In deze quest leer je hoe je onbetrouwbare informatiebronnen herkent en hoe je betrouwbare bronnen gebruikt. Je leert kritisch om te gaan met nepnieuws en maakt een schrijfopdracht. De quest hoort bij de domein Nederlands en M&M.
Doelen M&M:
1. Aan het einde van deze quest kan jij de vier verschillende soorten bronnen laten zien aan de hand van voorbeelden.
2. Aan het einde van deze quest kan jij aan de hand van vier stappen beoordelen of een bron betrouwbaar is of niet.
Doelen NE:
Je kunt de kenmerken van nepnieuws herkennen.
Je weet globaal wie nepnieuws maken en waarom dit gebeurt.
Je leert vijf soorten nepnieuws van elkaar te onderscheiden.
Je leert hoe je in deze vijf situaties de tips uit opdracht 1 kunt toepassen.
Welke producten moet je leveren?
Je maakt voor iedere opdracht een apart pagesbestand aan. Na iedere opdracht vraag je je vakcoach om feedback.
Opdracht 1: je vraagt feedback aan mevrouw Kater, mevrouw Romijn of mevrouw Coombes
Opdracht 2: je vraagt feedback aan mevrouw Scheringa.
Opdracht 3: je vraagt feedback aan mevrouw Kater, mevrouw Romijn of mevrouw Coombes
Opdracht 4: je vraagt feedback aan mevrouw Kater, mevrouw Romijn of mevrouw Coombes
Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:
Motivatiemotor - Tegel in Egodact;
Alle opdrachten bij 1, 2, 3 en 4;
Feedback van je vakcoach na iedere stap. Wat heb je ervan geleerd en wat heb je ermee gedaan?
Refective journal - Alle vragen op deze pagina zijn beantwoord.
VERWACHTING VOORDAT JE BEGINT
Deze quest wordt ondersteund met bloX.
Houd de informatie van de blox Nederlands in de gaten, zodat je weet wat wanneer wordt uitgelegd. Zorg dat je jezelf inschrijft voor de bloX als je daar bij wilt zijn.
Laat bij de vakcoach weten dat je deze quest gekozen hebt.
eXplore miles
Deze quest levert jou 10 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle deliverables op tijd levert. Je werkt individueel. Liever samenwerken? Overleg het met je vakdocent.
Routeplanner
Routeplanner
wat
hoe lang
concrete opbrengst / bewijs
Info Startweek doorlezen
15 minuten
Jij begint
20 minuten
goed gevulde Egodact-tegel
1a. Wat weet je al?
15 minuten
vragen beantwoorden
1b. Wat is echt?
45 minuten
vragen beantwoorden
1c. Nepnieuw herkennen: 8 tips!
45 minuten
Aanwezig bij verplichte BloX + pitch
2.1 Soorten bronnen
30 minuten
Voorbeelden soorten bronnen
2.2 Bronnen beoordelen
30 minuten
Vragen beantwoorden
2.3 Fake news in het verleden
2 uur
Rapportage of poster
3a. Satire
15 minuten
3b. Clickbait
15 minuten
3c. Misleidend frame
30 minuten
3d. Bedrieglijke bron
20 minuten
3e. Gemanipuleerde inhoud
30 minuten
4. Verdieping
60 minuten
Jij begint
Motivatiemotor
➜Maak een tegel aan in Egodact. Beschrijf daarin waarom jij het belangrijk vindt om informatiebronnen te leren beoordelen. Je kunt de vragen onderaan deze pagina daarbij gebruiken.
Verderkijker
Nepnieuws is informatie die eruitziet als een echte informatie, bijvoorbeeld in een nieuwsbericht, maar in werkelijkheid onwaar is. Dat kan gaan over 'feiten' of over gebeurtenissen. Dit soort 'informatie' noemen we desinformatie. Het wordt gemaakt door mensen die geld willen verdienen, of jouw mening willen beïnvloeden, zodat jij anders gaat denken. Desinformatie wordt verspreid via websites, sociale media en ook wel eens via traditionele media (zoals het journaal).
In deze video krijg je een kort overzicht van belangrijke voorbeelden van nepnieuws die de afgelopen jaren de wereld over zijn gegaan.
In deze quest ga je onderzoeken wie desinformatie maken en verspreiden, hoe daar geld mee wordt verdiend en wat dat voor jou betekent. Je leert kritisch te kijken naar berichtgeving en je eigen mening te vormen over het onderwerp. Uiteindelijk leer je welke verantwoordelijkheden je zelf hebt in de verspreiding van nepnieuws.
➜ Vragen voor je motivatiemotor:
Lees of bekijk je wel eens nieuwsberichten? Hoe vaak per week?
Waar lees of bekijk je dat nieuws (op papier of online)?
Vind jij het belangrijk om te weten wie dat nieuws gemaakt heeft? Waarom wel / niet?
Hoe weet je of informatie 'waar' is?
Vind jij het een probleem als er onware informatie online staat? Waarom wel / niet?
Opdracht 1 - Nederlands - Hoe herken je nepnieuws?
Introductie
In dit eerste onderdeel van de quest maak je kennis met een aantal vormen van nepnieuws en krijg je tips om nepnieuws te herkennen. Je gaat een aantal tips ook al zelf toepassen. Dit onderdeel is voor alle niveaus gelijk.
Je werkt in dit onderdeel aan het volgende leerdoel:
Je kunt je mening geven over het gebruik van bronnen tijdens het maken van nieuws.
Je kunt acht tips opschrijven over het herkennen van nepnieuws.
Je kunt de tips toepassen om te bepalen of een bericht echt is of nep.
Je maakt heel opdracht 1 in één bestand in Pages. Maak nu een bestand aan en noem hem 'Fake news - opdracht 1'. Wanneer je opdracht 1 hebt afgerond, vraag je om feedback bij je vakcoach Nederlands: mevrouw Kater, merouw Romijn of mevrouw Coombes.
1a - Wat weet je al?
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 1'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven. Je begint met "Opdracht 1 - stap a".
Bekijk onderstaande post van de Hema. Daarna beantwoord je een aantal vragen.
➜ Opdracht 1 - stap a
➜ Beantwoord onderstaande vragen:
Wat valt je op aan deze post?
Verkoopt Hema echt binnenstebuiten boxershorts?
Hoe bepaalde je of dit echt was, of nep?
Zou je hier op klikken? Waarom wel of waarom niet?
Vind jij het een probleem dat de Hema iets post dat niet waar is, of vind je dat een grapje wel moet kunnen? Leg dit uit.
1b - Wat is echt?
In opdracht 1a heb je een voorbeeld gezien van een relatief onschuldige vorm van nepnieuws; je ziet namelijk dat het niet echt is. Je krijgt in deze stap een andere vorm van nepnieuws te zien. Je gaat een aflevering bekijken van 'Brugklas', een serie waarin herkenbare situaties in scène worden gezet. De situatie is dus niet echt gebeurd en de leerlingen zijn acteurs.
In de video zie je hoe Nola, Jesse en Bo voor een schoolopdracht werken aan een reportage over loverboys (als je niet weet wat een loverboy is, kun je dat het beste nu even googelen). Tijdens het maken van de reportage maken ze een aantal keuzes. Je gaat de video bekijken en daarna ga je nadenken over de gemaakte keuzes. Zou jij het ook zo hebben aangepakt?
Moeilijke woorden bij de video:
Reconstructie: dit woord heeft meerdere betekenissen. In deze situatie betekent reconstrueren, dat een gebeurtenis uit het verleden wordt nagespeeld, om erachter te komen of te laten zien hoe het precies gebeurd is.
Rectificatie: rectificeren betekent dat je iets verbetert of rechtzet.
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 1'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven, bijvoorbeeld "Opdracht 1 - stap 1b".
1. Waarom kiezen de leerlingen ervoor om het interview met Olivia niet op te nemen in hun reportage? Had jij dezelfde keuze gemaakt? Waarom wel of niet?
2. Waarom kiezen de leerlingen ervoor om in hun rapportage niet te vertellen dat het nagespeeld is (en Menno dus een acteur is die een rol speelt)?
3. De leerlingen gebruiken een echt verhaal, dat ze op internet gevonden hebben. Daarom vinden ze dat hun reportage ook echt is. Wat vind jij?
4. Op 6"55 zegt Bo: "Het gaat erom wat je bereikt en niet hoe je het bereikt". Ben je het met haar eens? Waarom wel of niet?
1c - Nepnieuws herkennen: 8 tips!
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 1'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven, bijvoorbeeld "Opdracht 1 - stap 1c".
Ruurd Oosterwoud is expert op het gebied van nepnieuws en desinformatie. In deze video geeft hij een belangrijke tip om nepnieuws te herkennen.
1. Welke tip krijg je van Ruurd Oosterwoud?
In de volgende video krijg je nog veel meer tips om nepnieuws te herkennen.
2. Maak een lijst van alle tips uit de video.
Bekijk nu onderstaande tekst:
3. Is dit artikel echt of nep? Vertel welke tips je hebben geholpen om je antwoord te bepalen.
1d - Reflectie
In dit onderdeel werkte je aan het volgende leerdoelen:
Je kunt je mening geven over het gebruik van bronnen tijdens het maken van nieuws.
Je kunt acht tips opschrijven over het herkennen van nepnieuws.
Je kunt de tips toepassen om te bepalen of een bericht echt is of nep.
Kruis in de rubric aan waar jij vindt dat je staat:
Je hebt 'Fake news - opdracht 1' nu af. Plaats je pagesbestand in Egodact en vraag om feedback bij je vakcoach Nederlands: mevrouw Kater, merouw Romijn of mevrouw Coombes. Noteer de feedback in je pagesbestand, je hebt het nodig voor je reflective journal.
Opdracht 2 - onderdeel GS
Bronnenonderzoek is moeilijker dan je denkt. Niet alles wat op internet staat is namelijk juist of is zelfs helemaal niet waar! Maar wat zijn bronnen nou eigenlijk? In dit deel van de quest gaan we ons verdiepen in bronnen uit het verleden en hoe wij daarmee om moeten gaan.
➜ Maak een mindmap met alle informatie die je al over bronnen weet.
Leerdoelen:
Aan het einde van dit onderdeel kan jij in eigen woorden uitleggen wat een bron is.
Aan het einde van dit onderdeel kan jij aan de hand van vier stappen een bron op betrouwbaarheid beoordelen.
Aan het einde van dit onderdeel heb jij je verdiept in een deel van de geschiedenis waarin onjuiste informatie werd verspreid.
2.1 Soorten bronnen
Wat is een bron? De definitie van bron is: daar waar men informatie vandaan haalt. Vaak denken wij dan aan geschreven bronnen (brieven, dagboeken, boeken, de krant, websites, enzovoorts). Maar er zijn meerdere soorten bronnen. We gaan in dit onderdeel van deze quest kijken naar vier verschillende soorten bronnen.
Directe bronnen
Indirecte bronnen
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen
Directe bronnen zijn bronnen die uit de tijd zelf komen of door iemand zijn gemaakt die bij de gebeurtenis aanwezig was. Wat hierbij belangrijk is, is dat het doel van deze bron niet het doorgeven van informatie is. De maker van de bron had vaak niet het idee dat de stuk tekst later gebruikt zou worden om informatie uit die tijd te halen. Dat betekent dat je voornamelijk een goed beeld kan krijgen van bijvoorbeeld het dagelijkse leven van iemand uit die tijd.
➜ Wat zou een reden zijn voor een historicus om deze bron toch niet te gebruiken?
Bij directe bronnen moeten we goed bedenken dat de maker een bepaalde mening zal hebben gehad. Bijvoorbeeld een NSB’er dacht heel anders over Adolf Hitler dan iemand die in het verzet tegen Adolf Hitler en de Nazi’s zat. Een directe bron kan nooit neutraal zijn!
Een indirecte bron is een bron die achteraf is geschreven, dus niet in de tijd zelf. Daarnaast is deze bron ook niet gemaakt door iemand die direct aanwezig was bij de gebeurtenis. Deze bron heeft als specifiek doel bepaalde informatie door te geven (zoals deze quest of een schoolboek). Hier probeert de maker zo feitelijk mogelijk te blijven, maar het laten zien van een standpunt of mening is eigenlijk niet te voorkomen. Bij deze quest bijvoorbeeld bedenkt de maker voor jou wat belangrijke informatie is en dat wordt genoteerd, maar misschien vind jij andere informatie wel belangrijker.
Zowel geschreven als ongeschreven bronnen kunnen worden toegepast bij het verzamelen van informatie. Iemand die geschreven bronnen bekijkt is vooral bezig met de informatie uit de bron te vertalen naar het nu. Dus wat betekent dit eigenlijk en wat kan deze bron ons vertellen over vroeger. Dit noemen wij interpretatie van bronnen. Dat gebeurt ook bij ongeschreven bronnen, maar daarbij worden er eerder voorwerpen die gevonden worden in een bepaalde tijd geplaatst. Door voorwerpen in bepaalde tijden te plaatsen kan de historicus informatie halen uit het voorwerp. Die informatie kan ons weer meer vertellen over de leefwijze van bepaalde bevolkingsgroepen uit die tijd.
➜ Zoek per bron soort een voorbeeld op en beschrijf in 50 woorden waarom jouw gekozen bron past bij de bron soort. Doe dit op A4 (plaatje + stukje uitleg)
2.2 Bronnen beoordelen
Met zekerheid zeggen dat een bron de waarheid vertelt en past bij een onderzoek is niet zo makkelijk. Je moet vooraf beoordelen (oftewel: inschatten) of een bron betrouwbaar is.
Hier zie je vier links die leiden naar een dagboekselectie van twee personen. Bekijk deze rustig even (als het lukt, kan je misschien ook wat stukjes lezen) en lees het stukje tekst over het instituut.
➜ Is deze website betrouwbaar? Leg dit uit aan de hand van de vier stappen
➜ Zijn de dagboeken die hier te vinden zijn betrouwbaar? Leg dit uit aan de hand van de vier stappen.
2.3 Fake news in het verleden
Om eens meer stil te staan bij fake news uit het verleden ga jij je eigen onderzoek hiernaar doen. Hieronder staat een lijstje met een aantal onderwerpen die in het verleden een vorm van fake news hebben getoond.
Je gaat hierbij het volgende onderzoeken:
Lijstje met onderwerpen:
- Aflatensysteem in de Middeleeuwen --> Wat zijn aflaten? Wat voor fake news verspreidde de kerk hiermee?
- Opkomst boekdrukkunst --> Wat waren de gevolgen voor de verspreiding van informatie?
- Monniken --> Wat waren de gevolgen van het overschrijven van teksten door monniken?
- Propaganda --> Tweede Wereldoorlog, Communistisch China of Koude Oorlog (VS vs. Sovjet Unie).
De opdracht:
➜ Je kiest twee van de vier onderwerpen uit.
➜ Beantwoord de vragen die achter het onderwerp staan of zoek een voorbeeld op van propaganda (als je voor dat onderwerp hebt gekozen).
➜ Bedenk zelf minimaal twee vragen die je over dit onderwerp wilt stellen.
➜ Hiervoor moet je onderzoek doen op het internet. Laat in jouw verwerking zien hoe jij de bronnen voor jouw informatie hebt gevonden.
➜ Als jij jezelf wat wilt uitdagen bij dit onderwerp, dan kan je een korte reportage over jouw bevindingen maken (dus je maakt een filmpje waarin jij uitlegt, waarom iets fake news is en hoe dat heeft kunnen gebeuren).
➜ Als je geen reportage maakt, dan maak je een poster over jouw onderwerp. Je moet per vraag 100 woorden gebruiken.
Als je hiermee klaar bent kan je feedback vragen aan mevrouw Scheringa.
2.4 Reflectie
Rubric geschiedenis onderdeel
➜ Vul de bovenstaande rubric in. Beschrijf ook per leerdoel waarom jij jezelf hebt gescoord zoals je dat hebt gedaan. Gebruik per leerdoel minimaal 100 woorden.
➜ Vraag voor dit onderdeel feedback aan mvr. Scheringa. Noteer de feedback in je pagesbestand, je hebt het nodig voor je reflective journal.
Opdracht 3 - Nederlands - nepnieuws in de actualiteit
Introductie
In deze opdracht ga je dieper in op wat nepnieuws is. Er komen vijf soorten nepnieuws kort aan bod. Vervolgens ga je in opdracht 4 verdiepen door te kiezen tussen twee opdrachten.
Leerdoelen:
Je weet globaal wie nepnieuws maken en waarom dit gebeurt.
Je kunt vijf soorten nepnieuws van elkaar onderscheiden.
Je weet hoe je in deze vijf situaties de tips uit opdracht 1 kunt toepassen.
3a - Nepnieuws: soort 1 - satire
In stap 1a heb je al een voorbeeld gezien van deze categorie nepnieuws. Met satirische nieuwsberichten kan een maker kritiek geven, bijvoorbeeld op de maatschappij of op de politiek. Het gaat dus om grapjes en het is niet de bedoeling dat de lezer denkt dat het echt is.
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 3'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven, bijvoorbeeld "Opdracht 1 - stap 3a".
1. Kijk rond op een van bovenstaande websites. Denk je dat er mensen zijn die deze berichten zullen geloven? Kan dat gevolgen hebben? Wat vind je ervan dat dit soort websites bestaan?
3b - Nepnieuws: soort 2 - Clickbait
Clickbait wordt veel ingezet door marketeers. Ze maken titels die de lezer heel erg nieuwsgierig maken. Dat lukt het best, als de titels heel sensationeel zijn. De kans is dan groot dat jij dan meer wil weten en op die titel gaat klikken.
Zodra dat gebeurt, krijg je advertenties te zien en krijgt de maker van het clickbait betaald voor het verspreiden van de reclame. De berichten zijn vaak onwaar, of de titel past niet bij de inhoud van het artikel.
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 3'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven, bijvoorbeeld "Opdracht 1 - stap 3b".
1. Zie jij wel eens clickbait voorbij komen? Hoe en waar kom je dit soort berichten tegen?
2. Klik je wel eens op clickbait? Wat voor advertenties krijg je te zien?
3. Je kunt veilig browsen (zoeken op internet) door een incognitovenster te gebruiken. Hier lees je hoe je dat doet. Nu kun je kijken op https://trendnieuws.nl.
Klik maar eens een artikel aan. Wie heeft het geschreven? Kun je informatie vinden over de schrijver? Wat denk jij? Kun je het artikel vertrouwen?
Je weet nu al een beetje wat voor soort 'nieuwsartikelen' veel clicks opleveren. Het is niet moeilijk om zelf clickbait te maken. Kijk maar eens naar onderstaand bericht, gemaakt door een van jouw coaches. Zou jij hierop klikken?
Bij deze vorm van nepnieuws deelt de maker eenzijdige informatie. Dat kan hij/zij doen, met het doel om iets of iemand op een bepaalde manier te framen. Dat betekent dat het wordt gemaakt, om ervoor te zorgen dat de lezer een bepaald gevoel of een bepaalde mening krijgt over het onderwerp.
Met de informatie zelf is vaak niets mis, maar het probleem is dat de informatie niet het hele verhaal vertelt. Er wordt informatie weggelaten, of er worden woorden gebruikt, die je een bepaald (vaak negatief) gevoel geven.
Taalgebruik
Om weer te geven dat asielzoekers in grote getalen het land in komen, worden bijvoorbeeld woorden gekozen die met water te maken hebben. Zoals ‘migrantenstroom’, ‘een golf van migranten’ of zelfs een ‘asieltsunami’. De maker van de tekst kiest bewust voor woorden die met water te maken hebben, om de lezer te beïnvloeden. Je krijgt het gevoel dat je overspoeld wordt en er geen controle over hebt. Je zult dus eerder denken aan het bouwen van een dijk om de asielzoekers buiten te houden, dan aan het verwelkomen van asielzoekers (bron: naar isdatechtzo.nl).
➜ Bekijk onderstaande politieke tweet:
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 3'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven, bijvoorbeeld "Opdracht 1 - stap 3c".
1. Gebruik de tips die je in opdracht 1 hebt verzameld, om voor jezelf te bepalen wat jij vindt van deze post. Ben je het eens met Maikel Boon? Waarom wel of niet? Welke bronnen heb je gebruikt om jouw mening te vormen?
2. Vind je bovenstaande opdracht heel lastig? Dat is het ook! Gelukkig zijn er organisaties die zich druk maken om dit soort berichten. Nieuwscheckers deed bijvoorbeeld dit onderzoek voor je. Dit is fijn, want zij doen hun huiswerk goed. Al moet je natuurlijk nog steeds altijd zelf blijven nadenken. Welke conclusie trekt nieuwscheckers? Wat vind jij van de tweet?
3. Kan jij andere onderwerpen bedenken, waarover veel geframed wordt? Noem er één en geef een voorbeeld van de manier waarop er kan worden geframed. Als je dit lastig vindt, kun je er hier meer over lezen.
4. Wat kunnen de gevolgen zijn van framing? Vind jij dat een probleem? Waarom wel/niet?
3d - Nepnieuws: soort 4 - Bedrieglijke bron
Kom je een nieuwsbericht tegen op social media, of heb je hem gevonden via een zoekmachine (zoals Google)? Kijk dan altijd wat de bron is. Daarbij stel je jezelf de vraag: waar komt dit bericht precies vandaan?
Social media
Op social media kan iedereen zelfgemaakt nieuws maken, posten en delen. Kijk daarom wie het bericht als eerste online heeft geplaatst. Bestaat die persoon wel echt, of komt het bericht van een nepaccount? Dan is het waarschijnlijk nepnieuws. Vaak hebben officiële profielen van bekende personen, journalisten en organisaties een blauw vinkje naast hun naam staan.
Zoals je op deze website kunt lezen, is het vaak best lastig om uit te zoeken wat de bron is van een bericht. Als vuistregel kun je wel bedenken: maakt dit nieuws mij heel erg boos of bang? Dan moet ik extra kritisch kijken naar de bron.
Websites
Makers van nepnieuws willen hun berichten zoveel mogelijk op echt nieuws laten lijken. Ze gebruiken een website die erg lijkt op een bekende nieuwssite. Een voorbeeld van zo'n nepartikel zie je in opdracht 2c. Let daarom goed op waar het bericht geplaatst is. Wil je weten of een website betrouwbaar is? En of de afzender echt bestaat? Zoek dan naar pagina’s met de naam ‘disclaimer’ of ‘over ons’. Daar vind je meer informatie over de makers van de website, waarom de website gemaakt is en wie de schrijvers van berichten zijn.
Het kan zijn dat het bericht niet door een organisatie maar door een persoon is geschreven. Dan kun je opzoeken wie deze persoon is. Kijk bijvoorbeeld of het bericht geschreven is door een professionele journalist. Als je twijfelt of de website, organisatie of schrijvers betrouwbaar zijn, kun je in zoekmachines opzoeken hoe er over wordt geschreven door andere bronnen.
Oud nieuws
Soms wordt een oud nieuwsbericht opnieuw gedeeld, waardoor het lijkt alsof het net gebeurd is. Controleer daarom wanneer het bericht is geschreven. Meestal staat er een datum bij. Is het een nieuw bericht of oud nieuws?
Bron: naar Checklist Rijksoverheid.
Er bestaan verschillende organisaties die onderzoek doen naar nepnieuwsberichten en op hun website context (meer informatie en achtergronden) geven bij het bericht. Dit zijn teams die bestaan uit journalisten en andere experts. Vaak kun je er ook terecht voor advies, wanneer je twijfelt over een bericht dat je zelf op internet bent tegengekomen. Hieronder vind je een aantal links:
➜ Bekijk een van deze websites en beantwoord de vraag voor jezelf: vind ik deze website betrouwbaar? Om die vraag te kunnen beantwoorden, ga je op de pagina op zoek naar de makers/medewerkers. Wat zijn dit voor mensen? Weten ze waar ze het over hebben? Waarom denk je dat?
3e - Nepnieuws: soort 5 - gemanipuleerde inhoud
Het bewerken van foto's en video's is tegenwoordig niet meer alleen voor experts, iedereen kan eenvoudige bewerkingen uitvoeren. Dat maakt het dus makkelijker om nepnieuws te maken.
Wanneer een bewerking wordt gedaan met het doel mensen te misleiden, hebben we het over gemanipuleerde content.
Kijk maar eens naar onderstaand voorbeeld uit 2017. Je kijkt naar een moslimdemonstratie, waarin het hoofd van de politicus Alexander Pechtold is gephotoshopt. Onder de eerste post zie je in een reactie de originele (echte) foto.
➜ Waarom denk je dat zo'n post is gemaakt? Je mag je antwoord zelf verzinnen, of je kan een aantal artikelen hierover opzoeken. Met de zoekwoorden 'gemanipuleerde foto Pechtold' kom je verschillende artikelen tegen over dit onderwerp.
➜ Welke gevolgen kan zo'n bericht hebben voor de persoon op de foto?
➜ Kunnen er ook gevolgen voor de maatschappij? Leg je antwoord uit.
Je ziet op internet ook steeds meer deep fake video's. Daarin wordt het gezicht van een persoon op het gezicht van een andere persoon geplaatst. Zo kun je een video tegenkomen van bekende personen die dingen 'zeggen', die ze nooit uitgesproken hebben.
➜ Bekijk onderstaande video:
➜ In minuut 2'30 zie je Kim Kardashian. Guus heeft een deep fake van haar gemaakt. Wat laat hij haar zeggen?
➜ Zou jij erin getrapt zijn? Zou je dan anders gaan denken over Kim Kardashian?
➜ Als je een video ziet, waarin iemand een extreme of bizarre uitspraak doet, kan het zijn dat je te maken hebt met een deep fake video. Wat kun je doen, om de waarheid boven water te halen?Tip: je kunt een tip gebruiken, die je in 1c hebt verzameld.
➜ Wat zegt Guus tegen het einde van de video, dat hij met zijn video's mensen laat zien, dat alles nep kan zijn. Wat vind jij van het werk dat hij doet? Leg je antwoord uit.
➜ Zie jij ook risico's aan deep fakes, voor jezelf of voor anderen? Je kunt deze video bekijken, om je te helpen de vraag te beantwoorden.
3f - Feedback
Je hebt 'Fake news - opdracht 3' nu af. Plaats je pagesbestand in Egodact en vraag om feedback bij je vakcoach Nederlands: mevrouw Kater, merouw Romijn of mevrouw Coombes. Noteer de feedback in je pagesbestand, je hebt het nodig voor je reflective journal.
Opdracht 4 - verdieping
Introductie
In opdracht 4 ga je dieper op een onderwerp in. Jij kiest met welk thema je aan de slag wil:
De filterbubbel: in deze opdracht ga je onderzoeken hoe wordt bepaald wat jij ziet op google en youtube. Bepaal jij dat zelf, of ligt het ingewikkelder?
Kruip in de huid van een trol: in deze opdracht ga je eerst leren over polarisatie. Vervolgens ga je in een online game zelf ervaren hoe je nepnieuws inzet om de maatschappij te verdelen.
Is er een ander thema dat jouw aandacht heeft getrokken? Overleg met mevrouw Scheringa of mevrouw Kater over hoe je dit thema gaat uitdiepen.
Na het afronden van opdracht 4 vraag je feedback aan een van je vakcoaches M&M of Nederlands: mevrouw Scheringa, mevrouw Kater, mevrouw Romijn of mevrouw Coombes.
Opdracht 4 - keuze: de filterbubbel
Je hebt in deze quest manieren geleerd, hoe je kunt omgaan met de informatie die je te zien krijgt. Waar we het niet over gehad hebben, is het volgende: wie bepaalt eigenlijk welke informatie jij te zien krijgt? Is het internet voor iedereen hetzelfde? Oftewel, heeft iedereen toegang tot dezelfde informatie? In deze opdracht ga je onderzoeken hoe dat zit.
Daarvoor moet je eerst wat meer weten over algoritmes. Wat is dat nu eigenlijk? In deze video krijg je een korte uitleg.
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 4'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven, bijvoorbeeld "Opdracht 4 - filterbubbel".
1. Welk voorbeeld van een algoritme krijg je in de video?
2. Kun je zelf ook een voorbeeld bedenken van een algoritme in het dagelijks leven?
➜ Bekijk nu onderstaande video tot minuut 2'40.
Moeilijke woorden in de video:
Suggesties: een suggestie doen, betekent dat je iets voorstelt.
Optie: keuzemogelijkheid
Patronen: als je ziet dat iets zich steeds herhaalt of terugkeert, noem je dat een patroon. In de supermarkt is het rond 18.00u altijd drukker dan om 15:00u. Dat is een patroon.
Data: gegevens of informatie (teksten, beelden en video's)
Aanbevelingen - zeggen dat iets goed is, of goed bij je past.
Controversieel - een onderwerp is controversieel, als er grote meningsverschillen over zijn, zoals bijvoorbeeld terrorisme.
3. De presentator in de video vertelt hoe persoonlijke aanbevelingen werken: verschillende personen krijgen met dezelfde zoekwoorden verschillende dingen zien. Wat zijn de voordelen hiervan? Kun je een voorbeeld noemen van een situatie waarin dat handig is?
4. Bekijk de rest van de video. Welke drie risico's worden genoemd?
➜ De volgende opdrachten doe je samen met iemand:
5. Zoek iemand op die je niet elke dag spreekt. Open YouTube op allebei jullie iPads en doe de vergelijking: wat staat er in jouw suggesties en hoe verschilt dat van de suggesties van de ander?
6. Waarom zijn jouw suggesties niet hetzelfde als die van de ander?
7. Voer twee keer een aantal zoekopdrachten in op google, waarbij je zoekt op een onderwerp, bijvoorbeeld: sport of muziek. Hoe verschillen jouw resultaten van die van de ander?
➜ Reflecteer hier samen op en schrijf een samenvatting van je gesprek in je pagesbestand:
Wat bepaalt wat jij te zien krijgt?
In hoeverre heb jij daar controle over?
Denk je dat je veel informatie niet te zien krijgt? Wanneer is dat erg en wanneer niet?
Als ik kattenfilmpjes wil kijken: wel/niet erg
Als ik informatie zoek voor een schoolopdracht: wel/niet erg
Als ik meer wil weten over de veiligheid van een bepaald medicijn: wel/niet erg
Als ik mijn eigen mening probeer te vormen over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld immigratie: wel/niet erg.
Opdracht 4 - keuze: kruip in de huid van een trol
Je hebt in opdracht 3 geleerd hoe informatie kan worden verzonnen of veranderd om de lezer te beïnvloeden. In deze opdracht ga je zelf ervaren hoe dat werkt. Je speelt het 'bad news spel'. In dit spel ben jij een 'nieuwsmaker'. Het is je doel om zo veel mogelijk volgers te verzamelen. Zo word je namelijk steeds populairder en dat levert geld op.
Het spel helpt je om keuzes te maken. Zo maak je kennis met de technieken die makers van nepberichten in werkelijkheid gebruiken.
Moeilijke woorden die je tegenkomt in het spel:
Demoniseren: slecht over iets of iemand spreken, zodat anderen daar ook negatief over gaan denken.
Suggesties: adviezen of voorstellen
polariseren: de onenigheid tussen mensen groter maken.
manipuleren
Genuanceerd: als je een genuanceerde mening hebt, zie je verschillende kanten van het probleem en heb je geen eenzijdig oordeel over het onderwerp.
Om het spel goed te begrijpen, moet je eerst iets meer weten over polarisatie. Bekijk onderstaande video:
➜ Open je bestand 'Fake news - opdracht 4'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
in.
1. Noem een voorbeeld van polarisatie in de maatschappij. Vind je dat moeilijk? Dan kan deze korte video je misschien helpen.
2. Welke twee meningen staan tegenover elkaar in jouw voorbeeld?
3. Hoe kan de polarisatie ontstaan zijn? De video kan je helpen, om een antwoord te formuleren.
Klik op onderstaande afbeelding en speel het spel. Je kunt het alleen spelen, maar het is leuker om dit met z'n tweeën te doen. Zo kun je bovendien elkaar helpen, als je moeilijke woorden tegenkomt.
Het spel bestaat uit zes technieken: vermommen, polariseren, manipuleren, verdedigen, trollen en invloed. Na iedere techniek ga je even reflecteren op wat je hebt gedaan.
➜
4. Beantwoord voor alle zes de technieken de volgende vragen:
Wat houdt deze techniek in?
Waarom gebruikte je de techniek? Wat is het effect op mensen?
Opdracht 4 - feedback
Na het afronden van opdracht 4 vraag je feedback aan een van je vakcoaches M&M of Nederlands: mevrouw Scheringa, mevrouw Kater, mevrouw Romijn of mevrouw Coombes. Noteer de feedback in je pagesbestand, je hebt het nodig voor je reflective journal.
4. Afronding en reflectie
Reflective journal
➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:
Wat vond jij belangrijk aan deze quest? Vertel wat je geleerd hebt en waarom jij dat belangrijk vindt.
Wat vond je het meest uitdagende onderdeel? Waar lag dat aan?
Maak een korte samenvatting van de feedback die je hebt gekregen. Heb je naar aanleiding van de feedback aanpassingen gemaakt? Welke aanpassingen zijn dat? Wat heb je daarvan geleerd?
Hoe had je deze quest nog beter kunnen doen?
Heb je een tip voor de docent die deze quest gemaakt heeft? Zo ja, vertel!
Een laatste check: heb jij alles uit deze quest netjes en verzorgd ingeleverd? Heb je eraan gedacht feedback te vragen na opdracht 1, 2, 3 en 4.
Overzicht van inleveropdrachten:
Motivatiemotor - Ingevulde tegel in Egodact;
1a t/m 1c - Antwoorden op alle vragen
1d - Ingevulde rubric
2.1 - Poster met voorbeelden van bronnen
2.2 - Verslag over hoe betrouwbaar de bronnen en de website zijn.
2.3 - Jouw eigen onderzoek
2.4 - Ingevulde rubric met uitleg
3a t/m 3e - Antwoorden op alle vragen
3f - feedback op opdracht 3
4 - een van de twee keuzeopdrachten en de feedback die je hebt ontvangen.
Refective journal - Alle vragen op deze pagina zijn beantwoord.
Heb je al bovenstaande onderdelen in Egodact staan? Vraag dan direct je vakdocent om feedback en xm!
Het arrangement NE en M&M - Pas op: fake news! is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.