Welkom
Beste Docent / Docente,
Welkom op de wikiwijs van de projectweek over Big History en Duurzaamheid. Big History is een multidisciplinair vak waarbij we vanuit meerdere perspectieven kijken naar de ontwikkeling van onze mooie aardbol. We zouden kunnen stellen dat we kijken naar de gehele geschiedenis. Op deze site vind u het rooster voor uw project week. De basis beginselen en al het docent en leerlingmateriaal. Het docentmateriaal is verwerkt in de pagina's zelf, echter het leerlingen materiaal kunt u downloaden op de aangegeven plekken.
Verder is de project week opgedeeld in de negen drempels die het vak bighistory kent. Elke drempel snijdt een andere tijdsperiode aan over de aarde. We beginnen bij drempel 1: het ontstaan van het heelal en eindigen bij drempel 9: een duurzame wereld. Elke drempel kent een behandelingstijd van 100 minuten, maar omdat de grote van drempels verschilt, hebben sommige meer tijd in het rooster. Ook zit er een eindopdracht verwerkt in de project week waaraan leerlingen tijdens de periode bezig zijn.
Verder wens ik jullie heel veel succes met de komende projectweek.
Succes!
Inhoudsopgave
- Wat is Big History en wat is duurzaamheid?
- Rooster
- Drempel 1 | De Bigbang
- Drempel 2 | Sterren en elementen
- Drempel 3 | Atomen en moleculen
- Drempel 4 | De aarde en ons zonnestelsel
- Drempel 5 | Leven
- Drempel 6 | Collectief leren
- Drempel 7 | Landbouw
- Drempel 8 | Moderne revolutie
- Drempel 9 | Duurzaamheid
- Eindopdracht
Wat is Big History en Duurzaamheid?
Big History is een interdisciplinair vak dat tracht een holistisch begrip te verschaffen van de geschiedenis van het universum, vanaf het ontstaan van de oerknal tot het heden. Het integreert inzichten en kennis uit verschillende wetenschappelijke disciplines, zoals astronomie, geologie, biologie, antropologie, en geschiedenis, om een overkoepelend verhaal te creëren dat de grote gebeurtenissen en patronen in de geschiedenis van het universum verkent.
Meerwaarde voor de middelbare school:
-
Breed Perspectief: Big History biedt een breed perspectief dat verder gaat dan traditionele vakken. Het stelt studenten in staat om de samenhang tussen verschillende disciplines te begrijpen en de onderlinge verbondenheid van kennis te waarderen.
-
Kritisch Denken: Het vak moedigt kritisch denken aan doordat studenten worden uitgedaagd om complexe problemen te analyseren en verbanden te leggen tussen gebeurtenissen op kosmisch, geologisch, biologisch en historisch niveau.
-
Context voor Vakken: Big History fungeert als een raamwerk dat kan dienen als context voor andere vakken. Het helpt studenten om de relevantie en het belang van verschillende onderwerpen binnen een breder perspectief te begrijpen.
-
Inzicht in Duurzaamheid: Het vak biedt inzicht in de langetermijneffecten van menselijk handelen op de planeet, waardoor duurzaamheid en milieubewustzijn worden bevorderd. Studenten kunnen de impact van beslissingen op zowel de korte als de lange termijn beter begrijpen.
-
Verbinding met Actuele Vraagstukken: Big History legt de basis voor het begrijpen van actuele mondiale vraagstukken, zoals klimaatverandering, biodiversiteit en sociale verandering. Het moedigt studenten aan om na te denken over hun rol in een mondiale samenleving.
Over het algemeen draagt Big History bij aan het vormen van breed opgeleide en kritisch denkende individuen, die in staat zijn om complexe vraagstukken op een geïntegreerde manier te benaderen.
Wervende Powerpoint
Dit is een powerpoint die is gemaakt om het vak in te kunnen leiden. Het is voor veel leerlingen een nieuwe bezigheid om op zo'n grote schaal en vanuit zo veel verschillende perspectieven na te denken over de geschiedenis van onze aarde.
Rooster
Drempel 1 | Big Bang
Big History begint niet bij de oerknal, maar bij de vraag naar waar wij vandaan kwamen. De eerste drempel gaat zowel in op wetenschappers, als geschiedkundigen en gelovigen. Het hele idee van Big History en de Oerknal is niet dat dit de waarheid is, maar een uitleg waar men al decennia om vraagt. Een antwoord op het ontstaan van ruimte, tijd, energie en materie.
De drempel is in drie delen opgedeeld:
- De vraag waarom we iets verklaren
- De oerknal als verklaring
- De wetenschappelijke theorie achter de oerknal
Waarom zoeken wij verklaring
De geschiedenis leert ons dat wij sinds mensen heugenis hebben nagedacht over ons ontstaan. Dit deden wij bijvoorbeeld door hemellichamen te bestuderen, en hieraan verhalen te geven. Zo hebben de Grieken goden gelinkt aan planeten en onze zon. Andere geloven linkte weer kennis aan natuurlijke fenomenen zoals stormen en geografische wonderen. Alles om een verklaring van ons leven, maar ook een manier van leven, te verklaren. Ook wetenschappers rond de renaissance gingen op onderzoek uit om ons ontstaan te verklaren, aan de hand van sterren en wetenschappelijke formules en theorieën. Dit is een eindeloze groeiende onderzoek doormiddel van telescopen en meetinstrumenten die de bewegingen van sterren kunnen waarnemen.
Het eerste gedachtegoed dat ontkracht moest worden is het geocentrische gedachtegoed, waarbij de aarde het middelpunt was van het universum. Gebaseerd op het waarnemen van sterren die zowel op de dag als in de nacht om ons heen bewogen. Lijkend alsof onze aarde stil staat, bewegen de zon, maan en sterren om ons heen. Hierdoor ontwikkelde zich naast de platte aarde, ook een geocentrisch gedachtegoed. De eerste ontkrachtigingen waren rond 240 voor Christus, waarbij Eratosthenes de omtrek van de aarde berekende aan de hand van schaduwen. Dit werd echter nog niet globaal aangenomen door de mensen. Zowel Copernicus als Galileo Galilei brachten deze theorie in twijfel en versterkte het heliocentrische gedachtegoed, aarde op de zon draait. Galileo bedacht om dit te onderzoeken, op inspiratie van een Nederlander, een telescoop. Hiermee kon hij de ruimte in kijken en zo de hemel beter bestuderen.
De Oerknal als verklaring
De oerknal is een versimpelde benaming voor het begin van het universum, maar ook het proces van de ontwikkeling. De oerknal is een periode van de eerste 10−43 seconde tot aan 380.000 jaar na het de eerste uitbarsting. Voor de uitbarsting was het universum volgens de theorie één grote dichtheid met een onvoorstelbare warmte. Hierbij praten we over temperaturen naar schatting boven de 10 quadriljoen graden Celsius. De eerste uitbarsting kwam deze energie vrij en begon het heelal uit te dijen. Door het uitdijen werd er energie opgemaakt, waardoor het universum langzaam begon af te koelen. Nog binnen de eerste seconde van het heelal werden er neutronen en protonen gevormd. Dit was enkel mogelijk door de sterke exponentiele afkoeling van het heelal. Pas na 380.000 jaar na de eerste uitbarsting vormde zich atomen, welke voornamelijk bestaan uit waterstofatomen.
Pas na 380.000 jaar was ook weer door afkoeling het volgende proces in gang gezet. Hierbij zagen we uiteindelijk dat elektronen konden fuseren met protonen, hieruit vormde de eerste atoom, waterstof. Waterstof is uiteindelijk één geladen proton. Uit deze atoom konden uiteindelijk door botsingen andere atomen ontstaan, zoals Helium. Helium is uiteindelijk weer ontstaan door de botsing van 2 geladen protonen en neutronen. Dit proces werd gedurende de volgende 13,8 miljard jaar oneindig herhaald waardoor er steeds meer diverse deeltjes instonden. Verder beschreven in toekomstige drempels, beginnend bij het ontstaan van sterren.
De wetenschappelijke theorie achter de oerknal
De theorie die achter de oerknal schuilt begint bij het bewijzen van de uitdijing van het heelal. Hubbles had samen met Lemaître gezien en beschreven dat sterrenstelsels dieper in het universum steeds verder van ons af bewogen. Dit hadden zij verklaard nadat het licht dat werd afgegeven, gedurende een langere periode, veranderde. Zo vond er een roodverschuiving plaats op het kleurenspectrum. Dit wordt ook wel het dopplereffect genoemd, waarbij langere afstanden en langere lichtgolven zorgen voor meer rode kleuren. Hiermee kon hij concluderen dat het sterrenstelsel Cepheïden verder van ons af bewoog. Zowel Hubbles als Einstein trokken hieruit uiteindelijk de conclusie dat er niet enkel een uitdijende beweging is, maar dat er ook ooit een begin punt moet zijn geweest waarvandaan deze stelsel zich bewogen. Hieruit concludeerden zij dat er één punt, of anders benoemt als één oeratoom, moet zijn geweest die uiteindelijk ging uitdijen.
Een ander bewijs dat men heeft geobserveerd is het kosmologische principe, gemeten via kosmische stralingen die temperaturen weergeven. Op grote schaal is te zien dat het universum gelijkmatig is verdeeld, wat uiteindelijk concludeert dat alles tegelijkertijd in beweging is gezet. Toch betekent dit wel dat er een verschil zit in leeftijd en periode van ontstaan, gezien de uiteindes van het universum voor zo ver wij weten 13 miljard jaar kunnen zijn. Ons sterrenstelsel is pas rond de 4 miljard jaar oud.
Docentenhandleiding
Les inhoud:
- 100 minuten les
- Leerdoelen
- Opdracht
- Lesvoorbereidingsformulier
- Eindopdracht onderdeel
Leerdoelen van Drempel 1:
- De leerlingen weten beknopt het tijdsverloop van de oerknal
- De leerlingen kunnen het ontstaan van de aardse wetenschap verklaren vanuit religie
- De leerlingen kunnen de overgang van een geocentrisch wereldbeeld naar het heliocentrisch wereldbeeld
- De leerlingen kunnen benoemen hoe belangrijk waterstof is voor energieontwikkeling.
Opdracht 1
In de les voer je de volgende opdracht uit.
Benodigdheden:
Per viertal één A3-formaat papier.
Per viertal vier verschillende kleuren stiften (1 per persoon).
De klassen tafels in groepjes van vier + heterogene groepjes gemaakt vooraf
Uitvoering:
De opdracht gaat in op het geografisch besef/ beeld van de leerling op dat moment. Zij zullen aan de slag gaan met de materialen om een tekening te maken van hun beeld van het universum. Alle viertallen voegen aan de tekening toe wat zij vinden dat bij het universum hoort. Op de tekening voegt elk persoon zijn/ haar vraag aan toe over het universum. Dit kunnen vragen zijn over het ontstaan, de zon, leven of misschien nog iets simpelers. Aan het einde van de les maken zij een foto van hun tekeningen en vraag. Zij laten hun tekening zien in de eindopdracht en beantwoorden dan ook hun eigen opgeschreven vraag.
Na de aandachtsrichter zet je de viertallen bij een groepje tafels, met de andere materialen. Hierna voert de leerkracht een uitleg uit. De leerkracht legt uit:
- De leerlingen gaan gedurende 30 minuten aan de slag met de tekening. Zij krijgen hoofdlijnen en vragen om de tekening vorm te geven. Deze zijn hier onder benoemt.
- Het viertal personen moet minstens vier vragen in de tekening verwerken. Dit mag zo creatief of simpel als de persoon zelf wil. Elk persoon neemt zijn eigen vraag mee naar de eindopdracht.
- De tekening moet in de eindopdracht. Maak aan het einde van de 30 minuten een foto van de tekening EN één foto van jouw eigen vraag.
LVF
Tijd
|
Wat te doen?
|
Benodigdheden
|
0-5 minuten
|
De klas is in groepjes van vier of vijf tafels verdeeld. In een klas van 20 leerlingen zijn er dus ongeveer vier of vijf eilanden van tafels. Deze is door de leerkracht opgesteld, om onrust tijdens de opstart te voorkomen.
De leerlingen gaan op een voorgeschreven locatie zitten in door leerkracht benoemde groepjes. Deze groepjes zijn heterogeen en weerbeeld op het digiboard. De leerlingen binnen een groepje zijn variërend in leerniveau en geslacht. Op elk eiland wordt een wit A3 vel gelegd zonder stiften.
Alle leerlingen gaan zitten en pakken vooralsnog geen spullen. Zij draaien voor zover mogelijk hun stoel richting de leerkracht.
Heet de leerlingen welkom.
|
Digiboard en per vier leerlinge één A3 vel papier.
|
Week uitleg
15 minuten
|
De eerste kwartier wordt besteed aan de uitleg over de aankomende week. Er wordt kort verteld over de 9 drempels en de verwachtingen van aankomende week.
Belangrijkste: Vertel over de eindopdracht beschreven in de lerarenhandleiding. Er mogen tweetallen gemaakt naar eigen keuze, dus niet afhankelijk van de viertallen waarin zij zitten.
Vertel kort over de opdracht, en geef aan dat zij aan het eind van de les in tweetallen aan de slag mogen met het concept.
|
|
Les uitleg
20 minuten
|
Vertel waarom de leerlingen in groepjes zitten en introduceer het onderwerp Big History als onderdeel van drempel 1. De leerlingen zitten in groepjes voor de praktische opdracht. Deze mag ook nu worden uitgelegd. Je begint alvorens met de uitleg over de nieuwsgierigheid naar wetenschap, waarom men nieuwsgierig is naar het universum. Kaart hier onderwerpen aan als:
Waarom leven wij?
Wat is leven?
Is er leven buiten de aarde?
Dit is om nieuwsgierigheid bij de leerling op te wekken. Zij zullen tijdens deze korte uitleg, vergelijkbaar met een aandachtsrichter, al actief nadenken over die onderwerpen. Dit is nog niet het moment voor verdiepte stof en aantekeningen. Geef aan het einde van de uitleg ieder leerling 1 stift, elk groepje moet vier kleuren hebben.
|
Powerpoint met inhoudsopgave van de les.
Whiteboard om de drie vragen / onderwerpen op te schrijven.
|
Uitvoering praktische opdracht
30 minuten
|
Tijdens de praktische opdracht gaan de leerlingen aan de slag met hun geografisch besef. Zij gaan aan de hand van de informatie die zij op dat moment hebben een eigen visualisering maken van het universum. Vaste leidende onderwerpen voor meer duidelijkheid zijn:
1. Hoe groot is het universum (denk je)
2. Hoe oud is het universum (denk je)
3. Hoe ziet het universum er uit (denk je)
4. Wat zit er allemaal in het universum
Hoe belangrijk en groot is de mens in het universum
Optioneel:
1. Welke plek heeft jouw geloof in de tekening?
2. Wat was er voor het ontstaan van het universum en wat is er buiten ons universum?
Let op: zij mogen hier niet hun telefoon bij gebruiken. Dit is HUN geografisch beeld in kaart krijgen, niet die van google.
Daarbij voegt ieder lid van het groepje één vraag toe ergens in de tekening. Die vragen hebben betrekking tot Big History. Zij moeten ieder minimaal één vraag verzinnen die zij komende week beantwoord willen zien worden. Zij moeten in het eindproduct van hun filmpje hun eigen tekening laten zien en hun eigen vraag beantwoorden. Voorbeelden van vragen kunnen zijn:
Hoe is het leven ontstaan?
Wat is een atoom?
Wat is een neanderthaler?
Hoeveel planeten zijn er?
Je zal herkennen dat de vragen nog niet diep op de stof in gaan. Dit is vanzelfsprekend omdat de leerling waarschijnlijk nog weinig eigen kennis heeft over dit onderwerp. De relatief simpele vragen zullen overschaduwt worden met de grote hoeveelheid informatie die zij komende week zullen ontvangen. In drempel 2 zullen zij hun eerste beeld krijgen over de grootte van het universum en hier praktisch mee aan de slag gaan. Hiermee wordt hun geografisch beeld verbreed.
|
één A3 vel per vier leerlingen.
Per leerling één stift.
Per viertal vier verschillende kleuren stiften.
|
Uitleg
20 minuten
|
Laat alle leerlingen hun tekeningen fotograferen voor in hun filmpje. Laat ze daarna ingeleverd worden zodat er tijdens de uitleg opgelet kan worden.
Leg uit over het ontstaan van de nieuwsgierigheid van de mens omtrent de aarde. Begin bij religies en hun verklaring van leven / dood. Naar eigen keuze welke religie er wordt benoemd en hoe diep je hier op in gaat.
Ga nu in op de relatief nieuwe Big History en de grondleggers van deze wetenschap. Ga dan in op de oerknal, atomen en protonen en de tijdschaal van de oerknal. Belangrijk is dat je nog niet te diep in gaat op de stof van de oerknal, maar voornamelijk benoemt waarom de oerknal een bewijs is van het begin. Lever enkele bewijzen aan en laat de tijdsverloop zien van de oerknal. Tijdens de volgende drempels zullen zij pas in gaan op materie, ontstaan van leven en atmosfeer.
Doel van deze uitleg:
- Tijdschaal in beeld brengen van het verloop van de oerknal
- Het ontstaan van de atoom kunnen benoemen
- Kunnen benoemen wat waterstof is.
|
Powerpoint / prezi
|
Afsluiting
10 minuten
|
De leerling ruimt op en zoekt zijn wederhelft van de tweetal op. Zij gaan de resterende tijd een concept ontwerpen voor hun filmpje. Hierbij wordt nagedacht of zij een interview, podcast of kennisclip willen maken.
|
|
|
|
|
Leerlinghandleiding
Drempel 2 | Sterrren en elementen
Drempel 2 vertegenwoordigt een cruciale fase in de evolutie van het universum, waarin de vorming van sterren en sterrenstelsels centraal staat. Na de oerknal begonnen elementaire deeltjes zoals waterstof en helium zich door de ruimte te verspreiden. Onder invloed van zwaartekracht begonnen deze deeltjes samen te klonteren, wat leidde tot de vorming van enorme gaswolken. Binnen deze gaswolken begon zwaartekracht de materie samen te trekken, waardoor de eerste sterren ontstonden. Deze sterren fungeerden als kosmische smeltkroezen, waarin nucleaire fusie plaatsvond. Nucleaire fusie is het proces waarin lichte atoomkernen samensmelten om zwaardere elementen te vormen, een fundamenteel proces dat de elementaire bouwstenen van het universum creëert.
Tegelijkertijd begonnen sterren zich te groeperen tot sterrenstelsels, kolossale structuren die miljarden sterren, gas, stof en donkere materie bevatten. De vorming van sterrenstelsels markeert een belangrijke organisatorische stap op kosmische schaal, gedreven door zwaartekracht. Binnen deze sterrenstelsels ontstaan niet alleen diverse sterren, maar ook fenomenen zoals zwarte gaten. Zwaartekracht speelt een cruciale rol bij het vormgeven van de ruimtetijd en het beïnvloeden van de bewegingen van materie, waardoor sterrenstelsels en de objecten erin worden gemodelleerd.
Samengevat vertegenwoordigt Drempel 2 niet alleen het ontstaan van sterren en de vorming van elementen door nucleaire fusie, maar ook de organisatie van deze sterren in sterrenstelsels en de invloed van zwaartekracht op de evolutie van het universum. Het is een periode van complexe processen die de basis leggen voor de diversiteit en structuur van het kosmische landschap.
Docentenhandleiding
Beste docent / docente,
We gaan vandaag aan de slag met drempel 2. De leerlingen gaan zich verdiepen in het ontstaan van sterren en de vorming van elementen. Ze gaan dit doen door middel van de worldwide telescope. Dit is een simulatie gemaakt om mensen kennis te laten maken met het heelal. Met deze simulatie zijn leerlingen in staat om zelfstandig door het heelal te reizen en op een speelse manier kennis te maken met de ruimte. De les duurt de gebruikelijke 100 minuten en hieronder vind u dan ook alle benodigdheden die u moet hebben.
Succes!
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les weten de leerlingen:
- Welke atomen er als eerste waren en hoe, door middel van kernfusie, zij de basis vormden voor alle elementen in het universum.
- Hoe sterren ontstaan en verdwijnen.
Lesopener
Goedemorgen Klas,
Kijk allemaal in de spiegel die voor je staat. Kijk naar jezelf! Jij bent een STER! De atomen die in jouw zitten, zijn allemaal gevormd in de kosmos. Eigenlijk ben jij een stukje kosmos op aarde. Jullie zijn allemaal gemaakt van het stof van de aarde. Denk eens na over dit bizarre feit. Je bent gemaakt van het fijnste materiaal de je je kunt bedenken en het is ook nog eens afkomstig uit een oneindige ruimte met honderden planeten en sterren. Zeg maar gerust miljarden. Jullie zijn deel van die heldere lichtpuntjes, diezelfde hemellichamen die ’s nachts schijnen in het duister’. Je maakt uit van een groter geheel!
Uitsmijter:
"Stel je voor dat we een ruimteschip zouden hebben dat de snelheid van het licht kan bereiken, en je zou daarmee kunnen reizen naar de verste uithoeken van het universum. Wat zou de eerste bestemming zijn die je zou kiezen? En welke brandende vraag zou je willen beantwoorden als je daar aankomt? Denk erover na en deel volgende week je gedachten in de klas. De kosmos wacht op ontdekkers zoals jullie!"
Vandaag duiken we dieper in de sterrenkunde. Vandaag duiken we in jouw oorsprong!
Succes!
Opdracht 1| Verwerkingsvragen
Elementvorming:
1. Wat zijn de twee belangrijkste elementen die in overvloed aanwezig waren na de oerknal?
Waterstof en helium waren overvloedig aanwezig na de oerknal.
2. Hoe ontstaan zwaardere elementen volgens het proces van nucleaire fusie in sterren?
Zwaardere elementen ontstaan door nucleaire fusie, waarbij lichte atoomkernen samensmelten in de kernen van sterren.
Sterren en Sterrenstelsels:
3. Leg uit hoe sterren ontstaan binnen grote gaswolken en hoe zwaartekracht hierbij een rol speelt.
Sterren ontstaan uit samenklonterende gaswolken onder invloed van zwaartekracht.
4. Wat is een sterrenstelsel en hoe verschilt het van een individuele ster?
Een sterrenstelsel is een verzameling sterren, gas, stof en donkere materie, onderscheidend van individuele sterren.
Zwarte Gaten:
5. Wat is een zwart gat en hoe ontstaat het?
Een zwart gat is een gebied met extreme zwaartekracht waar niets kan ontsnappen.
Opdracht 2| Practicum Worldwide Telescope
Nu jullie het programma in de juiste instellingen hebben staan, gaan we nu aan de slag met het programma. Het doel van deze opdracht is om een bewustzijn bij jullie te creëren over de grote van het heelal.
Bekijk ter uitleg van een aantal termen eerst deze video:
https://youtu.be/lu5wZ8IZY6I
Stap:
- Zoom in met het scrolwiel naar de zon.
- Zoom uit naar de grens van het zonnestelsel, wat voor een getal staat er rechtsonder met als eenheid AU? 100 AU
- Zoom verder uit tot je net de vorm van de Melkweg ziet, op hoeveel lichtjaar zit je nu? 1800 lichtjaar
- Zoom verder uit tot je de gehele vorm van de Melkweg ziet, op welke afstand zit je nu? 280.000 lichtjaar
Vraag:
1. Op welke plek in de Melkweg ligt ons zonnestelsel? Ons zonnestelsel licht een beetje aan de buitenkant de Melkweg.
2. Waarom hebben we geluk dat we niet in het midden van ons zonnestelsel liggen?
Doordat we aan de rand liggen kunnen we ontsnappen aan het zwarte gat wat in het midden van de Melkweg ligt.
3. Zoek uit door middel van het internet hoe ver het volgende zonnestelsel bij ons vandaan licht en hoeveel lichtjaar we er over zouden doen om het te bereiken.
We zouden 2,5 lichtjaar moeten reizen om bij het eerstvolgende sterrenstelsel te komen. Dit is de Adromedanevel.
- Wat denk je dat er in de ruimte tussen sterren en sterrenstelsels is? Is het volledig leeg, of zijn er nog andere dingen aanwezig? Hoe zou dit van invloed kunnen zijn op ruimtereizen?
LVF
Tijd
|
Wat te doen?
|
Benodigdheden
|
0-5 minuten
|
De leerlingen komen binnen en gaan zitten aan hun tafels. Op hun tafel staat een spiegel. Ik begin de les door hun een aantal vragen voor te leggen.
Begin met de inleiding die vermeld staat in deze handleiding. Zorg voor 30 spiegels waar de leerlingen in kunnen kijken en belangrijk hier bij is dat je de leerlingen genoeg tijd geeft om na te denken over de vraag die je stelt.
Maak er een show van! Neem de leerlingen mee in jouw verhaal over het ontstaan van de sterrenstelsels om ons heen.
|
30 X selfie camera / spiegels
|
Uitleg
20 minuten
|
We gaan vertellen over het ontstaan van de eerste materie en atomen door de oerknal. Het samenklonteren van atomen en kernfusie. Het ontstaan van sterren en supernova’s. Ontploffingen die hebben plaatsgevonden en nog plaatsvinden. Daarna ga ik uitleggen hoe de eerste sterrenstelsels zijn ontstaan en het vormen van planeten in de gasnevel rondom grote sterren. Daarna gaan we uitleggen over het verloop van sterren en het ontstaan van zwarte gaten. Uiteindelijk worden het kleine wetenschappelijke experts.
|
|
Verwerking
15 minuten
|
Het gezamenlijk verwerkingsopdrachten maken. Verwerkingsopdrachten zullen bestaan uit vragen over het ontstaan van sterrenstelsels en sterren. Ook zal kernfusie aan bod komen.
|
|
Pauze 5 minuten
|
|
|
Uitleg practicum
10 minuten
|
Tijdens dit practicum gaan ze aan de slag met het programma wordwide telescope. Dit is een simulatieprogramma van ons heelal. Ze gaan aan de slag met een practicum met als doel verkennen hoe oneindig groot ons heelal wel niet is. In het programma kun je in en uitzoomen op alles wat er in onze melkweg te vinden is. Ontzettend gaaf. De leerlingen krijgen uitleg over hoe het programma werkt en over hoe ze de basis settingen goed krijgen. O.a. de taal! Daarnaast krijgen ze een uitleg van de opdracht en weten ze wat moeten doen als ze klaar zijn.
|
|
Practicum
35 minuten
|
|
- Laptops
- Worldwide telescope
|
10 minuten
|
Afsluiten en nakijken
|
|
Leerlingenhandleiding
Drempel 3| Atomen en Moleculen
Elementen bestaan uit atomen.
Een atoom heeft een kern met daaromheen draaiende elektronen. Protonen en elektronen bestaan uit quarks, deze zouden net als elektronen niet verder deelbaar moeten zijn.
Er zijn altijd evenveel protonen als elektronen. De lading is hierdoor 0
De lichtste elementen (waterstof en helium) vormen de basis voor alle andere elementen.
De voorwaarde is altijd genoeg hitte
Atomen vormen samen een molecuul.
Bijvoorbeeld: watermoleculen bestaan uit de verbinding van
2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom H - O - H (H2O)
Atomen binden aan elkaar. Dat kan door een chemische verbinding met elektronen. Het atoom probeert zoveel mogelijk elektronen in de schil te krijgen.
Meer elektronen = stevigere verbinding

Docentenhandleiding
Vandaag gaan de leerlingen op een reis door het rijk van atomen en moleculen. Wat valt er te ontdekken in deze microscopische wereld? We duiken in de bouwstenen van de materie: atomen, elementen, het periodiek systeem en de magie van moleculaire verbindingen. Tegen het einde van de les zullen jullie in staat zijn om de geheimen van atomen te ontrafelen, te begrijpen hoe moleculen elementen creëren en te verklaren hoe deze moleculen zich met elkaar verbinden. Laat je inspireren door "de appel" en wees klaar om deze kennis toe te passen in de opdracht van vandaag: Atomisch tekenen!
Wat kan je doen met atomen en moleculen?
1. Waar atomen uit bestaan
2. Elementen en het periodiek systeem
3. Verbindingen tussen elementen: moleculen
1. Aan het eind van de les kan je uitleggen waaruit atomen zijn opgebouwd.
2. Aan het eind van de les kan je vertellen hoe moleculen elementen vormen.
3. Aan het eind van de les kan je beschrijven hoe moleculen met elkaar verbinden.
Zorg dat je een appel of een plaatje van een appel hebt als voorbereiding
Ook wil je een plaatje van een (waterstof) atoom zichtbaar hebben.
Atomen bestaan voornamelijk uit leegte. Als je alle leegte tussen de atomen in ons lichaam zou weghalen, zouden alle mensen op de wereld in 1 appel passen.
Opdracht: Atomisch tekenen
Kies een molecuul uit het periodiek systeem en teken deze.
-
Geef op de tekening aan wat voor molecuul het is
-
Label protonen, neutronen en elektronen
-
Zorg dat je de juiste aantallen gebruikt voor de protonen, neutronen en elektronen
LVF
Drempel 3
Tijd
|
Wat te doen?
|
Benodigdheden
|
5
|
Binnenkomst lesstart
Leerlingen pakken het werkboek erbij met de juiste drempel
|
|
3
|
Aandachtsrichter
De docent verwerkt de volgende elementen in de aandachtsrichter:
- Er zit lege ruimte tussen atomen in (gebruik foto atoom)
- Als je alle lege ruimte tussen de atomen weghaalt passen alle mensen op aarde in één appel
|
|
15
|
- Aan het eind van de les kan je uitleggen waaruit atomen zijn opgebouwd.
- Aan het eind van de les kan je vertellen hoe moleculen elementen vormen
- Aan het eind van de les kan je beschrijven hoe moleculen met elkaar verbinden
|
Digibord (video)
|
2
|
Controle
Docent kan de volgende controle vragen stellen:
- Welk deel van een atoom is negatief geladen?
- Als een atoom 6 protonen heeft, hoeveel elektronen zijn er dan?
- Hoe blijven twee atomen met een ionaire verbinding aan elkaar plakken?
|
|
15
|
Verwerking
Docent deelt de opdrachtbladen uit. Belangrijk is hierbij dat alle stappen klassikaal worden benoemd en dat na een paar minuten wordt gecheckt of iedereen is begonnen.
|
Potlood
Werkboek
|
8
|
Nabespreken
Docent pakt goede uitwerkingen van de leerlingen erbij. Hierbij is het goed om nog een keer in te gaan op de onderdelen van een molecuul.
Docent bespreekt de leerdoelen na met de leerlingen
|
|
2
|
Afsluiting
Docent bedankt leerlingen voor hun deelname
|
|
Leerlinghandleiding
Drempel 4| De aarde en ons zonnestelsel
De aarde is dus ontstaan door het proces van accretie. Accretie is het proces waarbij materie geleidelijk samenkomt en zich ophoopt tot een groter object zoals bijvoorbeeld een planeet. Dit proces speelde een cruciale rol in de vorming van onze aarde en andere terrestrische planeten in ons zonnestelsel. De vorming van de aarde begon ongeveer 4,6 miljard jaar geleden in een gebied van de zonnenevel (een wolk van gas en stof rond de jonge zon) waar zich een opeenhoping van materie begon te vormen. Het proces is een belangrijk concept in de planetologie en helpt ons begrijpen hoe niet alleen de aarde, maar ook andere planeten in ons zonnestelsel en zelfs daarbuiten in het universum zijn ontstaan.
Het zonnestelsel verwijst naar het systeem van hemellichamen dat zich in de invloedssfeer van de zon bevindt en door de zwaartekracht en energie van de zon bij elkaar gehouden wordt. Ons zonnestelsel bestaat uit de zon, acht grote planeten en talloze andere hemellichamen zoals manen, astroïden en kometen. De acht planeten zijn; Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Het zonnestelsel is ontstaan uit een grote wolk van gas en stof die ongeveer 4,6 miljard jaar geleden instortte. De zon vormde zich in het centrum, terwijl de overgebleven materie zich samenvoegde tot planeten en andere objecten. Het bestuderen van het zonnestelsel helpt wetenschappers niet alleen de oorsprong en evolutie van ons eigen systeem te begrijpen, maar ook de processen die zich ergens anders in het universum kunnen hebben voorgedaan.
Om een planeet of ander hemellichaam kan zich een atmosfeer bevinden. Een atmosfeer is een laag van verschillende gassen die het oppervlak van een planeet of ander hemellichaam volledig omringt als een soort deken. De atmosfeer is een van de cruciale elementen voor het behouden en ontstaan van leven op aarde. Zo beschermd onze atmosfeer de aarde tegen de straling van de zon en reguleert het de temperatuur. Zonder de atmosfeer kan de aarde haar warmte moeilijk vasthouden. De atmosfeer zorgt ook voor circulatie van warmte en luchtstromingen op aarde, hierdoor ontstaan verschillende klimaatzones op aarde. Daarnaast bevat de atmosfeer zuurstof die nodig is voor leven op aarde. Tot slot kan een atmosfeer ook gezien worden als schild voor de planeet. Kleine meteorieten en ruimtepuin worden vaak door de atmosfeer verbrand voordat ze het aardoppervlak bereiken.
De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de aarde, haar geschiedenis, structuur, processen en de materialen waaruit de aarde is opgebouwd, heet Geologie. Een paar belangrijke aspecten van de geologie is bijvoorbeeld platentektoniek, de geologische tijdschaal en geomorfologie. Door de aarde en haar geschiedenis te begrijpen kunnen we oplossingen bedenken voor milieuproblemen van nu.
Docentenhandleiding
Uitganspunten van de les
Onderwerp van de les
|
Drempel vier van Big History en het veldwerk de grondboring.
|
Leerdoelen
|
Leerdoelen les 1.
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een beeld van de geologische tijdschaal en kunnen zij vragen hierover beantwoorden.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen drempel vier van Big History in eigen woorden uitleggen.
- Aan het einde van dit veldwerk hebben de leerlingen kennis opgedaan over verschillende soorten bodemtypes en kunnen ze hierover vertellen in de PowerPoint presentatie.
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een breder beeld over de fysisch en historische geografie van het leefgebied waar zij in wonen.
Leerdoelen les 2.
- Aan het einde van de les heeft de leerling beeld van haar eigen omgeving met behulp van het veldwerk.
- Aan het einde van de les kan de leerling een grondboring uitvoeren en de uitkomsten van deze grondboring presenteren.
- Aan het einde van dit veldwerk hebben de leerlingen kennis opgedaan over verschillende soorten bodemtypes en kunnen ze hierover vertellen in de PowerPoint presentatie.
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een breder beeld over de fysisch en historische geografie van het leefgebied waar zij in wonen.
Leerdoelen les 3.
- Aan het einde van de les heeft de leerling beeld van haar eigen omgeving met behulp van het veldwerk.
- Aan het einde van de les kan de leerling een grondboring uitvoeren en de uitkomsten van deze grondboring presenteren.
- Aan het einde van dit veldwerk hebben de leerlingen kennis opgedaan over verschillende soorten bodemtypes en kunnen ze hierover vertellen in de PowerPoint presentatie.
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een breder beeld over de fysisch en historische geografie van het leefgebied waar zij in wonen.
|
Lesplan gemaakt door
|
Amber van der Kooij (0962128).
|
Aantal lessen
|
Drie lesuren van elk 50 minuten.
|
Link naar het veldwerk
|
https://maken.wikiwijs.nl/?id=15&arrangement=200083#!page-7767639
|
LVF
Draaiboek les 1.
Lesuur: Derde lesuur op dinsdag (60min).
Opmerkingen: Deze les krijgen de leerlingen uitleg over drempel vier van Big History en over de theorie die nodig is voor het veldwerk de volgende les.
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
2 min
|
1
|
PowerPoint.
|
De docent zorgt dat de PowerPoint aan staat op de juiste dia en loopt het lokaal door om de leerlingen te begroeten.
|
De leerlingen komen rustig het lokaal binnen, gaan op hun plek zitten en pakken hun spullen voor zich.
|
5 min
|
2
|
PowerPoint.
|
De docent begint de les met het benoemen van de leerdoelen:
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een beeld van de geologische tijdschaal en kunnen zij vragen hierover beantwoorden.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen drempel vier van Big History in eigen woorden uitleggen.
- Aan het einde van dit veldwerk hebben de leerlingen kennis opgedaan over verschillende soorten bodemtypes en kunnen ze hierover vertellen in de PowerPoint presentatie.
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een breder beeld over de fysisch en historische geografie van het leefgebied waar zij in wonen.
Vervolgens word er benoemd welke onderwerpen deze les behandeld zullen worden. Eerst een les over drempel vier van Big History en de benodigde voorkennis voor het veldwerk en daarna twee lessen over het veldwerk de grondboring.
|
De leerlingen luisteren naar de uitleg en geven antwoord op de vragen die hen tussendoor gesteld worden.
|
20 min
|
3
|
PowerPoint.
|
Nadat de leerdoelen en het lesplan benoemd is begint de docent met de uitleg. De onderwerpen die behandeld worden in de uitleg zijn:
- De geologische tijdschaal.
- Waar gaat drempel vier van Big History over (algemeen).
- Verschillende soorten bodemtypes.
- Herhaling over de fysische- en historische geografie van Nederland.
|
De leerlingen luisteren naar de uitleg en geven antwoord op de vragen die hen tussendoor gesteld worden.
|
5 min
|
4
|
PowerPoint.
|
Aan het einde van de uitleg vraagt de docent of de leerlingen nog vragen hebben. Vervolgens worden een paar controle vragen gesteld en wordt er extra uitleg gegeven waar nodig.
|
De leerlingen stellen vragen over de theorie die ze nog niet begrijpen en beantwoorden de vragen die de docent hen stelt.
|
15 min
|
5/6
|
PowerPoint en leerwerkbladen.
|
Na de uitleg gaan de leerlingen aan de slag met de opdracht voor het veldwerk de grondboring. De docent laat de leerlingen groepjes van 4/5 leerlingen per groepje maken en deelt de opdracht uit aan de leerlingen. De opdracht wordt eerst klassikaal doorgenomen zodat de leerlingen daarna alvast kunnen starten met de opdrachten.
|
De leerlingen vormen groepjes van 4/5 leerlingen per groepje en bekijken de opdracht van het veldwerk.
|
3 min
|
7
|
PowerPoint.
|
Aan het einde van de les checkt de docent over er nog vragen zijn over de theorie. Er wordt kort teruggeblikt op de leerdoelen die aan het begin van de les benoemd zijn. De docent verteld de leerlingen dat ze goed gewerkt hebben en wat ze de volgende les gaan doen, namelijk het veldwerk de grondboring.
|
De leerlingen beantwoorden eventueel de vragen en blijven rustig zitten.
|
Draaiboek les 2.
Lesuur: Derde lesuur op dinsdag (60min).
Opmerkingen: Deze les zijn de leerlingen al in het lokaal en gaan ze naar buiten voor het veldwerk de grondboring.
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
2 min
|
1/2
|
PowerPoint, wikiwijs veldwerk, invulblad leerlingen.
|
De docent herhaalt klassikaal de opdracht voor de leerlingen en spreekt een tijd af wanneer de leerlingen weer terug moeten zijn in het lokaal, namelijk 5-10min voor het einde van de les.
|
De leerlingen luisteren naar de uitleg en noteren de tijd dat ze weer terug moeten zijn.
|
10 min
|
3
|
Wikiwijs veldwerk, invulblad leerlingen.
|
Begeleid de leerlingen naar de plek van het veldwerk.
|
Gaan samen met de docent naar de plek van het veldwerk.
|
35 min
|
4/5/6
|
Wikiwijs veldwerk, invulblad leerlingen.
|
Controleer bij elk groepje hoe hun grondboring gaat. Is aanwezig voor eventuele vragen.
|
De leerlingen gaan in groepjes aan de slag met de grondboring. Hierbij gebruiken ze het stappenplan zoals beschreven in de Wikiwijs van het veldwerk en het invulblad voor de leerlingen.
|
3 min
|
7
|
PowerPoint.
|
Ontvangt de leerlingen terug in het lokaal en benoemd kort wat ze de volgende les gaan doen, namelijk het kort presenteren van de grondboring.
|
De leerlingen komen terug in het lokaal en luisteren naar wat ze de volgende les gaan doen.
|
Draaiboek les 3.
Lesuur: Derde lesuur op dinsdag (60min).
Opmerkingen: Deze les word het veldwerk afgerond in een korte presentatie.
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
2 min
|
1
|
PowerPoint.
|
De docent zorgt dat de PowerPoint aan staat op de juiste dia en loopt het lokaal door om de leerlingen te begroeten.
|
De leerlingen komen rustig het lokaal binnen, gaan op hun plek zitten en pakken hun spullen voor zich.
|
3 min
|
2
|
PowerPoint.
|
De docent begint de les met het benoemen van het lesplan voor deze les. Allereerst krijgen de leerlingen tijd om hun presentatie voor te bereiden en vervolgens krijgt elk groepje 5 minuten de tijd om hun grondboring te presenteren.
|
De leerlingen luisteren naar de uitleg.
|
15 min
|
3/4
|
PowerPoint.
|
De docent benoemd dat de leerlingen 20 minuten de tijd krijgen te werken aan hun presentatie. Vervolgens loop de docent rond om leerlingen te helpen waar nodig.
|
De leerlingen werken in groepjes aan hun presentatie en stellen vragen aan de docent indien nodig.
|
25 min
|
5/6
|
PowerPoint en presentaties leerlingen.
|
Begeleid de leerlingen met het geven van hun presentaties. Geeft na elke presentatie kort feedback over de grondboring.
|
De leerlingen geven hun presentatie en luisteren naar de presentaties van hun klasgenoten.
|
5 min
|
7
|
PowerPoint.
|
Aan het einde van de les checkt de docent of de leerdoelen van het veldwerk behaald zijn. De docent verteld de leerlingen dat ze goed gewerkt hebben laat de leerlingen hun spullen inpakken.
|
De leerlingen beantwoorden eventueel de vragen, ruimen hun spullen op en verlaten rustig het lokaal.
|
Leerlinghandleiding
https://maken.wikiwijs.nl/200083#!page-7767694
Beschrijving van het veldwerk
Drempel 5| Leven
De grootsheid van het ontstaan van het leven onthult zich in een indrukwekkende geboorte!
Voor elke levensvorm zijn er fundamentele elementen die als bouwstenen dienen:
- Metabolisme: Het vermogen om energie te verwerken en te gebruiken.
- Homeostase: Het handhaven van een stabiele interne omgeving.
- Reproductie: Het voortbrengen van nakomelingen.
- Adaptatie: Het vermogen om zich aan te passen aan de omgeving.
Verschillende theorieën trachten het ontstaan van leven te verklaren, waarbij hete-waterbronnen waarschijnlijk een cruciale rol speelden. Tijdens deze periode moeten ook de bouwstenen van het leven, RNA en DNA, hun vorm hebben aangenomen.
Leven ontstond in de zee en evolueerde van eenvoudige organismen naar complex meercellig leven, waarna het uiteindelijk ook het land veroverde. Deze opmars werd mogelijk gemaakt door de ontwikkeling van complexe cellen, seksuele voortplanting die genen mengt, en de constructie van diverse lichaamstypen door cellen.
Het Goudlokje-principe regeerde deze evolutie - alles moest precies goed zijn voor het ontstaan en de voortgang van het leven.
In de evolutieleer, uitgewerkt door Charles Darwin, vindt men de eerste taxonomie van dieren, waaronder de beroemde Darwinvinken. Met deze vogels creëerde Darwin een fylogenetische stamboom, een boom des levens die de complexe verwantschappen tussen verschillende soorten illustreert. Zo ontrafelde hij de mysteries van het leven, waarvan de echo's nog steeds resoneren in onze hedendaagse kennis van de natuur.
Docentenhandleiding
Uitganspunten van de les
Onderwerp van de les
|
Drempel vijf van Big History.
|
Leerdoelen
|
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen wat een stamboom is en hoe deze werkt
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het begrip taxonomie beschrijven.
|
Lesplan gemaakt door
|
Brechtje Schwippert (1017394)
|
Aantal lessen
|
twee lesuren van elk 50 minuten. (zonder pauze)
|
Opdracht
“Fylogenie” Spijkers & Schroeven
Werk in groepen van 4 mensen.
Let er op dat andere groepen niet kunnen volgen wat je binnen de groep doet!
Materiaal per groep: - Een setje spijkers en schroeven.
- Papier (groot formaat).
- Potlood.
- Opdracht Taxonomie
Taxonomie is de wetenschap van het benoemen en indelen in groepen. Je ziet voor je 11 metalen voorwerpen. Maak een lijst van 7 kenmerken die je wilt gebruiken bij je classificatie, zoals aanwezigheid/afwezigheid van een punt of schroefdraad. Maak vervolgens een tabel met op de horizontale as de voorwerpen en op de verticale as de kenmerken. Bijvoorbeeld:
|
“Voorwerp 1”
|
“Voorwerp 2”
|
“Voorwerp 3”
|
Etc.
|
Kop
|
|
|
|
|
Oog
|
|
|
|
|
Schroefdraad
|
|
|
|
|
Etc.
|
|
|
|
|
Kijk je of er een systeem is te ontdekken in je classificatie. Is er een kenmerk dat ze allemaal hebben? Zijn er unieke kenmerken? Breng een systeem aan in je eigen classificatie van metalen voorwerpen.
- Opdracht Fylogenie
Fylogenie houdt zich bezig met de ontwikkelingsgeschiedenis van groepen, welke wordt weergegeven in een stamboom. Maak nu op grond van de voorgaande opdracht een stamboom van de ontwikkelingsgeschiedenis van spijkers en schroeven en geef deze weer in een stamboom welke je op een groot vel papier tekent. Denk na of het om nu levende “soorten” gaat of “uitgestorven soorten”.
Vragen
- Noem twee overeenkomstige voorouderlijke kenmerken.
- Noem twee overeenkomstige afgeleide kenmerken.
- Is er sprake van een “outgroup”? Motiveer je antwoord.
- Kan fylogenie worden bedreven zonder subjectieve voorkeuren?
- Opdracht Presentatie stamboom (5 - 10 minuten per groep)
Presenteer (motiveer) je stamboom aan de groep. Ga bij de presentatie in op bovenstaande vragen. Verdedig waarom jullie stamboom de meest aannemelijke is.
Voorbeeld opdracht

Eindopdracht onderdeel:
- Laat je stamboom zien en laat de afstammingen zien.
- Leg uit wat evolutie te maken heeft met de huidige wereld
LVF
Draaiboek les 1.
Lesuur: Derde lesuur op dinsdag (bijv)
Opmerkingen: Dit lesuur wordt de uitleg gegeven over drempel vier en het veldwerk (bijv)
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
0-5
|
1
|
Digibord
|
Hierin introduceerd de docent de les door een fylogenetische stamboom te laten zien
|
|
5- 20
|
2
|
Digibord
|
Uitleg wat evolutie en fylogenetische stambomen zijn
|
|
20- 25
|
4
|
Werkblad
|
Uitleg opdracht evolutie schroeven en bouten.
|
|
25-50
|
5
|
Bakje met bouten en schroeven voor elk groepje,
Digibord voor tijd, 1 a2 papier per groepje, werkblad
|
Rondlopen, eventueel advies geven aan
|
|
Draaiboek les 2.
Lesuur: Vierde lesuur op dinsdag (bijv)
Opmerkingen: ...
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
0 - 25
|
5
|
Bakje met bouten en schroeven voor elk groepje,
Digibord voor tijd, 1 a2 papier per groepje, werkblad
|
|
|
25-40
|
3
|
Werkblad, tape
|
|
|
40-45
|
2/3
|
digbord
|
Behandeling vragen
|
|
45-50
|
6
|
Digibord, wisbordjes
|
Afsluiting met leerdoelen
|
|
Leerlinghandleiding
Drempel 6| Collective learning
Er is een herhaling van evolutieleer (zie drempel 5)
Taxonomie classifeert alle organismen op basis van relatie met elkaar, zo is ook de taxonomie van de mens ontstaan.
We zijn begonnen met symbolische taal om met elkaar te communiceren (zie grottekeningen uit de prehistorie)
De continuiteitshypothese stelt dat het gedrag van de moderne mens geleidelijk zijn ontstaan en niet plotseling. Er is hier discussie over in de wetenschap en het evenement waarbij ons gedrag zwaar is veranderd en word een leap genoemd.
Ons denken wordt gezien als unieke eigenschap door de mens, hoewel er steeds meer bewijs komt dat andere dieren ook denken. Dit is te observeren door moreel gedrag, zelfbewustzijn. Taal was ook iets wat wij dachten dat uniek was aan de mens maar dat is ondertussen onwaar gebleken, bijvoorbeeld walvissen communiceren met elkaar dankzij verschillende toonhoogtes in hun zang.
Collecitef leren is de basis van de drempel, het zorgt ervoor dat we ons kunnen specialiseren hierdoor neemt ons collectief geheugen ook toe. De informatie wordt gedeeld door onze uitgebreide taal.
Milgramexperiment --> nog uitleggen
Wij willen als mens graag conformeren aan een groep ookal zijn we het er niet mee eens.
Dit word ook wel het bystander effect genoemd
Docentenhandleiding
Uitganspunten van de les
Onderwerp van de les
|
Drempel zes van Big History.
|
Leerdoelen
|
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe een taal gemaakt word.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe talen veranderen als ze verspreiden
|
Lesplan gemaakt door
|
Brechtje Schwippert (1017394)
|
Aantal lessen
|
twee lesuren van elk 50 minuten. (zonder pauze)
|
LVF
Draaiboek les 1.
Lesuur: vijfde lesuur op woensdag
Opmerkingen: Dit lesuur wordt de uitleg gegeven over drempel zes
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
0-5
|
1
|
Digibord
|
Hierin introduceerd de docent de les door een video te laten zien met verschillende talen met de vraag aan de leerlingen om gelijkenissen op te schrijven.
|
Leerlingen zijn bezig met de video aan het begin van de les.
|
5- 20
|
2
|
Digibord
|
Uitleg hoe taal zich ontwikkeld en hoe je nadenkt over een taal met grammatica
|
De verwachting is dat de leerlingen tijdens de uitleg luisteren en vragen beantwoorden
|
20- 25
|
4
|
Werkblad
|
Uitleg opdracht taal maken
|
De verwachting is dat de leerlingen tijdens de uitleg luisteren en vragen beantwoorden
|
25-50
|
5
|
Tabel met de letters van het alfabet, meerdere per groepje.
|
Rondlopen, eventueel advies geven aan leerlingen
|
De leerlingen zijn hier onderling bezig met hun eigen taal en stellen vragen waar nodig.
|
Draaiboek les 2.
Lesuur: Zesde lesuur op woensdag
Opmerkingen: De opdracht van drempel 6 word verder uitgewerkt en afgerond
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
0 - 25
|
5
|
Tabel met de letters van het alfabet, meerdere per groepje, digibord voor tijd
|
Rondlopen, eventueel advies geven aan leerlingen
|
De leerlingen zijn hier onderling bezig met hun eigen taal en stellen vragen waar nodig.
|
25-40
|
3
|
Ppt met stuk tekst
|
Rondlopen, eventueel advies geven aan leerlingen
|
De leerlingen vertalen hier een stukje tekst naar hun eigen taal
|
40-45
|
2/3
|
digbord
|
Behandeling vragen
|
De verwachting is dat de leerlingen luisteren
|
45-50
|
6
|
Digibord, wisbordjes
|
Afsluiting met leerdoelen
|
De verwachting is dat de leerlingen de vragen beantwoorden op de wisbordjes
|
Leerlinghandleiding
https://maken.wikiwijs.nl/202299/Collectief_leren___Eigen_taal
Verzin een eigen taal!
Drempel 7| Landbouw
We noemen dit een revolutie wat bij het geschiedenisonderwijs als begrip niet geheel correct is. Een revolutie is een grote verandering in een korte tijd. Als je het van een groter perspectief bekijkt van Big History is het wel degelijk een in een korte tijd dat deze verandering heeft plaatsgevonden.
In de wereldgeschiedenis wanneer de landbouwsamenlevingen ontstaan, zorgt voor een stop op de continuïteit van de beschavingen die er bestonden. Doormiddel van het overschot aan voedsel door de landbouwrevolutie groeit op deze plekken de bevolking. Ineens ontstaan er verschijnselen die wij nog niet eerder hebben, mensen kunnen zichzelf gaan specialiseren in bepaalde taken in hun maatschappij.
De landbouw is begonnen in het nabije Oosten ongeveer 11.000 jaar geleden. Deze eerste boeren waren oorspronkelijk jager-verzamelaars. Zij hadden door dat het makkelijker was om op dezelfde plek te blijven in plaats van verder te trekken als de grond was. Dit gebied waar dit fenomeen begon noemen we ook wel de vruchtbare halve maan. De jager-verzamelaars waren oorspronkelijk nomaden, maar zij hoefden ineens niet meer te verhuizen om aan voldoende voedingsstoffen te komen.
De hoeveelheid dieren die er op de wereld rondlopen van bepaalde soorten zijn compleet veranderd als gevolg van de landbouw. De domesticatie die plaats heeft gevonden zorgt ervoor dat er een enorme groei is geweest in de hoeveelheid dieren, die wij mensen gebruiken als vee. De invloed van de mensen door de domesticatie heeft voor een genetische evolutie gezorgd. De dieren die het meest hanteerbaar waren werd mee doorgefokt, hierdoor ontstonden steeds tammere dieren.
Miljarden jarenlang was het leven op onze planeet aarde op een natuurlijke wijze geëvolueerd en nu is dit proces door de mensen verstoord met landbouw. We stoppen de beste zaden in de grond en begonnen met kunstmatige selectie. Behalve met planten, zijn we dit ook bij dieren gaan doen. Kunstmatige selectie gaat veel sneller dan natuurlijke selectie, behalve de aarde zelf, werden nieuwe planten- en diersoorten geselecteerd en gefokt. Dit was als zij het geluk hadden om niet te worden uitgeroeid door de mens. De aarde is door de komst van landbouw nooit meer hetzelfde.
Het begin van de geschiedenis
Geschiedenis betekend de bestudering van de mensen vanaf het moment dat er geschreven bronnen zijn. We weten natuurlijk dat er veel aan vooraf is gegaan, dit noemen we de prehistorie aangezien hier geen geschreven bronnen van gedocumenteerd zijn. Hierdoor zijn de onderzoeken naar de mensen in de prehistorie nooit 100% zeker.
Bronnen die geschreven zijn in de geschiedenis kunnen wij ook niet met 100% vertrouwen, niet alles is feitelijk, veel is verdwenen, maar denk ook aan eventuele vertaalfouten en eigen interpretaties van de personen. Zorg dus voor een goede bron analyse voor je een bron als waarheid aanneemt.
Zodra de landbouw in de samenlevingen verworven waren zien we de eerste beschavingen ontstaan op de plekken waar de landbouw is begonnen. Deze beschavingen worden steeds groter en de landbouw verspreid zich over vele delen van de wereld.
Meerdere wetenschappers zijn bang dat de landbouwrevolutie een grote fout van de mensheid is geweest (bron, wetenschap.nu en sapiens, nog ff fact checken wat ze precies zeiden).
Op de plek waar de landbouw ontstond ‘de Vruchtbare Halve Maan’ komen ook de eerste dorpen. Archeologen noemen het volk dat in dit vruchtbare land de eerste dorpen vormde de Natufiërs, of ook wel de Natufische cultuur. Hoewel landbouw op meerdere plaatsen tegelijkertijd ontstond, krijgt dit volk de eer het eerste te zijn met landbouw.
Het schrift ontstond waarschijnlijk 5000 voor Christus, in dezelfde tijd dat de steden verder uitgroeiden en beschavingen ontstonden. Met grote waarschijnlijkheid is dit in Mesopotamië begonnen, gelegen in de Vruchtbare Halve Maan, gebied dat nu het huidige Irak is. Mesopotamië lag tussen twee rivieren, de Eufraat en de Tigris. Het land was ontzettend vruchtbaar doordat beide rivieren twee keer per jaar overstromen.
Sumerië kan gezien worden als de eerste echte beschaving die een schrift kende, religie, wetgeving, bestuur en stedenbouw. Sumeriërs zijn onder andere verantwoordelijk voor het ontstaan van de zevendaagse week en de indeling van uren (60 minuten) en minuten (60 seconden). Zij konden rekenen met 60-tallen, hierdoor wisten zij dat een cirkel 360 graden is en wordt de uitvinding van het wiel aan hen toegeschreven. Een bijzondere beschaving, maar wegens uitputting van het land raakte het al 2000 voor Christus voorgoed in verval.
Hoe de Sumeriërs bedreven konden worden in wiskunde en rekenen komt door de landbouw en het collectief leren. Niet iedereen hoefde zich bezig te houden met het verbouwen van voedsel als het land vruchtbaar is. Zij konden zich specialiseren en ontwikkelen in andere zaken. Door het schrift werd al deze informatie opgeslagen en kon men voort met de informatie die al bestond. Nieuwe technologieën worden niet meer mondeling verspreid, maar het is vastgelegd door experts. Er ontstaan nieuwe werktuigen, karren, wapens en het schrift breidt zich uit.
Ontwikkeling in de vier wereldzones
De geschiedenis van de mensheid speelde zich als ware af in vier verschillende wereldzones, waartussen amper verbindingen waren. De grootste was de Afro-Euraziatische zone, deze strekte van zich uit van Siberië tot Zuid-Afrika. De Amerika's vormen de tweede zone. De derde zone die we onderscheiden is de Austraziatische zone, bestaande uit Australië en nabijgelegen delen van Azië. Als laatste zone onderscheiden we de zone in de Stille Zuidzee, dit gaat om ver uitelkaar gelegen eilanden.
In de Afro-Euraziatische zone was er veel expansiedrift door de eeuwen heen. Er was een netwerk en er heeft collectief leren plaatsgevonden. Vooral in Eurazië waren er grote landbouwsamenlevingen die neigingen hadden om zich geografisch uit te breiden. Er kwam meer bevolking, hierdoor was er meer gebied nodig. Er kwamen forten en legers om een rijk te verdedigen, maar er kwamen ook wegen om makkelijker goederen te vervoeren. Door de expansiedrift was er een bijkomend voordeel, steeds meer uitwisseling van goederen en ideeën.
De Amerika's hebben een grote zone, maar de populatie was hier aanzienlijk minder groot. Door dat de populatie minder groot was, hadden zij geen behoefte aan veel uitbreidingen. De netwerken met uitwisseling van ideeën en goederen waren dus ook minder sterk.
In de Austaziatische zone leefden de meeste mensen nog als jager-verzamelaar. Hoewel op sommige plaatsen er wel aan landbouw werd gedaan, was dit niet de norm in deze gebieden. Net als in de zone van de Stille Zuidzee waar er door de eilanden die ver van elkaar af liggen er nauwelijks uitwisseling plaats heeft gevonden.
De expansiedriften gaan vaak gepaard met oorlogen. Al vanaf de eerste beschavingen wisselden verschillende samenlevingen elkaar af. Na de Akkadiërs werd een groot deel van Mesopotamië een onderdeel van het Hittische rijk, dat in 1595 voor Christus zelfs Babylon veroverde. De Hittieten naast de Egyptenaren de twee belangrijkste machten die oorlog met elkaar vochten. Pas toen er een nieuwe dreiging kwam vanuit Assyrië werden zij bondgenoten tegen deze gemeenschappelijke vijand. Uiteindelijke heerst het Assyrische rijk over deze regio tot 612 voor Christus. In zo een immens groot rijk ontstaat ook langzaamaan een geheel nieuwe cultuur. Volkeren uit dit gehele rijk werden binnen het rijk verplaatst of ergens anders gehuisvest. Dit was om opstanden te voorkomen en een eenheid te creëren.
Een ander volk met veroveringsdrang is Griekenland, met name onder leiding van Alexander de Grote, maar hiervoor al in de klassieke tijd. De oude Grieken hebben nog steeds invloed op het huidige bestuur van veel landen. Zij hadden met hun onafhankelijke steden (poleis) die bij Griekenland hoorden veelal een ander bewind. De bewoners van Athene hadden een directe democratie, terwijl in Sparta het leven van een soldaat werd verheerlijkt. Zij hadden onderling meerdere oorlogen, de Peloponnesische oorlogen. Toch hoorden zij bij hetzelfde Griekenland, zij spraken dezelfde taal en aanbaden dezelfde goden. Pas toen het Perzische rijk een dreigement voor Griekenland werd, gingen de onafhankelijke stadstaten van Griekenland samenwerken onder leiding van Alexander de Grote.
Het rijk van Alexander de Grote was ontzettend groot, hier is nog steeds een blijvende invloed qua cultuur van te merken in de huidige tijd. Tot de de Romeinen Griekenland annexeerde noemen we de hellenistische periode. Hierna is het Romeinse rijk meerdere eeuwen aan de macht en blijft zich uitbreiden.
Docentenhandleiding
Les inhoud:
- 50 minuten les
- Leerdoelen
- Opdracht
- Lesvoorbereidingsformulier
- Eindopdracht onderdeel
Leerdoelen van Drempel 7:
- De leerlingen weten beknopt het tijdsverloop van het begin van de agrarische revolutie.
- De leerlingen kunnen het ontstaan van de agrarische revolutie uitleggen
- De leerlingen kunnen het uitleggen hoe de agrarische revolutie tot specialisatie leidden.
- De leerlingen kunnen zelf 3 voorbeelden van specialisatie noemen.
Opdracht
In de les voeren de leerlingen nog geen opdrachten uit, dit zullen zij tijdens de excursie naar het Archeon doen.
Benodigdheden:
Per tweetal het opdrachtenboekje van het Archeon. Dit zijn dezelfde tweetallen als waar zij de video opdracht mee uitvoeren.
Lessonup: https://www.lessonup.com/nl/lesson/hzRTAsqZfXpxrT2Qu?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1700405203727&utm_medium=shared-link
Uitvoering:
De opdracht gaat in op het geografisch beeld van de agrarische revolutie en de intensivering hierna. Tijdens de les in de ochtend voor het vertrek naar het Archeon is er een korte uitleg waarin uitgelegd word wat deze dag de bedoeling is. De leerlingen gaan zelf in het park rondlopen en de bijbehorende opdrachten maken. De leerlingen maken allemaal de opdrachten bijbehorend van de Prehistorie expeditie, zij mogen zelf de keuze maken tussen de Romeinse tijd en de Middeleeuwen expeditie.
Eindopdracht onderdeel
De eindopdracht wordt in tweetallen uitgevoerd.
Voor de eindopdracht moeten de leerlingen in het Archeon onderzoek naar specialisatie van de mensen. Zij gaan in het park voorwerpen op de foto zetten uit verschillende tijden. Zij gaan de verandering van deze voorwerpen vertellen in de video, vergelijkend met voorwerpen die eenzelfde functie hebben in de huidige tijd.
De volgende vragen moeten beantwoord worden door het tweetal bij 3 voorwerpen:
- Hoe heet dit voorwerp?
- Welke functie heeft dit voorwerp?
- Ben je het bij een andere tijd in het Archeon nogmaals tegengekomen die beter of minder werkt?
- Wat gebruik jij nu zelf als jij hetzelfde wilt uitvoeren?
Beoordeling:
De opdrachten van de leerlingen worden beoordeeld of zij het volledig en serieus hebben gemaakt, de inhoud kijken we niet per vraag na op correctheid i.v.m. de tijd.
In de video worden de leerlingen beoordeeld of zij alle onderdelen van de opdracht erin hebben zitten.
Dag indeling vanaf vertrek met de bus:
Ontvangst
Vanaf 09:45 uur ben je van harte welkom bij ons entreegebouw. De begeleiders melden de aankomst van de groep bij onze kassamedewerkers. Je ontvangt:
- Dagprogramma, hierop staan de activiteiten* vermeld waaraan de leerlingen deel kunnen nemen.
*Activiteiten: o.a. schminken, vuur maken, broodje bakken, boogschieten, zwaardvechten, armbandje vilten, kaarsje maken, exerceren, fibula maken
- Plattegrond.
- Voucher voor het afhalen van de ijsjes en eventueel uw lunch.
- Terugkomkaartje.
Lunch
Indien je de lunch gereserveerd heeft hoor je bij de entree het tijdstip en de plaats waar de lunch genuttigd kan worden.
Zelf meegebrachte lunch kun je op verschillende plaatsen in het park nuttigen; bij de Herberg, het Klooster en bij de speeltuin. Wij kunnen voor een zelf meegebrachte lunch geen plaats reserveren.
Doe route (indien gereserveerd) verzamelen bij:
Prehistorie – Mesolithicum (Hier verzamelen wij)
Romeinse tijd - Forum
Middeleeuwen – Klooster
Gladiatorengevecht
14:30 uur: Gladiatorengevecht in de Arena.
Het Gladiatorengevecht duurt ca. 30 minuten. Je wordt verzocht op tijd aanwezig te zijn en de Arena tijdens de show niet te verlaten.
Vertrek
Archeon sluit om 15:30 uur. Indien je het Gladiatorengevecht bezoekt kun je vanaf 15:15 uur vanaf de parkeerplaats vertrekken.
Wij gaan gezamenlijk na het gladiatorengevecht naar de bussen voor vertrek.
LVF
Tijd
|
Wat te doen?
|
Benodigdheden
|
0-5 minuten
|
Het lokaal hoeft niet op een andere manier ingedeeld te worden vooraf. Op het digibord kan eventueel neergezet worden dat zij in het duo moeten zitten waarmee zij samen werken.
Alle leerlingen gaan zitten en pakken vooralsnog geen spullen. Zij draaien voor zover mogelijk hun stoel richting de leerkracht.
Heet de leerlingen welkom.
|
Digiboard met Lessonup
|
Aandacht richter 8 minuten.
|
Vertel de planning van de dag. Dat wij een korte les als introductie hebben. Na de les richting het Archeon gaan als excursie en zij daar aan de opdrachten bij drempel 7 gaan.
Drempel 7 is de landbouw/agrarische/neolitische revolutie. Jullie hebben dit allemaal bij het vak geschiedenis gehad in de brugklas waar jullie geleerd hebben over de Egyptenaren en de Romeinen, maar zij waren niet de eerste. Let op de video, hoeveel dingen worden er benoemd waar wij nog steeds gebruik van maken?
Leerlingen kijken naar de video op het bord.
Dit is om nieuwsgierigheid bij de leerling op te wekken. Zij zullen tijdens deze korte video door dat zij iets hebben meegekregen om op te letten, beter naar de video kijken.
|
Lessonup
Whiteboard om de drie vragen / onderwerpen op te schrijven.
|
Uitleg
20 min
|
Vertel over de oorzaken van landbouw, dat na duizenden jaren leven als jager-verzamelaars ineens aan akkerbouw gingen doen. Dit komt door de klimaat verandering. Het Holoceen begint.
Hierdoor begint de landbouw gelijktijdig op verschillende plekken op de wereld, vanuit waar het later verspreid.
De gevolgen van landbouw: vaste woonplaats, economie, sociale verschillen, cultuur en slechtere gezondheid.
Landbouw leid tot specialisaties, niet iedereen hoeft meer heel de dag bezig te zijn met het krijgen van eten. Hierdoor ontstaan dus verschillende beroepen en het schrift. Met het schrift zijn wij dus pas uit de prehistorie en is de geschiedenis begonnen
|
Lessonup
|
Uitleg van de opdrachten.
|
Korte omschrijving van de opdrachten.
Zij gaan aan de slag met de expedities die het Archeon heeft gemaakt. Alle leerlingen doen die van de prehistorie, zij mogen voor het tweede deel kiezen of zij de Romeinse tijd of de Middeleeuwen expeditie doen.
Deel de opdrachten van de expedities in het Archeon uit. Zij kunnen deze vast doornemen, geef aan dat zie hier ook de tijd voor hebben in de bus.
|
Lessonup
Opdrachten uitgeprint
|
Afsluiting
10 minuten
|
Benoem nog de spelregels voor tijdens de excursie. Geef duidelijk aan wat van hen verwacht wordt qua gedrag, aangezien wij in het Archeon te gast zijn.
De tijden van de bus staan erbij, benoem dat zij voor dat de bussen vertrekken nog snel naar het toilet kunnen.
|
Lessonup
|
Vertrek met de bussen om: vul tijd in
|
|
|
Leerlinghandleiding
Materiaal Archeon
Drempel 8| Moderne revolutie
Het ontstaan van de moderne wereld
De laatste tweehonderd jaar gaat alles in de wereld steeds sneller en sneller dus wordt gekenmerkt met acceleratie.
Voorheen was voor de mensheid de wereld in vier delen opgedeeld, deze verdwijnen en er komt een onderlinge verbondenheid.
Die onderlinge verbondenheid van de wereld valt te wijten aan globalisering. Die globalisering valt op te delen in drie fasen. Fase 1 begint in 1492 met de ontdekking van Amerika, waarmee de hele wereld bekend is. Tot aan 1750 ontstaat er een alsmaar groeiende wereldhandel, een toenemende onderlinge afhankelijkheid.
Steeds meer manieren om aan energie te komen wordt ontwikkeld. Voorheen als brandstof was er hout en kolen. Door de industriële revolutie krijgen we de stoommachines, denk aan de 'Spinning Jenny’, mensen kunnen vanaf nu vervangen worden door een machine.
Er wordt continu naar manieren gezocht vanaf de industriële revolutie om zoveel mogelijk te kunnen produceren, voor de laagst mogelijke kosten. Met gevolgen van vervuiling, verdwijnen van natuur gebieden en slechte leefomstandigheden als gevolgen.
Door het toenemen van de hoeveelheid energie die wordt gebruikt is er ook een groei in de populatie. Door de groei in populatie is er meer vraag naar producten en energie waardoor economisch gezien veel landen economisch stabieler werden.
Door verschillende nieuwe ontwikkelingen in het begin van de 20e eeuw en de groei van mensen die investeren, weten we wat er kan gebeuren als zo een investeringsbubbel knapt. Denk aan de beurskrach van 1929. De economie is de Verenigde Staten bleef groeien. Mensen konden veel producten die redelijk nieuw waren kopen. Zij kochten koelkasten, stofzuigers en andere producten die hun leven makkelijker kon maken. De bedrijven die deze produceerden bleven groeien, mensen hadden geld over en gingen investeren. De investeringen in deze bedrijven werden steeds meer waard, wat gebeurt er? Mensen gaan geld lenen om te investeren in bedrijven. De aandelen die zei gekocht hebben met geleend geld blijft ook in waarde stijgen.
Tot dat de bubbel barst, zwarte donderdag op 24 oktober 1929 in New York. De hele aandelenmarkt stoort in. De markt was verzadigd, mensen hadden al die koelkast, auto of stofzuiger gekocht, maar de productie was door blijven gaan. De markt stort in, de productie moet afnemen, mensen raken hun baan kwijt, de aandelen zijn niks meer waard en mensen kunnen het geleende geld niet meer terugbetalen.
Veel landen waren nog herstellend na de Eerste Wereld Oorlog, zij hadden geld geleend van de Verenigde Staten voor de wederopbouw. De Verenigde Staten heeft dit geld nu nodig, zij willen het terug en gaan zeker niks extra's meer uitlenen, hier ontstaat er een wereldwijde economische crisis.
Docentenhandleiding
Uitganspunten van de les
Onderwerp van de les
|
Drempel acht van Big History.
|
Leerdoelen
|
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen globalisering uitleggen.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen zelf een route creëren van globalisering aan de hand van een schoen.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen waarom mensen tijdens de industriële revolutie voor of tegen kinderarbeid waren.
|
Lesplan gemaakt door
|
Esmee Docx
|
Aantal lessen
|
Twee lesuren van elk 50 minuten. (zonder pauze)
|
Opdracht
Opdracht 1: Evolutie van de Schoen - Tijdlijn
- Check je Schoenen:
- Kijk naar welke schoenen je nu draagt, zoals sneakers, laarzen of iets anders.
- Google hoe oud dat soort schoenen eigenlijk is. Liepen mensen vroeger, vóór 1750, ook al in zulke schoenen rond?
- Tijdlijn van Schoenen:
- Maak een tijdlijn met minstens 5 jaartallen waarin je kort uitlegt hoe schoenen zijn veranderd.
- Vertel ook even hoe schoenen werden gemaakt vroeger en nu.
Opdracht 2:
Bij het ontwerpen van je eigen schoen komt heel veel kijken. Je moet rekening houden met hoe die eruitziet, maar ook met de materialen die je gebruikt. Waar komen die materialen eigenlijk vandaan en hoe krijg je ze naar Nederland? Je gaat een schoen ontwerpen en bedenkt hierbij de materialen die je nodig hebt voor het maken van een schoen. Ook ga je op zoek naar mogelijke leveranciers van jou grondstoffen en je brengt in kaart waar jij je grondstoffen vandaan wilt halen. Dat doe je door middel van het maken van een kaart. Je geeft op een kaart aan waar het idee wordt ontworpen en waar het stapsgewijs in elkaar wordt gezet. Opdracht 2: Bedenk en Maak je Eigen Schoen - Kaart
- Ontwerp je Schoen:
- Denk na over hoe jouw ideale schoen eruitziet. Mag best vet zijn!
- Maak het ontwerp op een A4 en gebruik potloden en stiften om je schoen te ontwerpen.
- Je kunt ook gebruik maken van het blanco standaardontwerp (Bijlage 3).
- Kaart van je Schoenreis:
- Kijk waar de spullen voor jouw schoen vandaan moeten komen en hoe ze hier in Nederland komen.
- Teken een kaart met pijltjes waar je schoenidee wordt bedacht, waar de materialen vandaan komen, en waar de schoen in elkaar wordt gezet.
- Laat op de kaart zien dat de wereld allemaal met elkaar verbonden is, omdat spullen van overal komen.
- Echte Plekken en Goede Websites:
- Zorg ervoor dat je echte plekken op de kaart zet (niet verzonnen!) en vertel erbij waar je die info vandaan haalt (handig voor je leraar).
- Vermeld dus bij elke stap de website waar je de kennis vandaan hebt.
- Maak het er ook een beetje mooi uit met plaatjes en kleurtjes.
Eindopdracht onderdeel:
Eindopdracht onderdeel:
Vertel in de video van de eindopdracht over de reis die jouw schoen van de opdracht 2 maakt. Vertel welke producten ervoor gebruikt worden en waar deze vandaan komen. Leg hierbij uit wat dit betekend qua globalisatie. Laat jouw ontwerp ook goed in beeld zien.
Je beargumenteert waarom je bepaalde keuzes qua landen hebt gemaakt, denk hierbij bijvoorbeeld aan de arbeidsomstandigheden, kosten en transport.
Dit is een kleine opdracht voor het eindproduct, aangezien het de laatste dag is dat je hieraan kunt werken.
LVF
Draaiboek les 1.
Lesuur: Vrijdag 2e lesuur.
Opmerkingen: Dit lesuur wordt de uitleg gegeven over drempel acht, uitleg over globalisering, industriële revolutie en kinderarbeid.
Er wordt een start gemaakt aan de bijbehorende opdrachten.
Deze les is dia 1 t/m dia 20.
https://www.lessonup.com/nl/lesson/cyb2nMnfXqMLAxM5Z?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1702827371751&utm_medium=shared-link (
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
0-5
|
1
|
Digibord
|
Introductie over drempel 8 van de docent. Planning van de komende twee lesuren wordt door de docent toegelicht.
|
Gaan op hun plekken zitten en luisteren naar de docent
|
5- 20
|
2
|
Digibord
|
Uitleg over drempel 8: de moderne revolutie heeft verschillende onderdelen. Er komt globalisering bij kijken, we gaan van een landbouw samenleving naar een industriële samenleving. Acceleratie en het antropoceen.
We hebben globalisering op meerdere manieren, de economische waardoor het ontstond leggen we uit aan de hand van verschillende kaarten.
De docent leg uit over de industriële revolutie. De docent kan het gesprek met de leerlingen aangaan over de sociale ongelijkheid die hieruit ontstond met de leerlingen. Bij de dia van kinderarbeid kan de docent aan de leerlingen vragen stellen over kinderarbeid. Is dat nog van deze tijd?
|
De leerlingen luisteren naar de uitleg. Zij kunnen vragen stellen.
De leerlingen doen mee in het klassengesprek over sociale ongelijkheid en kinderarbeid.
|
20- 25
|
3
|
Digibord
Leerlingen via de laptop in lessonup.
|
De leerlingen moeten zelf een vraag of de afschaffing van kinderarbeid invullen. Hierna wordt er klassikaal naar een video gekeken over de afschaffing van kinderarbeid in Nederland.
|
Leerlingen schrijven hun antwoord op de vraag op.
Kijken klassikaal de video.
|
25-30
|
4
|
Digibord en de opdracht voor drempel 8
|
De docent gaat de eerste opdracht van drempel 8 uitleggen.
|
De leerlingen luisteren naar de uitleg van de opdracht.
|
30-50
|
5
|
Opdracht voor drempel 8.
Leerlingen op de laptops.
|
De docent loopt rond om leerlingen eventueel te begeleiden waar nodig.
|
De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met opdracht 1 van drempel 8.
|
Draaiboek les 2.
Lesuur: Vrijdag 3e lesuur
Opmerkingen: Er wordt nog een korte uitleg gegeven bij het tweede deel van de opdrachten bij drempel 8. Verder werken de leerlingen het grootste deel van de les zelfstandig aan de opdrachten.
Deze les is dia 20 t/m dia 25.
https://www.lessonup.com/nl/lesson/cyb2nMnfXqMLAxM5Z?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1702827371751&utm_medium=shared-link
|
Tijd
|
Lesfase
|
Leermiddelen
|
Activiteit docent
|
Activiteit lerende
|
0 - 10
|
2/3
|
Digibord
|
De docent gaat verder met een korte uitleg over de kosten van schoenen en verschillende schoenen.
De leerlingen moeten aangeven wat voor personen bepaalde schoensoorten dragen.
|
Leerlingen luisteren naar de docent.
|
10-15
|
4
|
Digibord
Opdracht voor drempel 8
|
Uitleg over opdracht 2 bijbehorend aan drempel 8.
|
Leerlingen luisteren naar de docent.
|
15-45
|
5
|
Opdracht voor drempel 8.
Laptops
Kleurpotloden
|
De docent loopt rond om leerlingen te begeleiden waar dit nodig is.
|
Zelfstandig werken aan de opdrachten van drempel 8.
|
45-50
|
6
|
|
De docent sluit de les af.
|
De leerlingen luisteren naar de docent.
|
Leerlinghandleiding
Drempel 9| Duurzaamheid
Docentenhandleiding
Geen wezen heeft zoveel invloed op de aarde gehad als de mens. Mensen leggen zeeën droog, creëren per ongeluk woestijnen en zijn in staat kilometerslange muren te bouwen. Na de industriële revolutie lijkt het er zelf op dat de biodiversiteit in de hand van de mens ligt. Door onze onmiskenbare invloed op de aarde zijn aardwetenschappers van mening dat de mens zijn eigen tijdperk heeft verdiend. Wanneer dit tijdperk begint is nog niet iedereen het erover eens. Daar mogen jullie de knoop in doorhakken.
Leerdoelen:
- Aan het eind van de les kan je onderbouwen wat jij het begin van het antropoceen vindt
- Aan het eind van de les kan je vertellen welke invloed mensen op het klimaat veroorzaken.
- Aan het eind van de les kan je beschrijven hoe mensen streven naar duurzaamheid
|
Opdrachten voor Leerlingen
|
Controlevraag 1
|
- Wat is een mogelijk begin van het antropoceen?
|
Controlevraag 2
|
- Welke invloed heeft de mens op het klimaat?
|
Controlevraag 3
|
- Wat doen mensen om duurzaam te leven?
|
Discussie opdracht
|
Stap 1. De leerlingen denken eerst zelfstandig na en kiezen één van de drie startpunten
Stap 2. De leerlingen noteren zelfstandig de antwoorden op de drie vragen
Stap 3. Leerlingen delen hun antwoord uit met hun buur
Stap 4. Leerlingen verdelen zich over drie hoeken van het klaslokaal en beargumenteren waarom hun startpunt het beste is.
|
Wat was nieuw voor je?
|
|
LVF
Lesonderwerp: Drempel 9: Tijdperk van de mens
|
Leerdoelen:
- Aan het eind van de les kan je onderbouwen wat jij het begin van het antropoceen vindt
- Aan het eind van de les kan je vertellen welke invloed mensen op het klimaat veroorzaken.
- Aan het eind van de les kan je beschrijven hoe mensen streven naar duurzaamheid
|
Lesduur: 50 minuten
|
Tijd
|
Wat te doen?
|
Benodigdheden
|
5
|
Binnenkomst lesstart
Leerlingen pakken het werkboek erbij met de juiste drempel
|
Werkboek
|
3
|
Aandachtsrichter
De docent benadrukt de volgende punten:
- Wetenschappers halen oude lucht uit ijskernen diep uit Antarctica.
- Dit gebruiken zij om CO2- waarden van vroeger te meten
|
Foto ijs
Eventueel blokje ijs
|
15
|
Uitleg
Docent laat leerlingen van tevoren weten of zij aantekeningen moeten maken.
Docent gaat in op de volgende onderdelen:
- Het begin van het antropoceen
- Het gevolg van de mens
- Het streven naar duurzaamheid
Leerdoelen
- Aan het eind van de les kan je onderbouwen wat jij het begin van het antropoceen vindt
- Aan het eind van de les kan je vertellen welke invloed mensen op het klimaat veroorzaken.
- Aan het eind van de les kan je beschrijven hoe mensen streven naar duurzaamheid
|
|
2
|
Controle
Docent kan de volgende controle vragen stellen:
- Wat is een mogelijk begin van het antropoceen?
- Welke invloed heeft de mens op het klimaat?
- Wat doen mensen om duurzaam te leven?
|
|
20
|
Verwerking
Discussie opdracht
Stap 1. De leerlingen denken eerst zelfstandig na en kiezen één van de drie startpunten
Stap 2. De leerlingen noteren zelfstandig de antwoorden op de drie vragen
Stap 3. Leerlingen delen hun antwoord uit met hun buur
Stap 4. Leerlingen verdelen zich over drie hoeken van het klaslokaal en beargumenteren waarom hun startpunt het beste is.
|
Werkboek
Pen
|
3
|
Nabespreken
De docent vat sterke punten en weerleggingen van de discussie samen.
|
|
2
|
Afsluiting
Docent bedankt leerlingen voor hun deelname
|
|
Leerlinghandleiding
Eindopdracht
Opdrachtseisen
De eindopdracht wordt in tweetallen of groepjes van maximaal 4 leerlingen per groepje gemaakt. In de eindopdracht worden per drempel een aantal onderdelen verwerkt. De leerlingen maken een video in de vorm van een presentatie, podcast, interview of andere eigen invulling. De video duurt minimaal 5 minuten en maximaal 15 minuten. In de video geven de leerling antwoord op een aantal vragen over de drempels en de werkweek.
De onderdelen die je in de video verwerkt:
1. Drempel 1: In de video laat je de tekening zien over jouw beeld van het universum die je moest maken tijdens de les. Vertel over je tekening en over jouw beeld van het universum.
2. Drempel 2: Wat denk je dat er in de ruimte tussen sterren en sterrenstelsels is? Is het volledig leeg, of zijn er nog andere dingen aanwezig? Hoe zou dit van invloed kunnen zijn op ruimtereizen?
3. Drempel 3: In de video laat je de tekening zien over jullie gekozen molecuul uit het periodiek systeem. Welk molecuul is het?
4. Drempel 4: Geef een korte reflectie op het veldwerk de grondboring, wat dacht je van te voren en is je mening veranderd na het uitvoeren van het veldwerk. Wat waren jullie resultaten van de grondboring en had je dit verwacht?
5. Drempel 5: Leg uit wat evolutie te maken heeft met de huidige wereld.
6. Drempel 6: Vertel over jullie eigen verzonnen taal en hoe deze opdracht verliep.
7. Drempel 7: Geef een korte reflectie op de excursie naar het Archeon. Wat dacht je van te voren en is je mening veranderd nadat jullie er geweest waren?
8. Drempel 8: Vertel over de reis die jouw schoen van de opdracht 2 gemaakt heeft. Leg hierbij uit wat dit betekend qua globalisatie.
9. Geef een korte eindreflectie op de gehele lesweek. Welke drempel vond je interessant en/of leuk en welke drempel vond je minder interessant? Leg ook kort uit waarom je de drempel wel of niet leuk vond.
10. Geef een tip en een top over de werkweek, wat kan er beter voor de volgende werkweek?
Bedankt voor het meedoen tijdens de werkweek
Beoordelingsrubric
Literatuurlijst
- Big History Institute. (2017). Het Big History boek: Een geschiedenis van alles (1ste editie). Lannoo.
- Big History Project. (z.d.). Big History project. Geraadpleegd op 12 december 2023, van https://bhp-public.oerproject.com/
- Van Hall, C. (2015). Big history: een vakoverschrijdende oriëntatie op de wetenschappen (1ste editie). Uitgeverij Boom.