Er staan hieronder 3 filmpjes, het eerste filmpje benoemd alle onderdelen en de hele werking van het oog, dit is voor als je alle stof herhaalt wil hebben. Denk je dat je het wel al grotendeels weet, maar wil je toch een klein beetje herhaling? Dan kan je het tweede filmpje over pupilreflexen en accomoderen bekijken. Snap je dat ook allemaal al? Dan kan je het derde filmpje bekijken, die neemt je meer door het oog heen en daarin wordt nog wat extra informatie verteld, super interessant!
Het kan natuurlijk ook zijn dat je helemaal geen filmpje wilt kijken. In dat geval staat er onder de filmpjes ook nog een samenvatting van de paragraaf in tekst.
Filmpje 1:
Filmpje 2:
https://youtu.be/eTDxe6oMRKE
Filmpje 3:
Samenvatting:
Wat zie je aan de buitenkant van het oog?
Oogkas: holte in je schedel waar je oog in ligt
Iris: gekleurde gedeelte van het oog
pupil: zwarte rondje/gat in de iris
wenkbrouwen, oogleden en wimpers beschermen tegen zweet en stof
Traanklier: maakt traanvocht. Wordt verspreid over het oog door de oogleden. Beschermt tegen uitdroging, vuil en ontsmet.
Traanbuis: voert vocht en vuil af naar je neus
Hoe werken je ogen?
Je ogen bestaan uit 3 lagen, van buiten naar binnen:
1. Harde oogvlies: Dit is het oogwit. Het is stevig en beschermt de binnenkant. Voor de iris is het doorzichtig --> Hoornvlies
2. Vaatvlies: Hierin zitten de bloedvaatjes waardoor het oog alle stoffen krijgt. Aan de voorkant is het gekleurd --> de iris
3. Netvlies: Hierin zitten de zintuigcellen die het licht opvangen.
Hoe je ogen werken:
1. licht valt op een voorwerp en wordt weerkaatst.
2. Het licht komt het oog binnen door de pupil, via het hoornvlies
3. De lens zorgt voor een scherp beeld op het netvlies
4. De lichtprikkels worden opgevangen en omgezet in impulsen door de zintuigcellen in het netvlies
5. De impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen waar je je bewust wordt van wat je ziet.
Gele vlek: Recht achter de pupil, hiermee zie je het beste
Blinde vlek: Hieraan zit de oogzenuw vast, hier zitten geen zintuigcellen
Glasachtig lichaam: doorzichtige gel waarmee de oogbol is gevuld
Hoe zie je kleuren?
Staafjes | Kegeltjes |
zwart, wit en grijstinten | kleuren |
weinig licht (avond/nacht) | veel licht |
omliggend | in de gele vlek |
Hoe krijgen je ogen steeds genoeg licht?
Pupilreflexen: groter en kleiner worden van je pupil
Weinig licht: lengtespieren trekken samen, pupil wordt groter, zodat je toch kunt zien
Veel licht: kringspieren trekken samen, pupil wordt kleiner zodat, het netvlies niet beschadigd
Waardoor zie je altijd scherp?
Accomoderen: Boller en platter worden van de lens
Bolle lens: Je ziet scherp van dichtbij
Platte lens: Je ziet scherp van veraf
Straallichaam: Kringspier die om de lens zit.
Het traallichaam zit aan de lens vast met lensbandjes.
- Straallichaam samengetrokken --> lensbandjes slap --> lens boller
- Straallichaam ontspannen --> lensbandjes strak --> lens platter
Nabijheidspunt: Het dichtsbijzijnde punt waar je een voorwerp nog scherp ziet
Wanneer heb je een bril nodig?
Oorzaken voor het nodig hebben van een bril:
- Je ooglens kan niet goed bol of plat worden
- De vorm van je oogbol is niet goed
Verziend: Je ziet verweg scherp, maar van dichtbij minder.
- Het scherpe beeld valt achter je netvlies
- Dit wordt opgelost met een bolle lens --> + lens
Bijziend: Je ziet van dichtbij scherp, maar van veraf minder.
- Het scherpe beeld valt voor je netvlies
- Dit wordt opgelost met een holle lens --> - lens
Hoe zie je diepte?
Diepte zien: Je ziet diepte doordat je linker en je rechter oog een ander beeld zien. Deze voegen je hersenen samen.