Planten verspreiding hun zaden op verschillende manieren. Het hangt sterk van soort en locatie af hoe planten hun zaden verspreiden. Iedere plant heeft zijn eigen techniek, zodat de overlevingskans van het soort het grootst is. De verschillende verspreidingstechnieken:
Via de wind
Ze hebben een soort vleugels op kleine haartjes met een parachute eraan waarmee ze zich door de wind naar nieuwe plekken laten waaien. Bijvoorbeeld het wilgenroosje:

Via water
Voornamelijk oeverplanten zorgen voor zaden die blijven drijven en zo met de stroom kunnen meegaan naar andere oevers. Ook bij de zee zorgen kustplanten voor deze manier van zaden verspreiding. Bijvoorbeeld kokosnoten.
Via kleven
Er zijn planten die zorgen dat hun zaden kleverig zijn of haartjes hebben met haakjes eraan. Wanneer dieren langslopen, zullen de zaden aan hun vacht blijven kleven of hangen en worden ze automatisch naar andere plekken overgebracht. Bijvoorbeeld kleefkruid:

Via de plant zelf
Er zijn planten die hun zaden wegschieten, of eigenlijk katapulteren wanneer de vruchten van de planten opdrogen. Bij opdroging rekken de wanden van de planten uit, wanneer de vrucht breekt komt er een spanning vrij die zorgt dat de zaden wegspringen. Bijvoorbeeld een springkomkommer:

Via begraven voedsel
Er zijn planten die zorgen dat hun zaden een olieachtig en eetbaar laagje hebben. Er zijn dieren die deze zaden meenemen, begraven en later opeten. Bijvoorbeeld mieren nemen de vrucht mee, bevragen hem, maar eten enkel het eetbare laagje van de zaden. Een voorbeeld van een plant is wonderbomen:
