Spreken voor 2F

Spreken voor 2F

Vooraf

Welkom bij de online module Stage Stories: Jouw Ervaringen in de Retail (Spreken voor 2F).

Wat kan ik straks?

Dit leermateriaal bereidt jou voor op het examen Spreken aan het einde van deze periode. Je leert onder andere:

  • Hoe je een presentatie mooi kan vormgeven
  • Hoe je het publiek kan boeien
  • Hoe je energiek overkomt

 

Wat ga ik doen?

Daarom duiken wij dieper in op de volgende onderdelen:

  1. Spreekdoelen en Publiek
  2. Structuur
  3. Non-verbale communicatie
  4. Taalgebruik en Presentatietechnieken

1 Spreekdoelen en Publiek

Waarom?

Als je een presentatie houdt, wordt het overbrengen van een boodschap mede bepaald door de manier waarop je dat doet (non-verbale communicatie).
Het is daarom belangrijk dat je geloofwaardig en daadkrachtig overkomt. Hieronder enkele tips.

Tips voor de presentatie:

  • Stel jezelf voor en motiveer je onderwerpskeuze.
  • Vertel enthousiast en betrokken.
  • Kijk je klas regelmatig aan (maak oogcontact).
  • Ondersteun je woorden met gebaren (maar die moeten wel bij je passen).
  • Sta rechtop (leun niet ergens tegen aan).
  • Reageer op reacties (wacht bijvoorbeeld tot het weer stil is na gelach of onrust).

Spreekdoelen

Mark Rutte informeert (docent) en overtuigt (politicus) zijn publiek
Mark Rutte informeert (docent) en overtuigt (politicus) zijn publiek

Er zijn verschillende soorten spreekdoelen: informeren, overtuigen, vermaken en inspireren.

 

Spreekdoel

Omschrijving

Voorbeeld

Informeren

Het doel is om informatie te delen met het publiek en hun kennis over een onderwerp te vergroten.

Een docent die informatie geeft over het gebruik van een nieuw educatief hulpmiddel in de klas.

Overtuigen

Het doel is om het publiek te overtuigen van een standpunt of idee en hen te motiveren tot actie.

Een politicus die een toespraak houdt om kiezers te overtuigen om op hem te stemmen bij de volgende verkiezingen.

Vermaken

Het doel is om het publiek te amuseren, te vermaken en hen te laten genieten van de presentatie.

Een cabaretier die een stand-up comedy act uitvoert voor een publiek.

Inspireren

Het doel is om het publiek te inspireren, te motiveren en hen aan te zetten tot actie.

Een keynote spreker op een conferentie die een inspirerende toespraak houdt om het publiek te motiveren en te activeren om de wereld te verbeteren.

Opdracht in de klas

  1. Jullie worden in vier groepen verdeeld.
  2. Elke groep krijgt een verschillend spreekdoel (informeren, overtuigen, vermaken of inspireren).
  3. Elke groep bereid een korte presentatie voor (in ongeveer 5-7 minuten) die past bij het toegewezen spreekdoel

 

Actie!

Tot slot gaan wij nabespreken:

  1. Was het spreekdoel duidelijk? Zo ja, wat was het spreekdoel? Zo nee, wat was er verwarrend aan?
  2. Was de presentatie interessant en boeiend? Zo ja, wat maakte het interessant en boeiend? Zo nee, wat ontbrak er aan de presentatie?

 

 

Publiek

Publiek

 

Je praat anders tegen je ouders, opa en oma's en docenten dan tegen je matties. Hoe komt dat?
Tijdens je presentatie presenteer je op een formele manier. 

Formeel Informeel
   
Formeel taalgebruik wordt gebruikt in situaties die als serieus, professioneel of beleefd worden beschouwd. Informeel taalgebruik wordt gebruikt in situaties die als informeel, casual of persoonlijk worden beschouwd.
Voorbeeld: Een sollicitatiegesprek Voorbeeld: Een informeel gesprek met vrienden
Voorbeeldzinnen: "Geachte heer/mevrouw, ik solliciteer naar de functie van administratief medewerker." Voorbeeldzinnen: "Hey, hoe gaat het met jou? Zullen we vanavond samen iets gaan drinken?"

 

 

 

 

Kijkopdracht

Bekijk de twee video's en beantwoord daarna drie vragen.

 

Vragen

  1. Wat is het doel van de video?
  2. Heeft de maker van de video een bepaald publiek in gedachten gehad? Zo ja, wie zou dit publiek zijn?
  3. Zijn er bepaalde kenmerken in de video die wijzen op een specifiek publiek, zoals taalgebruik, beelden of onderwerpen?

Video 1: NOS Jeugdjournaal

Video 2: Daniel Arends over de ''omgekeerde postbezorger''

Klaar? Controleer hieronder je antwoorden met het antwoordformulier. 

Toepassingsoefening toespraak

Opdracht 

Stap 1 Publieksprofiel maken 

individueel 

  1. Iedereen gaat een fictief persoon bedenken die ze als publiek willen aanspreken, bijvoorbeeld een 25-jarige student, een 50-jarige zakenvrouw of een 70-jarige gepensioneerde.
  2. Je beschrijft je persoon op basis van demografische gegevens (leeftijd, geslacht, opleiding, beroep, etc.), interesses (hobby's, sport, cultuur, etc.) en verwachtingen (waarom komen ze naar de presentatie, wat hopen ze te leren of te ervaren, etc.).

 

Stap 2 Toespraak houden 

in viertallen 

  1. Elke student geeft een korte toespraak waarin ze hun spreekdoel en publiek duidelijk maken en hun boodschap aanpassen aan het publiek.
  2. Andere studenten stellen vragen over het publieksprofiel en geven feedback op de toespraak.

Toespraak koningin

Toespraak van onze voormalige koninging.

Voor welk publiek houdt ze haar toespraak?

Wat valt je op? Hoe komt dit?

Eindopdracht

Je leest hieronder twee keer dezelfde toespraak over het gebruik van mobieltjes in de klas

Waar zitten de verschillen in? Aan wie is de toespraak gericht? Hoe herken je dat?

 

Toespraak 1

Toespraak 2

Beste klasgenoten,

 

Vandaag wil ik het hebben over het gebruik van mobiele telefoons in de klas. Sommige mensen gebruiken hun telefoon om aantekeningen te maken of informatie op te zoeken, maar vaak zijn we afgeleid door social media, spelletjes en andere apps. Daarom moeten we nadenken over of het gebruik van mobiele telefoons ons helpt om te leren of juist afleidt.

 

Ik denk dat we ons moeten concentreren op wat de leraar ons probeert te leren en minder tijd moeten besteden aan onze telefoons tijdens de les. Als we ons richten op de lesstof, kunnen we betere resultaten behalen en meer leren tijdens onze educatieve ervaring.

 

Laten we daarom ons best doen om onze telefoons minder te gebruiken tijdens de les. Bedankt voor het luisteren.

 

 

 

Geachte Koning,

 

Met uw welnemen zou ik graag uw aandacht willen vestigen op het onderwerp van het gebruik van mobiele telefoons in de klas. Het is waar dat sommige personen hun telefoon gebruiken om notities te maken of informatie op te zoeken, echter kunnen we door de afleiding van sociale media, spelletjes en andere apps ons afvragen of de telefoon werkelijk bijdraagt aan het leerproces.

 

Het is mijn mening dat we ons dienen te richten op de leerstof die de leraar aanbiedt, om zo ons leerproces te optimaliseren en betere resultaten te behalen. Door ons te concentreren op onze telefoons, wordt dit leerproces verstoord.

 

Ik ben van mening dat het gebruik van mobiele telefoons in de klas gereduceerd dient te worden en we ons dienen te richten op de inhoud die de leraar ons biedt. Dit zal een positieve bijdrage leveren aan ons leerproces en ons in staat stellen om meer uit onze educatieve ervaring te halen.

 

Met hoogachting,

 

 

 

 

Aan de slag 

Schrijf nu zelf een korte toespraak gericht op een specifieke doelgroep. Deze maak je in je reader. 

 

Klaar

Ga in gesprek met je medestudent en kom erachter aan wie de toespraak is gericht. Waar herkennen jullie dat aan? 

2 Structuur presentatie

Van chaos naar structuur
Van chaos naar structuur

Waarom?

Het volgende onderdeel is de structuur van je presentatie.

Logische opbouw

  • Structuur helpt je om je presentatie georganiseerd en logisch op te bouwen. Dit maakt het makkelijker voor je publiek om je te volgen en te begrijpen wat je wilt overbrengen.

Belangrijkste informatie

  • Een duidelijke structuur zorgt ervoor dat je de belangrijkste informatie kunt benadrukken en dat je publiek dit gemakkelijker kan onthouden.

Tijd

  • Structuur helpt je om de juiste hoeveelheid tijd te besteden aan elk onderdeel van je presentatie. Hierdoor voorkom je dat je te veel tijd besteedt aan onbelangrijke details en dat je te weinig tijd hebt voor de belangrijke zaken.

Zelfvertrouwen

  • Een goede structuur kan je zelfvertrouwen geven tijdens het presenteren. Als je weet dat je presentatie logisch is opgebouwd, kun je je beter concentreren op de inhoud en het contact maken met je publiek.

 

Inleiding, kern, afsluiting

Het eerste wat belangrijk is bij je presentatie is dat deze is opgedeeld in drie onderdelen:

  • Inleiding
  • Kern 
  • Slot 

 

Bekijk de video van het Taallokaal

Taallokaal Inleiding kern Slot

Meer oefenen? Klik op deze link
Via Cambium Ned lees/leer je meer over Inleiding Kern Slot

Verdieping

Inleiding  

Het begin van je presentatie is ontzettend belangrijk.

Er zijn vier sterke manieren om je presentatie op een toffe manier te beginnen.

Manier Uitleg Voorbeeld
1 Een vraag stellen Begin met het stellen van een vraag aan het publiek. "Wie van jullie is er wel eens naar het buitenland op vakantie geweest?"
2 Citaat of uitspraak gebruiken Gebruik een citaat of uitspraak die past bij het onderwerp. "Zoals Shakespeare ooit zei: 'All the world's a stage' en vandaag staan we hier om te spreken over podiumkunsten."
3 Een anekdote vertellen Begin met een kort, persoonlijk verhaal. "Toen ik jonger was, was ik altijd doodsbang om in het openbaar te spreken. Maar dankzij mijn vader die me een keer overhaalde om in de kerk te spreken, begon ik het steeds leuker te vinden."
4 Statistiek of feit presenteren Gebruik een statistiek of feit om de aandacht te trekken. "Wist je dat meer dan de helft van de mensen ooit wel eens last heeft gehad van spreekangst? Dat zijn er meer dan je zou denken!"

De kern

De kern is niet zo spannend. Hierin vertel je al jouw informatie over jouw onderwerp. Dit doe je het liefst wel op een leuke manier. Vertel vanuit je eigen ervaring. Zo houd je het interessanter voor het publiek.

 

Slot

Hoe jij je presentatie afsluit is erg belangrijk. Welk gevoel laat je na bij je publiek?

Er zijn drie goede manieren om je presentatie af te sluiten:

Manier Uitleg Voorbeeld
1 Samenvatting geven Trek een conclusie of doe een ''call-to-action''. "Samengevat hebben we vandaag besproken waarom sporten zo belangrijk is voor onze gezondheid en hoe we dit kunnen integreren in ons dagelijks leven. Ik hoop dat jullie allemaal gemotiveerd zijn om meer te gaan bewegen en een gezonde levensstijl te omarmen."
2 Herhalen van de kernboodschap Herhaal de kernboodschap in andere woorden   "Dus kort samengevat: duurzaamheid is niet alleen belangrijk voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid en toekomstige generaties."
3 Een vraag stellen Eindig de presentatie met een vraag om het publiek aan het denken te zetten  "Dus de vraag is, waarom zouden we kunst onderschatten? Zou de wereld niet mooier zijn als we allemaal meer aandacht zouden besteden aan kunst?"

 

 

Manieren om te beginnen

Manieren om af te sluiten

Kijkopdracht

 

Bekijk bovenstaande video's.

Schrijf per video twee tips op die je gaat toepassen.

Bespreek jouw tips met een klasgenoot. Welke tips heeft hij/zij opgeschreven? Waarom?

Hulp

 

Nog steeds moeite met de opbouw van je presentatie? Gebruik onderstaand voorbeeld

Let op: gebruik de structuur maar pas wel alles aan.

Toepassingsoefening structuur

3 Non-verbale communicatie

Waarom?

Soms zegt men wel eens: wát je zegt maakt niet uit. Hóe je het zegt is veel belangrijker.

Daar gaat dit onderdeel over. Hoe ''verpak'' jij jouw boodschap? Hóe vertel je jouw verhaal?

Non-verbale communicatie is hier onmisbaar in.  

Belang non-verbale communicatie

Lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en stemgebruik

 

Hoe zat het ook alweer? Waarom is non-verbale communicatie zó belangrijk? En is het belangrijker hoe je iets zegt, dan wat je zegt?

Heb je het weer helder? Bekijk onderstaande video met hierin fragmenten uit series en films. Beantwoord de vragen uit de video.

Hoe voelen zij zich? 
Hoe verhoudt dit in tegenstelling tot wat zij zeggen?

Wat wordt er gezegd? En wat zie je aan lichaamstaal?

Toepassingsoefening

Tijdens deze les doen we activiteiten in de klas, waarin het belang van non-verbale communicatie duidelijk wordt.

4 Taalgebruik en presentatietechnieken

Waarom?

Taalgebruik gaat over de manier waarop je iets vertelt.  

Je hebt straks alles op orde. Je weet voor wie je presenteert (publiek), je hebt je presentatie gestructureerd (inleiding, kern, slot). Nu ga je jouw informatie op een mooie manier vormgeven, bijvoorbeeld met PowerPoint of Prezi.

Dit is de laatste stap.

 

Tips voor je taalgebruik:

  • Varieer je stemgeluid en volume (niet te hard of zacht).
  • Varieer je tempo en spreek vooral niet te snel.
  • Varieer je intonatie (een beetje overdrijven kan geen kwaad).
  • Spreek verstaanbaar en goed Nederlands.
  • Pas je woordgebruik aan je publiek aan.
  • Pas op voor formeel taalgebruik.
  • Vermijd het gebruik van stopwoorden: zeg maar, dat wil je niet weten, dat is echt mijn ding, gesnopen? ja toch? uh.

Jargon en vaktaal

Visuele hulpmiddelen

Toepassingsoefening presentatie

Terugblik

In les 2 hebben we het gehad over de structuur van een presentatie.

 

De opdracht

Maak een korte presentatie (ongeveer 5-10 minuten) waarin je een bepaald onderwerp presenteert, maar waarbij je een aantal bewuste taalfouten maakt.

De opdracht is dat je medestudenten tijdens jouw presentatie zo veel mogelijk van deze fouten moeten noteren. Na afloop van de presentatie verzamel je alle notities en bespreek je samen met de klas welke fouten er zijn gemaakt en hoe deze verbeterd kunnen worden.

De presentatie moet uiteraard ook inhoudelijk kloppen, dus let erop dat je niet alleen taalfouten maakt maar ook een logische en duidelijke opbouw hebt.

Mogelijke onderwerpen toepassingsoefening

Mogelijke onderwerpen

Moeite met het bedenken van een onderwerp? Mogelijke onderwerpen:

Onderwerp

Toelichting

  1. Klimaatverandering

De impact ervan op onze planeet en hoe we het kunnen verminderen

  1. Technologie

Invloed van technologie op onze maatschappij en hoe we het kunnen gebruiken voor positieve veranderingen.

  1. Cultuur en identiteit

wat betekent het om deel uit te maken van een cultuur of gemeenschap en hoe kan dat ons beïnvloeden?

  1. Wereldgeschiedenis

wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereldgeschiedenis en hoe hebben ze de wereld gevormd waarin we nu leven?

  1. Globalisering

wat is globalisering en wat zijn de economische, politieke en culturele gevolgen daarvan voor ons allemaal?

 

 

  1. Gezondheid en welzijn

             hoe kunnen we gezonder leven en ons welzijn verbeteren in een drukke en vaak stressvolle wereld?

Afsluiting

Bijna klaar!
Bijna klaar!

De module zit er alweer op!

Je hebt vier onderwerpen gehad die belangrijk zijn bij presenteren: (1) Spreekdoelen & Publiek, (2) Structuur van een presentatie, (3) Non-verbale communicatie en (4) Presenteertechnieken.

 

Hieronder volgen twee afsluitende oefeningen waarin alles terugkomt. 

Test je kennis 1

Presentatie Sanne Wallis de Vries

Bekijk de video.

Spreekbeurt

Beoordeel de spreekbeurt op de volgende aandachtspunten:

Aandachtspunten Commentaar
Stelt ze zich voor en motiveert ze haar onderwerpskeuze?  
Varieert ze haar tempo, spreekt ze niet te snel?  
Hoe is haar intonatie?  
Spreekt ze verstaanbaar en goed Nederlands?  
Past het woordgebruik bij het publiek?  
Maakt ze veel lange of korte zinnen?  
Gebruikt ze formeel taalgebruik?  
Gebruikt ze stopwoorden?  
Is het stemgeluid niet te hard/zacht?  
Is ze enthousiast en betrokken?  
Ondersteunt ze haar woorden met (passende) gebaren?  
Kijkt ze regelmatig de zaal in?  
Staat ze rechtop?  
Wacht ze tot het weer stil is na gelach, geklap of onrust?  

 

Heb je het overzicht ingevuld? Bekijk dan het voorbeeldantwoord.

Antwoord: Spreekbeurt

Test je kennis 2

Spreekbeurt over kippen - Guido Weijers

Bekijk eerst de aandachtspunten:

  • stemgeluid
  • tempo
  • intonatie
  • verstaanbaarheid
  • goed taalgebruik
  • stopwoorden
  • onderwerpkeuze
  • enthousiasme
  • oogcontact
  • gebaren
  • lichaamshouding
  • reacties op publiek
  • aandacht vasthouden

Houd de aandachtspunten in je achterhoofd tijdens het bekijken van de video.

 

 

 

Spreekbeurt kippen

Kies drie of vier aandachtspunten uit en geef aan hoe je vindt dat Guido Weijers daar mee omgaat.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Samenvattend

Presenteren

Als je een onderzoekje hebt gedaan, een werkstuk hebt gemaakt of een boek hebt gelezen, moet je daarover vaak een presentatie (spreekbeurt) houden voor je klasgenoten. Je presenteert nooit je hele werkstuk of onderzoek, maar je selecteert de belangrijkste informatie.

Die informatie presenteer je met een Powerpointpresentatie, een Prezi of bijvoorbeeld een poster. De tekst en plaatjes moeten je verhaal ondersteunen. De tekst moet dus kort en krachtig zijn. Gebruik daarom losse woorden of hele korte zinnen. Plaats de woorden en zinnen puntsgewijs onder elkaar en druk de tekst zo groot (20-puntsletter) af dat iedereen het kan lezen.

Zo bereid je een presentatie voor:

  • Maak een indeling van je presentatie: inleiding, middenstuk en slot.
    Bedenk vervolgens wanneer je welke informatie vertelt.
  • Maak je Powerpointpresentatie, prezi of poster.
  • Maak een spiekbriefje.
  • Oefen je presentatie thuis of voor je vriend(in).
    Je kunt ook een filmpje van jezelf opnemen en terugkijken als je je spreekbeurt oefent.
  • Check of alle hulpmiddelen goed werken.

Zo houd je een presentatie:

  • Praat rustig en duidelijk.
  • Spreek met een klein beetje overdrijving, dan komt je verhaal beter aan bij je publiek.
  • Let goed op je houding tijdens je presentatie:
    - Sta rechtop met twee voeten op de grond.
    - Stop je handen niet in je zakken.
    - Maak contact met je publiek door zoveel mogelijk de klas in te kijken.
  • Geef tijdens de presentatie geen foto’s door in de klas, maar laat ze voor de klas zien.
  • Zorg ervoor dat ook leerlingen achter in de klas je plaatjes en foto’s kunnen zien.

Je kan het format hieronder gebruiken voor de presentatie van je werkstuk. Volg de instructies:

Gebruik het format maar pas alles aan.