Hoofdstuk 3: waarneming

Hoofdstuk 3: waarneming

Instructie

Je gaat zo aan de slag met deze site om paragraaf 1 t/m 3 van hoofdstuk 3 te herhalen. De site is opgedeeld is verschillende onderderlen.

Bij het stukje 'informatie' heb je per paragraaf filmpjes en een samenvatting over de stof. Je kan zelf bepalen of je de filmpjes kijkt, welke filmpjes je dan kijkt of dat je de samenvatting leest. Daarna heb je bij het kopje 'oefenen' per paragraaf een oefen opdrachtje. Het is hier ook aan jezelf welke je maakt en hoe vaak je deze maakt.

Halverwege staat een kopje 'oefentoets'. Deze is verplicht. Er komt ook een momentje in de les waarin iedereen deze voor zichzelf kan maken.
Onder de oefentoets staat een evaluatie. Deze is ook verplicht. Hierin staan wat vragen over de inhoud van de site en de site in het algemeen.

Veel succes en plezier!

Leerdoelen

  • Aan het einde van de les heb je de stof van de 3 paragraven herhaalt
  • Aan het einde van de les ken je de meeste begrippen van de paragraven
  • Aan het einde van de les kun je vragen beantwoorden over de stof

Informatie

3.1

Hieronder staat een filmpje met uitleg over de verwerking van prikkels. Deze mag je kijken als je het nog extra uitgelegd wilt hebben. Daaronder staat ook nog een samenvatting van de paragraaf in tekst.

Filmpje:

Samenvatting:

Welke zintuigen heb je?

Orgaan zintuig prikkel
oor gehoorzintuig geluid
oog lichtzintuig licht
neus reukzintuig geurstoffen
tong smaakzintuigen smaakstoffen

huid

 

 

 

- warmtezintuigen

- koudezintuigen

- tastzintuig

- pijnzintuig

hogere temperatuur

lagere temperatuur

hoe voelt een voorwerp aan

pijn

 

Hoe verwerkt je lichaam prikkels?

1. Je zintuigen vangen een prikkel op en zetten het om in een impuls

2. De impulsen gaan door zenuwen naar je hersenen (gevoelszenuwen)

3. Je hersenen vangen de impulsen op en beslissen hoe ze gaan reageren (bewust worden van de prikkel)

4. Door de zenuwen gaan nieuwe impulsen uit de hersenen terug (bewegingszenuwen)

5. Je lichaam reageert

Impuls: een soort elektrisch signaal
Zenuwen: bundels van uitlopers van zenuwcellen

Zenuwstelsel: zenuwen, hersenen en ruggenmerg
Rugenmerg: via hier lopen je zenuwen naar je hersenen

3.2

Er staan hieronder 3 filmpjes, het eerste filmpje benoemd alle onderdelen en de hele werking van het oog, dit is voor als je alle stof herhaalt wil hebben. Denk je dat je het wel al grotendeels weet, maar wil je toch een klein beetje herhaling? Dan kan je het tweede filmpje over pupilreflexen en accomoderen bekijken. Snap je dat ook allemaal al? Dan kan je het derde filmpje bekijken, die neemt je meer door het oog heen en daarin wordt nog wat extra informatie verteld, super interessant! 

Het kan natuurlijk ook zijn dat je helemaal geen filmpje wilt kijken. In dat geval staat er onder de filmpjes ook nog een samenvatting van de paragraaf in tekst.

Filmpje 1:

Filmpje 2:

Filmpje 3: 

Samenvatting:

Wat zie je aan de buitenkant van het oog?

Oogkas: holte in je schedel waar je oog in ligt
Iris: gekleurde gedeelte van het oog
pupil: zwarte rondje/gat in de iris

wenkbrouwen, oogleden en wimpers beschermen tegen zweet en stof
Traanklier: maakt traanvocht. Wordt verspreid over het oog door de oogleden. Beschermt tegen uitdroging, vuil en ontsmet.
Traanbuis: voert vocht en vuil af naar je neus

Hoe werken je ogen?

Je ogen bestaan uit 3 lagen, van buiten naar binnen:

1. Harde oogvlies: Dit is het oogwit. Het is stevig en beschermt de binnenkant. Voor de iris is het doorzichtig --> Hoornvlies
2. Vaatvlies: Hierin zitten de bloedvaatjes waardoor het oog alle stoffen krijgt. Aan de voorkant is het gekleurd --> de iris
3. Netvlies: Hierin zitten de zintuigcellen die het licht opvangen.

Hoe je ogen werken:

1. licht valt op een voorwerp en wordt weerkaatst.

2. Het licht komt het oog binnen door de pupil, via het hoornvlies

3. De lens zorgt voor een scherp beeld op het netvlies

4. De lichtprikkels worden opgevangen en omgezet in impulsen door de zintuigcellen in het netvlies

5. De impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen waar je je bewust wordt van wat je ziet.

Gele vlek: Recht achter de pupil, hiermee zie je het beste
Blinde vlek: Hieraan zit de oogzenuw vast, hier zitten geen zintuigcellen

Glasachtig lichaam: doorzichtige gel waarmee de oogbol is gevuld

Hoe zie je kleuren?

Staafjes  Kegeltjes
zwart, wit en grijstinten kleuren
weinig licht (avond/nacht) veel licht
omliggend in de gele vlek

 

Hoe krijgen je ogen steeds genoeg licht?

Pupilreflexen: groter en kleiner worden van je pupil

Weinig licht: lengtespieren trekken samen, pupil wordt groter, zodat je toch kunt zien

Veel licht: kringspieren trekken samen, pupil wordt kleiner zodat, het netvlies niet beschadigd

Waardoor zie je altijd scherp?

Accomoderen: Boller en platter worden van de lens
Bolle lens: Je ziet scherp van dichtbij
Platte lens: Je ziet scherp van veraf

Straallichaam: Kringspier die om de lens zit.
Het traallichaam zit aan de lens vast met lensbandjes.
- Straallichaam samengetrokken --> lensbandjes slap --> lens boller
- Straallichaam ontspannen --> lensbandjes strak --> lens platter

Nabijheidspunt: Het dichtsbijzijnde punt waar je een voorwerp nog scherp ziet

Wanneer heb je een bril nodig?

Oorzaken voor het nodig hebben van een bril:
- Je ooglens kan niet goed bol of plat worden
- De vorm van je oogbol is niet goed

Verziend: Je ziet verweg scherp, maar van dichtbij minder.
- Het scherpe beeld valt achter je netvlies
- Dit wordt opgelost met een bolle lens --> + lens
 

Bijziend: Je ziet van dichtbij scherp, maar van veraf minder.
- Het scherpe beeld valt voor je netvlies
- Dit wordt opgelost met een holle lens --> - lens

Hoe zie je diepte?

Diepte zien: Je ziet diepte doordat je linker en je rechter oog een ander beeld zien. Deze voegen je hersenen samen.

 

3.3

Hieronder staan 3 filmpjes. In het eerste filmpje wordt alles nog eens erg snel herhaalt. Het tweede filmpje geeft kort een hele simpele uitleg van het oor. Het laatse filmpje test jouw gehoor. 

Helemaal onderaan staat weer een samenvatting in tekst voor als je dat fijner vind.

Filmpje 1:

Filmpje 2:

Filmpje 3:

Tot hoe hoog kan jij horen?

Samenvatting:

Hoe hoor je geluiden?

Geluid: Trillende lucht

Route van geluid:

 

1. Oorschelp: Buitenkant van je oor. Werkt als een soort trechter voor het geluid.
2. Gehoorgang
3. Trommelvlies: Dus vel wat trilt door trillende lucht
4. Gehoorbeentjes: 3 botjes die mee trillen met het trommelvlies (hamer, aambeeld, stijgbeugel)
5. Slakkenhuis: Is gevuld met vloeistof wat gaat trillen door de gehoorbeentjes. Verder zitten er allemaal zintuigcellen met haartjes in die mee trillen.
6. Zintuigcellen zetten de trillingen om in impulsen die via de gehoorzenuw naar de hersenen gaan. Daar wordt je je bewust van het geluid

Oorsmeerklierjes: zitten in de gehoorgang en maken oorsmeer om het oor te beschermen tegen uitdroging en vuil. Ook houdt het het trommellvlies soepel.

Welke geluiden kun je horen?

Lagere toon --> minder trillingen per seconde
Hogere toon --> meer trillingen per seconde
Trillingen per seconde wordt uitgedrukt in hertz (Hz)

Onderste gehoorgrens: laagste toon die organismen kunnen horen
Bovenste gehoorgrens: hoogste toon die organismen kunnen horen
Gehoorbereik: Gebeid tussen beide gehoorgrenzen

Dichter bij gehoorbeentjes --> zintuigcellen + haartjes voor hogere tonen
Verder in het slakkenhuis --> zintuigcellen + haartjes voor lagere tonen
Hogere tonen beschadigen eerder

Geluidsniveau: Hoe hard of zacht een geluid is
Wordt uitgedrukt in decibels (dB)

Veel lawaai --> haartjes + zintuigcellen slijten sneller (bovenste gehoorgens daalt)

 

Waardoor hoor je jezelf slikken?

Buis van Eustachius: Verbind trommelholte aan keelholte en zo aan de buitenwereld.
Dit is nodig om de luchtdruk in de trommelholte gelijk te houden aan die van de lucht om je heen. Als je slikt of gaapt gaat hij even open en hoor je slikgeluiden.

Middenoorontsteking: ontsteking in de buis van Eustachius.(vaak bij verjoudheid of keelontsteking). Vooral bij kinderen, de buis is korter bij volwassenen. 

Oefenen

3.1

3.2

3.3

Oefentoets

Evaluatie

Bronnen APA

Bio Mov. (2016, 5 juni). Van prikkel tot reactie [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=2GcBEpBwWcA

Cactuss. (2017b, januari 24). Onderdelen van het oog - Zintuigen #1 - Cactuss Biologie [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=iv43ruaNmto

Cactuss. (2017c, november 23). Onderdelen van het oor - Zintuigen #3 - Cactuss Biologie [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=zIGtBrQYtyc

DJ J-LI. (2012, 26 maart). oor test / geluids test in hertz - thejaico1 [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=lWSJJ-4d7qo

Koninklijke Visio. (2016, 22 maart). De werking van het oog [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=_tqQIseFm5w

studiostoop. (2013, 11 oktober). Animatie: Hoe werkt je oor? [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=1sSc4nC8Da0

 

 

  • Het arrangement Hoofdstuk 3: waarneming is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Nanna Snoek Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2023-04-12 10:50:26
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In deze wikiwijs heb je alle informatie de eerste drie paragraven van hoofdstuk 3 staan. Je kan hiermee de stof nog herhalen en je kunt oefenen. Er zit ook een oefentoets in die verplicht gemaakt moet worden.
    Leerniveau
    HAVO 1;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/eTDxe6oMRKE
    https://youtu.be/eTDxe6oMRKE
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.