Welkom op de wikiwijs "Digitale vaardigheden mbo Boxtel"
In dit arrangement leer jij hoe je beter kan omgaan met de programma's die jij in het onderwijs moet gebruiken.
Ik verwijs graag eerst door naar het hoofdstuk "documenten" waarin de basisinstellingen door middel van handleidingen worden aangeboden.
Hier staan handleidingen om de printer aan te maken, wifi verbinden te maken etc.
Les 1. Veilig opslaan
Orde
Jij bent vast eens in een bibliotheek geweest. Wat valt jouw daar op?
Alle boeken staan geordend op een vaste plek. Soort bij soort en alphabetisch gerangschikt. Door deze ordening kan je snel ieder boek terugvinden. Wat voor boeken in de bibliotheek geldt, geldt ook voor op jouw computer. Met deze juiste ordening, kan je snel de bestanden terugvinden.
Daarom is het belangrijk om te leren hoe je goed met bestanden moet omgaan.
Verkenner
De verkenner is de plek waar je alle bestanden terug kan vinden. In deze verkenner staan alle stations (schijven) waarop je bestanden kan opslaan of terugvinden. Hieronder staat een voorbeeld van de stations die je in de verkenner zou kunnen zien.
Schijf C: Hier start de computer van op en hier worden de meeste programma's op geinstalleerd.
Schijf D: Deze wordt vaak door de fabrikant aangemaakt om bestanden op te kunnen slaan. Als deze er niet is, kan je hier de C: schijf voor gebruiken.
In dit voorbeeld is ook een E: schijf aanwezig. Deze wordt alleen gebruikt bij het herinstalleren van de computer. (Blijf hier dus af).
Naast deze schrijven zijn er nog meer apparaten waarop je informatie kan opslaan zoals usb-sticks, cloud-schijven en eventueel andere netwerkschijven.
Veilig opstaan
Ben jij ook al eens bestanden kwijt geraakt? Je hebt een verslag of presentatie gemaakt maar op het moment dat je hem nodig hebt, kan je hem nergens meer vinden. STRESSSSSSSS..
Soms vind je het niet omdat je fout zoekt maar soms is het bestand gewoon echt weg. Het kan zelfs zo zijn dat jouw computer helemaal "dood" is en dat je daardoor alle bestanden kwijt bent.
Om dit te voorkomen is het belangrijk om jouw bestanden veilig op te slaan.
Opslaan in de cloud
Opslaan in 'de cloud' is een veilige en handige manier om jouw bestanden nooit meer kwijt te raken. Opslaan in de cloud betekent dat je het bestand opslaat op een internetserver. Wat er ook met jouw computer gebeurd, je kan deze bestanden altijd nog aan.
Yuverta biedt alle studenten en leerlingen gratis een cloudopslag aan. Dit is Microsoft OneDrive. Deze cloudopslag is 1 Tb (1024 Gb) groot dus ruimte genoeg om alles wat jij op school maakt.
Je kan deze cloudopslag op iedere computer (of telefoon) benaderen. Dit kan via de app die je installeert. Rechts onderin de balk verschijnt dan het blauwe wolkje. Via hier kan je jouw cloudopslag openen.
Je kan ook altijd de bestanden aan via internet. Ga dan naar de Yunet pagina en klik op de 9-puntjes om daar de OneDrive app op te starten.
Opdracht
Voor een logische en geordende opslag, is het slim om een goede mappenstructuur te maken. Deze gaan we maken in de OneDrive die te vinden is in de verkenner.
Start de verkenner op (zorg dat OneDrive geïnstalleerd is). Dit kan je doen door het mapicoontje aan te klikken of via de zoekbalk "verkenner" op te zoeken.
Ga naar de cload-schijf (blauw wolkje) van Yuverta
Maak een mapje aan die school heet.
Maak daar voor alle vakken een mapje aan. (deze mappen kan je in de toekomst altijd uitbreiden met nieuwe vakken)
Vanaf nu sla je alle docuemten die je maakt of krijgt voor school op in deze mappenstructuur.
Bestandsbenaming
Naast een overzichtelijke mappenstructuur is het ook van belang om goede bestandnamen te hanteren. Aan de hand van een goede benaming kan je snel zien wat er in het document staan. Gebruik dus passende benamingen voor de bestanden zoals :
Verslag bodemonderzoek 02-2023.docx of Presentatie vogelrassen 11-2022.pptx
Les 2. Jij en Social Media
Gratis ?
Social Media
Oefening: Is Social Media gratis?
0%
Beantwoord deze vragen na het bekijken van de video
Je hebt gezien dat het gebruik van socialmedia-apps wordt betaald met jouw persoonlijke gegevens. Maar om welke gegevens gaat het dan?
Bekijk deze filmpjes eens.
Deel 1
Deel 2
GPS-Tijdlijn
Wist jij dat Google (android) registreert waar jij allemaal bent geweest.
Log maar eens met je google account in op onderstaande link en zie precies waar jouw telefoon allemaal is geweest.
Tegenwoordig is alles makkelijker. Vroeger moest alles handmatig gedaan worden en dit kostte allemaal veel tijd. Nu was je niet meer met de hand af, maar stop je het in de vaatwassen. Je fietst niet meer naar de bieb om een boek te lenen maar je zoekt het via internet op. Zelfs winkelen doen we tegenwoordig online. Hierdoor is er veel tijd vrijgekomen maar dat betekent niet dat we in deze vrijgekomen tijd onszelf vervelen. Deze tijd (en meer) gebruiken we om op onze telefoon te kijken.
De smartphone pak je soms omdat je iemand wilt bellen, je een bericht wilt sturen of dat je gebeld wordt maar in heel veel gevallen pak je de telefoon omdat er een berichtje binnenkomt of dat je gewoon even wilt kijken wat er allemaal op de social media is gebeurd.
Onderstaande opdracht (social media en smartphone gebruik) geeft je inzicht in het gebruik van jouw telefoon en de media-platformen.
Internet is en verzamelbak van heel veel websites (meer dan 1 miljard). Je kan onmogelijk deze allemaal onthouden of weten wat je daar kan vinden. Met een zoekmachine is het mogeijk om snel de juiste informatie op deze websites te vinden.
Er zijn verschillende zoekmachines. De meest bekende zijn :
Zoekmachines zoeken iedere dag het hele internet af, op zoek naar nieuwe of gewijzigde informatie op websites. Deze informatie wordt opgeslagen op grote datacenters. Google heeft in 2016 in Groningen een datacenter geopend waar duizenden computers staan die voor ons deze informatie bewaren.
Goed zoeken
Er zijn een paar handige tips om te vinden wat je op de zoekmachines zoekt.
Soms zoek je informatie maar krijg je telkens niet de juiste zoekresultaten.
Een aantal tips om te vinden wat je zoekt.
Breid je zoekopdracht uit met :
meer zoekcriteria
gebruik "zin", om de zin om op exact deze zin te zoeken.
gebruik - om informatie over dit onderwerp niet te krijgen. (NIET)
Gebruik de alternatieve die door de zoekmachine worden aangeboden.
Gebruik informatie uit vorige bronnen om de zoekfunctie uit te breiden.
Bekijk onderstaande video voor een demonstratie
Betrouwbaarheid
Internet wordt door iedereen gevuld. Iedereen kan een website maken en hier informatie opzetten. Deze informatie wordt automatisch door de zoekmachines gevonden en voor iedereen vindbaar gemaakt. Wikipedia, een website met heel veel kennis wordt door velen gezien als een betrouwbare bron van informatie. Helaas is dit niet het geval. Iedereen kan iets op wikipedia zetten dus deze informatie is niet altijd correct.
Als je informatie van internet wilt gebruiken, moet je de betrouwbaarheid enigszinds kunnen beoordelen. Een aantal tips:
Beoordeel de kwaliteit van de geschreven tekst. Is deze keurig geformuleerd en in formele taal of is het amateuristisch en in straattaal?
Is het logische informatie? Je moet jezelf altijd afvragen of het uberhaubt wel zou kunnen kloppen.
Naar welke bronnen wordt er verwezen. Als er niet naar bronnen wordt verwezen is het vaak een mening van de auteur. Verwijzingen naar bekende en gereformeerde instanties of auteurs verhoogd de betrouwbaarheid. Zeker als het wetenschappelijk onderbouwd is.
Zoek op internet naar meer publicaties en informatie over dit onderwerp. Komen deze tot de zelfde conclusie? Als meerdere (onafhankelijke) bronnen dezelfde conclusie trekken, is de betrouwbaarheid groter. Ga dus niet uit van het eerste wat je vind maar zoek nog een aantal artikelen zodat je de informatie het geverifiveerd.
Kortom: Ga voorzichtig om met informatie die je op internet vindt en vraag jezelf altijd af "hoe betrouwbaar is deze informatie".
Auteursrecht
In het vorige hoofdstuk hebben we het gehad over betrouwbaarheid van informatie dat je op internet vindt maar mag je deze informatie zomaar gebruiken?
Er zijn wetten die bepalen of je informatie wel of niet mag gebruiken. In het algemeen geldt dat de auteur (de maker van een foto of de schrijver van een tekst) mag bepalen of het door andere gebruikt mag worden. Normaal gesproken is de auteur 'eigenaar' van de informatie (dit kan een foto, video, muziek, tekst etc zijn) en mag de informatie niet zomaar door andere gebruikt worden.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen prive en zakelijk gebruik van informatie. Gebuik je de informatie alleen voor jezelf en deel je dat niet met andere, mag je het normaal gesproken gebruiken. Voor jouw studie geldt het zelfde zolang je maar aangeeft vanuit welke bron deze infomatie komt. Dit doe je door middel van bronvermeldingen.
Opdracht: Internet
Er heeft een ontvoering plaatsgevonden. Jij hebt onderstaande sms gekregen over informatie over de ontvoering.
Opdracht: Zoek met behulp van internet naar de plek waar de gijzelaar zich bevindt zodat de politie hem kan bevrijden.
SMS
Les 4. Outlook en agenda
Alle studenten en leerlingen hebben allemaal een Yuverta account. Met dit account heb je recht op verschillende applicaties waaronder het complete Microsoft Office 365 pakket.
In dit pakket zit onderandere:
Word
Excel
Powerpoint
OneDrive
Teams
Sway
Outlook
etc
E-mail
Outlook is een applicatie voor e-mail en agenda.
Een email is niets anders dan een digitale brief die je aan iemand verstuurd. Je geeft dan geen postadres op maar een email-adres. De brief wordt niet in de brievenbus afgeleverd maar in de postbus van het email programma. Ook duurt het geen dagen voordat de brief binnen is maar luttele seconden.
Omdat een email een soort officiele brief is, is het belangrijk om deze met aandacht te schrijven omdat de ontvanger na het lezen van de mail een beeld vormt van de proffesionaliteit van de schrijver.
Gebruik van email
Voor snelle (en kleine) berichten naar bekende personen, kan je Whatsapp gebruiken. Voor zakelijke berichten is e-mail het belangrijkste middel om te communiceren daarom is het goed gebruiken van e-mail van groot belang.
Als je outlook opstart (outlook.office.com) kom je direct in jouw e-mail postbus uit. (zie afbeelding hieronder)
In dit scherm zie je een overzicht van de meest recent ontvangen mailtjes.
De paarsen mailtjes zijn nog niet gelezen, In dit voorbeeld zijn het er vier dat je kan zien door de 4 achter Postvak-in. Door op het mailtje te klikken open je het mailtje en kan je hem lezen.
Via de knoppen (de pijltjes) rechts-bovenin kan je direct actie ondernemen. Je kan de mail aan de afzender beantwoorden (enkel pijltje), afzender en andere geadresseerde beantwoorden (dubbele pijl) of het mailtje doorsturen (pijltje naar rechts)
Nieuwe mail opstellen
Via de knop "nieuwe e-mail" kan je een nieuwe mail opstellen. Het is belandrijk om de mail op de juiste manier te gebruiken dus je moet alle elementen begrijpen. Hieronder een voorbeeld mail met daarbij aangegeven wat het is en waarvoor het gebruikt wordt.
Je kan op verschillende plekken e-mailadressen opgeven.
Aan moet altijd ingevuld worden. Deze ontvanger is de "officiele" geadresseerde
Cc kan je gebruiken als andere personen dienen mee te lezen. Vaak verwaxcht je geen reactie van deze personen
Bcc gebruik je in specifieke gevallen. Niemand anders dan jij en deze ontvanger weten dat deze mail aan hem is doorgestuurd. Soms wil je niet dat de hoofdontvanger of de carboncopy ontvanger weten dat dit adres deze mail ook heeft ontvangen. Dit wordt ook gebruikt om te voorkomen dat bij een "antwoord op iedereen" er een spammail ontstaat
Vermeldt altijd een duidelijk onderwerp zodat de ontvanger meteen weet waar het mailtje over gaat.
Gebruik altijd een passende aanhef.
Zakelijk formeel : Geachte heer of mevrouw
Zakelijk netjes : Beste heer of mevrouw
Zakelijk Persoonlijk : Beste <voornaam>
Persoonlijk : Hallo <voornaam>
Bij het versturen van e-mails kan je ook een bijlage toevoegen. Dit is een bestand / bestanden die als document of als link worden toegevoegd. In het voorbeeld is een afbeelding meegestuurd.
Opdracht: e-mail
Stuur jouw docent een e-mail.
Stuur één klasgenoot een mail
Stuur jouw docent een cc van deze mail
Stuur één andere klasgenoot een Bcc van deze mail
In deze mail moet je een formele schrijfwijze aanhouden.
Geef hem een aantal tips die jij vandaag over het gebruik van e-mail hebt gekregen en stel hem een vraag die hij gaat beantwoorden.
Stuur een bijlage mee.
Beantwoord de mail die jij van jouw klasgenoot hebt ontvangen. Zorg ervoor dat alleen hij deze mail ontvangt (en dus niet de docent)
Tip: Gebruik reply ipv reply all.
Agenda
Outlook is ook ideaal voor het versturen en ontvangen van agenda-afspraken.
De agenda kan je via het aangegeven icoontje opstarten.
Voordat je de agenda gaat gebruiken is het handig om te weten dat je de weergave kan aanpassen en dat je makkelijk naar eem bepaalde datum kan springen.
Via Dag, werkweek, week, maand en bord kan je de weergave aanpassen. Door op een bepaalde datum te klikken (links in de kalender) kan je meteen naar die dag springen. Gebruik de pijltjes naast de maand als je een andere maand/jaar wil selecteren.
Afspraak plannen
Via de knop "nieuwe gebeurtenis" kan je een uitnodiging versturen (of een persoonlijke afspraak in jouw eigen agenda plaatsen)
Geef de afspraak een duidelijke titel (deze komt als titel in de agenda-afspraak te staan). Nodig eventueel andere uit. Bepaal op welk moment deze afspraak moet starten en tot wanneer deze duurt. Geef een duidelijk beschrijving van wat er tijdens deze afspraak gedaan moet worden en voeg eventueel nog bijbehordende documenten toe.
Via de opties boven in de balk kan je nog opties aanpassen zoals "herinnering vooraf" etc.
Nadat deze afspraak is opgeslagen zullen de "genodigde" een uitnodiging ontvangen die ze kunnen accepteren of kunnen weigeren.
Opdracht: agenda
Maak een afspraak aan en nodig één of meerdere klasgenoten hiervoor uit.
Plan deze op morgen van 17:00 tot 18:00 uur.
Nadat je een andere afspraak hebt ontvangen moet je deze accepteren of weigeren.
Les 5. Leren in Microsoft Teams
Microsoft Teams is een ideale manier om met andere te kunnen samenwerken en communiceren. Teams is een onderdeel van het Microsoft Office 365 pakket en is dus voor jullie allemaal beschikbaar.
Je kan Teams opstarten via de webbrowser (teams.office.com) of je kan de applicatie installeren door deze op te zoeken in de store van Microsoft (te vinden door bij zoeken "store" in te type)
Dashboard
Na het opstarten van Teams kom je in jouw dashboard terecht. Aan de linkerkant vind je een menu met meerdere knoppen. Deze knoppel worden zometeen uitgelegd. Naast dit menu zie je verschillende tegels. Deze tegels zijn team-omgevingen waaraan jij gekoppeld bent. In onderstaand voorbeeld zie je 4 tegels staan.
Bij activiteiten komen alle meldingen te staan die voor jou belangrijk kunnen zijn. Zo kan je daar meldingen vinden van posts die door jouw docent zijn geplaatst of het wordt hier aangegeven dat er een nieuwe opdracht is klaargezet.
Met de optie chat kan je met iedereen binnen Yuverta communiceren. Je kan hier een nieuwe chat met een klasgenoot of docent starten. Naast tekstuele communicatie is het ook mogelijk om met deze persoon te (video)bellen of om documenten met elkaar te delen. Je kan hier ook met meerdere mensen tegelijk in een chatgroep communiceren.
Bij het menuitem Teams, krijg je alle team-tegels te zien waaraan jij gekoppeld bent. in dit voorbeeld is dus deze optie aangeklikt en zie je de teamtegels aan de rechterkant staan.
De agenda is de zelfde agenda die in het vorige hoofdstuk is benoemd. Alle afspraken vanuit Outlook zijn hier te zien en afspraken die je in Teams maakt zullen ook automatisch in outlook te zien zijn
Bij oproepen kan je snel contact leggen met medestudenten of docenten.
Educatief Team
Jullie zijn (of worden) allemaal gekoppeld aan één of meerdere educatieve teams. In deze teams wordt een stukje onderwijs verzorgd. In deze e-teams kunnen online lessen worden gegeven, kunnen inleveropdrachten worden aangemaakt, kan een samenwerkingsomgeving worden ingericht etc.
Een voorbeeld van een e-team is hieronder te zien.
Aan de linkerkant staan een aantal een of meerdere kanalen. Het kanaal algemeer is er altijd, de andere kanalen worden speciaal aangemaakt.
Het kan zijn dat er bij sommige kanalen een rood bolletje met een getal staat. Dit betekent dat er een melding specifiek voor jou bestemd is (jij bent getaged zoals dat heet). Het is dan belangrijk om dit kanaal goed te bekijken.
Sommige kanalen zijn dikgedrukt. Dit betekent dat er sinds jouw laatste bezoek iets in dit kanaal is gebeurd dat jij nog niet hebt bekeken.
Soms zijn kanalen verborgen (zie melding 1 verborgen kanaal). Deze kan worden bekeken door op de tekst te klikken.
Als er achter een kanaal een camera-icoontje te zien is, betekent dit dat er een online vergadering of les aan de gang is. Hier kan je aan deelnemen door hierop te klikken en op deelnemen te klikken.
Hoe een vergadering verders werkt, wordt in het volgende hoofsstuk uitgelegd.
Deelnemen aan online les
Teams wordt veel gebruikt om online onderwijs te faciliteren. Je kan via teams heel makkelijk deelnemen aan een online les of vergadering.
Je kan worden uitgenodigd vanuit een vergaderingverzoek (die komt dus in jouw agenda te staan), je kan die teams een vergadering bijwonen (zie vorig hoofdstuk) of je kan worden ingebeld om op dat moment deel te nemen aan een vergadering/les
Als je deelneemt aan een vergadering, zie je rechtsbovenin de balk het de volgende opties.
Van links naar rechts: Chat: Dit is de tekstchat van deze vergadering. Hier kan je met alle deelnemers uit deze vergadering chatten of bestanden delen. Personen: Hier kan je zien wie er allemaal deelneemt aan deze vergadering. Op deze plek kan je ook andere uitnodigen om deel te nemen aan deze vergadering Opsteken: Hier kan je digitaal je hand opsteken. Dit doe je om de docent te attenderen dat jij een vraag hebt of graag de beurt wil. Reageren: Zijn animaties die je kan gebruiken om jouw mening te geven. Denk aan duimpjes etc Weergave: Hier kan je jouw weergave van de vergadering aanpassen. Je bepaald voor jezelf wie jij in beeld hebt en hoe dat er dan uitziet. Meer...: Is voor extra instellingen. Camera: Hiermee kan je jouw webcambeeld aan of uit zetten. Microfoon: Hiermee kan je jouw microfoon aan of uit zetten. Delen: Hiermee kan jij jouw computerbeeld in deze vergadering delen. Bijvoorbeeld als jij een presentatie moet verzorgen, kan je met deze optie jouw powerpoint met de andere laten zien. Verlaten: Hiermee verlaat je deze vergadering/les
Sommige van bovenstaande opties kunnen door de docent aan en uit gezet worden. Het kan dus zijn dat delen van jouw scherm, de microfoon of de webcam tijdens sommige lessen niet aanklikbaar is omdat deze optie uitgezet is.
Les 6 en 7. Efficient Word gebruiken
Verslagen maak je in een tekstverwerker. Vroeger was WordPerfect de meest gangbare tekstverwerker maar sinds Microsoft het office pakket heeft verbeterd, is het langzaam Microsoft Word geworden. Tot op de dag van vandaag is Word het meest gebruikte programma om verslagen mee te maken.
In dit hoofdstuk zal je leren hoe je een goed verslag in Word kan maken. Het laatste paragraaf staat een opdacht om een verslag te maken. De tekst krijg je, maar de opmaak moet je zelf aanpassen.
Het verslag
Een goed verslag bestaat uit de volgende onderdelen:
Voorblad
Inhoudsopgave
Inleiding
Inhoud van het verslag met hoofdstukken en paragrafen
Bronnenlijst
Bijlagen
Voor de meeste hierboven genoemde onderdelen heeft Microsoft Word een handige optie om deze eenvoudig te kunnen opstellen.
Een verslag heeft ook altijd een kop en/of voettekst waarin o.a. de paginanummering staat.
Menu en Lint
Word is een onderdeel van Microsoft Office.
Als je Word opstart, krijg je de vraag wat je wil doen. een nieuw document starten of een van de recent geopende bestanden openen.
Als je een document start (nieuw of bestaand), kom je in de tekstverwerker terecht.
Bovenin het scherm staat de menubalk en het lint.
Het lint veranderd als je een ander onderdeel van het menu aanklikt. Het is eigenlijk een soort sub-menu.
De zichtbaarheid van het lint kan je aan en uit zetten. Door op het rechtse pijltje te klikken, kan je de zichtbaarheid aanpassen. In sommige gevallen wil je hem altijd zien en soms wil je hem laten verdwijnen. Dat kan je hier aanpassen.
Handigheidjes
Om Word goed te kunnen gebruiken zijn er een paar handigheidjes die zou moeten weten.
De sneltoetsen die erg handig zijn:
Ctrl A = Alles in het document selecteren
Ctrl X = de selectie knippen
Ctrl C = de selectie kopiëren
Ctrl V = de selectie vanuit het klembord plakken
Ctrl Enter = Pagina einde. (Dit gebruik je om bovenaan een nieuwe pagina te starten ipv enters te geven totdat je op een nieuwe pagina bent).
Bijna alle knoppen op het toetsenbord hebben in combinatie met Ctrl een snelfunctie.
Alle menu-items zijn oproepbaar met een Alt code. Alt B K is bijvoorbeeld printen maar als je in Word Alt indrukt, zie je in het menu welke code je moet gebruiken.
Tekstopmaak
Het opmaken van teksten gaat over "hoe" je verslag eruit ziet.
Met de juiste opmaak zorg je ervoor dat het verslag er netjes uitziet en dat het past bij de lezer en schrijver.
Bij opmaak hebben we het over lettertype, uitlijnen, inspringen (tab), opsommen, stijlen gebruik (koppen) en standaard ontwerpen gebruiken.
Lettertype
Klik in het menu op Start en je krijgt het lint wat te maken heeft met opmaak.
Het standaard lettertype dat Word gebruikt is Calibri met grote 11. Dit kan je aanpassen door op het pijltje naast lettertype of grote te klikken. (de grote kan je ook met aanpassen). De meest gebruikte lettertypes zijn Calibri, Arial of Times New Roman in de grote van 10, 11 of 12.
Als je effecten aan de tekst wil toevoegen (dik gedrukt, schuin etc) kan je deze opties in het lint onder 'Lettertype' aanklikken. Er zijn ook speciale effecten mogelijk (doorhalen, hoofdletters etc). Deze kan je aanpassen door op te klikken.
Alinea
Via alinea kan je aanpassingen doen aan de uitlijning, opsomtekens en tabinstellingen.
Via de uitlijnknoppen () kan je de teksten links, centraal, rechts of uitgevuld uitlijnen.
Met de opsomknoppen () kan je opsommen organiseren. Je kan kiezen voor een opsomteken, nummering of verschillende niveaus. Standaard wordt er een rond bolletje als opsomteken gebruikt maar met het pijltje ernaast kan je het opsomteken aanpassen.
Met kan het inspringen worden aangepast.
Met kan de regelafstand worden aangepast.
Stjilen
Via stijlen kan je koppen in de tekst plaatsen. Dit gebruik je om aan te geven waar een hoofdstuk of paragraaf begint. Deze stijlen gebruiken is erg handig omdat dit meteen op de juiste manier wordt opgemaakt maar ook omdat je met deze koppen straks heel eenvoudig een inhoudsopgave kan maken. Het gebruikmaken van deze koppen zal je straks heel veel tijd opleveren.
Gebruik kop 1 voor hoofdstukken, kop 2 voor paragrafen en kop 3, 4 etc voor subparagrafen.
(kop 3 wordt zichtbaar als je kop 2 hebt gebruikt, en kop 4 wordt zichtbaar als je kop 3 hebt gebruikt etc)
Ontwerpen
Als je in het menu op ontwerpen klikt, kan je de gehele documentopmaak aanpassen.
Hier kan je een standaard opmaak kiezen of het thema naar eigen wensen aanpassen.
Indien je een standaard opmaak kiest, zal de gehele opmaak van het document hierop aangepast worden. In het voorbeeld hieronder is voor een andere opmaak gekozen en je ziet meteen aanpassingen in o.a. de stijlen.
Invoegen van...
Een verslag bestaat niet alleen uit tekst maar wordt functioneel aangevuld met o.a. afbeeldingen, tabellen en vormen.
Al deze extra's kunnen via het menu 'invoegen' aan de tekst worden toegevoegd.
Tabellen
Via 'tabel' kan je een tabel invoegen. Je kan aangeven hoeveel rijen en kolommen je wilt.
Als de tabel is gemaakt, kan je het tabelontwerp en indeling aanpassen. Dit zijn extra menu-items die beschikbaar worden als je de tabel aanklikt.
Afbeeldingen
Natuurlijk mogen afbeeldingen niet in het verslag ontbreken. Let wel op dat je al de afbeeldingen functioneel gebruikt dit betekent dat je er altijd in de tekst naar moet verwijzen. Gebruik dus nooit afbeeldingen om het verslag "op te leuken".
Je kan een afbeelding invoegen van Dit apparaat, Stockafdeeldingen of Onlineafbeeldingen.
Nadat je een afbeelding hebt ingevoegd, kan je door erop te klikken verschillende instellingen aanpassen. Er verschijnt dan een menu-item "Afbeeldingsindeling" zodat je via het lint verschillende aanpassingen kan doorvoeren.
Je kan o.a. achtergrond verwijderen, comprimeren, in een kader zetten, omkaderen zodat er tekst omheen kan staan, de positie en grootte aanpassen en de afbeelding bijsnijden.
Knipprogramma
Soms wil je een afbeelding van internet gebruiken. Deze kan je downloaden en via bovenstaande handeling invoegen maar je kan ook deze via het klembord invoegen. Het klembord is de plek waar je één afbeelding of tekst in kan kopiëren of Knippen (zie paragraaf handigheidjes voor de sneltoetsen) die je met plakken weer kan oproepen.
Een handige tool om plaatjes te kopiëren vanaf internet is het knipprogramma. Deze tool is een onderdeel van windows en kan via worden opgezocht.
Je kan ook de sneltoets deze functie opstarten.
Kop en Voetteksten
Bij ieder verslag moeten de paginanummers zichtbaar zijn.
Via Invoegen - paginanummer kan je deze automatisch in het document laten plaatsen.
Meestal wordt de paginanummering rechts onderin de voettekst geplaatst.
Kop en Voettekst
Teksten en afbeeldingen die je op alle pagina's wilt laten zien, kan je in de kop of voettekst plaatsen. Zo kan je bijvoorbeeld een logo van het bedrijf standaard op alle pagina laten plaatsen of je kan de titel en schrijver van het verslag standaard als voettekst plaatsen.
In onderstaand voorbeeld heb ik het logo van Microsoft als koptekst geplaatst en de titel,auteur en paginanummering als voettekst.
Als je klaar bent met het bewerken van de kop en voettekst, vergeet dan niet op "Koptekst en voettekst sluiten" te klikken.
Voorblad
Het voorblad is eigenlijk de karf van het verslag. Net als bij een boek, zal het voorblad de eerste indruk geven aan de lezen. Het is daarom belangrijk dat de lezer op het voorblad duidelijk ziet waar het verslag over gaat en wie deze heeft geschreven.
Vermeldt de volgende informatie op het voorblad:
Volledige naam
Klas
School en opleiding
Datum
en eventueel de naam van de docent
Op het voorblad staat NOOIT een pagina nummer.
Je kan een eigen voorblad maken door een plaatje in te voegen en de bovengenoemde teksten te plaatsen maar je kan ook via invoegen, Voorblad (sneltoets Alt N - V) een standaard voorblad invoegen.
Het voorblad wordt als eerste pagina toegevoerd.
Met het maken van het voorblad kan je ook wachten totdat je het verslag klaar hebt. Bij het schrijven van een boek wordt de kaft ook pas op het einde bedacht.
Inhoudsopgave
Een inhoudsopgave maken is misschien wel het makkelijkste onderdeel van het verslag. Het is wel belangrijk dat je goed met de koppen (kop 1, kop 2 etc) hebt gewerkt want dan is de inhoudsopgave met een paar klikken gemaakt. (meer weten over koppen, kijk dan bij Tekstopmaak - Stijlen)
Als je een automatische inhoudsopgave wilt maken, ga je met de cursor op de plek staan waar je de inhoudsopgave wilt plaatsen. Let op dat je dit dus op een lege pagina doet.
Ga in het menu naar Verwijsingen en klip op inhoudsopgave en kies hier de gewenste opgave.
In het voorbeeld hieronder is inhoudsopgave 1 gekozen. De teksten van de koppen worden gebruikt om de inhoudsopgave te vullen en de paginaverwijzing wordt automatisch geplaatst.
Als er nadat de inhoudsopgave is opgemaakt nog wijzigingen in namen of pagina's doorgevoerd zijn, kan je deze aanpassingen automatisch in de inhoudsopgave laten aanpassen door op de inhoudsopgave te klikken en Bijwerken... te selecteren. Je kan dan kiezen om alleen de paginanummers aan te passen of de totale opgave.
Opdracht: Word
Maak een, netjes opgemaakt verslag vergelijkbaar met onderstaand document en lever deze in bij jouw docent.
Je hoeft niet de gehele tekst over te type, je mag dit document gebruiken. Het is een document met alleen tekst (zonder opmaak etc).
Als je voor publiek een presentatie moet geven, gebruik je PowerPoint. Een presentatie is een soort samenvatting van projecten, opdrachten of onderzoeken die je gedaan hebt of waar je nog mee bezig bent. Het kan ook zijn dat er een presentatie gemaakt wordt als onderdeel van een training of les.
Een presentatie bouw je als volgd op:
Openingsdia met je naar en een goede titel
Inhoudsopgave over wat je gaat behandelen
De inhoud
Samenvatting en/of conclusie
Basisgebruik
Als je PowerPoint start, kan je kiezen uit verschillende thema's en sjablomen. Ieder thema heeft zijn eigen layout (lettertype, kleuren etc) die de uitstraling van de dia's bepaald.
Opstarten
Nadat je PowerPoint hebt gestart, krijg je dit scherm.
Hier heb je de mogelijkheden om:
Nieuwe presentatie te starten. Hier kan je een lege presentatie voor gebruiken maar hier kan je ook thema's voor gebruiken. Klik op Meer Thema's voor meer mogelijkheden
Een recent gestartte, vastgemaakte of gedeelde presentatie opnieuw openen of via openen een presentatie opzoeken
Startmenu
Als je een lega presentatie hebt gekozen, zie je onderstaand scherm.
Via het menu, kan je het lint aanpassen. In het lint staan alle functies die mogelijk zijn. In dit voorbeeld staat het menu op "start" en krijg je de optie om o.a. een dia te te voegen of om de Designer te starten. Designer kan je helpen bij het opmaken van mooie dia's
Met de rechtermuisknop (op een dia) kan je via het snelmenu van alles met deze dia doen. o.a. nieuwe dia toevoegen, dupliceren, indeling aanpassen etc.
Invoegen
Via het lint "Invoegen" kan je content aan de dia toevoegen.
De meest gebruikte opties hier zijn:
Afbeelding toevoegen. Dit kan een opgeslagen foto zijn maar je kan ook kiezen voor stock-foto's (rechtenvrije plaatjes) of online afbeeldingen
Vormen zoals cirkels, vierkantjes, pijlen, lijnen etc
Tekstvlakken
Video's (online of opgeslagen)
Animaties
Om een presentatie levendig te maken kan je gebruikmaken van animaties. Met animaties kan je dingen laten gebeuren door op een muisknop te drukken. Denk aan het laten zien van een foto, teksten laten binnenvliegen etc.
Als je op een foto klikt, en je opent het lint van Animaties, kan je verschillende opties kiezen.
Overgangen
Het wisselen tussen twee dia's kan worden verfraaid met overgangen. Via het lint "Overgangen" kan je deze aanpassen. Standaard is er geen overgang en zal de dia direct vervangen worden door de volgende.
Om een presentatie niet te druk te laten zijn, is het niet verstandig om bij iedere diaovergang een andere overgang te gebruiken.
Notities
Om een presentatie goed te kunnen geven wordt er vaak gebruik gemaakt van notities. Notities kan je op een los blaadje schrijven maar je kan dit ook in jouw presentatie zetten. Deze notities zullen bij het presenteren voor de presentator zichtbaar zijn maar worden voor het publiek niet getoond.
Notities worden per dia geplaatst dus voor iedere dia heb je een eigen notitieveld.
Het notitieveld is te vinden onderaan de dia. Klik op en het veld verschijnt.
Afspelen
Als je de presentatie klaar hebt, is het slim om hem even na te lopen. Het kan zijn dat er toch nog foutjes in geslopen zijn en die kan je dan vooraf oplossen.
Denk hierbij aan volgorde fouten, spelfouten of animatiefouten.
Presenteren
Om jouw presentatie af te spelen ga je naar het lint "Diavoorstelling"
Hier kan de de presentatie starten vanaf het begin of op de huidige dia. Dit laatste is handig als je aan het testen bent.
Via Diavoorstelling instellen kan je verschillende instellingen aanpassen. Hier kan je bijvoorbeeld de presentatie in een loop zetten zodat hij blijft herhalen totdat je hem stopt. Dit doe je altijd in combinatie met tijdsinstellingen via het lint "overgangen"
Ook kan je hier een opname maken van de presentatie. Ideaal als je online uitleg wilt maken.
Als je gaat presenteren, sluit je meestal een groot scherm of beamer aan op jouw laptop. Als je dan de diavoorstel start, zal het grote scherm standaard de presentatie worden en krijg je op jouw laptopscherm de weergave voor de presentator. Hier zie je de dia, de volgende dia, de notities van deze dia en kan je verschillende instellingen aanpassen.
Met de pijltjes (op het scherm of van het toetsenbord) kan je tussen de dia's wisselen.
Met de Esc knop (links bovenaan het toetsenbord) kan je de presentatie snel stoppen.
Opdracht PowerPoint
Les 9 en 10. Gemak met Excel
Excel is een spreadsheet applicatie. je kan deze applicatie vergelijken met een autoomatisch rekenschrift. Je kan Excel automatisch berekeningen laten uitvoeren.
Opstarten
Als je Excel opent, en je start met een lege werkmap, zie je een scherm vol 'cellen'. Deze cellen zijn de kruispunten van kolommen (A, B, C, etx) en de regels (1, 2, 3, etc. Iedere cel heeft dus een eigen aanduiding. Bijvoorbeeld E8. Deze cel bevindt zich in kolom E, in rij 8.
In iedere cel kan je iets invoeren. Dit kan een tekst zijn, een getal of een formule (berekening). Deze formules kunnen heel eenvoudig zijn, bijvoorbeeld en optelling of vermenigvuldiging maar deze kunnen ook heel complex zijn. Wij zullen in deze module voornamelijk eenvoudige formules tegen komen.
Werkbladen
Als je een werkmap in Excel opent, kom je standaard in werkblad 1 uit.
Een werkmap kan uit meerdere werkbladen bestaan. Je kan extra werkbladen toevoegen door op het + onderaan het scherm te klikken. Met de rechtermuisknop kan je ook de naam van de werkbladen aanpassen.
Basisgebruik
Zoals bij alle Microsoft programma's bepaald de menukeuze, de vulling van het lint. In onderstaand voorbeeld staat het menu op "Start" en heeft het lint deze opties.
Celaanduiding
Formulebalk. Hier komt de tekst of formule uit deze cel te staan
Getalnotitie. Je kan de notitie van de cel aanpassen. Bijvoorbeeld door hem als valuta of als percentage in te stellen
Sorteren en handige functies. Hier kan je kolommen sorteren (alphabetiseren) of automatische 'eenvoudige' berekeningen selecteren zoals autosom of gemiddelde. Hier komen we later op terug
Naast de aangegeven cijfers, staat het lint vol met mogelijkheden. Je kan opmaak aanpassen, uitlijningen veranderen etc.
In het lint bij invoegen zijn nog veel meer opties mogelijk. Je kan grafieken laten tekenen, plaatjes toevoegen, lijnen plaatsen etc. Zo zitten er heel veel functies in Excel.
Formules
In Excel worden veel formules gebruikt. Dit is namelijk wat Excel zo krachtig maakt.
Een formule begint altijd met een =. Hiermee geef je aan dat deze cel is gevuld met een formule.
In onderstaand filmpje laat ik een paar eenvoudige voorbeelden zien.
Excel - Optellen
Voorbeelden van basale formules :
optellen '=b3+b4'
aftrekken '=b3-b4'
vermenigvuldigen '=b3*b4'
delen '=b3/b4'
Je kan berekeningen gebruiken om in teksten te verwerken. In onderstaand voorbeeld gebruik ik de berekening uit cel B7 om deze in de tekst van A9 te verwerken.
De formule is: ="De totale kosten zijn "&B7&" in euro's"
Excel - Vulgreep
De vulgreep werkt ideaal maar je wil niet altijd dat alle cellen "verplaatsen". Je kan ook cellen in een formule "vastzetten"
Het vastzetten van formules doe je door $ voor de kolom of rij te plaatsen.
Voorbeeld : $C$1. Je zet de kolom vast op C en de rij vast op 1. Dit kan je ook voor alleen de rij of kolom te doen.
Excel - Cellen vastzetten
Opmaak
In Excel kan je ook aandacht besteden aan uiterlijk. Je kan kolommen verbreden, cellen samenvoegen, randen toepassen, celopvullingen gebuiken etc.
Hoogte en breedte
Je kan rijen en kolommen in hoogte en breedte aanpassen. Door op de lijntjes tussen de rij of cel te klikken (slepen) kan je ze in hoogte of breedte aanpassen.
Excel - celgrootte
Celeigenschappen
In cellen kan je verschillende soorten gegevens kwijt. In voorgaande voorbeelden waren het getallen, teksten en valua maar je kan nog meer soorten informatie kwijt zoals datum, tijd etc.
Tevens kan je via celeigenschappen randen plaatsen, uitlijnen regelen etc.
Excel - Celeigenschappen
Grafieken en afbeeldingen
Met Excel kan je op een eenvoudige manier gegevens visueel maken door bijvoorbeeld een grafiek te tekenen.
Er zijn verschillende soorten grafieken mogelijk
Excel - grafieken
Via invoegen kan je ook plaatjes en andere afbeeldingen aan jouw document toevoegen. Zo kan je bijvoorbeeld een logo toevoegen etc.
Opdracht Excel
Maak een factuur in Excel voor jouw eigen bedrijf (fictief) waarbij alles automatisch wordt berekend.
Als eerste heb je WiFi (via jouw eigen account) nodig op jouw computer. Hiervoor hebben wij WiFi in huis. Dit netwerk heet "EduRoam".
Met jouw emailadres en wachtwoord van Yuverta kan jij toegang krijgen tot WiFi. Raadpleeg onderstaande handleiding voor de uitleg
Het arrangement Digitale vaardigheden mbo Boxtel is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Ingolf van Doorn
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-09-19 08:25:04
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Is Social Media gratis?
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.