DID N2 MET ICT

DID N2 MET ICT

Welkom!

Welkom bij de afsluitende herhalingsles van Grammatica Blok 3 en 4. In deze wikiwijs zul je alle stof vinden, die we deze periode hebben behandeld en je zult ook de mogelijkheden vinden om hier nog verder mee te oefenen.

 

Lesdoelen:

aan het einde van deze les heeft iedereen de theorie herhaald, en geoefend met de opdrachten die bij deze theorie horen, om ervoor te zorgen dat je beter voorbereid bent op de toets van volgende week.

 

Leerdoelen:

- aan het einde van de les kun je een zin ontleden met de volgende instrumenten: persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp.

- aan het einde van de les herken je een meewerkend voorwerp in de zin.

- aan het einde van de les kun je een meewerkend voorwerp toevoegen aan een zin.

- aan het einde van de les herken je een bezittelijk voornaamwoord.

Persoonsvorm

Voorkennis

Op de onderstaande sites kun je oefenen met de persoonsvorm. Dit is de eerste stap van zinsontleding. Als je de eerste stappen goed onder de knie hebt, zal de nieuwe stap aanleren ook makkelijker gaan. Als je zeker weet dat je de persoonsvorm onder de knie hebt, kun je naar de volgende stap gaan. Er zijn drie verschillende niveaus waarop je de eerste opdracht kunt maken:

 

1. Je weet nog heel goed wat de persoonsvorm is en hebt geen moeite om deze te vinden.

Persoonsvorm - CambiumNed -> Maak opdracht 8. Je gaat hier op zoek naar de persoonsvorm in samengestelde zinnen. In een samengestelde zin, zit soms meer dan één persoonsvorm. 

2. Je weet nog wel wat de persoonsvorm is, maar je hebt soms moeite om deze te vinden.

Persoonsvorm - CambiumNed -> Lees de uitleg over de persoonsvorm en maak opdracht 6. Hierin ga je de persoonsvorm zoeken in de tegenwoordige en verleden tijd. 

3. Je hebt geen idee wat de persoonsvorm is. 

Persoonsvorm - CambiumNed -> Lees de uitleg over de persoonsvorm en oefen met opdracht 1.

én maak de volgende opdracht daarna: Froggy Jumps: Persoonsvorm - voorkennis () (educaplay.com)

 

 

Uitleg

Werkwoorden zijn woorden waarin een handeling staat. Je hebt verschillende vormen van een werkwoord: de persoonsvorm, het infinitief (hele werkwoord) en het voltooid deelwoord. Je kent deze misschien nog van vorig jaar. We focussen ons vandaag op de persoonsvorm. 

 

Hoe vind je de persoonsvorm? We hebben drie manieren om deze te vinden. Je kunt de manier kiezen die voor jou het fijnst werkt. 

1. Vraagzin: je kunt de zin in een vraagzin veranderen, zo komt de persoonsvorm vooraan in de zin te staan.

Je hebt je bord niet leeg gegeten. --> Heb je je bord niet leeg gegeten? Heb schuift naar voren in de zin en is dus de persoonsvorm.

2. Tijdsproef: Maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd. 

Je hebt je bord niet leeg gegeten -> Je had je bord niet leeg gegeten. Het werkwoord dat verandert in de zin, is de persoonsvorm.

3. Getalsproef: Maak van één persoon meerdere personen, of andersom. 

Je hebt je bord niet leeg gegeten -> Jullie hebben je bord niet leeg gegeten.

 

Onderwerp

Voorkennis

Oefen het vinden van het onderwerp op de volgende site:

https://quizizz.com/join/quiz/645fb994647447001debf988/start?studentShare=true

Met het oefenen van het onderwerp, heb je de tweede stap beter onder de knie. Dit zorgt ervoor dat je de basis verstevigt en de andere stappen ook makkelijker zullen verlopen.

Uitleg

Het 'onderwerp' in de zin (bij grammatica) is/zijn degene(n) die iets doen in een zin. In andere woorden: wie voert de eerder gevonden handelingen uit?

 

Als eerst zoek je zoals je zojuist hebt gezien de persoonsvorm in een zin. Vervolgens vraag je jezelf af: Wie doet deze handeling? Het antwoord op die vraag vertelt je wie het onderwerp is in de zin.

 

Voorbeeld 1: De jager en zijn zoon vingen een konijn. 

Persoonsvorm: Vingen

Wie of wat vingen? De jager én zijn zoon. Dit is dus het onderwerp in de zin. 

 

Een andere manier om het onderwerp te vinden, is hetzelfde trucje als bij de persoonsvorm. Je maakt een vraagzin. 

Voorbeeld 2: De jager en zijn zoon vingen een konijn.

--> Vingen de jager en zijn zoon een konijn? 

Het onderwerp komt altijd na de persoonsvorm te staan in een vragende zin. Dat betekent dat de jager en zijn zoon, het onderwerp is.

Werkwoordelijk gezegde

Voorkennis

Uitleg

We hebben de eerste twee stappen al ondernomen! Je bent goed op weg! :-) 

Na de persoonsvorm en het onderwerp, zoeken we nu verder naar het werkwoordelijk gezegde. Wellicht ben je hier net zelf al uitgekomen met de voorkennis-vragen, maar anders is het verstandig om onderstaande informatie en voorbeelden goed in je op te nemen.

 

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden die je kunt vinden in een zin. Werkwoorden zijn woorden die een handeling aangeven in een zin. Ze geven aan dat iemand iets doet (eten, slapen, zwemmen). De persoonsvorm, die je bij stap 1 hebt gevonden, is ook een werkwoord en hoort dus ook bij het werkwoordelijk gezegde. 

 

Hieronder volgt een voorbeeld.

Wij hebben naar een tv-programma gekeken. 

Persoonsvorm: hebben, want: Hebben wij naar een tv-programma gekeken. 

Andere werkwoorden: gekeken, want: ik kijk, hij kijkt, wij kijken.

Werkwoordelijke gezegde: hebben gekeken

Lijdend voorwerp

Voorkennis

Uitleg

Zie bovenstaande video voor een uitgebreide uitleg over het lijdend voorwerp, inclusief voorbeelden.

Meewerkend voorwerp

Nieuwe uitleg!

Uitlegvideo

Even oefenen!

https://www.educaplay.com/learning-resources/14900411-meewerkend_voorwerp.html

Bezittelijk voornaamwoord

Uitleg

Bij grammatica maken we het onderscheid tussen twee delen: zinsontleden en woordsoorten.

In het eerste deel van deze Wikiwijs ben je aan de slag geweest met het ontleden van een zin. Dit heb je gedaan aan de hand van de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp en nieuw was het meewerkend voorwerp.

Nu gaan we ons richten op het bezittelijk voornaamwoord. Dat is een woordsoort. Wanneer je gaat woordsoortbenoemen, ga je elk woord in een zin een 'naampje' geven, dit doe je niet bij zinsontleden, daar kun je groepen woorden hebben. 

Het bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit in een zin aan. Achter een bezittelijk voornaamwoord staat (bijna) altijd een bezit. Bijvoorbeeld zijn auto, of: uw fiets.

 

 

bijvoeglijk

zelfstandig

enkelvoud

eerste persoon

mijn

de (het) mijne

tweede persoon

jouw (je)
uw

de (het) jouwe
de (het) uwe

derde persoon

zijn
haar

de (het) zijne
de (het) hare

meervoud

eerste persoon

onze, ons

de (het) onze

tweede persoon

jullie, uw

de (het) uwe

derde persoon

hun

de (het) hunne

Heb je het begrepen?

Oefening: Zoek in de volgende zinnen de bezittelijke naamwoorden.

Start

Eindtoets

We hebben deze wikiwijsles volledig besteed aan grammatica. Als je op onderstaande link klikt, kom je op een eindtoets terecht. Hierin wordt gecontroleerd of je alle stof goed begrepen hebt. Hier zal geen cijfer uit komen, maar dit is puur voor je eigen (en mijn) inzicht om te kijken waar je staat. We zullen hier in verdere lessen op voorbereiden.

Eindtoets grammatica (office.com)

Evaluatie

Jullie hebben deze wikiwijsles bijna helemaal doorstaan :)

Om het helemaal af te sluiten, wil ik jullie verzoeken een aantal vragen voor mij in te vullen. Dit gaat volledig om deze les en wat je hiervan vond. Ik wil jullie vragen dit serieus in te vullen.

 

https://forms.office.com/e/DUn75EeZ

Bronnen

Op niveau : onderbouw: 2 vmbo-t/havo. (2016).

  • Het arrangement DID N2 MET ICT is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Lorenzo Bonnet Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2023-06-14 15:04:19
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Les 2mh
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Zie bovenstaande video voor een uitgebreide uitleg over het lijdend voorwerp, inclusief voorbeelden.
    https://www.youtube.com/watch?v=muS6Cr3AFDE&t=25s
    Video
    https://youtu.be/TKWtLppNgH8
    https://youtu.be/TKWtLppNgH8
    Video
    https://www.educaplay.com/learning-resources/14900411-meewerkend_voorwerp.html
    https://www.educaplay.com/learning-resources/14900411-meewerkend_voorwerp.html
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Werkwoordelijk gezegde

    Lijdend voorwerp voorkennis

    Zoek in de volgende zinnen de bezittelijke naamwoorden.

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.