In deze les ga je aan de slag met grammatica. In het komende uur herhaal je het onderwerp de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde in een zin. Daarna herhaal en oefen je met met lijdend & meewerkend voorwerp. Tot slot oefen je met het voorzetsel voorwerp en de bijwoordelijke bepaling.
Je begint eerst met een instaptoets.
Daarna ga lees je de uitleg over elk zinsdeel en ga je aan de slag met opdrachten.
Tot slot maak je een toets en ga je alle zinsdelen ontleden in één zin.
Veel succes!!
Lesdoelen:
Aan het eind van de les kan je het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde in een zin ontleden.
Aan het eind van de les kan je het lijdend en meewerkend voorwerp in een zin ontleden.
Aan het eind van de les kan je voorzetselvoorwerp en de bijwoordelijke bepaling in een zin vinden.
Instaptoets
Toets: Instaptoets grammatica
0%
Nu ga je de instaptoets maken. Hier komen alle zinsdelen aan bod. De instaptoets is een graadmeter om te kijken hoe groot jouw grammaticakennis is.
Wees niet bang als je het allemaal niet meer zo goed weet, want hierna komt de theorie en uitleg met veel oefeningen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In dit gedeelte komt het onderwerp en persoonsvorm naar voren.
Persoonsvorm: de werkwoordsvorm die hoort bij het onderwerp. Vertelt wat het onderwerp 'doet'.
De persoonsvorm kan je vinden op verschillende manieren:
De zin vragend maken.
Meervoud of enkelvoud maken
Onderwerp: het zinsdeel waarin staat wie of wat dat is.
Werkwoordelijk gezegde
In dit onderdeel ga je aan de slag met het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp doet. Het bestaat uit de persoonsvormen alleanderewerkwoorden in de zin.
Om het werkwoordelijk gezegde in een zin te bepalen, stel je eerst de persoonsvorm vast in een zin.
De kerstman geeft alle studenten dit jaar een heerlijke kerststol.
Stappen
zin vragend maken: 'Geeft de kerstman alle studenten dit jaar een heerlijk kerststol?'
Pv: geeft
Zijn er nog andere werkwoorden? Nee.
Werkwoordelijk gezegde= geeft
Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
Lijdend en meewerkend voorwerp
Oefening: Lijdend en meewerkend voorwerp
0%
Je gaat nu zelf het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in de zin benoemen.
Je krijgt straks verschillende zinnen te zien. In elke zin is een lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp te vinden. Klik op het juiste woord of woordgroep.
Je gaat het lijdend en meewerkend voorwerp apart benoemen.
In dit onderdeel ga je aan de slag met het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp (lv): is iets of iemand die de werking van het gezegde ondergaat.
Om het lijdend voorwerp te vinden stel je jezelf de volgende vraag: Wie/wat+onderwerp+ werkwoordelijk gezegde?
Voorbeeld:
De kerstman geeft alle studenten dit jaar een heerlijke kerststol.
Stappenplan:
Persoonsvorm: 'Geeft de kerstman...'. Geeft is de pv.
Onderwerp: Wie/wat geeft? De kerstman is het onderwerp
Lijdend voorwerp: Wie/wat geeft de kerstman? Een heerlijke kerststol is het lijdend voorwerp.
Het meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp: is iemand die iets krijgt of iemand voor wie iets gedaan wordt. Dit zinsdeel werkt mee aan wat het onderwerp doet.
De vraag die je stelt om het meewerkend voorwerp te vinden is: Aan wie of voor wie+ persoonsvorm+onderwerp+werkwoordelijk gezegde+lijdend voorwerp= meewerkend voorwerp.
Voorbeeld:
De kerstman geeft alle studenten dit jaar een heerlijke kerststol.
Persoonsvorm: geeft
Onderwerp: Wie/wat geeft? De kerstman
Werkwoordelijk gezegde: geeft (er zijn geen andere werkwoorden te vinden)
Lijdend voorwerp: Wie/ wat geeft+ de kerstman? Een heerlijke kerststol.
Meewerkend voorwerp: Aan wie of voor wie geeft + de kerstman + een heerlijke kerststol? Alle studenten is het meewerkend voorwerp.
Voorzetselvoorwerp
Voorzetselvoorwerp
In dit onderdeel ga je aan de slag met het voorzetselvoorwerp (VV):
Het voorzetselvoorwerp is het zinsdeel dat begint met een voorzetsel dat een sterke band heeft met het werkwoord in de zin.
Belangrijk! Als er een voorzetselvoorwerp in de zin staat, dan kan er nooit een meewerkend voorwerp in de zin staan.
Voorbeeld een: Hij ergerde zich aan haar Valetijns-appje. Aan haar Valentijns-appje is het VV.
Hoe vind je het VV?
Houd de vaste volgorde aan, dus eerst de pv dan ow en wwg. Bekijk daarna het werkwoord die een sterke verbinding heeft met een voorzetsel. .
Voorbeeld 2: Karin kwam terug op haar beslissing.
Pv: kwam
Ow: Wie/wat kwam? Karin
Wwg: kwam terug. Hele werkwoord is terugkomen op.
VV: op haar beslissing.
Bijwoordelijke bepaling
Uitleg bijwoordelijke bepaling
Hierna nog een onderdeel en dan ben je klaar! Maar eerst ga je aan het werk met de bijwoordelijke bepaling.
De bijwoordelijke bepaling geeft extra informatie bij het gezegde. Voor de toets moet je drie soorten bijwoordelijke bepalingen kennen: van tijd, plaats en reden.
Om de bijwoordelijke bepaling te vinden stel je deze vragen:
Tijd: Wanneer+ onderwerp+ gezegde?
Plaats: Waar(heen)+ onderwerp+ gezegde?
Reden:Waarom+ onderwerp+ gezegde? of Met wie/wat+ onderwerp+ gezegde?
Let op! Het vraagwoord zoals wanneer kan ook een bijwoordelijke bepaling zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dit is de laatste en moeilijkste oefening voordat je de eindtoets maakt.
Je gaat nu alle zinsdelen door elkaar tegenkomen. Bedenk dat niet alle zinsdelen hoeven terug te komen in een zin, dus stel de vragen die je helpen om de juiste zinsdelen te vinden. Tot slot hou je aan de volgorde die hieronder staat zo voorkom je onnodige fouten:
Het arrangement Grammatica is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Leonardo Sheermohamed
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-04-06 13:55:17
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Redekundig ontleden:
Aan het eind van de online lessen kan je het onderwerp en de persoonsvorm vinden in een zin.
Aan het eind van de onlinelessen kan je het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp vinden in een zin.
Aan het eind van de onlinelessen kan je het werkwoordelijk of het naamwoordelijk gezegde vinden in een zin.
Redekundig ontleden:
Aan het eind van de online lessen kan je het onderwerp en de persoonsvorm vinden in een zin.
Aan het eind van de onlinelessen kan je het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp vinden in een zin.
Aan het eind van de onlinelessen kan je het werkwoordelijk of het naamwoordelijk gezegde vinden in een zin.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Instaptoets grammatica
Lijdend en meewerkend voorwerp
Niveau beginner
Niveau gemiddeld
Niveau expert
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.