Veel woordbetekenissen hoef je tijdens het lezen niet precies te weten. Je kunt proberen ze eerst te raden. Want opzoeken kan altijd nog en dat kost juist veel tijd!
Kijk naar de zin(nen) er om heen: de context. Kan je de betekenis hieruit opmaken?
Lijkt het woord op het Nederlands? Of op een woord uit een andere vreemde taal? bijvoorbeeld: gesprek – Gespräch
Knip het woord in stukjes.
Misschien ken je al enkele stukjes van het woord: bijv. vierteilige = vier-teil-ige = vier-deel-ige
Spreek het woord in gedachten uit. Soms “hoor” je dan dat het op het Nederlands lijkt. Bijvoorbeeld: het Duitse woord “Flut” spreek je uit als [floet], dat lijkt al veel op de betekenis: vloed
Hak lange, samengestelde woorden in delen en zoek het onbekende deel apart op. Koppel de in delen opgezochte woorden daarna weer tot één totaalbeschrijving aan elkaar.