Inleiding
Welkom op deze Wikiwijs! Hier kan je leesstrategiën vinden, aanpak van leesvragen, en wat oefeningen voor het lezen.
Viel Erfolg!
Leesstrategieën
Er zijn verschillende soorten vragen die allemaal een andere aanpak nodig hebben. Hier zie je welke soorten vragen er zijn, en met welke strategie je deze soort vraag kan aanpakken.
Er zijn ook een aantal 'algemene strategieën' voor het lezen.
Samenvatting leesstrategieën
Hierbij een korte video die onderstaande leesstrategieën samenvat.
Algemene strategieën
Voor het lezen: Probeer eerst een beeld te vormen van de tekst. Wat voor een type tekst is het? Is het bijvoorbeeld een brief, artikel of advertentie?
Kijk vervolgens naar de titel van de tekst en bedenk wat jij al van het onderwerp weet. Bekijk eventuele plaatjes of tussenkopjes. Ook is het handig om de opdracht/ vragen die bij te tekst horen van tevoren vast goed te bekijken.
Tijdens het lezen: Je kunt de tekst vervolgens op verschillende manieren lezen :
- Eerst ga je de tekst skimmen, dat is de tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat. Je bekijkt de opvallende stukjes en per alinea de eerste en laatste zin.
- Daarna ga je de tekst scannen, waarbij je op zoek gaat naar specifieke informatie.
- Tot slot ga je de tekst intensief lezen, waarbij je de tekst helemaal gaat lezen.
Het beantwoorden van de vragen: Wanneer je de tekst goed gelezen hebt, ga je nogmaals goed naar de vragen kijken . Er zijn verschillende typen vragen:
- Bij vragen over de hele tekst ga je nogmaals skimmen en zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.
- Voor vragen naar bepaalde informatie kun je gaan scannen en de juiste woorden zoeken.
- Als bij vragen regelnummers worden gegeven, is het handig als je de hele alinea daar omheen leest.
- Bij meerkeuzevragen staan de vragen meestal op volgorde van de tekst. Lees alleen het stukje waar jij denkt dat het antwoord staat. Probeer dan eerst zelf een antwoord te geven en daarna te kijken welk antwoord het beste op jouw antwoord lijkt.
Scanvragen
Scanvragen
Bij scanvragen wordt er gericht gevraag naar bepaalde concrete informatie. Je hoeft hiervoor niet de hele tekst te lezen, maar scant de tekst op bepaalde woorden totdat je de passage gevonden hebt waarin je denkt het antwoord te kunnen vinden.
Aanpak
- Lees de vraag.
- Bedenk waar je het antwoord zou kunnen vinden.
- Scan de tekst op deze informatie.
- Lees de uitgekozen passage nauwkeurig.
- Formuleer een antwoord.
Gatentekst (invulvragen)
Gatentekst (invulvragen)
In een gatentekst is een woord of woordgroep weggelaten. De ontbrekende woorden moet je invullen.
Aanpak
- Lees de tekst vóór en na het gat nauwkeurig.
- Lees de antwoorden nog niet.
- Bepaalde functie van het in te vullen woord of tekstgedeelte.
- Bepaalde woordsoort die ingevuld moet worden.
- Bepaal wat het verband is tussen het deel vóór en na het gat.
- Verzin zelf een invulling.
- Schrijf de vertaling achter elk antwoord.
- Kies het juiste antwoord en vul dat op de plek van het gat in de zin in om te kijken of het qua betekenis en woordvolgorde past.
Open vragen
Open vragen
Bij een open vraag worden geen keuzemogelijkheden gegeven en moet je dus zelf een antwoord formuleren. Je moet ze meestal in het Nederlands beantwoorden.
Aanpak
- Lees de vraag nauwkeurig.
- Lees het stuk tekst waar de vraag over gaat gedetailleerd.
- Onderstreep het gedeelte waarin het antwoord staat.
- Formuleer een antwoord.
- Lees de vraag nog eens door en check of je wel precies antwoord geeft op de vraag.
Meerkeuzevragen
Meerkeuzevragen
Om meerkeuzevragen goed te kunnen beantwoorden, zoek je naar aanwijzingen in de tekst waarop de vraag betrekking heeft. Soms leiden aanwijzingen niet direct naar het juiste antwoord. Vaak lijken meerdere antwoorden juist. In dat geval moet je de afstreepmethode gebruiken.
Aanpak
- Bekijk de tekst (oriënterend lezen) om een idee te krijgen waar de tekst over gaat.
- Ga na wat je al weet over het onderwerp.
- Lees de meerkeuze vraag (alleen de vraag!).
- Bepaal in welk tekstdeel je het antwoord moet zoeken.
- Lees dat stuk door en probeer zelf in gedachten een antwoord te formuleren.
- Lees nu pas de meerkeuzeantwoorden door. Stel van elk antwoord vast of het goed zou kunnen zijn of onzin is. Streep foute antwoorden weg.
- Zoek in de tekst naar aanwijzingen die belangrijk kunnen zijn voor je keuze en onderstreep deze woorden.
- Meestal kun je nu het antwoord al kiezen. Lukt dat niet, streep dan de minst waarschijnlijke antwoorden weg.
Signaalwoorden
Signaarwoorden geven een signaal aan je dat er iets aan komt in de tekst. Dit kunnen verschillende 'signalen' zijn. Deze signalen kunnen zijn:
- Opsomming
- Tegenstelling
- Vergelijking
- Voorbeeld
- Argumentatie
- Tijdsverloop
- Samenvatting / conclusie
Hieronder zie je een samenvatting van alle soorten signaalwoorden in het Nederlands.
Signaalwoorden in het Duits
Nu ken je de signaalwoorden in het Nederlands en hun 'functie'. Nu kan je de signaalwoorden in het Duits gaan oefenen en herkennen!
Signaalwoorden Duits Quizlet
Woordenboekgebruik
Tijdens het examen lezen mag je natuurlijk een woordenboek gebruiken. Helaas kan dit je veel tijd kosten. Daarom kan je hier wat tips vinden zodat je zo min mogelijk je woordenboek hoeft te gebruiken!
Tips
- Veel woordbetekenissen hoef je tijdens het lezen niet precies te weten. Je kunt proberen ze eerst te raden. Want opzoeken kan altijd nog en dat kost juist veel tijd!
- Kijk naar de zin(nen) er om heen: de context. Kan je de betekenis hieruit opmaken?
- Lijkt het woord op het Nederlands? Of op een woord uit een andere vreemde taal? bijvoorbeeld: gesprek – Gespräch
- Knip het woord in stukjes.
- Misschien ken je al enkele stukjes van het woord: bijv. vierteilige = vier-teil-ige = vier-deel-ige
- Spreek het woord in gedachten uit. Soms “hoor” je dan dat het op het Nederlands lijkt. Bijvoorbeeld: het Duitse woord “Flut” spreek je uit als [floet], dat lijkt al veel op de betekenis: vloed
- Hak lange, samengestelde woorden in delen en zoek het onbekende deel apart op. Koppel de in delen opgezochte woorden daarna weer tot één totaalbeschrijving aan elkaar.
Even oefenen!
Oefening: Leestekst
Start