Toolkit onderwijsontwerp verbeteren

Toolkit onderwijsontwerp verbeteren

Let's start!

Deze toolkit richt zich op het effectief evalueren en verrijken van een (blended) onderwijsontwerp. De toolkit is tot stand gekomen na een uitgebreide literatuurstudie, meerdere gesprekken met docenten, adviseurs en ondersteuners en analyse van uitgezette vragenlijsten.

De toolkit geeft houvast in het ontwikkelen, evalueren en aanpassen van zowel een bestaand, als een nieuw onderwijsontwerp. De toolkit biedt de mogelijkheid om stap voor stap de fasen van het ADDIE model te doorlopen. Iedere fase is gevuld met tools, vragenlijsten en verwijzingen die kunnen leiden tot een directe aanpassing van een bestaand ontwerp. De onderwijsontwikkelaar kan zelf bepalen of hij/zij de gehele toolkit doorloopt, of dat de focus ligt op een specifieke fase.

 

Meer weten? Lees dan het artikel van het lectoraat Teaching, Learning & Technology:

 

In zeven minuten bijgepraat over het ontwerpen evalueren en doorontwikkelen van je onderwijs

De kapstok van de toolkit

In deze toolkit zijn de ADDIE stappen als basis gekozen voor het (her) ontwerpen van blended onderwijs, aan deze stappen wordt invulling gegeven met de ontwerplabels van Theelen & van Breukelen (2022).

ADDIE - model

ADDIE-model
ADDIE-model

Bij het ontwerpen van leersituaties worden een aantal stappen doorlopen volgens het acroniem ADDIE: Analyse, Design, Develop, Implement, Evaluate. Deze vijf stappen volgen elkaar steeds op en kennen een continu karakter waardoor in een aantal iteraties de kwaliteit van de leersituatie steeds beter wordt.

Deze toolkit voorziet in al deze stappen met concrete tips en aanwijzingen. De nadruk ligt met name op de ‘design’ en ‘evaluate’, vandaar dat evaluate als eerste fase in het herontwerp proces gekozen is. Het ADDIE model kan voor elke onderwijsontwerpsituatie worden toegepast. In deze toolkit ligt de focus op het ontwerpen van leersituaties waarin technologie een rol speelt om het leerproces te ondersteunen: blended learning.

De toolkit kan op verschillende manieren gebruikt worden. Een onderwijsprofessional kan alle stappen van het ADDIE-model (meermaals) doorlopen, of er voor kiezen een bepaalde fase uit te lichten.

Ontwerplabels (Theelen & van Breukelen, 2022)

Bij het ontwerpen van effectieve leersituaties waarin technologie een rol speelt, zijn vier aspecten belangrijk (Theelen & van Breukelen, 2022). Deze vier aspecten (of onderwijslabels) staan centraal in de toolkit:

  1. Authentiek en actief leren
  2. Scaffolding
  3. Samen leren
  4. Formatieve strategieën

Aandacht voor deze onderdelen is belangrijk bij elk ontwerp maar blijken bij blended learning nog extra belangrijk te zijn omdat er meer verantwoordelijkheid (regulatie) bij de student wordt gelegd als bepaalde onderdelen van de leersituatie naar een online omgeving worden vertaald.

Verderop in deze toolkit staat meer informatie over de betekenis en toepassing va de vier ontwerplabels zoals hierboven genoemd.

EVALUATE

Hoe is je onderwijsontwerp nu?

Onderstaande checklists bieden een manier om eenvoudig en snel  te bekijken hoe bepaalde onderdelen in het onderwijsontwerp zijn vormgegeven en uitgevoerd. Hiermee wordt dus niet het behalen van de leeruitkomsten beoordeeld, maar wordt gekeken hoe het onderwijsontwerp verbetert zou kunnen worden, wat indirect gevolgen heeft op de resultaten van studenten. Zijn bepaalde onderdelen in het ontwerp onvoldoende vormgegeven? Neem deze dan mee in de uitgebreide analyse in de volgende fase.

Checklist: Authentiek en actief leren

Checklist: Scaffolding

Checklist: Samen leren

Checklist: Formatieve strategieën

ANALYSE

Wat zijn de leeropbrengsten en hoe kun je die vormgeven?

Op zoek naar een diepere analyse van het huidige onderwijsontwerp? Is aan de hand van de checklists naar voren gekomen dat bepaalde labels nog aandacht behoeven, of is het doel om meer gestructureerd onderwijsactiviteiten vormgeven? Gebruik dan de onderstaande vragenlijsten om een beter overzicht te krijgen van mogelijke kansen tot ontwikkeling. Er staan vragenlijsten voor zowel mededocenten als studenten. De uitkomsten van deze vragenlijsten kunnen gebruikt worden in de design fase.

Hieronder staan twee soorten vragenlijsten die een professional kan afnemen om een beter inzicht te krijgen in het onderwijsontwerp en om te ontdekken waar mogelijkheden liggen om het onderwijsontwerp aan te scherpen:

  • Docentvragenlijst per ontwerplabel. Deze kunnen afgenomen worden bij de docenten die betrokken zijn bij een bepaalde leeractiviteit, of bij docenten aan wie gevraagd is kritisch naar het onderwijsontwerp te kijken
  • Studentvragenlijst per ontwerplabel. Deze kunnen afgenomen worden bij studenten die de leeractiviteit gevolgd hebben, of momenteel volgen.

De vragenlijsten zijn vormgegeven in Microsoft Forms, zodat ze gemakkelijk te downloaden en te verspreiden zijn. Standaard staat de vragenlijst ingesteld op “anonieme antwoorden”, maar dit kan verandert worden, indien gewenst. Na afname is er direct inzicht in de resultaten mogelijk.

Mocht Microsoft Forms niet de voorkeur hebben, dan zijn de vragenlijsten in PDF vorm terug te vinden in de documentenfolder onderaan de toolkit.

Geven veel docenten of studenten een lage score op een bepaald item(1 of 2), ga dan terug naar de checklists en klik bij dat item op [onvoldoende]. Er wordt direct een advies gegeven om een verbeterslag te maken in het onderwijsontwerp!  

DESIGN

Wanneer helder is wat de beoogde leeropbrengsten van de leeractiviteit zijn,kan men gaan nadenken over het design van de onderwijsactiviteit. Hierbij wordt beoordeeld wat studenten nog moeten leren, voordat ze voldoen aan de leeruitkomsten. Die “hiaten” worden omgezet in activiteiten gedurende de cursus, module of training.

Een manier om dit te doen is met de “Blend je onderwijs'” van het Versnellingsplan. Dit is gemaakt voor docenten, ondersteuners  en managers om het ontwerpen van blended onderwijs te ondersteunen. Het bevat  concrete handvatten en hulpmiddelen voor het ontwerp en implementeren van blended leren. Er zijn speciale routeplanners toegevoegd, zoals deze: speciaal voor docenten.

 

 

DEVELOP

De ontwerplabels van Theelen & van Breukelen (2022) als basis voor je activiteiten.

Hoe kan de onderwijsactiviteit het beste tot de gewenste leeruitkomsten komen? Speelt hierbij samen leren een grote rol, is het belangrijk om een juiste vorm van scaffolding in te richten, of ligt de focus op authentieke leertaken? Belangrijk hierbij is dat je meerdere labels naast elkaar ingericht kunnen worden. Onder het onderstaande overzicht van de ontwerplabels staan de verdere uitleg en praktische tips per ontwerplabel.

 

Ontwerplabels (Theelen & van Breukelen, 2022)

 

 

 

Ontwerplabel: actief & authentiek leren

Actief leren en authentiek kunnen met elkaar verbonden worden. Er ontstaat dan het actieve en authentieke leercontinuüm zoals te zien is in figuur 1. In dit figuur staan verschillende werkvormen. Iedere werkvorm heeft zijn eigen krachten en belemmeringen. Om juist in te schatten wat passend is tijdens een bepaalde leeractiviteit, is het belangrijk om te weten wat de termen “actief leren” en “authentiek leren” precies inhouden.

The active and authentic learning continuum (Theelen & van Breukelen, 2022)

 

Actief leren

Het is de bedoeling dat de student participeert in het onderwijs. Studenten leren zelf. Het is aan de docenten de taak om de studenten aan te moedigen tot leren. De student verwerkt de stof zelfstandig, actief en in interactie met de omgeving. Dit betekent echter niet dat je als docent niets meer mag vertellen.

Studenten moeten nieuwe informatie verbinden met reeds aanwezige voorkennis en daar relaties tussen leggen. Docenten faciliteren dit proces door het aanbieden van activerende werkvormen. Studenten consumeren dus niet alleen informatie, maar gaan er actief mee aan de slag.

Actief leren - Barend legt uit

Authentiek leren

Bij authentiek leren ligt de focus op de echte wereld. Er wordt gekeken naar complexe vraagstukken en mogelijke oplossingen hiervoor. Dit wordt gedaan door het gebruik van rollenspellen, maar ook leeractiviteiten die gebaseerd zijn op echte problemen of casussen. Authentiek leren kan plaatsvinden op school, maar ook in de praktijk (Lombardi, 2007).

Authentiek betekent letterlijk ‘eigen, echt, oorspronkelijk’. Daarnaast kunnen studenten het beste leren in een situatie die overeenkomsten heeft met situaties buiten school, ofwel “in het echte leven”. Het is dus belangrijk om een leeromgeving te creëren die levensecht, authentiek en realistisch is (Volman, 2004).  Dit maakt het leren betekenisvol, waardoor de toepassing van het geleerde beter geïntegreerd en breder uitvoerbaar wordt.

Doorloopjes: vermeng kennis & ervaring
Doorloopjes: vermeng kennis & ervaring

PRAKTISCHE TIPS

 

Activeer voorkennis

Zorg ervoor dat studenten nieuwe leersituaties kunnen verbinden met kennis / ervaringen die ze al bezitten. Als men studenten introduceert met nieuwe casussen en leertaken gebaseerd op het principe van authentiek leren, is het belangrijk om ruimte in te bouwen voor een gesprek. Bespreek hierbij onderwerpen als: welke reeds bekende casussen / situaties komen er bij je op? Dit faciliteert de transfer van de nieuwe kennis & vaardigheden.

 

 

Gebruik activerende leeractiviteiten en strategieën.

Gebruik activiteiten en strategieën waarbij iedereen betrokken wordt, maar waarbij ook niet alleen in grote groepen gewerkt wordt. Denk hierbij aan quizes, discussies, leesopdrachten, simulaties, games, videolessen, zoekactiviteiten en schrijfopdrachten.

 

 

Laat studenten niet alleen lezen of kijken

Wanneer studenten alleen lezen of kijken slaan ze informatie minder snel op dan wanneer ze met de informatie actief aan de slag gaan. Voeg dus iets toe aan de gelezen / gekeken kennis. Laat studenten bijvoorbeeld vragen beantwoorden tijdens het lezen of kijken.

 

 

Studenten leren ook buiten de les

Geef studenten hands-on, activerende leertaken die ze in hun eigen tijd kunnen zoen. Zo kunnen ze thuis simpele experimenten uitvoeren of op een korte ‘field trip’ laten gaan.

 

 

Spreek complexere vaardigheden aan

Een andere manier om studenten te activeren, is door het verwerken van problemen en taken met behulp van complexere vaardigheden. Daag studenten bijvoorbeeld uit om problemen in het grotere geheel te plaatsen, laat ze complexe informatie analyseren of concepten op een mindmap uitwerken.

 

Ontwerplabel: Scaffolding

Studenten leren het meest effectief wanneer zij samenwerken met iemand die meer kennis en vaardigheden heeft, zoals een docent. Door gezamenlijk een probleem aan te pakken, ontwikkelt de student concepten, tools en vaardigheden die nodig zijn om in de toekomst zelfstandig soortgelijke problemen op te lossen.

In deze situatie bevindt de student zich in de zone van naaste ontwikkeling. Dit is de afstand tussen wat een student al kan en wat hij/zij kan bereiken met behulp van een docent of ervaren medestudent. Deze benadering sluit aan bij het constructivisme, dat stelt dat studenten uitgedaagd moeten worden met taken die nét buiten hun eigen kunnen liggen – uitdagend, maar niet ontmoedigend.

De rol van de docent is hierbij cruciaal: het gaat om het begeleiden en ondersteunen van het leerproces, ook wel “scaffolding” genoemd. Het doel is dat de student, door samenwerking met de docent, nieuwe kennis en vaardigheden ontwikkelt. Hierbij zijn drie sleutelfactoren1 essentieel:

  1. Er is ruimte voor een dialoog tussen docent en student om samen te leren en tot co-creatie te komen
  2. Er zijn activiteiten die de student helpen om nieuwe kennis actief eigen te maken
  3. De leeromgeving sluit aan bij de behoeften van de student, waarbij studenten steeds meer eigenverantwoordelijkheid krijgen en de ondersteuning geleidelijk wordt afgebouwd.

1 Wells, G. (1999) Dialogic Inquiry: Towards a Sociocultural Practice and Theory of Education. New York: Cambridge University Press

 

Meer weten: Scaffolding: praktische inzichten en voorbeelden

 

 

 

Constructivisme - Scaffolding van Lev Vygotsky

 

 

PRAKTISCHE TIPS

 

Maak onderscheid tussen verschillende lesactiviteiten

Verdeel je leeractiviteiten zinvol tussen de synchrone (interacties tijdens de lessen) en asynchrone (interacties buiten de lessen) momenten.  

  • Ga synchroon, tijdens de lessen, voornamelijk aan de slag met verdiepende activiteiten. Roep een discussie op, of ga met andere werkvormen dieper in op de lesstof om het begrip en de verwerking te vergroten

  • Laat de studenten buiten de lessen (asynchroon) informatie eigen maken. Zowel informatie over de cursus als inhoudelijke informatie. Zorg voor informatieoverdracht, om een basisniveau aan kennis te ontwikkelen.

 

 

Schrijf een syllabus

Ontwikkel (indien van toepassing) een studentgerichte syllabus. Zorg ervoor dat de informatie in deze syllabus gedetailleerd, gestructureerd en goed verdeeld is. Dit kan dienen als een leergids voor studenten.  

 

 

Werk van simpel naar complex

Zorg ervoor dat leeractiviteiten niet te lang zijn. Het is beter om de doelen op te splitsen in korte activiteiten, waarbij de studenten focussen op het meer eigen maken of verbeteren van een bepaalde (deel)vaardigheid. Maak de leeractiviteiten en taken steeds iets complexer. Denk hierbij terug aan de uitleg over de Zone van naaste ontwikkeling & het concept scaffolding.

 

 

Richt je synchrone lesactiviteiten zinvol in

Zorg ervoor dat de studenten die naar de les komen, dit ook als betekenisvol en zinvol ervaren. Deel tijdens de lessen geen informatie met studenten die zij al weten, of die zij in hun eigen tijd eigen kunnen maken.  

Let er ook op dat er geen herhalingen in de leeractiviteiten zitten, ook dit kunnen studenten op een asynchroon moment doen wanneer zij daar behoefte aan hebben. Asynchroon kunnen zij bijvoorbeeld opgenomen lessen terugkijken, maar ze zouden ook aanvullende schrijfopdrachten of andersoortige opdrachten kunnen maken.

 

 

Gebruik diverse soorten media

Gebruik verschillende soorten media wanneer nieuwe stof wordt overgebracht op studenten; audio, video, teksten en afbeeldingen.  

Als ervoor gekozen wordt informatie visueel over te brengen, let er dan op de beelden visueel aantrekkelijk zijn. Dit houdt in dat er diversiteit zit in kleuren, pijlen en symbolen.

Maak hiervoor ook gebruik van open leermateriaal via Edusources.

 

 

Bouw je cursus zinvol op

Het is belangrijk dat de cursus een heldere en duidelijke opbouw heeft. Zorg ervoor dat de studenten weten wat de doelen zijn, van lesactiviteiten, van losse taken, maar ook de einddoelen moeten vanaf het begin helder en transparant gecommuniceerd worden. Zorg ervoor dat er richtlijnen zijn voor het behalen van deze doelen en dat het helder is wat de criteria zijn om uiteindelijk de cursus of het vak succesvol af te ronden.

 

 

Geef studenten ruimte om te verwerken

Studenten hebben tijd nodig om (nieuw) verkregen informatie te verwerken. Het is dus belangrijk dat de docent zorg draagt voor deze tijd en ruimte. Zorg dat er tussen zowel synchrone als asynchrone lesactiviteiten / momenten verwerkingstijd en ruimte is ingebouwd.  

 

 

Gebruik technologie die aansluit bij de student

Zowel tijdens als buiten de lessen gebruiken we steeds meer technologie.  Het is belangrijk dat de technologie die gebruikt wordt, het leren ondersteunt. Het is belangrijk dat  inzet van technologie het leerproces niet frustreert en daarmee tegenwerkt.  

Maak daarom gebruik van technologie die gebruiksvriendelijk is en neem de ruimte om hiermee studenten wegwijs te maken. Denk hierbij aan bijvoorbeeld Mentimeter en Feedbackfruits.

 

 

Voeg flexibiliteit toe aan je cursus

Studenten vinden het prettig om een bepaalde keuzevrijheid te hebben, dit bevordert het leren en de motivatie. Zorg er dus voor dat in je vak of cursus enige vorm van flexibiliteit aangeboden wordt. Voeg naast de verplichte onderdelen ook optionele leeractiviteiten toe. Daarnaast kan onderscheid gemaakt worden tussen basisinformatie & verdiepende informatie

 

 

Ontwerplabel: Samen leren

Samenwerkend leren zit in de aard van de studenten. Ze zoeken elkaar op, zo ontstaan er samenwerkingen in voorbereiding of uitvoering. Echt individueel leren kennen we dus eigenlijk niet. Tafels staan nauwelijks los van elkaar, maar altijd tegen elkaar. Studenten overleggen met elkaar en vragen elkaar om hulp wanneer ze er zelf niet uitkomen. Maar toch is dit geen effectieve vorm van samen leren. Deze informele samenwerking leidt niet tot “samenwerkend leren.”

Samenwerkend leren is veel meer dan ‘je mag het samen doen’. Het is een onderwijsstrategie die alle studenten actief aanzet tot het leren van en met elkaar. Samenwerkend leren is te herkennen aan vijf componenten die altijd terugkomen:

Meer weten over het onderwerp Samenwerkend leren? Kijk dan eens in de volgende bron: Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2016). Samenwerkend leren: praktijkboek (4e druk). Noordhoff Uitgevers. (Ook terug te vinden in de documentenfolder).

Het is aan de docent om dit proces van samenwerkend leren te faciliteren en te ondersteunen. Dit is belangrijk om verschillende redenen.  Zo stimuleert dit het actief leren en maakt dit het leerproces zichtbaar. Docenten hebben ook meer hun handen vrij om te ondersteunen en ontwikkelen de studenten de vaardigheid “zelfstandig leren”. Daarnaast zijn er natuurlijk maatschappelijke redenen om in te zetten op samenwerkend leren, zo vraagt de maatschappij om sociale en communicatief vaardige mensen.

 

 

PRAKTISCHE TIPS

 

 

Zorg voor mogelijkheden

Het is belangrijk dat er op verschillende momenten en manieren kansen geboden worden aan studenten om samen te leren. Zowel tijdens de lesactiviteiten (synchroon) als buiten de vaste lesmomenten om (asynchroon).

Bij deze tweede kan gekozen worden voor het vormgeven van online chatrooms of discussiefora, of het laten maken, lezen en beoordelen van blogs. Daarnaast kan ook samenwerking via de e-mail of via sociale media aanmoedigd worden.

 

 

Maak studenten de expert

Zorg ervoor dat de studenten niet enkel de docent, maar vooral elkaar als de expert te gaan zien. Vraag studenten een actieve rol aan te nemen in het ondersteunen van het leerproces van medestudenten. Faciliteer ook mogelijkheden waarin studenten deze rol kunnen aannemen. Laat studenten bijvoorbeeld content voor elkaar ontwikkelen: instructievideo’s, een gedeelde map met belangrijke bronnen. Natuurlijk kan ook gedacht worden aan andere vormen van informatiedelen.  

Of maak eens gebruik van het concept tutoring. Binnen deze methodiek geven studenten elkaar ondersteuning en feedback. Dit heeft een positief effect op de leerprestaties, het zelfbeeld en de metacognitieve vaardigheden. De studenten werken in deze methodiek samen in tweetallen als een tutor en tutee. Meer info hierover bij Onderwijskennis.

 

 

Begeleid discussies

Goede discussies hebben een duidelijke structuur. De docent zorgt voor orde, waardoor studenten ook écht wat hebben aan het gesprek. Zo kunnen zij gezamenlijke ideeën verkennen of krijgen ze ruimte in het oefenen met het formuleren van hun gedachten en het bedenken van argumenten.

Daarnaast is een discussie helpend om verschillende standpunten te horen, wat ervoor zorgt dat ze leren om dieper na te denken en afwegingen te maken. Samengevat leren ze hiermee veel van elkaar. De uitdaging voor een docent is ook om te zorgen dat alle studenten optimaal betrokken zijn bij een discussie.

Praktische tips voor het begeleiden van een groespdiscussie:

  • bepaal wat het doel is van de discussie, stel hierover een vraag die iedereen aanzet tot denken
  • Laat ze er eerst in duo’s over praten, zo kunnen ook de wat minder zelfverzekerde studenten deelnemen
  • Om aandacht vast te houden moeten studenten naar elkaar luisteren, een nieuwe bijdrage moet hierom altijd rekening houden met wat eerder gezegd is. Geef onverwachte beurten, waardoor je de aandacht vasthoudt.
  • Voeg toe, verdiep of daag uit
    • Toevoegen: meerdere voorbeelden, feiten, of redenen
    • Verdiepen: aanvullende redenen of standpunten aandragen
    • Uitdagen: een tegenargument inbrengen
  • Vat de discussie samen en leg hierbij de belangrijkste punten vast.

 

 

Zorg voor heldere afspraken over samenwerking

Wanneer je een samenwerking tussen studenten vormgeeft, doe dit dan altijd volgens een vaste strategie. Dit bevordert de voorspelbaarheid en is prettig voor de structuur en transparantie. Bijvoorbeeld door middel van de think-pair-share methode of check in duo's methode.

 

 

Richt een peer-evaluatie systeem in

Zorg ervaar dat de studenten de samenwerking met elkaar en de actieve bijdrage van iedere student kunnen evalueren middels een speciaal daarvoor ingericht systeem. Dit zorgt ervoor dat studenten meer gemotiveerd zijn actief deel te nemen aan het samen leren. Kijk hiervoor eens naar Peerfeedback van Feedbackfruits.

 

 

Begeleid de ontwikkeling van kennisstructuren

Docenten spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen en aanleren van heldere kennisstructuren. Dit is een onmisbaar onderdeel om het samenwerkend leren zo effectief mogelijk vorm te geven.  De docent speelt een rol in het ontwikkelen van vaardigheden zoals redeneren, concept-mappen en transfer denken. Maak hier expliciet tijd voor in je onderwijsontwerp.  

 

Ontwerplabel: Formatieve strategieën

In het proces van formatief handelen staan drie vragen centraal: waar werkt de student naar toe? Waar staat de student nu ten opzichte van de einddoelen? Welke actie is nodig om de student verder op weg te helpen.  Op basis van het antwoord op deze vragen kunnen zowel de docent als de student hun strategie veranderen en aanpassen. Deze vragen worden dus niet slechts één keer gesteld, maar veel vaker tijdens het leerproces om steeds bij te kunnen stellen.  

Formatief handelen draait dus om het verzamelen van informatie over het leerproces van leerlingen. Het is belangrijk om deze informatie als docent te verzamelen, omdat deze informatie vaak de basis is voor beslissingen die studenten of docenten nemen over hun instructie- of leerstrategie. Aan de hand van deze informatie kan dus (door zowel de docent als door de student zelf) het leerproces bijgestuurd worden.  

Er ligt een grote rol voor docenten op dit gebied. Docenten verzamelen de benodigde informatie op de juiste manier, op het juiste moment en met het juiste doel. Dit kan op verschillende manieren. Vanuit de literatuur komen er vijf strategieën naar boven die je als docent kunt inzetten:  

  1. Het verhelderen van leerdoelen en succescriteria
  2. Het voeren van effectieve discussies met studenten en het organiseren van activiteiten die informatie over het leerproces geven
  3. Terugkoppeling geven voor het verdere leerproces
  4. Het activeren van medestudenten als belangrijke informatiebronnen
  5. Het activeren van studenten om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces.

 

 

 

PRAKTISCHE TIPS

 

 

 

Richt feedbackmomenten in

Richt tijdens een onderwijseenheid meerdere feedbackmomenten in. Maak hierin onderscheid tussen feedback die docenten/begeleiders geven, maar ook feedback van peers (medestudenten) of van andere relevante partijen zoals het werkveld. Zie ook de site Vernieuwenderwijs voor handvatten effectieve feedback.

 

 

Maak formatieve assessment een ingebed onderdeel van je cursus-eenheid

Formatief handelen dient verschillende doelen. Het is belangrijk dat dit onderdeel op meerdere vaste momenten in de onderwijseenheid terugkomt. Deze momenten zijn het meest van toegevoegde waarden, al steeds wisselende strategieën ingezet worden. Het is namelijk vooral belangrijk dat de strategie op dat moment in de onderwijseenheid aansluit bij de studentenactiviteiten en de voortgang van de student in de onderwijseenheid.  

Formatieve strategieën kunnen op veel verschillende manieren vormgegeven worden. Denk hierbij aan korte quizzen, checklists, open oefeningen om een vaardigheid te oefenen, of het werken met responskaartjes. Natuurlijk zijn er nog veel meer mogelijkheden dan deze, dus ga vooral op onderzoek uit!  

 

 

Maak zelfreflectie mogelijk

Het is belangrijk dat studenten leren om hun eigen leerproces te monitoren en zo nodig bij te sturen. De docent kan hier zorg voor dragen door binnen de onderwijseenheid vaste momenten in te bouwen waarbij zelfreflectie centraal staat.  

Zelfreflectie betekent in de spiegel kijken en reageren op eigen kunnen. Wat gaat er al goed? Wat kun je als student en docent veranderen om te zorgen dat het in het vervolg anders of beter gaat? Heb je hier ondersteuning of begeleiding bij nodig? Zelfreflectie is een vaardigheid die aangeleerd moet worden. De docent kan de studenten hierbij ondersteunen door het gebruik van bepaalde methodieken. Er zijn er verschillende, hieronder staan enkele voorbeelden:

Korthagen reflectie

  • STARR (Situatie – taak – actie – resultaat – reflectie): met deze manier van reflectie kijkt

    een student naar het handelen in het geheel, de acties die hierin ondernomen zijn en het resultaat dat dit oplevert. Het model is onderverdeeld in vijf stappen die in een reflectie doorlopen worden.  

  • Korthagen-reflectie: structureel reflecteren op je eigen handelen. In deze methodiek wordt dit gedaan aan de hand van vijf vragen. Hiermee wordt specifiek gekeken naar een bepaalde handeling.

Afbeelding met tekst, logo, Graphics, grafische vormgeving  Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

Monitor de voortgang

Houdt de individuele voortgang van iedere student in de gaten. Een mogelijkheid hiertoe is een voortdurende assessment zoals hierboven omschreven. Geef studenten individuele ondersteuning of hulp.

 

IMPLEMENT

Aan de slag met je onderwijsactiviteiten

Op zoek naar meer ondersteuning in de uitvoering van je onderwijs, extra handvatten, werkvormen en tools om het onderwijs in te richten en uit te voeren? Kijk dan bij deze bronnen waar handvatten aangereikt worden om er mee aan de slag te gaan.

 

BOOST! (alleen voor Inholland medewerkers)   Bouwstenen Online communities HAN  Actief leren met moodle (Zuyd)

Documentenfolder

In deze documentenfolder vindt je informatie waarnaar in andere delen van deze toolkit verwezen wordt. 

Teamtester

De Teamtester is een instrument waarmee studenten effectiever kunnen samenwerken. Het volgt en stuurt teamontwikkeling. Het instrument is op meerdere momenten tijdens de samenwerking inzetbaar, bijvoorbeeld om in beeld te brengen hoe effectief een samenwerking op dat moment is, of om te kijken of alle randvoorwaarden voldaan zijn om tot effectieve samenwerking te komen.

 

 

Verdieping ADDIE

 

Veel onderwijs wordt ontwikkeld volgens het ADDIE model. Het is een instructie-ontwerpmodel binnen het onderwijs. Het wordt vaak ingezet om een nieuw curriculum te ontwikkelen. Het idee is, dat men door het gebruik van dit model, een goed doordachte onderwijseenheid neer kan zetten.  

Binnen het model worden meerdere fases doorlopen. Men begint bij de eerste fase, verzamelt input, en valt met al deze input geleidelijk in de volgende fase. Dit principe wordt ook wel een waterval genoemd.

ADDIE is een afkorting voor Analyse, Design, Develop, Implement en Evaluate. Dit zijn de opeenvolgende fasen binnen het model. Hieronder staat te lezen wat er in iedere fase van onderwijsontwikkeling centraal staat:

 

ANALYSE

Het is belangrijk om een analyse te maken van de beginsituatie. Middels een analyse wordt geprobeerd te achterhalen wat het onderliggende probleem is. Concreet houdt dit in dat geanalyseerd wordt wat voor leeropbrengsten wenselijk zijn. Deze bevatten een duidelijke omschrijving wat studenten na afloop van het voltooien van de module moeten kennen en kunnen (kennis, vaardigheden en attitude). Het doel van deze fase is een goed begrip te krijgen van wat moet worden geleerd en wie de doelgroep is.

Ook bij een herontwerp van een leersituatie is dit een belangrijke stap (is een cyclisch proces). Het gaat er namelijk ook om ‘hoe’ men deze doelen wilt bereiken. Daarom is dit zeker bij een doorontwikkeling naar een blended leersituatie van belang (zie Barend Last; Blended learning).

Analyse

 


Gebruik voor een snelle scan de checklists. Is er behoefte aan een diepere analyse (of is aan de hand van de checklist naar voren gekomen dat bepaalde thema's nog aandacht behoeven) gebruik dan de vragenlijsten (voor docenten en studenten). De uitkomsten kunnen gebruikt worden in de design fase


 

 

DESIGN

In de designfase gaat men aan de slag met de resultaten van de analyse. Het leertraject wordt ontworpen: wat zijn leerdoelen en hoe ga kunnen deze behaald worden?  In deze fase staat het schrijven van doelen, het maken van toetsen en het opzetten van lesactiviteiten centraal. Daarnaast wordt bedacht in welke volgorde instructies aangeboden gaan worden. De docent houdt zich vooral bezig met wat er geleerd moet worden en maakt hier een soort outline voor.  

Afbeelding met logo, Lettertype, Graphics, vlag  Automatisch gegenereerde beschrijving


DEVELOP

Nu helder is wat er geleerd moet worden is het tijd voor de volgende stap. In deze fase van onderwijsontwerpen worden de activiteiten vormgegeven. De focus ligt in deze fase op hoe er geleerd wordt. Dit gaat dus om de inrichting van de leerdoelen en het daarbij behorende leertraject dat in de vorige fase bedacht is.

 


Gebruik hiervoor de ontwerplabels in deze toolkit; Hoe kan de onderwijsactiviteit het

beste tot de gewenste leeruitkomsten komen? Speelt hierbij samen leren een grote rol, is het belangrijk om een juiste vorm van scaffolding in te richten, of ligt de focus op authentieke leertaken? Belangrijk hierbij is dat meerdere ontwerpprincipes naast elkaar ingericht kunnen worden


 

IMPLEMENT

Als alles vast staat kan men beginnen met de uitvoering van het onderwijsontwerp, dit gebeurt in de implementatiefase.

 

EVALUATE

Na uitvoering van de onderwijsactiviteiten is het goed om hier op terug te blikken. Dit wordt deels gedaan door middel van summatieve toetsen waarbij wordt gekeken of de leeropbrengsten behaald zijn.

Echter staat dit in deze toolkit niet centraal. Het doel van de evaluatiefase in deze context is om het ontwerp formatief te evalueren. Om na te gaan hoe bij een volgende iteratie het uitgevoerde ontwerp verder geoptimaliseerd kan worden

Afbeelding met logo, Lettertype, Graphics, grafische vormgeving  Automatisch gegenereerde beschrijving

 


De toolkit ondersteunt in deze fase door de toegevoegde checklists. Door middel van deze checklists kan eenvoudig en snel bekeken worden hoe bepaalde onderdelen in je onderwijsontwerp zijn vormgegeven en uitgevoerd. Hiermee wordt   dus niet direct beoordeeld of de leeropbrengsten behaald zijn, maar wordt gekeken hoe het onderwijsontwerp verbeterd zou kunnen worden, wat indirect gevolgen heeft op de resultaten van studenten. Zijn bepaalde onderdelen in het ontwerp onvoldoende vormgegeven? Neem deze dan mee in de uitgebreide analyse in de volgende fase.  


 

Als alle fases doorlopen zijn, betekent dit niet dat het model aan de kant geschoven wordt. Het ADDIE-model wordt gebruikt in een iteratief proces. Dit houdt in dat de cirkel meermaals kan worden doorlopen. Na iedere uitvoering van de  onderwijseenheid wordt geevalueerd, hierop kan een nieuwe analyse uitgevoerd worden en het onderwijsontwerp wordt vervolgens aangepast. Op die manier wordt het onderwijs inhoudelijk steeds beter!  

ADDIE uitgelegd

Vragenlijsten in PDF

Als je een verdiepende analyse wil uitvoeren kan dit door middel van het afnemen van vragenlijsten bij studenten of modedocenten. Hieronder zijn de vragenlijsten in PDF te downloaden, waarbij iedere vragenlijst toespitst op een ontwerpprincipe.

Studentvragenlijsten

Docentvragenlijsten

Werken in een LMS

De projectgroep digitale didactiek van Hogeschool Zuyd heeft de mogelijkheden binnen het LMS Moodle gekoppeld aan de bouwstenen uit Wijze lessen1 . Per bouwsteen hebben zij een overzicht gemaakt welke opties Moodle biedt om dit te faciliteren. In het document zijn ook praktijkvoorbeelden te vinden.

 

 

1 Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P. A. (2019). Wijze lessen: Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink.

Samenwerkend leren

  • Het arrangement Toolkit onderwijsontwerp verbeteren is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Renée Schrauwen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2024-11-19 11:36:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Evidence-informed toolkit voor docenten & onderwijsprofessionals om hun onderwijseenheid te evalueren en te verbeteren.
    Leerniveau
    HBO - Master; HBO - Bachelor;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk

    Bronnen

    Bron Type
    Actief leren - Barend legt uit
    https://www.youtube.com/watch?v=85AJYXEqC1o
    Video
    Constructivisme - Scaffolding van Lev Vygotsky
    https://www.youtube.com/watch?v=dYe8tqMsvX4
    Video
    ADDIE uitgelegd
    https://www.youtube.com/watch?v=AQhT8HmQC_Y&t=1s
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Authentiek en actief leren

    Scaffolding

    Samen leren

    Formatieve strategieën

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.