Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid

Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid

Introductie

Dit is een opdracht die paragraaf 1 t/m 3 van hoofdstuk 4, Ongelijkheid, op een leuke manier zal herhalen. De opdracht bestaat uit 3 hoofdstukken die je één voor één zal afwerken. Het hoofdstuk begint met een korte opdracht. Deze maak je als eerst, waarna je door zal gaan naar een extra oefening of naar het volgende hoofdstuk aan theorie.

 

 

 

De opdracht eindigt met een oefen toets. Deze mag pas gemaakt worden als de docent gezien heeft dat je de opdrachten bij elk hoofdstuk correct gemaakt hebt.

 

Bij vragen steek je je vinger op.
Veel succes, veel plezier!

 

M. Bruijnes

 

 

 

 

 

1 - Welvaart en Welzijn

Welvaart

Welvaart is de rijkdom van een land gemeten op basis van geld. We kijken hierbij naar het bruto binnenlands product per hoofd (bbp per hoofd) van de bevolking. Je berekend dit door het totale inkomen in het land te delen door het aantal bewoners van het land.

In de wereld maken we onderscheid tussen verschillende landen op basis van welvaart

  • Lage inkomenslanden                    (periferie)
    De allerarmste landen van de wereld. Veel mensen leven onder de armoedegrens van 1,70 per dag. Deze mensen hebben niet genoeg geld om bijvoorbeeld genoeg eten of een goede woning te betalen.
  • Midden-inkomenslanden                (semiperiferie)
    De meeste landen behoren tot de semiperiferie. Hier ligt het inkomen net wat hoger dan bij de lage inkomenslanden waardoor veel mensen zijn ingeënt, over elektriciteit en bijvoorbeeld een telefoon beschikken.
  • Hoge inkomenslanden                   (centrum)
    Deze rijkste landen hebben een hoog inkomen en daarmee toegang tot schooon drinkwater uit de kraan, een goed huis en zelfs een vakantie. Deze landen hebben een goede levensstandaard.

 

Om geld te verdienen moet je werken. Het deel van de bevolking dat kan en mag werken noemen we de beroepsbevolking. In lage inkomenslanden werken veel mensen als boer om hun eigen eten te verbouwen. Midden inkomenslanden hebben veel mensen die werken in fabrieken en bewoners van hoge inkomenslanden werken vooral in de dienstensector, zoals een kantoormedewerker of vrachtwagenchauffeur.

Welzijn

Welzijn gaat over de levensomstandigheden in een land en hoe goed die zijn. Deze worden bepaald op basis van:
 

  • Inkomen
    Kunnen mensen goed leven van hun inkomen?
    Bij een te laag inkomen kunnen mensen niet hun basisbehoeften voorzien.
     
  • Gezondheid
    Zijn de inwoners van een land gezond?
    Hoe oud de inwoners gemiddeld worden noemt men de levensverwachting. In lage inkomenslanden ligt dit getal lager omdat er hier niet altijd toereikende zorg is, geen toegang tot drinkwater of niet voldoende eten.
     
  • Scholing
    Gaan alle kinderen naar school?
    De alfabetiseringsgraad is welk deel van de bevolking kunnen lezen en schrijven. Mensen die kunnen lezen en schrijven kunnen hoger onderwijs en daarmee betere banen bereiken. Hiermee hoeven ze minder vaak zwaar en gevaarlijk werk te verrichten.

 

Welvaartsziekten zijn ziekten die opkomen wanneer de bewoners van een land juist over een te hoog inkomen beschikken en ongezonde keuzes kunnen maken door bijvoorbeeld te veel te eten, te drinken of te roken. Deze ziekten komen voor in de hoge inkomenslanden.

Extra oefening 1 - Welvaart

Hieronder staat een opdracht. Kies rechts onder hoe je wil oefenen, kies uit:

- Combineren
- Leren
- Kaarten

De overige opties werken niet op deze laptop. Log nergens in wanneer de website je dat vraagt.

 

 

Wanneer je genoeg geoefend hebt ga je terug naar "Welvaart". Doe de beginnende opdracht opnieuw en kijk of je hem goed kan afronden.

Extra oefening 2 - Welzijn

Hieronder staat een opdracht. Kies rechts onder hoe je wil oefenen, kies uit:

- Combineren
- Leren
- Kaarten

De overige opties werken niet op deze laptop. Log nergens in wanneer de website je dat vraagt.

 

 

 

Wanneer je genoeg hebt geoefend ga je terug naar "Welzijn". Doe de eerste opdracht opnieuw en kijk of je hem deze keer goed kan maken.

 

2 - Sociale- en ruimtelijke ongelijkheid

Sociale ongelijkheid

Verschillen in welvaart tussen mensen in een land noemen we de sociale ongelijkheid. Vooral in lage inkomenslanden zijn deze verschillen erg groot. Dit komt doordat een groot deel van de mensen heel erg arm is (onder de armoedegrens leeft) en een klein groepje juist een erg hoog inkomen heeft. Een voorbeeld hiervan is Zuid-Afrika waar de armste 10 procent minder verdienen dan 1 procent van het totale inkomen.

Ruimtelijke ongelijkheid

Verschillen in welvaart tussen gebieden noemen we ruimtelijke ongelijkheid. In steden aan de kust is vanwege de handel beter werk te vinden dan landinwaarts. Er zijn ruimtelijke verschillen te ontdekken tussen landen, steden en zelfs wijken in steden.
In armere delen van een grote stad zie je ruimtelijke ongelijkheid doordat de armsten bijvoorbeeld zelf hun huis hebben gebouwd in zogenaamde zelfbouwwijken. De huizen zijn hier van slecht materiaal en niet aangesloten op riolering of elektriciteit.
 

Extra oefening 1 - Sociale ongelijkheid

Doe de quiz hieronder. Beantwoord alle vragen, test je kennis en doe de opdracht bij "Sociale ongelijkheid" nog een keer.

 

 

Extra oefening 2 - Ruimtelijke ongelijkheid

Doe de quiz hieronder. Beantwoord alle vragen, test je kennis en doe de opdracht bij "Ruimtelijke ongelijkheid" nog een keer.

 

3 - Werk

Informeel- en formeel werk

Mensen die niet meteen aan werk kunnen komen proberen geld te verdienen door middel van eenvoudige activiteiten (auto's wasssen, schoenen poetsen, enz.) of kleine handel (verkoop van eten, zonnebrillen, souvenirs, enz.).
Dit werk is niet geregistreerd waardoor de overheid van een land hier geen weet van heeft. Dit deel van het werk noemen we de informele sector.

Kenmerken van de informele sector

  • Bij ziekte geen geld en geen pensioen
  • Wisselend inkomen
  • Geen belasting betalen
  • Niet officieel
  • Op straat

Het tegenovergestelde van de informele sector is de formele sector. Dit is al het geregistreerde werk dat op officiële plekken uitgevoerd wordt.

Extra oefening 1 - Formeel- en informeel werk

Hieronder staat een opdracht. Kies rechts onder hoe je wil oefenen, kies uit:

- Combineren
- Leren
- Kaarten

De overige opties werken niet op deze laptop. Log nergens in wanneer de website je dat vraagt.

 

 

Wanneer je genoeg geoefend hebt ga je terug naar "Informeel- en formeel werk". Doe de opdracht opnieuw en kijk of je hem deze keer goed kan afronden.

Eindtoets

De eindtoets is een korte oefentoets die gemaakt zal worden op Microsoft Forms. Voordat je begint maak je de keuze hoe je jezelf wil overhoren, "Normaal" of "Expert". Maak je keuze op grond van hoe snel en goed je de voorgaande opdrachten hebt gemaakt

 

 

Vraag eerst de docent om je werk te checken voordat je begint aan de oefentoets.
 

Oefentoets - Niveau Normaal                  Oefentoets - Niveau Expert

 

 

Ben je klaar met de oefentoets normaal? Doe dan de oefentoets niveau expert.
Ben je klaar met de oefentoets expert? Ga door naar de afsluiting.

Afsluiting

Welkom bij de afsluiting!

Ik hoop dat je goed hebt kunnen oefenen met de opdrachten. Beantwoord kort het formulier hieronder en gebruik de rest van de les om de voorgaande onderdelen nogmaals te leren, wellicht te oefenen met de opdrachten of vragen te stellen over de lesstof voor de komende SO.

 

Klik hier om je mening te geven

  • Het arrangement Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Y Bruijnes
    Laatst gewijzigd
    2024-05-13 22:09:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Paragraaf 1 t/m 3 van hoofdstuk 4, Ongelijkheid, uit aardrijkskunde methode BuiteNLand
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.