Herhaling Hoofdstuk 3

Herhaling Hoofdstuk 3

Uitleg!!!!!

Welkom bij de wikiwijs om dit hoofdstuk te herhalen! Ik heb dit gemaakt zodat jullie lekker kunnen oefenen met dit hoofdstuk en straks mooie cijfers kunnen scoren op jullie toets. 

Maar hoe werkt het?

Je gaat straks kopje voor kopje de wikiwijs. Je begint gewoon bij de eerste. Je hebt een leertekst en deze neem je door. Daarna is er een klein opdrachtje. Maak je deze opdracht goed? (minder dan 2 fouten) Dan ga je door. 

Als je meer foutjes maakt is dat niet erg, dan weet je precies wat je misschien nog lastig vind en dan kun je daar verder op oefenen. 

Als je klaar bent met het 'Hoofdstuk' (dus bijvoorbeeld klaar met alle kopjes van de Eerste Wereldoorlog). Dan maak je het 'toetsje' Deze laat je door mij (mevrouw Bagijn) of mevrouw El Allouchi controleren. Dan kun je daarna door. Als je zelf thuis aan het oefenen bent kun je opschrijven wat niet goed ging op het toetsje en hier verder mee oefenen. 

 

Gaat goedkomen! 

 

Groetjes 

 

Mevrouw Bagijn

3.1 De Eerste Wereldoorlog

Je gaat een 10 halen als..

Je gaat een 10 halen als je....

 

- Kunt uitleggen wat de oorzaken waren voor het uitbreken van de Eerste Wererldoorlog 

- Je weet welke partijen bij de oorlog betrokken waren 

- Kunt omschrijven hoe de partijen elkaar bestreden 

- Weet welke gevolgen de oorlog had voor Nederland 

Oorzaken uitbreken Eerste Wereldoorlog

Leertekst oorzaken van de oorlog 

Tien miljoen mensen stierven in de Eerste Wereldoorlog. Dit was tussen 1914-1918. Er waren 3 belangrijke oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog 

1Militairisme → verheerlijking van het leger (Het leger lijkt een leuke/goede plek, veel mannen willen het leger in)

2. Wapenwedloop→ race om de sterkste bewapening te krijgen (Fabrieken maken snel, mooie, goede wapens. Landen laten aan elkaar zien wat voor nieuwe sterke wapens ze hebben)

3. Nationalisme→ Trots zijn op je lang (Mensen willen hun land groter en beter maken) 

begrippen toetsje oorzaken

Wie doen mee in de oorlog?

Spanningen lopen op in Europa, door het Nationalisme, militairisme en de Wapenwedloop. 

Om sterker te staan sluiten verschillende landen een Bondgenootschap

Bondgenootschap→ Afspraak tussen landen dat als een land wordt aangevallen, een ander land waar ze afspraak me hebben helpt. 

 

Zo ontstaan er 2 groepen in Europa 

De Geallieerden en de Centralen 

Geallieerden zijn: Frankrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk (Engeland) en Amerika 

Centralen zijn: Duitsland en Oosterijk-Hongarije 

 

Het nadeel van de bongenootschappen is dat landen met elkaar in oorlog komen omdat ze elkaar helpen. 

Oefening: Wie doen mee in de oorlog

Start

Strijd aan twee fronten

Leertekst 

De spanning in Europa liep zo hoog op dat de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Het Duitse leger valt via België Frankrijk binnen. Dit mislukt, in België graven de Belgen en Duisters zich in diepe groeven. Dit worden de Loopgraven genoemd. Hier vochten de soldaten 4 jaar. 

 

De Duitsers vechten ook tegen de Russen. Hierdoor ontstaat een tweefrontenoorlog.  Duitsland moest dus op twee plaatsen tegelijk vechten en veel soldaten hebben. 

Propaganda

Propaganda 

 

In de Eerste Wereldoorlog maakte veel landen gebruik van Propaganda 

Propaganda→ Negatieve reclame tegen je vijand. Of het verspreiden van negatieve ideeën over de vijand 

Propaganda werd verspreid door bijvoorbeeld posters, pamfletten, kranten en de radio. Door propaganda werden mannen in het leger nog enthousiaster om te vechten. 

 

Bijvoorbeeld: Amerika probeerd het idee te verpreiden dat Duitsland een monster (bruut) is die verslagen moet worden 

Bijvoorbeeld: Duitsland verheerlijkt het leger (militairisme) met deze poster.

Vertaling: Broeder, meld je aan voor het leger! 

Poster, Duitse propaganda-affiche, opschrift "Bruder, meldt jullie tot  Reichswehr", Eerste Wereldoorlog 1914-18, Vintage, A3, 250 g/m², glanzend :  Amazon.nl: Wonen & keuken

einde van de oorlog

In 1917 waren er twee gebeurtenissen die belangrijk waren voor het einde van de oorlog. 

Rusland krijgt een nieuwe leider. Dit is een regime

Regime→ Ondemocratische regering (mensen die in een land wonen hebben dus niks meer te zeggen)

Dit regime in Rusland had genoeg van de oorlog en stopt hiermee. 

Hier was Duitsland blij mee, want dan hoefde ze maar op 1 front te vechten. 

 

Amerika (VS) helpt vanaf 1917 de Geallieerden. Door nieuwe Amerikaanse soldaten en wapens (zoals tanks en vliegtuigen) winnen de Geallieerden 

 

Duitsland gaf zich in 1918 over.

Nederland in de oorlog

Nederland vecht niet mee en kiest geen kant in de Eerste Wereldoorlog. Ze waren Neutraal

Neutraal→ Geen kant kiezen en niet meevechten in de oorlog. 

 

De oorlog had wel gevolgen door de oorlog: 

- Vluchtelingen van de oorlog naar Nederland 

- Tekort aan brandstof en voedsel omdat de geallieerden geen handel meer wilde voeren met Nederland 

 

Belgische vluchtelingen die naar Nederland komen.

 

Oefening 3.1

Oefening: 3.1 Oefening

Start

3.2 Welvaart, crisis en dreiging

Je gaat een 10 halen als..

Je weet wat afgesproken werd in het vredesvedrag na de Eerste Wereldoorlog. 

Je weet hoe het ging met de economie in de jaren 20. 

Je weet hoe Italië een totalitaire dictatuur werd. 

Je kunt beschrijven hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.

Vedrag van Versailles

Goed, de Eerste Wereldoorlog is voorbij, wat nu? 

De geallieerden maken een soort vredescontract die de Duitsers moeten ondertekenen. Dit wordt het Verdrag van Versailles genoemd. 

Vedrag van Versailles→ Vredesvedrag tussen de Geallieerden en de Duitsers.

 

Maar wat stond daar in? 

Duitsland kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog. Hierdoor kregen ze straf en dit stond in het Vedrag van Versailles. Hieronder staan een paar straffen die ze kregen:

- Duitsland moest een schadevergoeding betalen. 

- Duitsland mocht geen groot leger hebben.

- Duitland moest grondgebied inleveren. 

 

Bekijk het filmpje: 

Welvaart in de jaren 20

In Duitsland was het een puinzooi en crisis door het Vedrag van Versailles.....

 

Maar in andere landen ging het goed! Welvaart

Bijvoorbeeld in Amerika (VS)

Mensen verdiende veel geld of leende dit bij de bank.

Hiedoor gingen mensen meer (luxe) spullen kopen, de consumptie steeg.

Consumeren/consumptie→ Aankoop van goederen.

Niemand maakte zich zorgen of ze het geleende geld (krediet) terugbetaald kon worden

Krediet→ Geleend geld/lening.

 

Dit werden de roaring 20's genoemd.

Dictatuur in Italië

Niet iedereen in Europa was tevreden. Bijvoorbeeld in Italië. Hier kwam in 1924 Mussolini aan de macht. 

Hij had een hele extreme ideologie.

Ideologie→ Geheel van ideeën over de samenleving, dus hoe moet de samenleving eruit zien.

Deze ideologie noemen wij het Facisme

Het Facisme is antidemocratisch, totalitair (iedereen moet doen wat de overheid wil), geweldadig en nationalistisch. 

Italie werd een Dictatuur, er is maar 1 iemand aan de macht (in dit geval Mussolini) 

Mussolini geloofde en wilde dat Italië even machtig werd als tijdens het Romeinse Rijk!

 

 

 

Mussolini droomt van het Romeinse Rijk
Mussolini droomt van het Romeinse Rijk

wereldcrisis

In 1929 beland de wereld in crisis

in Amerika (VS) nemen mensen minder krediet en kopen minder spullen. Hierdoor maken bedrijven minder spullen en wist dus moeten ze mensen ontslaan. Hierdoor stijgt de werkeloosheid. Zo kwam er een crisis (economische tegenslag). 

Omdat de hele wereld met elkaar verbonden stond, sloeg de crisis over naar Europa. 

Dictatuur in Duitsland

Ook in Duitsland was er veel onvrede.

in 1930 wordt de ideologie van Hitler populair. Dit is het nationaalsocialisme (NSDAP) aanhangers van deze ideologie worden nazi's genoemd. Hitler beloofde mensen werk te geven, een leger te bouwen en de schulden weg te werken. Hij gaf de Duitse mensen hoop.

Ook zei waren, net als de facisten in Italië:

- niet democratisch

- geweldadig

- nationalistisch

 

Hitler was ook racistisch. Hij was onder andere tegen de joden en mensen van kleur

In 1933 komt Hitler aan de macht en wordt ook Duitsland een dictatuur

Oefening 3.2

Toets: 3.2 Oefening

Start

3.3 Water op aarde

Je gaat een 10 halen als..

Je weet hoe water verdeeld is over de aarde.

Hoe de waterkringloop werkt.

Je begrijpt hoe rivieren die uit gletsjermateriaal zijn oontstaan, verweringsmateriaal verplaatsen.

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen gletsjerrivieren, regenrivieren en gemengde rivieren.

Je begrijpt waarom er in Nederland veel grind, zand en klei door de rivieren wordt afgezet.  

 

De blauwe planeet

Leertekst

Onze planeet bestaat uit een groot deel uit water. Water heeft een speciale kringloop wat het aflegd. Dit noemen wij de waterkringloop.

waterkringloop:

 

1. Water in de oceaan stijgt op (verdampt) door de zon

2. Boven hoog in de lucht koelt het af en wordt het een wolk. 

3. De wolk kan neerslag (regen, sneeuw, hagel) laten vallen boven de zee, of boven land als de wind de wolk naar land blaast. 

4. Neerslag (bijvoorbeeld regen) valt op het land. Dit water stroomt terug naar zee. Dit kan OF via de grond, dan wordt het grondwater genoemd. Of het gaat via rivieren terug naar de zee 

waterkringloop
waterkringloop

Hoog in de bergen

Hoog in de bergen regent het niet, maar sneeuwt het. 

Al die sneeuw vormen lagen en worden een 'ijsblok' (soms met een sneeuwballen gevecht kun je een harde sneeuwbal maken als je hard sneeuw bij elkaar knijpt, dat is hetzelfde effect maar dan in het klein)

Door de zwaartekracht schuift de ijsmassa langzaam naar beneden, een soort rivier van ijs. Dit wordt een gletsjer genoemt.

Een gletsjer: 

 

Deze gletsjers smelten waneer ze dichter bij de grond komen. Hierdoor wordt het ijs water en ontstaat er een gletsjerrivier.

Verwering

Door wisselende weersomstandigheden hoog in de bergen barsten rotsen. Het water wat in de rotsen zit, bevriest en zet uit. Maar als het zonnetje gaat schijnen wordt dit ijs weer water. Als het water dan weer bevriest, valt de rots uit elkaar. Stukjes steen, rotsblokken en keien vallen naar beneden. Dit noemen we verweringsmateriaal. De gletsjers nemen dit verweringsmateriaal mee naar beneden de rivieren in. 

Sedimentatie - Wikipedia

Soorten rivieren

Je hebt verschillende soorten rivieren:

Gletsjerrivieren: pas gesmolten gletsjer die veranderd is in een rivier.

Gemengde rivieren: onderweg naar zee komt er in de gletsjerrivier regenwater bij, dit noemen we een gemengde rivier. regenwater+gletsjerrivier= gemengde rivier

Regenrivier: rivier die bestaat alleen uit regenwater. Verschillende beekjes komen bij elkaar. 

Stroomgebied: het gebied waarbinnen al het regen- en smertwater via een rivier in zee stroomt.

 

Stroomgebied van de Maas - Wikipedia

 

Bijna bij de zee

Rivier water is oppervlaktewater, je kunt het zien. Andere voorbeelden zijn sloten, meren en kanalen

Oppervlaktewater→water dat je kunt zien.

Een rivier stroomt op verschillende stroomsnelheden. Hoog in de bergen stroomt het heel snel, in Nederland stroomt het niet meer zo snel. 

 

Als het water niet snel meer stroomt, gaan alle kleine verweringsmaterialen naar de grond zakken. Deze kleine deeltjes noemen we sedimentatie. Omdat het in Nederland niet zo snel stroomt hebben we veel sedimenten.

Sedimenten→ Kleine stukjes steen en klei

Doordat dit sediment op de grond bij ons ligt, zijn onze rivieren ondieper. Hierdoor hebben wij meer kans op overstroming en kunnen hele diepe grote boten bij ons niet varen. 

Oefening 3.3

Toets: 3.3 Oefening

Start

Begrippen hoofdstuk 3

Toets: Begrippen hoofdstuk 3

Start

Oefenvragen hoofdstuk 3

Bijna het einde van de wikiwijs. In dit stukje staan 3 oefentoetsjes. Level 1 zijn de makkelijkste vragen en Level 3 de moeilijkste. Kijk maar hoeveel je al weet! Het beste is om naar het volgende level te gaan als je een voldoende hebt voor de toets. 

Goed gedaan! 

 

Mevrouw Bagijn

Level 1

Toets: level 1 oefenvragen

Start

Level 2

Toets: Level 2

Start

Level 3

Toets: Level 3

Start