De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Selectie, kruisen en veredelen
De voorouders van de aardappel komen oorspronkelijk uit Bolivia. Duizenden jaren lang is er gekweekt met de voorouders tot de huidige aardappelrassen zijn ontstaan. Tegenwoordig worden stukjes DNA in aardappelplanten geplaatst om ze te beschermen tegen ziekten. Dat heet genetische modificatie.
Lees de tekst. Maak daarna de oefening. Aardappelplant
Genetische modificatie van de aardappelcel gebeurt met bacteriën. Er worden goede genen uit de voorouders van de huidige aardappelrassen geïsoleerd. Deze goede genen worden in een bacterie ingebracht. Vervolgens komen de goede genen in de aardappelcel.
De aardappelcel groeit op tot een aardappelplant.
Alle cellen van de aardappelplant hebben de goede genen.
Door de goede genen krijgen bepaalde ziekten geen kans meer om de aardappel te besmetten.
De aardappelplanten zijn resistent.
Er hoeft daardoor minder met bestrijdingsmiddelen te worden gespoten om de ziekten te bestrijden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In veel voedsel dat je eet zitten genetische gemodificeerde ingrediënten.
Dit kun je teruglezen op de etiketten van verschillende voedingsmiddelen. Wanneer meer dan 1% van een genetisch gemodificeerd ingrediënt in een product zit, moet dat op het etiket vermeld staan.
Genetisch gemodificeerde maïs of soja zal je veel op etiketten terugvinden.
Neem vijf verschillende voedingsmiddelen mee naar school, waarvan de ingrediënten op de verpakking zijn vermeld. Denk bijvoorbeeld aan een pot pindakaas, een pak havermout, een reep chocolade of een pizzadoos. Op verse producten, zoals brood en groente, staan de ingrediënten niet vermeld. Dat is ook niet verplicht.
Bekijk samen met een klasgenoot eens nauwkeurig naar de ingrediëntenlijst.
Staan er ingrediënten op die zijn gemaakt met behulp van genetische modificatie?
Maak een lijst van deze ingrediënten.
Stap 4: Voor of tegen
Veel mensen hebben een uitgesproken mening over moderne biotechnologie.
Mensen die voor genetische modificatie zijn, zien het bijvoorbeeld als de oplossing voor het hongerprobleem op aarde. Mensen die er tegen zijn vinden onder andere de gezondheidsrisico’s nog te groot.
Je gaat je verdiepen in de meningen van voor- en tegenstanders van genetische modificatie.
Bekijk de volgende video's met verschillende standpunten. Let op: genetische manipulatie is hetzelfde als genetische modificatie.
De klas wordt verdeeld in groepen van acht leerlingen.
Ieder groepslid krijgt een rolen een standpunt van de docent toegewezen.
De docent kan ook besluiten dat je de rol samen met iemand anders doet.
Je kunt ook een bepaalde rol weglaten.
Je gaat op zoek naar informatie over jouw rol en jouw standpunt over genetische manipulatie.
Welke argumenten kun je vinden voor standpunt?
Schrijf de argumenten op.
Je vormt groepjes in de klas. Per groep zijn alle rollen en standpunten vertegenwoordigd.
Je gaat debatteren over jullie standpunten met hulp van de gevonden argumenten.
Aan de ene kant van een tafel zitten de vier voorstanders.
Aan de andere kant van de tafel zitten de tegenstanders.
Elke deelnemer krijgt 1 minuut de tijd om de argumenten (niet je persoonlijke argumenten!) te delen.
Doe dit dus kort en bondig.
Dan volgt een vragenrondje van 10 minuten. In deze ronde mogen voor- en tegenstanders elkaar vragen stellen over argumenten die je nog niet goed begrijpt of onduidelijk zijn.
Tenslotte volgt het debat. Ook deze ronde duurt een minuut of 10. De voor- en tegenstanders proberen elkaar in deze ronde ervan te overtuigen dat hun mening de beste is. Dit doe je met goede argumenten en door goed naar elkaar te luisteren.
Dus niet door hard te schreeuwen of door elkaar te beledigen.
Tot slot kan er gekeken worden waar jullie het als groepje over eens zijn geworden, of waar er een duidelijk verschil in mening blijft.
Bonus: stap 5: Stop-motion biotechnologie
In de introductie van het thema heb je naar de volgende animatie gekeken:
Het is niet moeilijk om zelf, met behulp van je telefoon, een stop-motion animatie te maken.
Je maakt met je telefoon een paar foto’s en speelt deze achter elkaar af.
Het resultaat is een bewegende video! Apps die je hier voor kunt gebruiken zijn Stop Motion Cafe of Stop Motion Studio.
Kies samen met een klasgenoot een onderwerp dat te maken heeft met biotechnologie.
Je gaat met een stop-motion animatie het onderwerp uitleggen aan de rest van je klasgenoten.
Gebruik hiervoor bestaande afbeeldingen, modellen of voorwerpen.
Maak foto’s en maak er een stop-motion van.
Deel jullie filmpje hierna met leerlingen of zet het op een site als YouTube.
Overleg dit eerst met je docent.
Een voorbeeld van een stop-motion met Lego:
Hier vind je een handig stappenplan om een stop-motion filmpje (met Lego) te maken
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Veel kruisingen beginnen met ouders waarvan de een homozygoot dominant is en de ander homozygoot recessief voor een bepaalde eigenschap, zoals kleur of melkproductie.
Hoe pak je het aan als je een roodbonte of zwartbonte koe wilt fokken? Dat zie je in de volgende video:
Bij een veredelingsprogramma van planten probeert men planten te krijgen met steeds precies dezelfde nakomelingen.
Zulke planten noem je raszuiver of homozygoot. Maak nu de volgende oefening.
Stap 8: Muilezel
Een muilezel is een nakomeling van een paard (vader) en een ezel (moeder).
Een muilezel kan zich theoretisch niet voortplanten, maar toch gebeurt dat wel eens......
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Dominant en recessief
Het gen dat bepaalt welke eigenschap jij krijgt, noem je het dominante gen. Genen met minder invloed noem je recessief.
Homozygoot en heterozygoot
Als van een eigenschap twee dezelfde genen hebt, bent je homozygoot voor deze eigenschap.
Als je van een eigenschap twee verschillende genen (een dominant en een recessief gen) hebt, dan ben je heterozygoot voor deze eigenschap.
Kruisingsschema
Een kruisingsschema is een soort tabel waarin je kan aangeven welke eigenschappen de nakomelingen van een kruising zullen hebben. Ook de kans op de eigenschappen kan je uitrekenen. Je moeten dan wel weten welke genen de ouders bij zich dragen.
Monohybride kruising
Een kruising tussen twee organismen waarbij gelet wordt op één gen is een monohybride kruising.
Dihybride kruising
Een kruising tussen twee organismen waarbij gelet wordt op twee genen is een dihybride kruising.
Stamboom
In een stamboom kun je zien of een bepaalde erfelijke eigenschap in een familie voorkomt en bij welke familieleden.
Klassieke biotechnologie
Zijn traditionele technieken om dieren en planten te kweken, en het gebruik van bacteriën, gisten en schimmels voor de productie van brood, bier, wijn en kaas.
Kunstmatige selectie
Selectie op grond van menselijke voorkeur. Bijvoorbeeld: fokken van dieren en veredelen van planten.
Veredelen
Het proces van selecteren en kruisen van planten om een beter product te produceren.
Genetische modificatie
Kunstmatige verandering van het DNA van een bepaald organisme, waarbij genen met positieve eigenschappen van bijvoorbeeld bacteriën of planten worden toegevoegd aan een ander organisme.
Chymosine
De stof die nodig is voor de stremming van melk bij het maken van kaas.
DNA
Moleculen die de bouwstenen zijn van chromosomen. In het DNA zijn de erfelijke eigenschappen van een organisme vastgelegd.
Resistent
Als een plant immuun is voor iets of gemakkelijk weerstand kan bieden.
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Module 4 - biotechnologie - h3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Niels Delahaije
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-05-29 15:30:56
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Biotechnologie
Dissimilatie
Selectie, kruisen en veredelen
Monohybride en dihybride kruisingen
Genetische vraagstukken
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.