De driepunts koppeling
De meeste werktuigen worden aan de trekker gekoppeld in de drie-punts koppeling. De driepunts koppeling kan met de hefinrichting omhoog en naar beneden bewegen. De hef inrichting wordt vanaf de trekker met de hand bediend.
1 de hefarm
2 de topstang (in lengte verstelbaar)
3 de trekker
4 de hydraulische hefcilinder
5 de hefstangen (in lengte verstelbaar)
6 de trekstang
7 de koppelingskogels
Hydrauliek
De driepunts hef wordt bediend door de hydrauliek van de trekker. Door de hefinrichting te bedienen vanuit de trekker wordt er olie in de hefcilinder gepompt waardoor de cilinder lan-ger wordt. Daardoor gaat de hef met aangekoppelde machine omhoog. Met olie druk in de cilinder kun je veel kracht overbrengen. Zware machines kunnen zo moeiteloos geheven worden door de trekker.
Pas op: Nooit hydrauliek lekken met je vingers proberen te stoppen!!!
De hydrauliek olie stroomt met zoveel kracht uit een lek dat het makkelijk in je huid en bloedvaten in dringt. Levensgevaarlijk dus!!!
Gebruik van handschoenen is natuurlijk altijd aan te raden!
Bevestigen van het werktuig:
Heffen en laten zakken:
Stabiliteit en beweging:
Opdracht:
Bekijk de bovenstaande afbeelding van de fronthef. Markeer hierbij met een rood potlood de drie punten waaraan de getrokken machine word bevestigd.
De topstang van de driepunts hefinrichting
De topstang van de hef inrichting is een belangrijk onderdeel. Je kunt de machine stellen door de topstang langer of korter te maken. Daardoor zal de machine meer voorover, juist vlak of achter over hangen. De meest gebruikte stand is horizontaal recht achter de trekker. In die vlakke stand verricht je de meeste werkzaamheden met getrokken landbouw werktui-gen. Een topstang is in de meeste gevallen mechanisch verstelbaar in sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van een hydraulische topstang.
Met of zonder wielen.
Machines die in de driepunts koppeling achter de trekker hangen hoeven in principe geen wielen te hebben. Weidesleep en kunstmeststrooier hebben over het algemeen geen wie-len. Wordt de machine groter, dan hebben ze soms wel wielen. Wielen worden ook vaak toegepast als het weiland ‘’gevolgd’’ moet worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan heen hooischudder of grashark.