Week 1: Handel, de Hanze en de haven van Rotterdam
De Hanze
In de lange periode van de twaalfde tot de zestiende eeuw waren Zutphen, Deventer, Tiel, Kampen, Zwolle en nog meer steden, vooral in het oosten van het land, belangrijke en welvarende centra van handel. Deze steden waren namelijk lid van het Hanzeverbond.
De Hanze was een verbond van vele Duitse, Nederlandse en andere steden aan de Oostzee. Zij besloten met elkaar te gaan handelen. Hier waren twee redenen voor.
We bekijken samen het filmpje
Noem op waarom het voor steden als Zutphen, Deventer, Tiel, Kampen en Zwolle gunstig was om mee te doen aan de Hanze.
Van de docent krijg je nu een aantal opdrachten. Deze kun je beantwoorden aan de hand van deze vensterplaat.
Rotterdam
Rotterdam is één van de belangrijkste handelssteden in de wereld en de grootste in Europa. Dagelijks komen hier vele containers aan met producten die worden verhandeld over heel West-Europa. Een moderne havenstad dus. We bekijken een filmpje en de vensterplaat. Aan de hand hiervan kun je de vragen beantwoorden die je van de docent krijgt.
Week 2: Religie: Katholiek en andere geloven
Katholieke Kerk
De kerk in de Middeleeuwen
De kerk had in de tijd van de Middeleeuwen veel macht. Mensen begrepen nog veel niet van de wereld om hun heen, en geloof gaf een antwoord. Vooral in tijden van ziektes, zoals de Pest, of natuurrampen zochten de mensen hulp van God. De geestelijkheid, de mensen die voor de kerk werken, hielpen hierbij. Wel moesten de gewone mensen hiervoor belasting betalen.
De leider van de kerk noemen we de Paus. Hij had dus in de Middeleeuwen veel macht. Hij liet in heel Europa kerken bouwen die werden versierd met de mooiste beelden en glas in lood ramen. Ook de Paus en de directe mensen daaronder, de bisschopen, hadden in de tijd veel macht en lieten dan ook grote paleizen bouwen van het geld van de belasting.
Klooster
Daaronder zaten dan de nonnen en monniken. Die leefden in kloosters. Vaak leefden die heel eenvoudig. Kloosters zelf hadden vaak wel veel geld. Ze hadden veel grond bij het klooster bijvoorbeeld. Nonnen en monniken waren de hele dag bezig met werken op het land, bidden of het helpen van zieken.
Ook werden hier boeken geschreven, die gaan over het geloof. Deze werden met de hand geschreven. Dit werk noemen we dan ook 'monnikenwerk'.
Echt monnikenwerk
het Christendom in Nederland
In de Middeleeuwen werd het christendom verspreidt vanuit het Zuiden richting het Noorden van Nederland. Bonifatius en Willibrord probeerde het christelijke geloof in Friesland te brengen. Bonifatius vertrok richting Dokkum om de Friezen van 'het juiste geloof' te overtuigen. Om dit te doen, hakte hij een heilige boom om, om te bewijzen dat er niks gebeurde. De Friezen waren zo boos, dat ze Bonifatius op zijn hoofd insloegen. Hij probeerde zizh nog met de Bijbel te beschermen, maar dit hielp niet.
Canon van Nederland: Wilibrord
Wereldreligies
Vandaag de dag vinden we allerlei religies in Nederland. In onze grondwet staat namelijk dat iedereen gelijk is en dat iedereen recht heeft op zijn eigen geloof. We kennen verschillende gebouwen waar mensen heen gaan om hun geloof uit te oefenen. Ook bestaan er in Nederland scholen, waarbij het geloof een onderdeel is van de school. Denk aan christelijke scholen, Joodse scholen of Islamitische scholen.
We kennen op de wereld veel verschillende geloven, maar de grootste geloven zijn de Islam, het Boeddisme, het Hindoeïsme, het christendom en het Jodendom.
1. Neem het onderstaande schema over en vul in
|
Islam |
Boeddhisme |
Hindoeïsme |
Christendom |
Jodendom |
Heilig Boek |
|
|
|
|
|
Naam God |
|
|
|
|
|
Leefregels |
|
|
|
|
|
Profeet |
|
|
|
|
|
Leven na de dood: |
|
|
|
|
|
Komt vooral voor in: |
|
|
|
|
|
2. Zoek van de volgende feestdagen uit wat ze betekenen, wat ze vieren en wanneer ze het vieren:
- Chanoeka
- Pinksteren
- Ramadan
- Carnaval
- Diwali
Week 3: Stadsontwerp
Lees de onderstaande tekst en beantwoord de volgende vragen:
1. Waarom hoefden in de late Middeleeuwen veel mensen niet meer op het platteland te werken?
2. Wat zijn jaarmarkten?
3. Geef drie voorbeelden van ambachtslieden.
4. Leg uit aan de hand van het woord Gilden hoe ze de kwaliteit van de ambachtslieden controleerden.
5. Noem 5 gebouwen die je in een Middeleeuwse stad zou tegenkomen.
Ontwerpen van een stad:
Stel, je komt een onbekende stad binnen in de Middeleeuwen. Toch fijn om de weg te weten. Daarom maken we samen een plattegrond van deze onbekende stad. Deze plattegrond moet aan een aantal voorwaarden voldoen:
1. Elke plattegrond heeft een windroos en een legenda, dus ook jouw plattegrond.
2. Om de stad heen wil ik een aantal dingen zien:
- Een stadsmuur om de stad te beschermen.
- Een stuk water, waar de handel kan plaatsvinden
- platteland buiten de stadsmuur, boeren, molens en grote weilanden.
3. We hebben samen een lijst gemaakt van allemaal gebouwen. Naast huizen, wegen en een kerk, wil ik ook minimaal 5 andere gebouwen in je stad zien.
Week 4: Standensamenleving
Binnen de Middeleeuwse samenleving waren er drie verschillende standen te onderscheiden: De geestelijkheid, de adel en de boeren en burgers.
De geestelijkheid
In week 1 hebben we het al gehad over de geestelijkheid. Deze bestond uit iedereen die lid was van de kerk, zoals monniken, priesters en nonnen. Zij waren in strijd met de adel om de macht. De geestelijkheid was er vooral om de mensen hoop en troost te bieden. Dit deden ze vooral om te vertellen dat ze goed naar de Kerk moesten luisteren en hun regels moesten volgen. Wie dit niet deed, zou volgens hen terecht komen in het vagevuur.
De Adel
De Adel waren vaak lid van een bestuur. Ze hadden vaak stukken land in bezit en hadden dan een titel, zoals Baron, Hertog of prins. Binnen de Adel waren er ook weer verschillen. De ene titel was belangrijker dan de andere. De volgorde is: prins, hertog, markies, graaf, burggraaf, baron en ridder. De gewone mensen keken op naar deze mensen. Om te wonen op een stuk land van de Adel, moesten ze belasting betalen en Herendiensten doen. Dit zijn gratis werkzaamheden op het land van de Adel.
De Derde Stand
De derde stand bestond uit boeren en burgers. Zij moesten belasting betalen en Herendiensten doen voor de Adel en de geestelijkheid. Deze stand noemde zichzelf dan ook 'De Derde Stand'
De Franse Revolutie
Tijdens de Franse Revolutie in 1789 kwam er een einde aan deze verdeling. De Derde Stand kwam in Opstand. Ze pikten het niet meer dat zij zoveel belasting moesten betalen en Herendiensten moesten doen. Ook konden rijke burgers nooit in de andere twee standen terecht komen. De opstand leidde tot het einde van de standensamenleving. Vanaf toen kwamen langzaam de burgers steeds meer aan de macht.
Week 5: Stad of dorp
stadsrechten van Zutphen
Stadsrechten
Als in de middeleeuwen een plaats stadrechten kreeg, haalden ze daar allemaal voordelen uit. Ze mochten een markt houden, tol heffen en een stadsmuur bouwen om de stad te verdedigen. De poort van een stad van vaak een symbool voor deze regels. Ook kreeg een stad een eigen zegel, die op de stadspoort te zien was. De poort gaf aan dat je een plek binnen kwam die eigen rechten had. Hier werd dan ook vaak de tol betaald.
Maar hoe kom je als stad nou aan stadsrechten?
Stad of dorp
We kunnen dus een stad of dorp meten aan de geschiedenis. Heeft de plek stadsrechten of niet. Toch zien we dan verschillende plekken in Nederland die geen stadsrechten hebben, maar wel als stad worden gezien. Denk aan Apeldoorn, Lelystad, Almere of Den Haag. Wat maakt dan wel iets een stad? Dan kijken we vaak naar een aantal zaken:
- Stadrechten
- Aantal inwoners (hier is geen duidelijke grens)
- Voorzieningen (Zijn er 'stadse voorzieningen' aanwezig? Denk aan grote winkelketens, middelbare scholen of een MBO, HBO of Universiteit, ziekenhuizen)
- Bereikbaarheid (Grote wegen/snelwegen, Openbaar vervoer)
- Werk (Gaan er op een dag meer mensen de plaats in of uit om te werken)
Opdracht
Leg je eigen woonplaats langs de volgende meetlat en geef een oordeel. Is mijn woonplaats een stad of een dorp? Lever de opdracht in op Magister.Learn
Week 6: Middeleeuwen: Een donkere periode of een bloeiperiode?
De Middeleeuwen worden vaak omschreven als een donkere periode. Een tussenperiode waarin niks gebeurde. 1000 jaar aan stilstand waar tijdens de Verlichting een einde aan kwam. Toch bleek niks minder waar. De Middeleeuwen kunnen om veel redenen gezien worden als een bloeiperiode. Nieuwe uitvindingen, bloeiende handel en verbeteringen in de landbouw.
Lees dit artikel en beantwoord de onderstaande vragen:
1. Noem twee uitvindingen uit de Middeleeuwen.
2. Hoe merken we aan de bevolking dat er wel degelijk verbeteringen waren in de landbouw?
3. Handel in Azië nam steeds meer toe. Welk Europees land nam hierin het voortouw? Geef aan wat ze leerden van deze deze handelstochten.
4. Hoe noemen we de bouwstijl in de Middeleeuwen? Noem twee kenmerken van deze bouwstijl.
5. Waarom waren de mensen in de Middeleeuwen juist schoon? Waarom verdween dit?
6. Waar zorgde de Magna Carta voor?
7. Waarom werden universiteiten opgericht?