Welkom bij deze les over planten. In deze les ga je bezig met de volgende leerdoelen:
- Je kan de onderdelen van een plant benoemen.
- Je kan de bouw van een plant koppelen aan de manier van verspreiding van de zaden.
- Je kan uitleggen wat de kenmerken zijn van insectenbloemen en windbloemen.
- Je kan uitleggen van het begrip bevruchting betekend.
Wist je dat?
De Mexicaanse cipres (afbeelding hieronder) in het dorpje Santa Maria del Tule de dikste boom ter wereld is? Het heeft een diameter van 11,62 meter en een omtrek van 36,2 meter.
Theorie
Bouw stengel en blad
Bouw van zaadplanten - bladeren
Bouw van zaadplanten - stengel
Stengels
Stengels dragen de bladeren en bloemen. Onder de grond gaat de stengel meestal over in wortels. Bij sommige planten groeien de stengels ook onder de grond, bijvoorbeeld bij de aardappel. Stengels zijn onder te verdelen in houtachtige stengels ofwel takken en kruidachtige stengels.
Bij planten zie je knopvorming van eindknoppen, zijknoppen/okselknoppen, bladknoppen en bloemknoppen, die als ze uitlopen nieuwe scheuten en bloemen geven.
Eindknop: knop waar nog een stuk stengel uit kan groeien.
Okselknop: knop in een bladoksel waar een zijstengel uit kan groeien.
Lid: stuk stengel tussen twee knopen.
Knoop: plaats waar zijstengel uit de hoofdstengel komt.
Verspreiding zaden
Planten verspreiding hun zaden op verschillende manieren. Het hangt sterk van soort en locatie af hoe planten hun zaden verspreiden. Iedere plant heeft zijn eigen techniek, zodat de overlevingskans van het soort het grootst is. De verschillende verspreidingstechnieken:
Via de wind
Ze hebben een soort vleugels op kleine haartjes met een parachute eraan waarmee ze zich door de wind naar nieuwe plekken laten waaien. Bijvoorbeeld het wilgenroosje:
Via water
Voornamelijk oeverplanten zorgen voor zaden die blijven drijven en zo met de stroom kunnen meegaan naar andere oevers. Ook bij de zee zorgen kustplanten voor deze manier van zaden verspreiding. Bijvoorbeeld kokosnoten.
Via kleven
Er zijn planten die zorgen dat hun zaden kleverig zijn of haartjes hebben met haakjes eraan. Wanneer dieren langslopen, zullen de zaden aan hun vacht blijven kleven of hangen en worden ze automatisch naar andere plekken overgebracht. Bijvoorbeeld kleefkruid:
Via de plant zelf
Er zijn planten die hun zaden wegschieten, of eigenlijk katapulteren wanneer de vruchten van de planten opdrogen. Bij opdroging rekken de wanden van de planten uit, wanneer de vrucht breekt komt er een spanning vrij die zorgt dat de zaden wegspringen. Bijvoorbeeld een springkomkommer:
Via begraven voedsel
Er zijn planten die zorgen dat hun zaden een olieachtig en eetbaar laagje hebben. Er zijn dieren die deze zaden meenemen, begraven en later opeten. Bijvoorbeeld mieren nemen de vrucht mee, bevragen hem, maar eten enkel het eetbare laagje van de zaden. Een voorbeeld van een plant is wonderbomen:
Bestuiving
Bestuiving
Bestuiving is het overbrengen van stuifmeelkorrels van de meeldraden van één bloem naar de stamper van een andere bloem van dezelfde soort. Als een bloem zichzelf bestuift, wordt dit zelfbestuiving genoemd. Als het stuifmeel daarentegen terechtkomt op een andere bloem van dezelfde soort, spreken we van kruisbestuiving. Wanneer het stuifmeel echter terechtkomt op een bloem van een andere soort, vindt er geen bestuiving plaats.
In de natuur zijn er twee soorten bloemen: windbloemen en insectenbloemen. Bij windbloemen worden de stuifmeelkorrels verspreid door de wind, terwijl insectenbloemen afhankelijk zijn van insecten voor bestuiving. Daarnaast spelen bepaalde vogels en vleermuizen ook een rol bij het verspreiden van stuifmeelkorrels. Windbloemen zijn doorgaans erg klein en vaak worden ze zelfs niet herkend als bloemen.
Bevruchting
Bevruchting
Wanneer een organisme zich geslachtelijk wil voortplanten, is het noodzakelijk dat voortplantingscellen samensmelten. Planten hebben de mogelijkheid tot geslachtelijke voortplanting. Binnen planten produceren de mannelijke voortplantingsorganen stuifmeelkorrels, terwijl de vrouwelijke voortplantingsorganen eicellen aanmaken. Wanneer stuifmeelkorrels op de stempel van de stamper belanden, bevruchten ze de eicellen die zich in het vruchtbeginsel van de stamper bevinden. Ook bij planten is het voor bevruchting essentieel dat de kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel.
Na bevruchting van de eicellen door de kernen van de stuifmeelkorrels, treden er talrijke veranderingen op. De bevruchte eicel begint geleidelijk te ontwikkelen tot een kiemplantje. Het zaadbeginsel waarin de eicel zich bevindt, groeit na bevruchting uit tot een zaadje. Het vruchtbeginsel van het vrouwelijke geslachtsorgaan verandert langzaam in een vrucht.
Voortplanting bij zaadplanten
Oefen opdrachten
Je gaat nu een aantal huiswerk opdrachten maken. Lees de vragen goed.
Als je een vraag nog niet goed heb beantwoord, kijk dan naar de tips en maak de vraag nog een keer. Kom je er dan niet uit? Vraag de docent om hulp.
Toets
Toets: Planten toets
Toets: Planten toets
0%
Je gaat nu een toets maken. De toets bestaat uit 6 vragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Workshop digitaal huiswerk is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Sophie Kostense
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-05-16 16:57:09
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Planten toets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.