel van onze energie komt van fossiele brandstoffen, zoals aardolie, gas en kolen. Het kan ook anders: door gebruik te maken van zon, water en wind. De vraag naar elektriciteit neemt toe. Er worden steeds meer windmolens en zonnepanelen gebouwd om alle huishoudens in Nederland op een duurzame manier te kunnen voorzien van elektriciteit. Kijk naar de volgende video's van Schooltv over dit onderwerp.

Video: Zonne- en windenergie in Nederland



De zon is een bron van energie en warmte. Met behulp van zonnepanelen zou iedereen in Nederland de benodigde stroom op kunnen wekken. Maar dat doen we nog niet. In Europa lopen we erg achter met het opwekken van zonnestroom. Op Ameland geven ze het goede voorbeeld, daar streeft men naar 100% zonne-energie.

Video: Kunnen we volledig leven van de zon



Bestudeer in de Kennisbank de pagina's  over duurzame energiebronnen, biobrandstoffen en kernenergie.
Bekijk ook de video in de Kennisbank.

Duurzame energiebronnen


Beantwoord de volgende vragen.

 

People, planet, profit

People Planet Profit is een term uit de duurzame ontwikkeling. Het staat voor mensen (people), planeet/milieu (planet) en opbrengst (profit).Het is belangrijk dat deze drie elementen steeds op een goede manier gecombineerd worden. Als één van de drie elementen te veel aandacht krijgt, zal dat ten koste gaan van de andere twee elementen. Als er bijvoorbeeld te veel aandacht is voor het maken van winst, dan zullen mens en milieu daar de dupe van worden. In deze opdracht staan de drie P's centraal. Je kiest samen met een klasgenoot een eindproduct uit waarmee je kunt laten zien dat de drie P's niet zonder elkaar kunnen.

Bestudeer de volgende twee Kennisbankitems als herhaling van de vorige les.

Consumeren en milieu

Produceren en milieu


Maak de volgende oefeningen om te zien wat je nog hebt onthouden en waar je nog extra naar moet kijken.

 

Bestudeer de volgende twee Kennisbankitems als herhaling van de vorige les.

Afhankelijk van de natuur

Duurzaamheid

 

Test je kennis, voordat je verder gaat met het nieuwe onderwerp van deze les.

 

Deelopdracht: 3 P's in jouw nieuwe product

Je gaat producten recyclen tot een installatie. Deze producten zijn ooit al een keer gemaakt en daar zijn productiemiddelen voor nodig geweest. Denk bijvoorbeeld aan de stoffen, naaimachine en uren werk die nodig waren voor je spijkerbroek.

We vinden het belangrijk om bij het productieproces (tot iets nieuws) rekening te houden met de drie P’s. Door producten te recyclen houd je hier automatisch al rekening mee, maar ga vandaag met elkaar onderzoeken hoe je hier nog meer rekening mee kunt houden.

Hieronder zijn de productiemiddelen en de drie P’s kort beschreven. Daarna volgt de opdracht.

Productiemiddelen

Productiemiddelen zijn bijvoorbeeld arbeidskrachten, fabrieken, machines, grondstoffen, transportmiddelen en natuurlijke hulpbronnen.

 

People

Gaat over alle personen die te maken hebben met de organisatie. Het gaat dus om klanten, medewerkers, omwonenden, etc. Je wil met al deze personen rekening houden.  

 

Indicatoren zijn: werkgelegenheid, verhouding werkgever en werknemer, gezondheid en veiligheid, opleiding en onderwijs, diversiteit en gelijke kansen, mensenrechten en discriminatie, tegengaan van corruptie, eerlijke marketing, privacy van klanten.

 

Planet

Gaat over de manier waarop de organisatie met het milieu omgaat. Het gaat dan ook om duurzaamheid. Duurzaamheid is het zo omgaan met de natuur en het milieu dat toekomstige generaties ook op een fijne manier op deze aardbol kunnen leven.

 

Indicatoren zijn: Grondstoffen, energie en water, biodiversiteit, uitstoot, afvalwater en -stoffen en producten, diensten en transport.

 

Profit

Gaat over het  maken van winst en toevoegen van economische waarde. Daarnaast gaat het om maatschappelijk verantwoord ondernemen en is de vraag hoe je rekening houdt met innovatie, kwaliteit en reputatie.

 

Indicatoren zijn: economische waarde, bijdrage aan lokale economie, bedrijvigheid, bijdrage aan het economisch systeem.

 

Productiemiddelen

Beschrijf voor één van de producten in jullie installatie welke productiemiddelen zijn ingezet om dit product te maken. Beschrijf tenminste 3 productiemiddelen en gebruik per middel 25 tot 50 woorden.

 

3 P's: people, planet en profit

Beschrijf daarnaast voor één van de producten in jullie installatie hoe bij productie en verkoop beter rekening gehouden kan worden met de 3 P’s. Noem per P minimaal 3 manieren. Gebruik per manier tussen de 50 en 100 woorden.

 

Onderzoeksverslag 2 maak je individueel, iedere leerling maakt z’n eigen verslag. Het verslag bestaat uit 600-800 woorden. Je moet het verslag uiterlijk 27 september 2024 inleveren via Teams.  Hieronder is preciezer aangegeven waar je verslag uit moet bestaan.

Beschrijving productiemiddelen (3 middelen)                               25 tot 50 woorden per middel

Rekening houden met people (3 manieren)                                 50 tot 100 woorden per manier

Rekening houden met planet (3 manieren)                                  50 tot 100 woorden per manier

Rekening houden met profit (3 manieren)                                    50 tot 100 woorden per manier

 

In de tabel hieronder zie je hoe de opdracht wordt beoordeeld. Op alle onderdelen moet je tenminste ‘bijna in orde’ of ‘in orde’ scoren.

Criterium

Niet in orde

Bijna in orde

In orde

Productiemiddelen

Geen goede beschrijving, minder dan 3 productiemiddelen en niet passend bij het gekozen product.

Een redelijke beschrijving van 3 productiemiddelen die matig past bij het gekozen product.

Een juiste beschrijving van 3 productie-middelen die past bij het gekozen product.

People

Geen goede beschrijving, minder dan 3 manieren en niet realistisch.

Een redelijke beschrijving van 3 manieren die niet helemaal realistisch is.

Een goede beschrijving van 3 manieren die ook realistisch is.

Planet

Geen goede beschrijving, minder dan 3 manieren en niet realistisch.

Een redelijke beschrijving van 3 manieren die niet helemaal realistisch is.

Een goede beschrijving van 3 manieren die ook realistisch is.

Profit

Geen goede beschrijving, minder dan 3 manieren en niet realistisch.

Een redelijke beschrijving van 3 manieren die niet helemaal realistisch is.

Een goede beschrijving van 3 manieren die ook realistisch is.

 

Aardrijkskunde - Grondstoffen en duurzaamheid

Introductie en leerdoelen

Wanneer je producten produceert dan maak je gebruik van grondstoffen uit de natuur. Enerzijds zijn de grondstoffen nodig om het product daadwerkelijk vorm te geven. Anderzijds zijn grondstoffen nodig om de machines te laten werken die nodig zijn, het product te transporteren en om het product te promoten op de markt. Wanneer je de producten uit de natuur haalt, verandert dit iets in de natuurlijke kringlopen. Jarenlang is er van alles uit de natuur gehaald aan grondstoffen, zonder de effecten ervan te zien op lange termijn. Vandaag de dag is er veel meer oog voor duurzame productie: Dat wat je uit de natuur haalt, ook weer teruggeven, zodat de kringlopen in balans blijven en er geen schadelijke gevolgen worden achtergelaten. 

Duurzaam met de natuur omgaan staat hoog op de politieke agenda's. In het kader van de eindopdracht ga je de komende lessen bekijken wat er nodig was om jouw product (wat je gaat hergebruiken) in eerste instantie te produceren. Als je dat weet kun je beschrijven wat de gevolgen zijn als je jouw product zou weggooien én wat je voorkomt door jouw product te herbruiken. 

 

  • Je legt uit wat duurzaam omgaan met het milie inhoudt (onttrekken en aanvullen)

  • Je legt uit hoe niet-duurzaam omgaan met het milieu lokaal en mondiaal leidt tot versterkt  broeikaseffect, uitputting van grondstoffen, verlies van natuur, en gezondheidsproblemen door vervuiling van water en leefomgeving.

  • Je legt uit welke positieve gevolgen het hergebruiken van producten heeft op de ecologische voetafdruk en het milieu (inclusief grondstoffen).

 

Video

Bekijk onderstaande video ter introductie van dit onderwerp (wanneer je de les hebt bijgewoond, heb je deze video al bekeken in de les, dus hoef je dat nu niet te doen).

Productie en milieu

Onderzoek het product dat jullie als groep hebben uitgekozen om te gaan herbruiken. Beantwoord de volgende vragen over dit product.

 

  1. Wat is er nodig geweest aan grondstoffen om dit product te produceren
    • Denk aan de materialen die verwerkt zitten in het product.
    • Denk aan grondstoffen die nodig zijn voor het productieproces.
    • Denk aan grondstoffen die nodig zijn voor transport en verkoop.
  2. Wat gebeurt er binnen de koolstofkringloop als je het product dat je gaat hergebruiken zou weggooien?
  3. Wat 'voorkom' je als je het product gaat hergebruiken.
    • Denk aan alles wat er nodig is om het product te maken en dus wat niet nog een keer hoeft plaats te vinden.

De gemaakte vragen zijn geen aparte deelopdracht, maar zijn het voorwerk op een onderdeel van het eindproduct. Lever de antwoorden op deze vragen in, in teams. De docent zal het werk van feedback voorzien. Je kunt deze feedback verwerken en meenemen in het eindproduct.

 

Wanneer het werk vandaag niet wordt ingeleverd in teams, wordt het werk niet meer van feedback voorzien.