Welke vind jij het lekkerst?
Fase 1/ Fase 2/ Fase 3
Lesduur: minuten
Korte samenvatting
In deze les gaan jullie sinterklaas snoepgoed onderzoeken. Welk snoepgoed is er allemaal en welk snoepgoed vind jij het lekkerst?
Jullie verzamelen de meningen van alle leerlingen in de klas en met deze data maken jullie een grafiek.
Informatie vooraf
Doelen digitale vaardigheid
Computational thinking
Data en dataverwerking
- Verzamelen, analyseren, en visualiseren van data
− verzamelen van beschikbare data (uit verschillende bronnen)
− onderzoeken, categoriseren en selecteren van bruikbare data uit een dataverzameling
− weergeven van verzamelde data in passende grafieken, lijsten,
Lesdoelen
- Een keuze kunnen maken uit verschillende snoepsoorten en kiezen welke je het lekkerst vind
- Data verzamelen: wie kiest voor welk snoepgoed?
- De verzamelde data omzetten in een grafiek
Benodigdheden
- verschillende soorten sinterklaas snoepgoed (wellicht kunnen kinderen iets van huis meenemen of is er een budget?)
- een manier om je voorkeur aan te geven (denk aan een teldopje voor kleuters, een werkblad voor de midden- en bovenbouw. De bovenbouw kan dit werkblad zelf maken).
- digibord (of ander device) om een grafiek te maken
Koppeling met andere vakken
Rekenen en Wiskunde
- De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven (kerndoel 24)
Voor de les
Verzamel verschillende soorten snoepgoed.
Richt een hoek in waar de kinderen het onderzoek uit kunnen voeren, als je dit in kleine groepjes wilt laten doen.
Stap 1: Introductie
Introductie- 5-10 minuten
Haal een grote zak met Sinterklaassnoepgoed te voorschijn. Er volgen vast enthousiaste reacties.
Laat de kinderen even reageren. Grote kans dat er al geroepen wordt welk soort de kinderen het lekkerst vinden. Wellicht ontstaat er ook al wat discussie...
Laat dit even gebeuren.
Haal de hele zak leeg en leg al het snoepgoed op tafel. Benoem alle soorten snoepgoed/ laat de kinderen de soorten benoemen.
Bespreek of er nog snoepgoed mist.
Vertel dat jullie onderzoek gaan doen naar wat het lekkerste snoepgoed is.
Afhankelijk van de leeftijd en het niveau kun je ervoor kiezen het onderzoek alleen in jullie eigen klas uit te voeren of het te verbreden naar andere klassen, thuis, of in de vriendengroep. In de bovenbouw kan er wellicht een straatonderzoek gedaan worden?
Voor jonge kinderen kun je aan dit onderzoek natuurlijk een draai geven die past bij jullie sinterklaasverhaal.
Wellicht krijgen jullie een brief van piet, die wil weten welk snoepgoed jullie het lekkerst vinden, zodat hij weet wat hij moet maken?
Stap 2: Produceren
Produceren- minuten
Je kunt het onderzoeken zelf op verschillende manieren aanpakken:
- Doe het onderzoek klassikaal. In de kring proef je om de beurt allemaal een klein stukje van een soort snoepgoed. Als alle soorten geproefd zijn, mag elk kind kiezen welk snoepgoed hij/ zij het lekkerst vindt. Dit kun je bijvoorbeeld doen door elk kind een teldopje (of een ander voorwerp) te geven en die bij het snoepgoed te laten leggen dat hij zij het lekkerst vindt.
- Doe het onderzoek in kleine groepjes. Maak een tafel waarop voor een groepje de verschillende soorten snoepgoed staan (wellicht al in kleine stukjes). De kinderen proeven met hun groepje en kiezen elk hun favoriet. Dit kan ook nu fysiek met een voorwerp dan bij het lekkerste snoepgoed wordt gelegd of met een werkblad waarop geturfd kan worden. De groepjes kunnen hun onderzoek allemaal tegelijk doen (meerdere tafels) of bij toerbeurt.
In de midden- en bovenbouw kun je leerlingen per groepje hun eigen werkblad laten maken.
Ze maken dit bijvoorbeeld in Word of in Canva en maken hierbij foto's van elk soort snoepgoed of zoeken plaatjes.
Stap 3: Presenteren
Presenteren- 20 minuten
Elk groepje presenteert de uitkomsten van hun onderzoek.
Ze laten hun zelfgemaakte werkblad zien en vertellen welke uitkomsten ze hebben.
Ze geven aan welk snoepgoed in hun groepje/ hun onderzoek het populairst is.
De data van de verschillende groepjes wordt verzameld en bij elkaar opgeteld.
Met deze data wordt een grafiek gemaakt. Dit kun je weer klassikaal doen, maar kan ook per groepje of per leerling gedaan worden, afhankelijk van het niveau van de leerlingen.
Heb je het onderzoek klassikaal gedaan, dan kun je de verzamelde data meteen omzetten in een grafiek.
Dat kun je doen doen eerst de teldopjes per snoepgoed schattend te tellen. Waar denk je dat het meeste ligt? Stapel de teldopjes dan op en vergelijk de hoogtes. Klopt de schatting.
Je hebt dan een grafiek in 3d gemaakt.
Je kunt ervoor kiezen om deze nog om te zetten in een digitale grafiek.
De grafiek kun je laten maken in een programma als Prowise Presenter/ Gynzy, op ruitjespapier of in een spreadsheetprogramma.
Kies voor de manier die past bij het niveau van jouw klas.
Natuurlijk moet uit de grafiek(en) nog even een conclusie getrokken worden!
