Symbolen bij electrische installaties
Bij elektrische energie gaat het om het opheffen van een spanningsverschil. In een elektrische installatie bestaat dit spanningsverschil tussen de plus- en de minpool. Als die met elkaar verbonden worden, stromen de elektronen van de plus naar de min. Daarom is elektriciteit een ander woord voor stroom waarbij een spanningsverschil word opgeheven.
Bij elektrische installaties maken we gebruik van schema met symbolen. Dit doen we om op een eenvoudige wijze iets uit te beelden wat in het echt misschien soms heel warrig er uit ziet of omdat het simpel wel niet zichtbaar is omdat het ergens achter weggewerkt is.
Serie- en paral schakelingen
De ene stroomkring is de andere niet. Zo worden er in een stroomkring meerdere schakelingen toegepast. We kunnen bijvoorbeeld onderscheid maken tussen een serie schakeling en een parallel schakeling. Bij een serie schakeling zitten de weerstanden/of verbruikers allemaal achter elkaar in een stroomkring. Als er weerstand/verbruiker kapot gaat dan word de gehele stroomkring onderbroken en dan werkt er niets meer. Bij een parallelschakeling staan de weerstanden/verbruikers naast elkaar geschakeld. Een weerstand/verbruiker blijft het gewoon doen als een ander kapot gaat.
De multimeter
Bij het opsporen van elektrische problemen kun je een multimeter gebruiken. De multimeter is een meetinstrument
waarmee je verschillende grootheden, zoals spanning (volt), stroom (ampère) en weerstand (ohm) kunt meten.
Om te meten met een multimeter moet je weten hoe je moet meten. Zoals in het bovenstaande schema kan zien zie je dat de ampère meter in serie aangesloten moet worden en de volt parallel. De voltmeter meet het spanningsverschil dus die zet je ‘’over’’ het te meten object. Hoeveel ampères er door een object heen gaat meet je in serie. Hierdoor gaan de ampères ook door de meter en kun je de hoeveelheid stroom aflezen.