P.O. Toekomstbestendige omgeving

P.O. Toekomstbestendige omgeving

Inleiding

 

  • Waarom kronkelen rivieren?
  • Waarom is een stad ooit ontstaan op de plaats waar zij nu ligt?
  • Waarom bevindt zich in het midden van oude dorpskernen vaak een kerk?
  • Waarom is het op de evenaar warmer dan bij ons in Nederland?
  • Waarom zitten meubelwinkels meestal dicht bij elkaar op een meubelboulevard?

 

Dit zijn voorbeelden van vragen die geografen (wetenschappers die zich bezighouden met aardrijkskunde) zichzelf stellen en vervolgens proberen te beantwoorden. Op deze wijze is al heel veel kennis over de aarde en alles wat zich daarop afspeelt verzameld.

 

Begrippen

 

Begrip

Definitie/ omschrijving

Toekomstbestendig

 

Ruimtelijke inrichting

 

Duurzaamheid

 

Veldwerk

 

 

 

Wat ga je doen?

 

Tijdens deze praktische opdracht ga je in groepjes van vier werken. De docent maakt deze groepen. Door middel van deze praktische opdracht leer je een aantal belangrijke onderzoeksvaardigheden. Je gaat onderzoeken of de omgeving van je school of van je eigen huis toekomstbestendig is ingericht. Het eindproduct van dit onderzoek is een onderzoeksverslag.

 

Tijdens het onderzoek houd je een werkplan bij. In dit werkplan komen de aanpak en het verloop van je onderzoek te staan. De resultaten van je onderzoek werk je uit in een onderzoeksverslag. Het werkplan is ook onderdeel van het onderzoeksverslag.

 

Het onderzoeksverslag werk je uit in Microsoft Word. Je levert dit in via de inlevermap in ‘SOM’, dit is de enige juiste manier om het onderzoeksverslag in te leveren.

 

Doelen

  • De leerling onderkent het belang van een goed werkplan (logboek) bij het doen van onderzoek.
  • De leerling kan een taakverdeling maken.
  • De leerling kan door middel van veldwerk gegevens verzamelen.

 

Benodigdheden

  • Basisboek
  • Een laptop en internet.
  • De Wikiwijs "Bijlagen"
    - Bijlage 1: Filmvragen
    - Bijlage 2: Onderzoeksplan
    - Bijlage 3: Werkplan
    - Bijlage 4: Evaluatie
  • Een mobiele telefoon met fotografeermogelijkheid.

 

Tijd

Voor deze opdracht heb je ongeveer 4 lesuren nodig.

  • Uitleg en voorbereiding van het onderzoek: 1 lesuur
  • Een werkplan opstellen en bronnen raadplegen: 1 lesuur
  • Gegevens verzamelen d.m.v. veldwerk: 1 lesuur
  • Verwerken van de gegevens in het onderzoeksverslag: 1 lesuur

 

Opzet van je werkstuk

Jullie maken de opdrachten in een Microsoft Word bestand. Aan het einde van deze opdracht moet jullie onderzoeksverslag minimaal uit de volgende onderdelen bestaan:

 

  • Titelblad
  • Inhoudsopgave (met paginanummering)
  • Inleiding (Beschrijving waar het onderzoek over gaat, begrippenlijst, de antwoorden van bijlage 1 Filmvragen en een kaart van het onderzoeksgebied)
  • Onderzoeksplan (zie bijlage 2 Onderzoeksplan)
  • Resultaten (verwerking van gegevens en beantwoorden van de deelvragen)
  • Conclusie (beantwoorden van de onderzoeksvraag (hoofdvraag))
  • Bijlagen (het werkplan zie bijlage 3 en de evaluaties zie bijlage 4)

Opdrachten

Les 1

LessonUp Les 1

Introductie van de docent

De docent geeft een introductie over een ‘toekomstbestendige omgeving’. We lezen daarnaast klassikaal de volgende basisboeknummers:

  • B4 Beschrijven en verklaren
  • B125 Duurzaamheid
  • B178 Inrichting

 

Gezamenlijk wordt het filmpje “Nederland van boven in de klas: Wonen” gekeken. De leerlingen beantwoorden aan de hand van dit filmpje de vragen van opdracht 1.

 

 

Opdracht 1 Oriëntatie op het onderwerp  

  • Vul de begrippenlijst in op bladzijde 3 van dit boekje, deze begrippenlijst moet terugkomen in het verslag bij de ‘inleiding’.
  • Beantwoord in je groep de vragen uit bijlage 1 Filmvragen (in de Wikiwijs). De antwoorden op deze vragen moeten terugkomen in je onderzoeksverslag in de ‘inleiding’.

 

Opdracht 2 Onderzoeksgebied

Bepaal in je groep welk gebied in de omgeving jullie willen gaan onderzoeken. Zorg dat jullie een kaart hebben van het gebied waarop je de verschillende zaken goed kunt intekenen. Jullie kunnen zo'n kaart bijvoorbeeld maken m.b.v. Google maps. Teken op deze kaart de grens van je onderzoeksgebied. Deze kaart moet je weergeven in de ‘inleiding’ van je onderzoeksverslag. Vertel bij de kaart ook waarom jullie voor dit onderzoeksgebied hebben gekozen.

 

Opdracht 3 Onderzoeksvraag en deelvragen

Ieder onderzoek begint met een vraag: de onderzoeksvraag (hoofdvraag). Een onderzoek is erop gericht om antwoord te vinden op deze onderzoeksvraag. Om dat te kunnen doen, moet de vraag worden uitgesplitst in twee of meer deelvragen.

 

Onderzoeksvraag (hoofdvraag)

  • Hoe toekomstbestendig is ……. (naam van het gebied dat jullie gaan onderzoeken) ingericht?

 

Deelvragen

Het is niet mogelijk om alle onderdelen van de inrichting van een gebied in korte tijd te bestuderen. Daarom gaan jullie slechts 3 onderdelen van de inrichting bekijken.

De onderzoeksvraag wordt opgesplitst in de volgende deelvragen:

  • Welke duurzame toepassingen worden er in jullie wijk toegepast?
  • Hoe wordt jullie wijk beschermd tegen wateroverlast dat in te toekomst kan ontstaan door klimaatverandering?
  • ……………………………………………………………………………………………?

 

3a. Bedenk zelf nog een derde deelvraag die te maken heeft met een toekomstbestendige omgeving.

 

Je kunt op heel veel manieren gegevens verzamelen. Voorbeelden zijn: zelf tellen en meten, mensen interviewen, enquêtes afnemen en foto’s maken. Naast het zelf verzamelen van gegevens kun je ook gebruik maken van gegevens die al door anderen zijn verzameld. Voorbeelden zijn: gegevens uit bibliotheken, musea en archieven; gegevens van gemeenten, het Centraal bureau voor de statistiek en natuurlijk kaarten.

 

3b. Denk na over welke gegevens jullie nodig hebben en hoe jullie deze gaan verzamelen. Jullie gaan tijdens het veldwerk foto’s maken in je onderzoeksgebied.

 

3c. Vul het schema in bijlage 2 het onderzoeksplan (in Wikiwijs) in. Zorg ervoor dat het onderzoeksplan ook in je eindverslag terug te vinden is.

Les 2

LessonUp Les 2

Opdracht 4 Een werkplan maken

Je gaat een werkplan maken. Denk na over de volgende zaken:

 

  • Welke taken moeten er gebeuren voor het onderzoek en in welke volgorde?
  • Bepaal de taakverdeling. Wie doet wat en met wie werk je samen en waar heb je hulp van de docent bij nodig?
  • Bepaal per taak hoeveel tijd dit vergt en wanneer het uitgevoerd gaat worden.
  • Wie van het groepje controleert het werk. Je bent altijd met de hele groep verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk.

 

Vul het werkplan in, deze is weergegeven in bijlage 3.

 

Opdracht 5 Voorstudie bronnen

Nu ga je een voorstudie doen naar de antwoorden op jou deelvragen. Denk goed na over wat je al op kunt opzoeken in verschillende bronnen voordat je veldwerk gaat doen. Zoek deze antwoorden op. Gebruik internet, de atlas, je lesboek of het basisboek of andere bronnen. Doe dit met een juiste bronvermelding. Elke deelvraag moet uiteindelijk met het antwoord erbij minimaal een half A4’tje tekst bevatten.

Les 3

Uitleg over het maken van geografische foto’s

De docent legt uit waar je op moet letten bij het maken van geografische foto’s.

 

Figuur 1: De geografische zienswijze (Blokhuis, 2004)

 

Opdracht 6 Veldwerk

Nu zijn jullie klaar om met het verzamelen van de gegevens in het gebied te gaan starten. Je gaat data verzamelen door het doen van veldwerk.
 

  • Neem een mobiel met camera mee of neem een fototoestel mee. Hiermee kunnen jullie foto’s maken voor jullie onderzoek. Deze foto’s verwerk je in jullie resultaten.
  • Maak duidelijke afspraken binnen jullie groep over wie wat gaat doen tijdens het verzamelen van de gegevens.
  • Let tijdens het onderzoek goed op de eigen veiligheid, let dus bijvoorbeeld op de andere verkeersdeelnemers!

Les 4

Opdracht 7 Foto’s verwerken

Zorg ervoor dat je een geografisch onderschrift hebt bij alle gemaakte foto’s. Gebruik figuur 1 als hulpmiddel bij het schrijven van de onderschriften.

 

Opdracht 8 Deelvragen beantwoorden

Beantwoord door middel van de informatie die je hebt verzameld bij de voorstudie en de gegevens die je hebt verzameld tijdens het veldwerk de deelvragen. Doe dit met een juiste bronvermelding. Elke deelvraag moet met antwoord erbij uiteindelijk minimaal een half A4’tje tekst bevatten.

 

Opdracht 9 Hoofdvraag beantwoorden

Beantwoord de onderzoeksvraag (hoofdvraag). Dit moet minimaal een half A4’tje zijn. Bij het beantwoorden van de hoofdvraag moeten jullie de resultaten van jullie deelvragen gebruiken. Probeer bij het beantwoorden van de hoofdvraag ook naar de antwoorden van de deelvragen te verwijzen. Deze zouden moeten helpen om jullie hoofdvraag te beantwoorden. Dit is de conclusie van je onderzoek.

 

Opdracht 10 Een geheel maken

Maak een document met een voorblad, inhoudsopgave, inleiding, onderzoeksplan, resultaten en conclusie. Bekijk ook het beoordelingsmodel (Wikiwijs).

 

Opdracht 11 Evaluatie

Aan het eind van het onderzoek is het de bedoeling dat je bij jezelf nog eens nagaat wat er goed en minder goed is gegaan bij de uitvoering van alle stappen. Hieruit leer je wat de volgende keer hetzelfde kan of wat je beter anders kunt aanpakken.

 

Vul per persoon de evaluatie in die is weergegeven in bijlage 4. Alle evaluaties voeg je toe in de bijlagen van jullie onderzoeksverslag.

Bijlagen

Bijlage 1. Filmvragen

Nederland is een dichtbevolkt land, alle mensen hebben hun eigen voorkeur van woning en woonplek.

 

  • Vraag 1: Er worden in de film al twee woningtype genoemd, noem nog minimaal 4 andere woningtype. Appartement, boerderij, …….
     
  • Vraag 2: Je kunt een gezellige drukke woonplek kiezen of juist een rustige plek. In wat voor omgeving woon je op een drukkere plek? En in wat voor omgeving is het een stuk rustiger?
     
  • Vraag 3: Bedenk een reden waarom huizen eeuwenlang rondom een kerk werden gebouwd?
     
  • Vraag 4: Bedenk een reden waarom huizen eeuwenlang rondom het water (rivier/ gracht) werden gebouwd?
     
  • Vraag 5: Waarom trekken veel mensen in Nederland weg van het platteland en gaan ze wonen in stedelijk gebied?
     
  • Vraag 6: Bedenk een actuele reden waarom veel mensen niet in (oost-)Groningen willen gaan wonen?

 

Lange tijd woonden er in de middeleeuwen in Utrecht rond de 30.000 mensen, zij woonden allemaal rond om de oude marktplaats en de oude gracht. In de 19e eeuw werden er in Utrecht opeens veel huizen bijgebouwd.

 

  • Vraag 7: Wat is de aanleiding dat er vanaf de 19e eeuw in Utrecht huizen werden bijgebouwd?
     
  • Vraag 8: Tussen 1960 en 1970 is er bij Utrecht heel veel vraag naar nieuwe woningen. Hierdoor wordt er besloten om de huizen op elkaar te bouwen (flats). Welk begrip wordt er in de film gebruikt voor de grote vraag naar woningen?
     
  • Vraag 9: Jarenlang zijn er woonwijken gebouwd met dezelfde huizen. Nu is er een nieuwe trend: woonwijken met zogenoemde “historiserende” huizen. Volgens de film komt dit omdat mensen zich tegenwoordig willen onderscheiden. Wat wordt hiermee bedoeld?
     
  • Vraag 10: In de film wordt gesproken over “het nieuwe wonen”. Er wordt ook gezegd dat we over 30 jaar weer heel anders willen wonen. Denken jullie dat de filmmakers gelijk hebben? En waarom wel of waarom niet?

Bijlage 2. Onderzoeksplan

 

Onderzoeksvraag:

 

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Deelvragen:

 

  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  3. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

Welke gegevens heb je nodig?

Hoe ga je deze verzamelen?

 

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….....………………………………………………………….....………………………………………………………….....………………………………………………………….....………………………………………………………….....……………………

 

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….....………………………………………………………….....………………………………………………………….....………………………………………………………….....………………………………………………………….....…………………....

 

Bijlage 3. Werkplan

 

Wat?

Wie?

In samenwerking met, wie?

Wanneer?

Benodigde tijd?

Wie controleert?

Voorblad

 

 

 

 

Inhoudsopgave

 

 

 

 

Algemene inleiding

 

 

 

 

Inleiding, de filmvragen

 

 

 

 

Inleiding, kaart van onderzoeksgebied

 

 

 

 

Onderzoeksplan

 

 

 

 

Werkplan

 

 

 

 

Voorstudie deelvraag 1

 

 

 

 

Voorstudie deelvraag 2

 

 

 

 

Voorstudie deelvraag 3

 

 

 

 

Veldwerk

 

 

 

 

Foto’s maken bij het veldwerk

 

 

 

 

Beantwoorden deelvraag 1

 

 

 

 

Beantwoorden deelvraag 2

 

 

 

 

Beantwoorden deelvraag 3

 

 

 

 

Conclusie:

Beantwoorden van de onderzoeksvraag (hoofdvraag)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 4. Evaluatie

 

Heb jij je taken uitgevoerd zoals je deze met je groep had afgesproken in het werkplan?

 

Ja/ Nee, toelichting: ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Hebben jouw groepsgenoten zich gehouden aan de taken die jullie hadden afgesproken in het werkplan?

Ja/ Nee, toelichting: ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Wat is goed gelukt tijdens het onderzoek?

 

 

___________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________­­­_

Wat kan een volgende keer beter en hoe?

 

____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Hoe ging de samenwerking?

 

____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Wat heb je gedaan tijdens het veldwerk?

 

_______________________________________________________________________________________________________________________________________

 

Beoordeling

 

Onderdeel

Onvoldoende/
ontbreekt

Zwak

Zonder meer

Goed

Uitstekend

Titelblad

 

Titel, schrijvers, klas, vak, naam docent, naam school, inleverdatum.

  • Ontbreekt of niet volledig.
  • Geen plaatjes.
  • Simpel plaatje, niet erg ter zake.
  • Eigen titel bedacht.
  • Bijzonder leuke titel of bijzonder leuk ontwerp.

Inhoudsopgave (met paginanummering)

 

 

 

 

  • Ontbreekt of geen paginanummering.
  • Paginanummers staan niet gecentreerd.
  • Niet duidelijk dat het van dit werkstuk is, kan van alles zijn.
  • Namen van hoofdstukken genoemd.
  • Netjes uitgelijnd, met paginanummering, namen van hoofdstukken en subhoofdstukken.

Inleiding (algemeen)

 

Omschrijving waar het onderzoek over gaat.

 

 

  • Ontbreekt
  • Alleen onderzoeksvragen genoemd.
  • Summiere beschrijving van het onderwerp en onderzoeksvragen genoemd.
  • Duidelijke beschrijving van het onderwerp en onderzoeksvragen genoemd.
  • Duidelijke beschrijving van het onderwerp, onderzoeksvragen genoemd en een eigen mening weergegeven.

Inleiding (filmvragen)

 

 

 

 

  • Ontbreekt.
  • Geen lopende tekst en antwoorden zijn maar deels juist.
  • Geen lopende tekst maar antwoorden zijn juist.
  • Antwoorden zijn kort in een lopende tekst beschreven.
  • Zowel vragen als antwoorden zijn correct in een lopende tekst beschreven.

Inleiding

(Kaart van het gebied)

 

Beschrijving van het gebied en kaart.

 

 

 

 

 

  • Ontbreekt.
  • Alleen een kaart of alleen tekst.
  • Kaart en een korte beschrijving.

 

 

 

 

 

  • Kaart zonder legenda, titel, schaal, noordpijl.
  • Kaart en beschrijving van het onderzoeksgebied en waarom voor dit gebied is gekozen.

 

  • Kaart zonder legenda, titel, schaal, noordpijl.
  • Kaart en duidelijke beschrijving van het onderzoeksgebied en waarom voor dit gebied gekozen.

 

  • Kaart met legenda, schaal, titel en noordpijl.

Onderzoeksplan

 

Eigen 3e deelvraag en concreet ingegaan op benodigde gegevens en de verzameling hiervan.

 

 

 

  • Niet volledig ingevuld of er ontbreken onderdelen.

 

  • Volledig ingevuld maar inhoudelijk niet sterk.
  • Volledig ingevuld en maar 3e deelvraag is niet sterk/ relevant.

 

  • De benodigde gegevens en hoe deze verzameld zijn, is summier.

 

  • Volledig ingevuld en een relevante 3e deelvraag opgesteld.

 

  • De benodigde gegevens en hoe deze te verzameld zijn, is summier.

 

  • Volledig ingevuld en een relevante 3e deelvraag opgesteld.

 

  • Inhoudelijk goed nagedacht over de benodigde gegevens en hoe deze te verzamelen.

Resultaten

 

Verwerking van gegevens en beantwoorden van de deelvragen.

  • Deelvraag is korter dan een half A4.

 

  • De beantwoording van de deelvraag is onjuist.

 

 

  • Geen foto’s.

 

 

 

 

 

  • Geen bronvermelding.
  • Deelvraag is korter dan een half A4.

 

  • De beantwoording van de deelvraag onjuist of onlogisch.

 

  • Geen foto’s.

 

 

 

 

 

  • Geen bronvermelding.
  • Lengte in orde.

 

 

  • Het antwoord op de deelvraag is correct en duidelijk omschreven.

 

  • Wel foto’s, geen onderschrift.

 

 

 

 

  • Bronnen zijn weergegeven.

 

 

  • Lengte in orde.

 

 

  • Het antwoord op de deelvraag is correct en duidelijk omschreven.

 

  • Foto’s met onderschrift.

 

  • Heldere opbouw en schrijfstijl.

 

  • Bronnen zijn weergegeven en er wordt naar verwezen.

 

  • Lengte in orde.

 

 

  • Het antwoord op de deelvraag is correct en duidelijk omschreven.

 

  • Foto’s met onderschrift.

 

  • Heldere opbouw en schrijfstijl.

 

  • Bronnen zijn weergegeven en ondersteunen de beweringen.

 

Conclusie

 

Beantwoording van de onderzoeksvraag (hoofdvraag).

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Conclusie is korter dan een half A4.

 

  • Er wordt geen antwoord gegeven op de onderzoeksvraag.

 

  • Conclusie is korter dan een half A4.

 

  • Er wordt geen antwoord gegeven op de onderzoeksvraag.

 

  • Lengte in orde.

 

 

  • Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag.

 

  • Lengte in orde.

 

 

  • Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag met behulp van geografische begrippen.

 

  • Heldere opbouw en schrijfstijl.
  • Lengte in orde.

 

 

  • Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag met behulp van geografische begrippen.

 

  • Heldere opbouw en schrijfstijl.

Bijlagen

 

Weergave van het werkplan en de evaluaties.

 

  • Werkplan ontbreekt.

 

 

 

 

 

 

 

  • Evaluaties ontbreken.

 

  • Werkplan ontbreek of niet volledig ingevuld.

 

 

 

 

 

 

  • Evaluaties ontbreken of zijn niet volledig ingevuld.

 

  • Werkplan volledig ingevuld.

 

 

 

 

 

 

 

  • Evaluaties zijn toegevoegd en volledig ingevuld. Er is een korte toelichting per vraag.

 

  • Werkplan is ingevuld en er is een logische en duidelijke structuur in terug te vinden.

 

 

 

 

  • Evaluaties zijn toegevoegd en volledig ingevuld. Er is een persoonlijke toelichting per vraag door ieder groepslid zelf geschreven.

 

  • Werkplan is ingevuld en er is een logische en duidelijke structuur in terug te vinden en er zijn toevoegingen in aangebracht.

 

  • Evaluaties zijn toegevoegd en volledig ingevuld. Er is een persoonlijke toelichting per vraag door ieder groepslid zelf geschreven.

Verzorging

  • Erg slordig, geen aandacht aan besteed.
  • Geen eenheid in lay-out.
  • Eenheid, zonder meer.
  • Er is meer aandacht aan besteed dan gemiddeld.

 

  • Eigen ontwerp, ziet er meer dan keurig uit.

Planning

 

Eindproduct op tijd ingeleverd.

 

  • Te laat.

 

  • Op tijd.

 

  • Ruim op tijd of zelfs te vroeg.