
Elementen bestaan uit atomen.
Atomen bestaan uit
Protonen: positief geladen deeltjes = atomisch nummer
Neutronen: neutrale deeltjes in de kern.
Elektronen: negatief geladen deeltjes in schillen rondom de kern
Een atoom heeft een kern met daaromheen draaiende elektronen. Protonen en elektronen bestaan uit quarks, deze zouden net als elektronen niet verder deelbaar moeten zijn.
Er zijn altijd evenveel protonen als elektronen. De lading is hierdoor 0
De lichtste elementen (waterstof en helium) vormen de basis voor alle andere elementen.
De voorwaarde is altijd genoeg hitte
Atomen vormen samen een molecuul.
Bijvoorbeeld: watermoleculen bestaan uit de verbinding van
2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom H - O - H (H2O)
Atomen binden aan elkaar. Dat kan door een chemische verbinding met elektronen. Het atoom probeert zoveel mogelijk elektronen in de schil te krijgen.
Meer elektronen = stevigere verbinding
