Deze quest gaat over de pluriforme samenleving en over migratie.
De quest hoort bij het domein M&M, specifiek bij de vakken Aardrijkskunde en Geschiedenis
Je leert wat een pluriforme samenleving is en dat er veel verschillende culturen binnen en pluriforme samenleving zijn. Ook leer je wat migratie is en wat de redenen van migratie kunnen zijn.
Welke producten moet je leveren?
Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:
De opdrachten (deel 2)
De eindopdracht (deel 3)
Actieve deelname aan de verplichte blox
VERWACHTINGEN VOORDAT JE BEGINT
Deze quest wordt ondersteund met een chatgroep via Teams.
Zorg dat je jezelf inschrijft bij mevrouw van der Reijden als je vragen hebt over de opdrachten of bij mevrouw Scheringa als je vragen hebt over de eindopdracht.
Er is één verplichte blox bij mevrouw van der Reijden waar je automatisch voor wordt ingeschreven.
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een pluriforme samenleving inhoudt.
Je kunt benoemen wat iemands cultuur bepaalt.
Je kunt uitleggen wat migratie is en bepalen of er sprake is van een migratiecrisis.
Je kunt vanuit verschillende dimensies bepalen wat de push- en pullfactoren zijn om te migreren.
Je kunt een onderzoek doen naar de vroegere migratiestromen in Nederland.
Rubric
In de rubric hieronder zie je hoe je werk beoordeeld gaat worden.
eXplore miles
Deze quest levert jou 10 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle producten op tijd levert.
➜ Maak een tegel aan in Egodact met de titel van deze quest en het aantal XM dat erbij hoort.
➜ Beschrijf daarin bij 'Mijn Motivatie' waarom je deze quest tot een goed einde zou willen brengen. Let op! Deze quest doorloop je volledig zelfstandig!!
➜ Beschrijf bij 'Wat ik er al over weet' wat je al over migratie weet.
➜ Beschrijf bij 'Hoe ga ik het aanpakken' hoe je te werk denkt te gaan, bijv deelname BloXen / vaak contact met coach zoeken / zelfstandig doorwerken / etc.
Uitvoering
Checklist
➜ Kopieer de checklist hieronder in je logboek in je Egodact-tegel.
➜ Link gedurende de quest de onderdelen van de checklist aan je werk in Seesaw.
Onderdeel 2 Opdrachten
2a. Typisch Nederlands
2b. Pluriforme samenleving
2c. Migratie
2d. Migratiecrisis
2e. Mythes over migratie - verplichte blox
Onderdeel 3 Eindopdracht
Onderdeel 4 Afronding
2. Opdrachten
2a. Typisch Nederlands
Wat is typisch Nederlands?
Vraag 1. Maak een lijstje van 10 typisch Nederlandse zaken en gewoontes. Zoek bij ieder punt een afbeelding erbij.
Gebruik voor het lijstje onderstaande vragen:
Wat zijn typisch Nederlandse lekkernijen?
Zijn er typisch Nederlandse tradities en/of feesten?
Welke spelletjes zijn typisch Nederlands?
Zijn er typisch Nederlandse sporten?
Waar praten (klagen) Nederlanders graag over?
Zijn er bloemen die typerend zijn voor Nederland?
Is er een kleur die symbool staat voor Nederland?
Welk project ter bescherming van het zeewater is typisch Nederlands?
Waar staat de Nederlander om bekend, qua geld uitgeven?
Is er een muzieksoort, die typisch Nederlands is?
Vergelijk je lijstje met dat van je klasgenoot. Hebben jullie veel verschillen?
2b. Pluriforme samenleving
In 2a heb je gekeken naar typisch Nederlandse zaken. Maar in Nederland wonen niet alleen mensen met een Nederlandse cultuur, in een land woon je samen met anderen! Daarom heet de groep mensen die in een land samen leven een samenleving. Vaak heeft deze groep mensen dezelfde gewoontes en gedrag. Je kunt dan zeggen dat ze dezelfde cultuur hebben. Maar er zijn ook veel verschillen tussen mensen. Als je in Friesland woont, praat je anders dan als je in Limburg woont. En ook tussen het leven in de Achterhoek en het leven in Amsterdam zijn er grote verschillen.
Daarnaast wonen er in Nederland mensen uit zo'n 190 verschillende landen. Die mensen hebben een stukje van hun eigen cultuur meegenomen naar Nederland. Dat maakt Nederland een pluriforme samenleving.
Vraag 2. Leg uit wat een pluriforme samenleving inhoudt.
Vraag 3. Vul onderstaande tabel in met 19 vragen en plaats de uitkomst in egodact.
Wat vind jij van de pluriforme samenleving? Wat is jouw bijdrage aan de samenleving? Heb je vertrouwen in de samenleving? Klik eerlijk aan wat je vindt en bekijk waar je staat.
1 telt als 1 punt, 2 als 2 punten, enz.
Tel de punten bij elkaar op en bekijk waar jij staat.
Ik vind het leuk dat er allerlei restaurants uit andere landen zijn.
2.
Het is een verrijking van de cultuur als er allerlei verschillende soorten mensen zijn.
3.
Ik ben anders dan anderen en daar ben ik trots op.
4.
Mensen moeten meedoen aan de samenleving om alles goed te laten lopen.
5.
Mensen mogen zichzelf zijn als ze zich maar aan de wet houden.
6.
Iedereen heeft dezelfde rechten, daar blijf ik vanaf.
7.
Ik zoek vrienden die net even een tikkie anders zijn dan anderen.
8.
We zijn er allemaal verantwoordelijk voor dat iedereen kan zijn wie hij wil.
9.
Het maakt me niet uit wie het is. Als iemand in de problemen zit dan help ik.
10.
Nederland is nog lang niet vol, we kunnen veel meer vluchtelingen binnen laten die dat nodig hebben.
11.
Ik leer veel van andere mensen.
12.
Als er fouten in de samenleving zitten dan moeten we daar samen wat aan doen.
13.
Het is belangrijk om verdraagzaam te zijn ten opzichte van mensen met een andere cultuur.
14.
We kunnen veel leren van andere culturen.
15.
Iedereen heeft recht op zijn eigen tradities en feesten.
16.
Het is belangrijk dat we allemaal zorgen dat iedereen gelijkwaardig behandeld wordt.
17.
Als ik iets wil veranderen dan heb ik de steun van anderen nodig.
18.
Als iemand een nare opmerking over andere mensen maakt, dan vind ik dat vervelend.
19.
Het is belangrijk dat alle landen zorgen dat vluchtelingen opvangen worden
Tel nu je punten bij elkaar op en lees de reflectie.
Reflectie:
20-40 punten: Je hebt weinig vertrouwen in andere mensen, samenleven en in de invloed die je hebt om de samenleving leuk te maken.
41-60 punten: Je hebt aan de ene kant twijfels over andere mensen, samenleven en in de invloed die je hebt om de samenleving leuk te maken, terwijl je aan de andere kant dat toch belangrijk vindt.
61-80 punten: je hebt vertrouwen in andere mensen, samenleven en in de invloed die je hebt om de samenleving leuk te maken.
81-95 punten: je hebt heel veel andere mensen, samenleven en in de invloed die je hebt om de samenleving leuk te maken.
Bekijk onderstaand filmpje en beantwoord vraag 4 - 7.
Vraag 4. Geef minimaal 3 eigenschappen van mensen die hun cultuur bepaalt.
Vraag 5. Leg uit wat het verschil is tussen 'waarden' en 'normen'.
Vraag 6. Leg uit wat het verschil is tussen een autochtoon en een allochtoon persoon. Leg ook uit waarom we in Nederland deze begrippen niet meer gebruiken.
Vraag 7. Welke vier kenmerken worden er onderscheiden in het filmpje? Leg van elk kenmerk kort uit wat ermee bedoeld wordt.
2c. Migratie
Wanneer er over migratie gesproken wordt, wordt er een onderscheid gemaakt tussen 'immigranten' en 'emigranten'.
Vraag 8. Geef een korte omschrijving in je eigen woorden van het begrip migratie.
Vraag 9. Geef vervolgens van de begrippen 'immigranten' en 'emigranten' een korte omschrijving en leg vervolgens uit wat het verschil is tussen de twee begrippen.
Bij vraag 9 heb je gekeken naar immigranten en emigranten. Als je immigratie- en emigratiecijfers over een aantal jaren met elkaar vergelijkt, weet je of Nederland een immigratieland of een emigratieland is.
Bekijk deze tabel met cijfers uit 2018.
Immigratie
241.000 mensen.
Emigratie
153.000 mensen.
Migratiesaldo
88.000 mensen.
Als er meer mensen naar Nederland komen dan er vertrekken, spreken we van een positief migratiesaldo of een vestigingsoverschot. Als er meer mensen uit Nederland vertrekken dan er binnenkomen, spreken we van een negatief migratiesaldo of een vertrekoverschot.
Vraag 10. Bekijk onderstaande grafiek. Wat wordt er op de horizontale en verticale as weergegeven?
Vraag 11. Wat vind jij: is Nederland een immigratieland of een emigratieland? En waarom denk je dat?
Mensen kunnen om verschillende redenen migreren. Binnen het vak Aardrijskunde onderscheiden we verschillende dimensies. Onder andere de politieke dimensie, sociaal-culturele dimensie, natuurlijke dimensie en de economische dimensie.
Bekijk onderstaand filmpje tot 1.26 en beantwoord vraag 12 en 13.
Vraag 12. Leg uit wat een push factor is én wat een pull factor is.
Vraag 13. Geef vanuit alle vier de dimensies twee push factoren én twee pull factoren. Doe dit door onderstaande tabel in te vullen.
2d. Migratiecrisis
Veel mensen stellen dat er sprake zou zijn van een migratiecrisis, maar is dat ook wel echt zo?
Vraag 14. Bekijk dit filmpje van Hans Rosling en geef antwoord op de titel van het filmpje 'Why Boat Refugees Don't Fly!'
Lees het artikel 'Er is geen migratiecrisis, zeggen experts van over de hele wereld' via deze link. Beantwoord vervolgens vraag 15 en 16.
Vraag 15. Geef per uitspraak aan of deze goed of fout is. Geef een verklaring voor jouw antwoord in één zin.
A. 9 van de 10 migranten uit Afrika komt hier met een visum (officiële toestemming om een land binnen te mogen reizen) en het vliegtuig.
B. De meeste migratie is regionaal (binnen een land).
C. Migratie is een bedreiging.
D. Steden zijn pragmatischer (opzoek naar een praktische oplossing) in het opvangen van migranten dan landen.
Vraag 16.
Leg uit waarom én voor wie er een win-win situatie zou zijn bij tijdelijke arbeidsmigratie.
Leg uit hoe het ‘comprehensive ranking system’ in Canada werkt.
Noem 3 factoren die eraan bijdragen dat een migrant wordt toegelaten tot Canada.
2e. Mythes over migratie - verplichte blox
Voor onderdeel 2e ga je één verplichte blox volgen. Als voorbereiding op deze verplichte blox is het belangrijk dat je onderstaande stellingen goed hebt doorgelezen én hebt opgeschreven of je denkt dat dit wel of niet waar is! Leg ook kort uit waarom je dit denkt.
1. Een strenger migratiebeleid leidt automatisch tot minder migratie
2. Het migratiebeleid is strenger geworden
3. Ontwikkelingshulp voorkomt migratie
4. Migranten pikken banen in en zorgen ervoor dat de welvaart in Nederland minder goed gaat
5. Migratie is de oplossing voor vergrijzing (vergrijzing is dat er in een land steeds meer gepensioneerde mensen wonen ten opzichte van jonge werkende mensen)
6. We leven in een tijd van ongekend veel migratie
3. Eindopdracht
Voordat je aan de eindopdracht kan beginnen vraag je om feedback op de opdrachten 1 -16 aan mevrouw van der Reijden!
Migratiestromen uit het verleden
Migratiestromen zijn van alle tijden. De eerste mensen uit de geschiedenis hadden niet eens een vaste woonplaats. De jagers en verzamelaars waren namelijk nomaden (rondtrekkend volk). Deze groepen bewogen mee met de natuur. Zij volgden de dieren die emigreerde met de seizoensveranderingen en zodra het eten op was trokken de jagers en verzamelaars ook weer verder. Zij bleven wel binnen een bepaald gebied! Zij trokken dus niet helemaal mee terug naar Afrika, maar bleven bijvoorbeeld binnen het gebied wat wij nu Nederland noemen. Deze mensen waren dus voortdurend 'on the move'.
Maar de tijden veranderden en zo kwam de landbouwrevolutie en was het voor men niet meer nodig om zich rond te bewegen, zij woonden nu op een vaste plek. Dat betekent niet dat migratie niet meer terug te zien is in de geschiedenisboeken. Integendeel zelfs! We zien door de gehele geschiedenis heen voortdurend migratiestromen; van de ‘Grote Volksverhuizing’ in de 4e en 6e eeuw waar vele Germaanse stammen het West-Romeinse Rijk binnen vielen, tot de migratiestroom van Joegoslavische vluchtelingen in de jaren ’90. De redenen voor migratie waren zeer divers.
Hoe zat dat in Nederland?
In Nederland hebben wij ook vele migratiestromen gekend. Jij gaat nu zelf op onderzoek uit.
Ga naar deze website: https://vijfeeuwenmigratie.nl/
Op deze website zie jij een wereldkaart met verschillende mogelijke filters (die staan er boven) waarmee jij de verschillende redenen voor migratie kan weergeven. Het is belangrijk dat je weet dat dit gericht is op migratie naar Nederland toe!
Stap 1. Zoek een lege wereldkaart op en print deze twee keer uit (Nederland moet goed zichtbaar zijn).
Stap 2. Je kiest twee tijdperken uit die jij interessant vindt om met elkaar te vergelijken.
Stap 3. Je tekent op jouw kaart met verschillende kleuren (dus één kleur per migratie reden) de migratiestromen uit dat tijdperk.
Stap 4. Leg deze twee kaarten nu naast elkaar en beschrijf in 100 woorden wat jou opvalt.
Stap 5. Daarnaast kies je één migratiestroom waar je meer over wilt weten, daar bedenk jij een onderzoeksvraag bij (wie, wat, wanneer, waarom en hoe zijn onderdelen die in een onderzoeksvraag terug moeten komen). En in 150 woorden beschrijf jij de uitkomsten van dit onderzoek.
Ben je klaar met de eindopdracht? Dan zet je het in Seesaw en Egodact en stuur je mevrouw Scheringa een berichtje voor feedback.
4. Afronding
➜ Schrijf in Egodact onderaan je tegel bij 'Terugkijker' een evaluatie aan de hand van de vragen en rubric hieronder waarin je onderstaande vragen beantwoordt:
Hoe lang heb je aan deze quest gewerkt?
Hoe heb je het gedaan volgens de rubric hieronder? Ben je het daar mee eens?
Had je van tevoren zin in deze quest? Waarom wel/niet?
Wat had je verwacht van deze quest? Hoe zijn die verwachtingen uitgekomen?
Wat vond je de leukste opdracht tijdens deze quest? Wat vond je de saaiste?
Hoe vond je je werkhouding tijdens deze quest? Heb je eruit gehaald wat erin zat?
Hoe had deze quest (nog) beter kunnen zijn?
Rubric for self-assessment:
Bronnen
Aanvullende bronnen, links enz. horend bij het onderwerp worden hier op een volgende pagina geplaatst
Het arrangement M&M Nederland is van iedereen! is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.