Welkom op dit leerarrangement over Unit 5! In dit leerarrangement vind jij alles wat jij moet weten en kunnen toepassen over dit hoofdstuk. Dit leerarrangement zal niet zomaar een saaie les zijn! Jullie kunnen op een creatieve en interactieve manier dit hoofdstuk leren en oefenen.
Hoe zit het in elkaar?
Aan de linkerkant vind je een menu. In dit menu vind je verschillende kopjes (deze kopjes kun je uitvouwen door op het pijltje aan de rechterkant te klikken) met onderdelen uit het hoofdstuk. Je werkt deze kopjes af en maakt uiteindelijk een final test om te kijken hoe ver je bent en of je goed bent voorbereid op de toets. In deze kopjes vind je uitleg en oefenmateriaal. Dit kan variëren van een meerkeuzevraag opdracht tot een online quiz. De opdrachten zijn gebaseerd op verschillende niveau's, zodat er voor iedereen iets te oefenen valt.
Wil jij meer uitdaging en extra oefenen? Dan is er als laatste kopje voor de final test nog een extra challenge. Goed en leuk voor als jij jezelf nog extra wilt testen voor de toets!
Wat zijn de leerdoelen van dit leerarrangement?
Aan het einde van de les zal ik in staat zijn om de belangrijkste inhoud van hoofdstuk 5 te begrijpen en deze effectief toe te passen bij het gebruik van de taal, door middel van concrete voorbeelden en toepassingen in de praktijk.
Aan het einde van de les zal ik in staat zijn om de belangrijkste inhoud van hoofdstuk 5 te begrijpen en deze kennis effectief toe te passen bij het voorbereiden op de toets, door middel van het beantwoorden van oefenvragen en het oefenen van de stof.
Hoe gaan we aan de slag?
Wat? Hoofdstuk 5 leren en oefenen door middel van dit online leerarrangement.
Hoe? Zelfstandig op laptops.
Hulp? Kijk goed door de verschillende onderdelen voor informatie, anders docent.
Tijd? De hele les, na de les altijd welkom om thuis verder te oefenen.
Uitkomst? Geleerd en geofenend met de verschillende onderdelen uit hoofdstuk 5.
Klaar? Verder oefenen met de vocabulary, phrases en extra challenge!
Nu hopelijk alles duidelijk is, wens ik jullie veel leerplezier en succes op het voorbereiden van de toets!
Health
Unit 5 is about health.
Let's get ready for this subject, solve this rebus.
Hint: you ask this question when you have a headache...
Voorkennis
Oefening: Voorkennis over Unit 5 activeren
0%
Voordat we beginnen gaan we eerst even opfrissen! Weet jij nog verschillende onderdelen van Unit 5? Test jezelf met de volgende 5 vragen.
Welkom bij de het hoofdkopje "Grammar". In dit onderdeel vind je alle grammar van 5.1 tot en met 5.7. Dit zijn alle onderdelen uit unit 5.
Onder elk kopje vind je uitleg en korte beginner opdrachtjes van de bijhorende grammar. In totaal (alle onderdelen) zijn er 21 vragen. Houd bij elk onderdeel bij hoeveel jij er goed hebt, heb je er 13 of meer goed kan je doorgaan naar extra exercise 2. Zit je daaronder begin je eerst met extra exercise 1 (gemiddeld) en maak je daarna extra exercise 2 (expert).
Veel succes met het oefenen van de grammar!
5.1 Hulpwerkwoorden: must / mustn't
Must en mustn't zijn hulpwerkwoorden die wij gebruiken om aan te geven dat iets moet of niet mag. Mustn't is de ontkennede versie van must.
Na must/mustn't gebruiken wij altijd het hele werkwoord.
Must + hele werkwoord (moeten persoonlijke oorzak / kan niet anders)
We mustvisit her, we haven't seen her in ages!
I mustask you to go home now
Musn't + hele werkwoord (niet moeten / mogen)
I musn't be late to school
You musn'ttell our little secret
Exercise: must/mustn't
5.2 Wel doen! / Niet doen!: imperative
De gebiedende wijs (imperative) wordt gebruikt om commando te geven. De imperative wordt gebruikt door de stam van het werkwoord te gebruiken, dus 'sitting' wordt 'sit'. Een bevel, advies, wens of verzoek wordt tot uitdrukking gebracht.
Wel doen!
Keep quiet
Pick up those shoes
Put your glass on the table
Ask Sara
Niet doen!
Don't scream
Don't say that
And don't tell our secret
Don't ask her out
Exercise: imperatives
Deze opdracht laadt wat langzamer, niks aan de hand. Geduld is een schone zaak!
Een gerund(werkwoord + -ing) is een werkwoord die gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord. Een gerund eindigt altijd op -ing. Een gerund gebruik je net zoals andere zelfstandig naamwoorden als onderwerp, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp.
Je gebruikt gerund als:
Onderwerp:
Dancing is fun!
Having family like you is great.
Na werkwoorden zoals:
- love: I lovesinging!
- stop: They stoppeddating each other.
- start: Anna always startsplanning when she gets homework
- enjoy: We enjoyeating
Na voortzetsels:
I am fond ofdancing
She is worried aboutmaking her exam
Hieronder een kennisclip met een uitgebreide uitleg over de gerund:
5.4 Zou (niet) kunnen: could / couldn't + hele werkwoord
Could/couldn't is niet alleen de verleden tijd van can/can't. Je kan het ook in andere situaties gebruiken zoals: beleefde vragen stellen, om voorstellen te doen en aan te geven dat iets niet of wel mogelijk is.
Kon / kon niet
Eva couldpay more than anybody else
Patrick couldn'tmake his homework
Zou (niet) kunnen
We couldgo to the supermarket
We couldn'tgo to the supermarket, could we?
Om een beleefde vraag te stellen kun je could of may gebruiken.
Could I go to the toilet? / May I go to the toilet?
Exercise: could/couldn't
5.5 Mogen: be allowed to + hele werkwoord
Be allowed to = mag (toestemming krijgen).
Het betekend hetzelfde als can en may = ook allebei mag.
In tegenstelling tot can/could kun je be allowed to in alle tijden gebruiken.
Examples:
He is allowed togo to the toilet now. / He cango to the toilet now. / He maygo to the toilet now.
Can en may kun je niet bij alle werkwoordstijden gebruiken. Bijvoorbeeld bij de past simple, bij deze tense gebruik je dan be allowed to om aan te geven dat iemand iets mag doen.
I wasn't allowed togo home by myself.
She was allowed todo the project by herself last week
Exercise: be allowed to
Oefening: Complete the sentences: be allowed to
0%
Complete the sentences with the correct form of be allowed to + hele werkwoord
Can/can't gebruik je om te zeggen dat iets (niet) mogelijk is, dat iets (niet) mag, om te vragen of iets mogelijk is of mag en om aan te geven dat iemand (niet) over een bepaalde vaardigheid beschikt. Let op: je gebruikt can/can't alleen in de tegenwoordige tijd
•Wake up – woke up – woken up / wakker worden - werd wakker - wakker geworden
Exercise: irregular verbs
----------------------
Extra exercise 1
Extra exercise 2
Oefening: Extra exercise 2
0%
Welkom bij extra exercise 2. Als jij bij de vorige grammar onderdelen 13 punten of hoger heb gehaald, kan je aan de slag met deze extra exercise. Heb jij lager dan 13 gescoord, kan je eerst beginnen met extra exercise 1. Succes!
Hieronder vind je een goede manier om de woorden uit het hoofd te leren, alle woorden van unit 5 staan erin.
Phrases
Lesson 2
Je vertelt wat er aan de hand is
I've had an accident, I've broken my leg and now I'm in hospital in Greece. - Ik heb een ongeluk gehad, mijn been gebroken en nu lik ik in een ziekenhuis in Griekenhuis.
I'm here with my mum. My dad and brother have gone home already. - Ik ben hier met mijn moeder. Mijn vader en broer zijn al naar huis.
And now I'm in a ward with three other patients. - En nu lig ik in een ziekenhuiskamer met drie andere patiënten.
Since the operation, I'm not in pain anymore - Sinds de operatie heb ik geen pijn meer.
Je vraagt om uitleg of je geeft uitleg
Could you tell us how it al happened? - Zou je ons kunnen vertellen hoe het is gebeurd?
Well, it's rather a long story, but to explain in one sentence:... - Nou, het is nogal een lang verhaal, maar om het in één zin uit te leggen:...
It's a complicated fracture and so they had to operate immediately. - Het is een gecompliceerde breuk en daarom moesten ze meteen opereren.
That's also the reason why I'm still in this Greek hospital. - Dat is ook de reden waarom ik nog steeds in dit Griekse ziekenhuis lig.
Je vraagt om hulp of je biedt hulp aan
I'm worried about missing lessons. - Ik maak me zorgen over het missen van lessen.
We will do anything we can to help you. - We zullen alles doen om je te helpen.
Just tell us what we can do for you. - Vertel ons maar wat we voor je kunnen doen.
Could you help me with that? - Kun je me daarmee helpen?
Je voelt met iemand mee
I'm really sorry I can't be with you. - Ik vind het echt jammer dat ik niet bij jullie kan zijn.
We all feel so sorry for you! - We vinden het allemaal zo rot voor je!
It must be horrible to be in a foreign hospital, so far away from home. - Het moet afschuwelijk zijn om in een buitenlands ziekenhuis te liggen, zo ver van huis.
That must have been awful! - Dat moet verschrikkelijk zijn geweest.
Practice phrases lesson 2
In de oefening hieronder kan jij de phrases van lesson 2 oefenen. Rechtsonder vind je verschillende mogelijkheden om de phrases mee te oefenen. De mogelijkheden zijn combineren, leren, test, kaarten en speller. Kijk er even doorheen en kies de mogelijkheid die voor jou het fijnste in gebruik is.
Lesson 4
Je geeft advies
It might be a good idea to stop soon. - Het zou een good idee zijn om snel te stoppen.
Try this cream. - Probeer deze crème.
You mustn't take more than one every four hours. - Je moet er niet meer dan één per vier uur nemen.
In future, be more careful. - Wees voortaan voorzichtiger.
Je beschrijft iets
I'm very hot and sweaty. - Ik ben erg heet en bezweet.
There's a swam of insects up this tree. - Er zit een zwerm insecten boven in deze boom.
My eye started swelling immediately. - Mijn oog begon meteen op te zwellen.
These tablets here are very good. - Deze tabletten zijn erg goed.
Je geeft een reden of een verklaring
It's an emergency! - Het is een spoedgeval!
We need painkillers, because she's in a lot of pain. - We hebben pijnstillers nodig, want ze heeft veel pijn.
I react badly to insect bites. - Ik reageer slecht op insectenbeten.
I can't take those, I have an allergic reaction to them. - Ik kan deze niet nemen, ik krijg er een allergische reactie van.
Je vraagt naar iets
Have you got anything for insect bites? - Heeft u iets tegen insectenbeten?
Can you recommend something else? - Kunt u iets anders aanbevelen?
Do you sell painkillers? - Verkoopt u pijnstillers?
What's the matter? - Wat is er aan de hand?
Je probeert iemand gerust te stellen of te troosten
Poor you! - Arme jij!
Nevermind, I think I've got some cream in my bag. - Geeft niets, ik denk dat ik wat crème in mijn tas heb.
I'm so sorry. - Het spijt me heel erg.
That does look nasty, you poor thing. - Dat ziet er naar uit, arme ziel.
Practice phrases lesson 4
In de oefening hieronder kan jij de phrases van lesson 4 oefenen. Rechtsonder vind je verschillende mogelijkheden om de phrases mee te oefenen. De mogelijkheden zijn combineren, leren, test, kaarten en speller. Kijk er even doorheen en kies de mogelijkheid die voor jou het fijnste in gebruik is.
Extra challenge
Extra writing challenge to practice unit 5
Opdracht:
Je bent op vakantie in een land waar je al een tijdje heen wilt. Je hebt het erg naar je zin en je hebt al veel leuke activiteiten gedaan. Alleen plotseling krijg je een ongeluk en lig je in het ziekenhuis. Je krijgt een berichtje van een vriend/vriendin hoe het daar op vakantie gaat. Nu moet jij alles wat je hebt meegemaakt aan hem/haar uitleggen in een bericht. Het ongeluk, hoe het is in het ziekenhuis, maar ook de leuke activiteiten.
Inhoud bericht:
- Een leuke en informele opening van jouw bericht.
- Leg uit waar je op vakantie bent.
- Vertel 3 leuke activiteiten die je daar al hebt gedaan.
- Vertel het plotselinge ongeluk en hoe je in het ziekenhuis terecht bent gekomen.
- Je ligt in het ziekenhuis in het buitenland, vertel hoe dit is.
- Vertel hoelang je nog moet blijven en hoe je je hierbij voelt.
- Passende afsluiting.
(100-150 woorden)
Zorg ervoor dat je de grammaticale regels gebruikt die zijn uitgelegd in de grammar onderdelen (voorbeeld: I am not allowed to go home for 2 weeks).
Maak gebruik van de woorden en phrases uit Unit 5! Genoeg woorden komen van pas bij het vertellen van jouw ongeluk op jouw droom vakantie. Did they pick you up with an ambulance? Or was it a relief that you didn't break your leg? Gebruik al jouw creativiteit.
Succes!
Final test
✨The end✨
Je bent tot het einde gekomen van dit leerarrangement! Ik hoop dat je veel kennis hebt opgedaan en je nu goed voorbereid aan de slag kan met het unit 5 gedeelte van de toets!
Heb je nog meer oefening nodig, ben jij altijd welkom om thuis nog even een kijkje te nemen op dit leerarrangement.
Ik ben nu wel benieuwd naar jouw mening over dit leerarrangement. Scan de QR-code hieronder en laat mij kort en krachtig weten wat jouw tips en tops zijn voor dit leerarrangement. Mocht jij benieuwd zijn naar andere meningen, vind jij onder de QR-code de resultaten.
Het arrangement Everything you need to know: Unit 5 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Caela Weerman
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-04-07 20:34:51
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Alles wat jij moet weten over Unit 5 op één webpagina. Gebruik deze website voor extra hulp of een goed overzicht te krijgen met alle informatie over Unit 5. Dit arrangement is voor een 3 mavo klas, lesmethode is Yellow Label en het vak is Engels.
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur en 0 minuten
Everything you need to know: Unit 5
nl
Caela Weerman
2023-04-07 20:34:51
Alles wat jij moet weten over Unit 5 op één webpagina. Gebruik deze website voor extra hulp of een goed overzicht te krijgen met alle informatie over Unit 5. Dit arrangement is voor een 3 mavo klas, lesmethode is Yellow Label en het vak is Engels.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Voorkennis over Unit 5 activeren
Fill in the correct form: gerund
Complete the sentences: be allowed to
Exercise: can/can't
Extra exercise 2
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.