Keuzevak Het Groene Machinepark_______________________________________________

        Ontwikkeling: Anthonie Meuleman & Laurens Jan Lensen

 

Hfst. 3 Landbouw-, tuin-, en parkmachines

Tijdens deze periode van het groene machinepark behandelen we een aantal getrokken en aangedreven land- en tuinbouwmachines. Het doel is dat we deze land- en tuinbouwmachines

  • kunnen herkennen en benoemen waar deze voor worden toegepast,
  • de veiligheidsas-pecten kunnen herkennen, verklaren en er naar handelen en
  • het dagelijks en periodiek onderhoud kunnen uitvoeren.

Getrokken en aangedreven landbouwmachines zijn machines die gebruikt worden in de land en tuinbouw. Ze worden door de boer gebruikt op het land, op het erf of in de stal. Je hebt machines voor de lveehouderij, land- en tuinbouw en voor tuin- en landschap.

 

 

3.1 Getrokken machines

Getrokken machines worden getrokken door een trekker. Er zit dus geen motor op en de machines zijn afhankelijk van de kracht van de trekker. Zonder trekker komen ze niet voor-uit. Je hebt dus de trekker nodig om de machine te trekken.

 

Een paar voorbeelden van getrokken machines zijn:

Machines voor melkveebedrijven

  • Weidebouw (weidesleep, rol, bloter, maaiers, schudders, harken)
  • Oogst (persen en opraapwagens)
  • Bemesting (kunstmeststrooiers, mestwagens en vacuumtank)
  • Voeren (voermengwagens en kuilsnijders)

 

Machines voor Akker- en tuinbouw

  • Grondbewerking (cultivator, schijveneg, rotorkopeg, frees en ploeg)
  • Zaaien, planten en poten (plant, zaai en pootmachines
  • Onkruidbeheersing (wiedeg, schoffeltuig, spuitmachine)
  • Oogsten en rooien

 

Tuin- en parkmachines

  • Kettingzagen en bosmaaiers
  • Bladblazers en elektrische machines
  • Tuintrekkers

 

Machines voor water- en natuurbeheer

  • Maaien onder water
  • Slootkant maaiers
  • Rietmaaiers
  • Greppelfrees
  • Watermolens en pompen

 

3.2 Aangedreven machines

Aangedreven machines zijn machines die door een trekker in werking worden gezet. Zonder de motor van de trekker geen werking van de machine. Zo wordt de kracht van de trekker gebruikt om het gras te maaien, het hooi te schudden of om aardappels te rooien.

De kracht van de motor wordt naar de machine gebracht via de aftak as. Deze aftakas zit in het midden van de driepuntskoppeling/hef. De aftakas brengt de kracht van de trekker over op de machine. Met deze kracht kun je de machines in werking zetten. De aftakas draait met 540 toeren per minuut. Voor sommige werktuigen schakel je de aftakas naar 1000 toeren per minuut. Er zijn ook trekkers verkrijgbaar met een 750 toeren aftakas. Dit word gebruikt om een 540 toeren machine aan te drijven met een lager motortoerental. Dit zocht voor een lager brandstofverbruik. De 750 toeren aftakas word ook wel 540E(economie) aftakas ge-noemd.

 

Ongelukken met de aftakas

Jaarlijks vinden er veel ongelukken met de aftakas, doordat men te dicht bij de draaiende af-takas in de buurt komen waardoor kleren of ledematen aan de as blijven haken. Om risico’s te beperken ben je wettelijk verplicht de aftakas af te schermen middels een hardplastic be-scherming die niet mee draait.

 

Veiligheid.

Bij het aankoppelen van de machine let je natuurlijk goed op of alle drie punten van de hefinrichting aangekoppeld zijn voor je de machine met de trekker optilt. Als de machine een steunpoot heeft, trek je die pas in als de machine helemaal aangekoppeld is. Je zult niet de eerste zijn bij wie de machine kantelt omdat hij niet goed is aangekoppeld.

Bij het aansluiten van de aftakas heb je de trekker uit en controleer je of de as aan beide kanten goed is geborgd. Daarna maak je beide delen van de beschermkap vast met de ket-tinkjes die aan beide kanten van de aftakas zitten.

 

 

 

 

☻ Aankoppelen van een aangedreven machine

 

 

De driepunts koppeling

De meeste werktuigen worden aan de trekker gekoppeld in de drie-punts koppeling. De driepunts koppeling kan met de hefinrichting omhoog en naar beneden bewegen. De hef inrichting wordt vanaf de trekker met de hand bediend.

 

 

1    de hefarm
2    de topstang (in lengte verstelbaar)
3    de trekker
4    de hydraulische hefcilinder
5    de hefstangen (in lengte verstelbaar)
6    de trekstang
7    de koppelingskogels

 

Hydrauliek

De driepunts hef wordt bediend door de hydrauliek van de trekker. Door de hefinrichting te bedienen vanuit de trekker wordt er olie in de hefcilinder gepompt waardoor de cilinder lan-ger wordt. Daardoor gaat de hef met aangekoppelde machine omhoog. Met olie druk in de cilinder kun je veel kracht overbrengen. Zware machines kunnen zo moeiteloos geheven worden door de trekker.

 

Pas op: Nooit hydrauliek lekken met je vingers proberen te stoppen!!!

 

De hydrauliek olie stroomt met zoveel kracht uit een lek dat het makkelijk in je huid en bloedvaten in dringt. Levensgevaarlijk dus!!!

Gebruik van handschoenen is natuurlijk altijd aan te raden!

 

 

 

Werking van de Fronthef

  1. Bevestigen van het werktuig:

    • Het werktuig wordt eerst aan de twee onderste hefarmen bevestigd.
    • Vervolgens wordt het bovenste bevestigingspunt vastgemaakt aan het werktuig.
  2. Heffen en laten zakken:

    • De bestuurder kan met behulp van de hydraulische bediening de hefarmen omhoog of omlaag bewegen.
    • Dit maakt het mogelijk om het werktuig van de grond te tillen of neer te laten voor gebruik.
  3. Stabiliteit en beweging:

    • De fronthef biedt een stabiele bevestiging door de drie bevestigingspunten.
    • Dit zorgt ervoor dat het werktuig stevig vastzit en niet zijwaarts kan bewegen, maar wel kan scharnieren om oneffen terrein te volgen.

 

Opdracht:

Bekijk de bovenstaande afbeelding van de fronthef. Markeer hierbij met een rood potlood de drie punten waaraan de getrokken machine word bevestigd.

 

De topstang van de driepunts hefinrichting

De topstang van de hef inrichting is een belangrijk onderdeel. Je kunt de machine stellen door de topstang langer of korter te maken. Daardoor zal de machine meer voorover, juist vlak of achter over hangen. De meest gebruikte stand is horizontaal recht achter de trekker. In die vlakke stand verricht je de meeste werkzaamheden met getrokken landbouw werktui-gen. Een topstang is in de meeste gevallen mechanisch verstelbaar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van een hydraulische topstang.

 

Met of zonder wielen.

Machines die in de driepunts koppeling achter de trekker hangen hoeven in principe geen wielen te hebben. Weidesleep en kunstmeststrooier hebben over het algemeen geen wie-len. Wordt de machine groter, dan hebben ze soms wel wielen. Wielen worden ook vaak toegepast als het weiland ‘’gevolgd’’ moet worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan heen hooischudder of grashark.

 

 

 

 

☻ Veel voorkomende aangedreven land- , tuin en parkmachines

• De maaier

Inleiding

De maaier is misschien wel één van de meest bekende werktuigen. Naast de landbouw wordt een maaier natuurlijk ook gebruikt bij huishoudens met een tuin. Zoals bij de maaiers die gebruikt worden in de tuinen zit er ook veel verschil in maaiers die gebruikt worden bij de land- en tuinbouw.

 

Heel vroeger hadden boeren slechts een klein stukje land en werd er gemaaid met een zeis of met een maaibalk achter een paard die aangedreven werd door het draaien van de wielen. Toen er trekkers kwamen werden die met een maaibalk ook ingezet op de boerderij om te maaien. Aan de zijkant van de was zo’n maaibalk dan gemonteerd

 

 

Verschillende maaiers.

Tegenwoordig gaat het met het maaien wel wat anders en maken we gebruik van machines met veel meer capaciteit. Ook zijn er verschillende type maaiers voor verschillende doeleinden. Zo zijn er klepelmaaiers en weidebloters die het gras eraf halen en fijn maken zodat het veelal op het land kan blijven liggen. Voor het oogsten van gras maken we onderscheid tussen twee type maaiers. De trommel- en de schijvenmaaier. Deze laatste komst steeds vaker voor en daarom behandelen we deze machine.

 

 

De schijven maaier is voorzien van meer messen dan een trommel maaier dus hoeven er minder vaak messen vervangen te worden en kan er vaak sneller gemaaid worden. Maar het voornaamste is het gewicht van de maaier. Een schijvenmaaier is bij de zelfde maaibreedte lichter van gewicht dan een trommel maaier. Daarnaast legt hij het gras breed uit en is dat zeker in geval met een kneuzer een groot voordeel. Een kneuzer zit achter op de maaier en waar het gras doorheen gaat, en het even word geslagen hierdoor kan het gras sneller drogen.

 

Bekijk het volgende filmpje

 

Onderhoud van de schijven maaier

Vrijwel iedere fabrikant schrijft andere voorwaarde voor qua onderhoud. Zo zal je bij de ene fabrikant voorschrijven dat de olie van de transmissie iedere 35 uur vervangen moet worden en de andere fabrikant zal misschien voorschrijven dat het bij 40 uur vervangen moet worden. Het is daarom belangrijk om altijd handleiding van de machine te handhaven en te noteren wanneer er welk onderhoud is uitgevoerd. Het dagelijks onderhoud bij een maaier is vrijwel voor elk merk en type gelijk.
Controleer altijd voor gebruik van de maaier op lekkages. De meeste maaiers zijn voorzien van een haakse overbrenging en een maaibalk gevuld met olie. Gezien de lage hoeveelheid olie en de krachten die er op komen kunnen kleine lekkages grote en kostbare gevolgen hebben.
Controleer ook altijd de staat van de messen. Als de messen bot of beschadigd zijn slaan ze het gras kapot inplaats van snijden. Dit gaat tenkosten van het gras dat je maait en kan zorgen voor een hoger brandstof verbruik.

Reinig de machine na gebruik. Verwijder daarbij grasresten tussen draaiende delen. Gras kan zich tussen draaiende delen ophopen en vervolgens keringen beschadigen of er voor zorgen dat grasresten tussen lagers terecht komen.

 

Veiligheid.

Een maaier is voorzien van veel draaiende onderdelen. Dit kan voor zeer gevaarlijke situaties zorgen. Maar zoals bij de meeste getrokken machines is er ook sprake van beknellingsgevaar. Hieronder zie je een afbeelding van veiligheidswaarschuwingen op een maaier. Zorg dat bij werkzaamheden aan de machine altijd dat de trekker is uitgeschakeld.

• De ploeg- en spitmachine

Inleiding

Spitten is misschien wel een van de meest oude methodes om het land te bewerken. Vroeger gebeurde dat allemaal met de hand op kleine percelen. De stukken die tegenwoordig met de hand gedaan wordt enkel nog beperkt tot tuintjes. De eerste ploeg is al heel oud en was eigenlijk niets meer dan een stuk metaal of hout wat door de grond werd getrokken. In de tijd van de romeinen werd de wielploeg ontwikkeld deze is meer bekend zoals we de ploeg van nu kennen. Deze was voorzien van een wiel voor de stabiliteit en was voorzien van een keerbord. Het zorgde ervoor dat de grond ‘’omgekeerd’’ werd zoals we dat ook met spitten doen.  

 

 

De ploeg

De ploeg is voor velen wel bekend omdat hij al jaren gebruikt wordt om het bouwland gereed te maken voor het nieuwe seizoen. De ploeg wordt met de driepuntsbevestiging achter de trekker gemonteerd. Op land wordt de ploeg naar beneden gedaan en werk hij met de keerborden de grond om. Hierbij wordt de grond niet losser gemaakt wat een spitmachine wel doet. Een ander nadeel is de kans op een ploegzool, dat is een verdichte laag net bededen de ploegdiepte. Deze harde laag zorgt ervoor dat planten minder makkelijk wortelen en de boven laag van de grond uitputten.

 

 

 

 

De spitmachine

De spitmachine zien we dan ook steeds vaker het laat de grond vrijwel direct zaaiklaar achter en je hebt ook geen ploegvoor.  Het nadeel is dat een spitmachine in veel soorten en ook voor verschillende doeleinden ingezet kan worden. Het is namelijk ook afhangkelijk voor het grondsoort. We behandelen hier de spitmachine die gebruikt kan worden met verschillende nalooprollen.

De spitmachine zorgt dus voor een lossere bovenlaag waardoor planten zich makkelijker kunnen wortelen en omdat een spitmachine het na de nalooprol meteen zaaiklaar neerlegd kun je er voor kiezen om achter de spitmachine een zaaimachine te plaatsen. Hierdoor word na het onderwerken van de groenbemester het gewas ingezaaid in slechts 1 werkgang waar bij het ploegen minimaal 2 werkgangen nodig zijn. Uiteindelijk zorgt het er dan wel voor dat je sneller klaar bent. Ook al kost het omkeren van de grond met een spitmachine alleen wel meer tijd.

 

 

Ploegen kan namelijk wel heel snel zoals tezien in het volgende filmpje, maar of dit de kwaliteit ten goede komt is te betwijfelen natuurlijk.

 

 

Onderhoud spitmachine.

Een spitmachine is bevat veel draaiende delen, tandwielkasten en veelal voorzien van kettingen. Bij de meeste spitmachines word er

voor geschreven de olie iedere 250 uur te verversen maar dit kan natuurlijk verschillen per machine. Het is daarom raadzaam om de handleiding te raadplegen welk onderhoud jou machine nodig heeft. Dit geld ook voor de vetnippels die er op de machine zitten. De kettingen moeten regelmatig op spanning worden gecontroleerd. Het wordt geadviseerd dit dagelijks uit te voeren.

 

 

 

Veiligheid spitmachine

 

No. 452-315

Lees, voordat u handelingen met deze machine gaat uitvoeren, eerst de handleiding en de daarin opgenomen veiligheidsbepalingen.

 

 

No. 449-396

Voer geen handelingen uit aan de machine voordat alle draaiende delen tot stilstand zijn gekomen.

 

 

 

No. 452-445

Niet te dicht bij aftakas komen.

☻ Veel voorkomende gemotoriseerde land- , tuin en parkmachines

Bekijk het volgende filmpje

 

• De bosmaaier

Bekijk de volgende filmpjes

 

Onderhoudsbeurt van een bosmaaier

 

Maaidraad vervangen

Harnas van een bosmaaier afstellen

 

• De kettingzaag

Bekijk de volgende filmpjes

 

Onderhoudsbeurt kettingzaag

 

Ketting van de kettingzaag slijpen

• De heggenschaar

Bekijk het volgende filmpje

 

Onderhoudsbeurt van een heggeschaar

• De cirkelmaaier

Bekijk het volgende filmpje

 

Onderhoudsbeurt van een cirkelmaaier

Hoofdstuk 4. Electra

Elektrische schema’s en symbolen

Symbolen bij electrische installaties

Bij elektrische energie gaat het om het opheffen van een spanningsverschil. In een elektrische installatie bestaat dit spanningsverschil tussen de plus- en de minpool. Als die met elkaar verbonden worden, stromen de elektronen van de plus naar de min. Daarom is elektriciteit een ander woord voor stroom waarbij een spanningsverschil word opgeheven.

Bij elektrische installaties maken we gebruik van schema met symbolen. Dit doen we om op een eenvoudige wijze iets uit te beelden wat in het echt misschien soms heel warrig er uit ziet of omdat het simpel wel niet zichtbaar is omdat het ergens achter weggewerkt is.

 

 

Serie- en paral schakelingen

De ene stroomkring is de andere niet. Zo worden er in een stroomkring meerdere schakelingen toegepast. We kunnen bijvoorbeeld onderscheid maken tussen een serie schakeling en een parallel schakeling. Bij een serie schakeling zitten de weerstanden/of verbruikers allemaal achter elkaar in een stroomkring. Als er weerstand/verbruiker kapot gaat dan word de gehele stroomkring onderbroken en dan werkt er niets meer. Bij een parallelschakeling staan de weerstanden/verbruikers naast elkaar geschakeld. Een weerstand/verbruiker blijft het gewoon doen als een ander kapot gaat.

 

 

 

 

Afb. Meten met de multimeter

De multimeter

Bij het opsporen van elektrische problemen kun je een multimeter gebruiken. De multimeter is een meetinstrument

waarmee je verschillende grootheden, zoals spanning (volt), stroom (ampère) en weerstand (ohm) kunt meten.

 

 

Om te meten met een multimeter moet je weten hoe je moet meten. Zoals in het bovenstaande schema kan zien zie je dat de ampère meter in serie aangesloten moet worden en de volt parallel. De voltmeter meet het spanningsverschil dus die zet je ‘’over’’ het te meten object. Hoeveel ampères er door een object heen gaat meet je in serie. Hierdoor gaan de ampères ook door de meter en kun je de hoeveelheid stroom aflezen.  

 

Electriciteit deel 1

Om te meten met een multimeter moet je weten hoe je moet meten. Zoals in het bovenstaande schema kan zien zie je dat de ampère meter in serie aangesloten moet worden en de volt parallel. De voltmeter meet het spanningsverschil dus die zet je ‘’over’’ het te meten object. Hoeveel ampères er door een object heen gaat meet je in serie. Hierdoor gaan de ampères ook door de meter en kun je de hoeveelheid stroom aflezen.  

 

 

Doordat we voor vrij alles stroom gebruiken krijgt ook iedereen er mee te maken. In huis, op de boerderij maar ook bij de landbouwmachines. Daarom is kennis van elektra van grootbelang.
Stroom loopt altijd door een kring die bestaat uit:
- Voeding
- Verbruiker
- Draden
De voeding zorgt voor de spanning, dit kan een accu zijn, een dynamo of het stroom vanuit de meterkast. Spanning druk je uit in volt (V), stroom drukken we uit in ampère (A) en voor de verbruiker word ook vaak de benaming weerstand gebruikt en die word uitgedrukt met de het  ohm (Ω) teken. Indien de voeding de en de verbruiker is aangesloten doormiddel van de draden noemen we dat een stroomkring. In deze stroomkring kunnen we ook meerdere onderdelen toevoegen zoals een zekering, een relais en een schakelaar. Voor elk onderdeel in zo’n stroomkring bestaat een symbool.

 

Hiernaast zie je zo’n stroomkring met symbolen. Deze symbolen zijn over de hele wereld hetzelfde. De lamp (ook wel de weerstand) is in de bovenste lijn afgebeeld als rondje met kruisje er door. Daarnaast zit de schakelaar en onder aan staat de voeding, in dit geval is er een accu of batterij getekend. In dit schema is geen zekering getekend dat betekend dat bij een kortsluiting er kans is op brandgevaar doordat kabels dan kunnen gaan smelten. Een zekering kan dat voorkomen doordat er een klein draadje inzit dat smelt als er teveel ampères door heen gaan. Door deze veiligheid word de stroomkring onderbroken en gaat er geen stroom meer door de stroomkring.

 

Elektriciteit deel 2

Inleiding

Bij elektriciteit in huis maken we gebruik van een meterkast. Via de meter kast komt de stroom de woning of bedrijfspand binnen. In de meterkast vinden we altijd de zekeringen (beter bekend als stoppen of installatie automaat),  een verbruiksmeter die het verbruik meet in kWh en een aardlekschakelaar.

Als eerste in de rij zien we de meter. Met hierna de aardlekschakelaar. Deze controleert de stroom die het huis ingaat even groot is als de stroom die het huis uitgaat. Als dat niet zo is, dan ‘’lekt’’ de stroom ergens weg. Zo’n lekstroom kan ontstaan door een defect apparaat of doordat iemand een draad aanraakt. De aardlekschakelaar schakelt de stroom bij een lekstroom meteen uit en onderbreekt dus de stroomkring.

Als laatste in het rijtje komen we de zekeringen tegen. In het verleden zagen we daar stoppen. Tegenwoordig zijn deze vervangen door een installatie automaat. De automaat onderbreekt het elektrische circuit als door kortsluiting of overbelasting een te hoge stroomsterkte in een groep of installatie ontstaat.

 

 

Afb. Oude meterkast
Afb. Nieuwe meterkast

                               
                                                         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kleuren van electrabedrading

Elektriciteit loopt door draden. Welke draden je voor een elektrische stroom kiest, hangt af van het doel en de plaats van het gebruik. Voor huis installatie gebruik je installatiedraad wat je in plastic buizen legt. De draden hebben alleen een eigen kleur zo word er bij huis installaties het meest gebruik gemaakt van de volgende kleuren: geel/groen, bruin, blauw, zwart. Bij het aanleggen van elektra houden wij ons aan de afgesproken kleurcoderingen.

            Afb. De 4 meest voorkomende kleuren bedrading in huis
 

 

Groen/geel: randaarde. Deze draad is voor de veiligheid. Als een elektrisch apparaat onder stroom komt de staan dan leidt de randaarde de stroom automatisch de aarde in. De draad heeft 2 kleuren om te voorkomen dat mensen die kleurenblind zijn de draden verkeerd aan zouden sluiten.
Bruin: fasedraad. Op deze draad staat spanning.
Blauw: nuldraad. Door deze draad gaat de stroom terug.
Zwart: schakeldraad. Met deze draden maak je de schakelingen Hiermee sluit je bijvoorbeeld een lamp aan op een schakelaar. Bij schakelaars moet je de fasedraad altijd onderbreken. De nuldraad loopt rechtstreeks naar de lamp of het apparaat.

          Afb. Na de schakelaar wordt de bruine fasedraad een zwarte draad. Dat is de schakeldraad.

Test Electra

Toets:test

  • Het arrangement Keuzevak Het Groene Machinepark_______________________________________________ is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2025-05-19 11:22:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Keuzevak klas 3
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    test

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.