Opstarten

Als je Excel opent, en je start met een lege werkmap, zie je een scherm vol 'cellen'. Deze cellen zijn de kruispunten van kolommen (A, B, C, etx) en de regels (1, 2, 3, etc. Iedere cel heeft dus een eigen aanduiding. Bijvoorbeeld E8. Deze cel bevindt zich in kolom E, in rij 8. 

In iedere cel kan je iets invoeren. Dit kan een tekst zijn, een getal of een formule (berekening). Deze formules kunnen heel eenvoudig zijn, bijvoorbeeld en optelling of vermenigvuldiging maar deze kunnen ook heel complex zijn. Wij zullen in deze module voornamelijk eenvoudige formules tegen komen. 

Werkbladen

Als je een werkmap in Excel opent, kom je standaard in werkblad 1 uit.
Een werkmap kan uit meerdere werkbladen bestaan. Je kan extra werkbladen toevoegen door op het + onderaan het scherm te klikken. Met de rechtermuisknop kan je ook de naam van de werkbladen aanpassen.