Introductie
Belangrijk om te weten, voordat je begint:
- Voor het SE Schrijfvaardigheid (Beschouwing) werk je in een groepje, maar schrijf je ieder een eigen beschouwing.
- Je werkt de hele periode aan verschillende stappen: stap 1 t/m 5, die je terugvindt in deze quest. Met elke stap kun je punten verdienen voor je SE. In de quest staat per onderdeel hoeveel punten dat zijn. In totaal moet je tot 100 punten komen.
- Op de toetszitting maak je je beschouwing compleet en verwerk je je feedback.
- Werk regelmatig en start direct in de eerste week van deze periode!
- Er is een aantal ingeroosterde blox waarin je feedback krijgt/geeft of moet werken aan je beschouwing. Houd dit in de gaten! Kun je er vanwege een dubbele boeking met een keuzevak écht niet bij zijn? Bespreek dit dan op tijd met de vakcoach, zodat we een oplossing kunnen zoeken.
Planning
Routeplanner periode 2, 6 vwo, Betoog/beschouwing schrijven
Week/datum
|
Te doen/leren
|
Leren zichtbaar maken: Let op in de bloxen wordt gewerkt volgens deze planning. Je bent afhankelijk van de vakcoach én medeleerlingen, dus afwijken (achterlopen) is geen optie en zal de consequentie hebben dat je feedback gaat missen, want na het opgegeven moment wordt er geen feeback meer gegeven. Dat heeft dan waarschijnlijk weer consequenties voor het cijfer van je toets column schrijven! Blijf dus op schema!!!
|
44
30/10 - 5/11
|
|
|
45
6/11 - 12/11
|
-
Werk opdracht 2 uit van de quest in een Pages- of een Worddocument (5 punten van het SE).
-
Kies samen een maatschappelijk vraagstuk/onderwerp. Let op: ieder levert een eigen betoog in, dus je mag samenwerken, maar niet aan één betoog!!! (Elke leerling heeft een eigen geschreven betoog, anders is het plagiaat!).
|
-
Geef tijdens de blox je groepje (voor- en achternamen en naam coachgroep) en jullie gekozen maatschappelijk vraagstuk/onderwerp op bij de vakcoach waar jij bij bent ingedeeld (VLI of HOS) en noteer dit ook in Egodact.
-
Lever de in Pages- of Word uitgewerkte opdrachten 1 in via Egodact. Stuur je docent een berichtje in Teams, zodra je je werk hebt gepost!
-
Stuur de vakcoach waar je bij ingedeeld bent een berichtje, zodra je werk is ingeleverd!
|
46
13/11 - 19/11
|
-
Werk opdracht 3 uit de quest uit in een Pages- of Worddocument (10 punten van het SE) IN DE BLOX: Hoe bouw je een goede tekst op: inleiding, middenstuk en slot.
-
IN DE BLOX: hoe geef je feedback en hoe reflecteer je hierop?
|
|
47
20/11 - 26/11
|
Tijdens de blox werk je opdracht 4 uit (15 punten van het SE).
|
-
Lever aan het einde van de blox de in Pages of Word uitgewerkte opdracht 4 uit de quest uit in via Egodact. Zeg tegen de vakcoach waar je bij ingedeeld bent dat je werk is ingeleverd!
-
Print het document en je schrijfplan ook uit en lever dit in bij de vakcoach waarbij je bent ingedeeld à nodig voor de week daarna!!!
|
48
27/11 - 03/12
|
TIJDENS DEZE BLOX krijg je peerfeedback aan een door de vakcoach aangegeven medeleerling en geef je ook feedback aan de aan jou gekoppelde leerling.
|
|
49
4/12 - 10/12
|
Reflecteren op de ontvangen feedback en deze verwerken in je inleiding en conclusie (= verbeteren n.a.v. de verkregen feedback).
|
-
Schrijfplan + verbeterde inleiding en conclusie inleveren via Egodact.
-
Je geprinte en gemarkeerde teksten, je schrijfplan, verbeterde inleiding en verbeterde deel van het middenstuk PRINT JE UIT, JE DOET ZE IN EEN MAPJE MET JE NAAM (voor- en achternaam) EN LEERJAAR EN NIVEAU EROP EN LEVER JE IN BIJ JE VAKCOACH. Deze mag je tijdens de toets erbij houden!
|
50
11/12 - 17/12
|
Toetsweek (vanaf: welke dag volgt nog)
|
|
51
18/12 - 24/12
|
|
|
52
25/12 - 31/12
|
Kerstvakantie
|
|
1
1/1 - 7/1
|
Kerstvakantie
|
|
1. Online slagen: theorie en oefeningen
1. Online Slagen
Voordat je verder gaat, maak je eerst de volgende oefeningen van Online Slagen:
- Hoofdstuk 3: samenvatten
- Hoofdstuk 4A: tekstsoort bepalen
- Hoofdstuk 4C: verbanden herkennen
- Hoofdstuk 4E: standpunten en argumentatie
- Hoofsdtuk 4F: drogredenen herkennen
- Hoofdstuk 6A & B: (werkwoords)spelling
- Hoofdstuk 9A: schrijven in stappen
- Hoofdstuk 9B: tekststructuren
- Hoofdstuk 9D: betoog schrijven
- Hoofdstuk 9E: beschouwing schrijven
De docent controleert of je de oefeningen hebt afgemaakt, en of je nog hulp nodig hebt om door te gaan naar de volgende opdracht.
Goede voorbeelden
Schrijfvaardigheid oefen je door zelf veel te lezen en te schrijven. Zoek dus goede voorbeelden uit kwaliteitskranten en tijdschriften. Koop eens (samen) een zaterdageditie van De Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw. In De Correspondent (online, met een proefmail kun je enkele artikelen gratis lezen) en tijdschriften De Groene Amsterdammer, Elsevier en HP/De Tijd vind je ook grote betogende en beschouwende stukken. Je kunt deze tijdschriften lezen/lenen in de bieb, of bij je vakcoach.
Je hebt al geoefend met het schrijven van een column en een korte stelling. Om een prettig leesbaar stuk te schrijven, moet ook spelling en formuleren van goede kwaliteit zijn.
Het betoog
Herhaling: beschouwing en betoog
Beschouwing
Een beschouwing laat meerdere kanten van een vraagstuk zien en de conclusie wordt meer aan de lezer zelf overgelaten. Je geeft dus misschien meerdere antwoorden op de vraag, maar trekt geen sluitende conclusie. Je geeft als schrijver geen concluderend antwoord.
Betoog
In een betoog geef je als schrijver wél een antwoord of conclusie: als schrijver wil je met jouw argumentatie de lezer overtuigen. Je zult dus als schrijver goed beslagen ten ijs moeten komen. Hiervoor moet je je dus goed inlezen en een heldere argumentatie opzetten. Met argumenteren heb je in de vorige periode geoefend.
Herhaling: hoe beoordeel je een beschouwing?
Een beschouwing is een tekst waarin een schrijver een kwestie vanuit verschillende perspectieven bekijkt en de lezer aan het denken zet. Om een beschouwing te kunnen beoordelen, is het belangrijk om te kijken naar de volgende criteria:
- De kwestie is helder geformuleerd. De lezer moet duidelijk weten wat de kwestie is die de schrijver aansnijdt.
- De verschillende perspectieven worden goed uitgewerkt. De schrijver belicht de verschillende perspectieven op de kwestie op een evenwichtige manier.
- De argumenten zijn relevant en onderbouwd. De argumenten dragen bij aan het beter begrijpen van de kwestie en worden ondersteund door bronnen of voorbeelden.
- De conclusie is logisch afgeleid uit de argumenten. De conclusie is een logisch gevolg van de argumenten die de schrijver heeft aangedragen.
De kwestie is helder geformuleerd
Een goed geschreven beschouwing begint met een duidelijke formulering van de kwestie. De lezer moet duidelijk weten wat de schrijver wil onderzoeken of bespreken. De schrijver kan dit doen door een definitie te geven van de kwestie, door een voorbeeld te geven of door een vraag te stellen.
De verschillende perspectieven worden goed uitgewerkt
Een beschouwing is bedoeld om de lezer aan het denken te zetten. Daarom is het belangrijk dat de schrijver de verschillende perspectieven op de kwestie goed uitwerkt. De schrijver kan dit doen door verschillende bronnen te raadplegen, door verschillende experts te interviewen of door zelf na te denken over de kwestie.
De argumenten zijn relevant en onderbouwd
De argumenten in een beschouwing zijn bedoeld om de lezer te helpen de kwestie beter te begrijpen. Daarom is het belangrijk dat de argumenten relevant zijn voor de kwestie en dat ze worden ondersteund door bronnen of voorbeelden.
De conclusie is logisch afgeleid uit de argumenten
De conclusie van een beschouwing is een logisch gevolg van de argumenten die de schrijver heeft aangedragen. De schrijver moet ervoor zorgen dat de conclusie niet uit de lucht komt vallen, maar dat deze gebaseerd is op de argumenten die hij heeft aangevoerd.
Tips voor het beoordelen van een beschouwing
- Lees de beschouwing zorgvuldig en let op de structuur.
- Bepaal de kwestie die de schrijver aansnijdt.
- Zoek naar de verschillende perspectieven die de schrijver belicht.
- Beoordeel de argumenten die de schrijver geeft aan de hand van de criteria voor aanvaardbare argumentatie.
- Trek een conclusie over de aanvaardbaarheid van de beschouwing.
Conclusie
Door deze criteria toe te passen, kun je zelf beoordelen of een beschouwing aanvaardbaar is. Dit is een belangrijke vaardigheid, omdat je zo kunt beoordelen of een beschouwing overtuigend is.
Aanvullende tips
-
Als je een beschouwing beoordeelt, is het ook belangrijk om te letten op de volgende zaken:
- De stijl van de schrijver. Is de tekst helder en begrijpelijk?
- De argumentatie van de schrijver. Is de argumentatie logisch en overtuigend?
- De conclusie van de schrijver. Is de conclusie goed onderbouwd?
-
Je kunt ook gebruikmaken van een checklist om een beschouwing te beoordelen. Hieronder vind je een voorbeeld van een checklist:
- Is de kwestie duidelijk geformuleerd?
- Worden de verschillende perspectieven goed uitgewerkt?
- Zijn de argumenten relevant en onderbouwd?
- Is de conclusie logisch afgeleid uit de argumenten?
- Is de stijl helder en begrijpelijk?
- Is de argumentatie logisch en overtuigend?
- Is de conclusie goed onderbouwd?
-
Door deze tips en checklist te gebruiken, kun je jezelf trainen in het beoordelen van beschouwingen.
2. Voorbereiding
2. De voorbereiding
In de blox: maatschappelijk vraagstuk kiezen
Je gaat in de voorbereiding een maatschappelijk vraagstuk kiezen. Zo'n vraagstuk is geschikt voor een beschouwing. Het heeft meerdere van onderstaande kenmerken:
- Er is sprake van een sociaal probleem. Mensen vinden een situatie niet wenselijk of in strijd met waarden en/of normen.
- Er zijn verschillende meningen over de oplossing van het probleem. Daarbij spelen verschillende waarden en belangen een rol.
- Het probleem kan door gezamenlijke actie (door burgers of politiek) worden opgelost.
- Het vraagstuk is zichtbaar in de media. Er wordt over gepraat.
OPDRACHT
Kies met een groepje van drie tot vier leerlingen een
maatschappelijk vraagstuk. Werk je al samen voor een ander vakgebied? Overleg of je dit ook kunt inzetten voor je schrijfopdracht. LET OP: Je mag samenwerken in de voorbereiding, maar
ieder schrijft een eigen beschouwing. Je kunt ook een literair werk koppelen aan je onderwerp. Kijk voor thema's ook op
http://lezenvoordelijst.nl en litlab.nl.
Laat je onderwerp goedkeuren in de blox bij je vakcoach (SIG).
Noteer je onderwerp, groepsgenoten en je eventuele gekozen literaire werk in Egodact.
1. (5 punten)
In de blox heb je een maatschappelijk vraagstuk (onderwerp) en eventueel bijpassend literair werk gekozen. Misschien heb je gekozen voor een onderwerp dat met een ander vakgebied te maken heeft, zoals natuurkunde of geschiedenis. Beantwoord om dit onderwerp uit te werken nu onderstaande vragen.
a. Welk maatschappelijk vraagstuk heb je gekozen?
b. Beschrijf waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen. Wat weet je er al over?
c. Indien van toepassing:
- Welke bijpassend literair werk heb je gekozen? Noteer titel en schrijver.
- Met welk vakgebied heeft jouw gekozen onderwerp vooral te maken? Welke bronnen kun jij gebruiken? Noteer dit beknopt.
2. (5 punten)
a. Ga op zoek naar de kenmerken van een betoog en een beschouwing. Maak een schema, waarin je per tekstsoort in elk geval aandacht besteedt aan de volgende kenmerken: tekstdoel, hoofdgedachte, tekststructuur, rol van de schrijver, toon, tekstopbouw (inleiding, middenstuk, slot), overige aandachtspunten, etc. Gebruik hierbij deze quest, het Blink-handboekje, je examenbundel en je aantekeningen van de blox.
b. Zoek in een kwaliteitskrant (bijvoorbeeld NRC Handelsblad, Volkskrant, Trouw) of –tijdschrift (Elsevier, De Groene Amsterdammer, HP/De Tijd, De Correspondent) een voorbeeld van een betoog en een beschouwing over je maatschappelijke thema. Knip en plak je gevonden betoog en beschouwing over je maatschappelijke thema in een Pages- of Worddocument. Gebruik je een papieren krant? Zorg dan voor een duidelijke foto van jouw gekozen artikel.
Schrijf of markeer de kenmerken van een betoog of beschouwing bij jouw gekozen artikel. Dit kan in Word of Pages met 'tools', of handmatig in de kantlijn.
OPDRACHT
Werk opdracht 1 en 2 uit in een Pages- of Worddocument en lever dit in Egodact in. Stuur je docent een berichtje in Teams, zodra je je werk gepost hebt. Werk netjes en let dus op je formulering en spelling.
3. Het maatschappelijk vraagstuk
3. Het maatschappelijk vraagstuk (10 punten)
Bij opdracht 1 heb je een maatschappelijk vraagstuk gekozen en kort uitgelegd aan de hand van actuele bronnen en eventueel een ander vakgebied en/of een literair werk. Daarna heb je in opdracht 2 de kenmerken van het betoog en de beschouwing geleerd.
a. Formuleer je (vraag)stelling bij je gekozen maatschappelijk thema. Deze vraagstelling is het uitgangspunt van je betoog over dit maatschappelijk thema.
b. Kies een geschikte tekststructuur en maak een schrijfplan voor je betoog. De tekststructuur die je kiest, hangt natuurlijk samen met de (vraag)stelling die je eerder geformuleerd hebt. Klik hier om de tekststructuren nog eens door te nemen. Een schema voor het schrijfplan krijg je van de docent. Pas dit zelf aan naar de gekozen tekststructuur.
OPDRACHT
Werk opdracht 3 uit in een Pages- of Worddocument en lever dit in in Egodact. Stuur je vakcoach een berichtje, zodra je werk is ingeleverd.
4. Inleiding en middenstuk
4. Inleiding en middenstuk (15 punten)
Bij opdracht 3 heb je een (vraag)stelling geformuleerd, een tekststructuur gekozen en een schrijfplan gemaakt. Dat schrijfplan gebruik je bij de volgende stap:
-
Tijdens een tot twee ingeroosterde blox schrijf je de inleiding en (een deel van) het middenstuk van je beschouwing. Gebruik de kenmerken uit het schrijfplan.
-
Tijdens een blox krijg je feedback van een medeleerling. Je levert je inleiding ook in via Seesaw, zodat een jaargenoot makkelijk feedback kan geven. Jij geeft ook feedback op het werk van een andere leerling.
-
Daarna geeft je vakcoach feedback op je schrijfplan, je inleiding en een deel van het middenstuk. De feedback van je vakcoach krijg je terug tijdens de schrijfzitting (toetsmoment) in de SE-week. Dit mag je erbij houden en gebruiken om je uiteindelijke beschouwing af te schrijven.
OPDRACHT
Werk opdracht 4 uit in een Pages- of Worddocument en zet dit in Egodact. Print het document ook en lever het in bij je vakcoach, samen met je schrijfplan.
5. De beschouwing: de schrijfzitting
5. Het betoog: de schrijfzitting (60 punten)
In de komende 100 minuten voeg je de kennis en ervaring die je hebt opgedaan in deel I, II en III samen in je meesterstuk. Je schrijft – in lettertype Arial 11 – een betoog van minimaal 750 tot maximaal 1000 woorden. Je hebt tijdens het schrijven geen toegang tot het internet. Volg de onderstaande stappen precies. Succes!
- Je krijgt bij aanvang van het SE je schrijfplan, inleiding en deel van het middenstuk terug. Je vakcoach heeft hier feedback op gegeven. Lees die feedback eerst goed door en herschrijf dan je verbeterde versie hiervan.
- Je schrijft daarna je betoog af met (de rest van) het middenstuk en het slot. Let daarbij goed op de kenmerken van een betoog, zoals je die hebt geleerd. Let op spelling en formuleren.
- Lees je tekst rustig door en maak de nodige laatste correcties. Staan er kromme zinnen? Is alles correct gespeld? Schrijf dan je definitieve versie.
- Tel het aantal woorden (het is handig om dat per regel bij te houden en te noteren) en noteer dit onder je betoog.
- Lever je betoog in: stop het overzichtelijk in je mapje/snelhechter (definitieve versie, kladversie, opdracht, inleiding/deel middenstuk en schrijfplan) en lever dit in bij de surveillant. Zorg ervoor dat je naam duidelijk op je mapje staat!
6. Afronding
6. (5 punten)
In de afgelopen SE-week heb je je schrijfopdracht ingeleverd: een betoog dat je in periode 2 zorgvuldig hebt opgebouwd. Je mag nog één laatste keer bijschaven. In een speciale blox krijg je je betoog terug, met daarin de feedback van je docent. Om de laatste vijf punten te verdienen mag je nog één alinea herschrijven. Op je schrijfproduct heeft je vakcoach aangegeven om welke alinea het gaat.
Bekijk je tekst en de feedback van je vakcoach goed en herschrijf de alinea in een nieuw document. Zet hierop duidelijk je naam, coachgroep en opdracht 'betoog alinea herschrijven' en lever je werk in bij je vakcoach. [LET OP: in bewerking, manier van inleveren wordt nog bekendgemaakt!]
Bron: Reid, J., Geleijnse, B. & Tol, J.M. van
Bronnen vermelden
Als je verwijst naar bronnen in je tekst, doe je dit op een vaste manier, volgens de APA-richtlijnen. Hier heb je al eerder mee gewerkt, bijvoorbeeld voor je profielwerkstuk.
Ook als je een bronnenlijst hebt, kun je niet zomaar schrijven: 'zoals in De Volkskrant staat, heeft dit type woning al eerder ventilatieproblemen gehad....'. Noem altijd de precieze gegevens. Als je weet dat de journalist van je gebruikte artikel Jansen heet, noteer je dit zo in je tekst: '... dit type woning heeft al eerder ventilatieproblemen gehad (Jansen, 2022), daarom is het opmerkelijk dat ....'
Een handige website met tips over hoe je verwijst en bronnen vermeldt, is Scribbr. Doe er je voordeel mee!
Bron: Reid, J., Geleijnse, B. & Tol, J.M. van (2003)
Fokke en Sukke hebben geen idee. [Soest]: Catullus
(Deze quest is mede mogelijk gemaakt door: ter beschikking gesteld materiaal SE Schrijfvaardigheid, Koning Willem II College, november 2019)