Beroepsvaardigheden

Beroepsvaardigheden

Titelpagina

Cursus: Samenwerkend leren

Namen: Sura Bag (1009270), Sabrina Bopp (1036441), Hiran Derwish (1036042), Cornelieke Geuze (1041925) en Yonca Aliyazicioglu (1034915)

Opleiding: Leraar Gezondheidszorg en Welzijn

Opdrachtgever: LGW, Hogeschool Rotterdam

Begeleidend docent: S.Struijs en S. Lavooij

Datum: 29 januari 2023

 

Inleiding

Beste leerling,

Welkom op de Wikiwijs voor de lessen beroepsvaardigheden. Zoals je weet zal je dit schooljaar voor de eerste keer stage gaan lopen, dit noemen we ook wel beroepspraktijkvorming (BPV).
BPV is een belangrijk onderdeel van jou opleiding die je met een voldoende dient af te ronden om te kunnen diplomeren.

BPV bedoeld om te onderzoeken welk(e) beroep(en) bij jou past, zodat je volgend schooljaar een goede keuze kunt maken voor je vervolg opleiding.

Lessen

Les 1. Beroepspraktijkvorming (BPV)

Lesdoelen

  • Aan het einde van les kan je laten zien hoe je verschillende bedrijven in de sector zorg & welzijn opzoekt en analyeert, om zo te bepalen welke bedrijven bij jou passen
  • Aan het einde van de les kan je jouw keuze voor een specifiek bedrijf onderbouwen met redenen waarom het bedrijf bij jou past

Stage verwachtingen
Binnenkort ga je stage lopen, weet jij wat er van jou verwacht wordt en wat verwacht jij zelf eigenlijk van deze periode? Vul jouw antwoorden in via Mentimeter.

Achteraf zullen we de antwoorden met elkaar bespreken.

Hoe vind je een stage die bij jou past?
Bekijk het filmpje en beantwoord de volgende vragen uit het filmpje:

- Hou je van een groot bedrijf? Of juist een klein bedrijf?
- Ben je heel zakelijk? Of juist niet?
- Hou je van verantwoordelijkheid? Of word je liever begeleid door ervaren mensen?
- Ben je commercieel en altijd uit op winst maken? Of juist niet?
- Ben je een teamplayer? Of werk je liever alleen?
- Hou je van lang lopende projecten? Of van direct resultaat?
- Welk beroep past bij jouw interesses en etnische achtergrond?

Bespreek de antwoorden van de vragen in duo's.

Bekijk nu het onderstaande document. Hierin staan verschillende beroepen binnen de sector zorg & welzijn. Klik op de beroepen aan die jou aanspreken en bekijk de video's 

Praktijkopdracht
Nu je weet wat voor beroepen jij leuk vindt, ga je in het komende lesuur samen met je ingedeelde groepje op zoek naar bedrijven in de buurt die jou aanspreken.

Over 45 minuten ben je terug in het lokaal waar we verder zullen gaan met de laatste opdracht.

Infographic
Samen met je groepje ga je in 30 minuten een infographic maken van je praktijkopdracht. Je presenteert daarna in 5 minuten je infographic aan een ander groepje.

In de infographic worden de onderstaande vragen door jullie beantwoord met foto's, afbeeldingen en tekst. Je kunt hiervoor verschillende programma's gebruiken zoals Canva, Word of PowerPoint.

- Welke bedrijven spreken ons het meeste aan?
- Hoe divers is de cultulere samenstelling in de bedrijven in jullie regio?
- Wat voor werkzaamheden worden er in deze bedrijven uitgevoerd?
- Wat voor vooropleiding heb je nodig om dit beroep uit te voeren?

Les evalutie

  • Hoe vond je het om zelf actief na te denken over wat voor bedrijf er bij je past?
  • Heeft het je meer inzicht gegeven in wat jij belangrijk vindt en wat de bedrijven te bieden hebben?
  • Benoem hoe jij bepaalt welke bedrijven bij jou passen
  • Benoem waarom jij vindt dat deze bedrijven bij jou passen

Les 2. Kwaliteiten ontdekken

Lesdoelen

  • Aan het einde van de les kan je jouw eigen kwaliteiten benoemen en uitleggen waaruit dit blijkt
  • Aan het einde van de les kan je een verband leggen tussen je kwaliteiten en de eisen van een specifieke stage

Kwaliteiten ontdekken
Maak hier de kwaliteitentest om te achterhalen wat jouw kwaliteiten zijn. Het ontdekken van jouw kwaliteiten helpt je straks bij het maken van een solliciatiebrief of het voeren van een solliciatiegesprek. In de meeste solliciatiegesprekken wordt er gevraagd naar je kwaliteiten. Het is vaak lastig om je kwaliteiten te benoemen, je vindt vaak dat je opschept bijvoorbeeld. Dit is niet zo.

 
 

Kwaliteitenspel - team feedback
Nu je een goed beeld hebt van je eigen kwaliteiten is het natuurlijk ook erg interessant om te weten welke kwaliteiten andere mensen in jou zien. Ga in hetzelfde groepje nu de volgende variatie van het spel spelen:

  1. De kaarten worden blind op een stapeltje gelegd.
  2. Pak allemaal een kaart van het stapeltje en ga na bij welk van de andere teamleden deze kwaliteit het beste past.
  3. Leg om de beurt de kaart bij de betreffende persoon neer en vertel waarom. Als de kwaliteit op de kaart niet de exacte omschrijving is die je bij de ander vindt passen, leg je de kaart toch bij de ander neer, maar geef jij je eigen omschrijving van die kwaliteit. Het teamlid dat de kaart ontvangt, vraagt indien nodig om verduidelijking. Als een kaart op geen van de teamleden van toepassing is, wordt deze op een apart stapeltje gelegd.
  4. Het spel gaat door totdat alle kaarten op zijn. Het eindresultaat is dat jij een beeld hebt van hoe de andere teamleden jou zien. Bespreek dit eindresultaat met elkaar. Geef om de beurt aan wat je wel en niet herkent.

Les evaluatie

  • Heb je dingen ontdekt over jezelf door deze opdracht waar je eerder niet aan gedacht hebt?
  • Benoem jouw kwaliteiten en leg uit waaruit dit blijkt
  • Hoe kan je jouw kwaliteiten gebruiken tijdens je solliciatiegesprek en je stage?

Les 3. Sollicitatieprocedure

Lesdoelen

  • Aan het einde van de les kan je de verwachtingen van een stagebedrijf benoemen en uitleggen hoe je hieraan kunt voldoen
  • Aan het einde van de les heb je een professioneel CV opgesteld waarin jouw kwaliteiten naar voren komen
  • Aan het einde van de les heb je een motivatiebrief geschreven die aansluit bij de verwachtingen van een stagebedrijf
  • Aan het einde van de les kan je benoemen hoe je een sollicitatiegesprek moet voeren en welke technieken en voorbereiding hierbij horen

Solliciteren voor een stage? Wat wordt er van mij verwacht?
Je krijgt een goed beeld over wat er van jou verwacht wordt tijdens het stage-traject. Je leert hoe je een motivatiebrief en een CV moet schrijven. Je leert wat je wel en niet moet doen tijdens een stagebezoek. Je leert hoe je een sollicitatiegesprek moet voeren.

Hoe maak ik een motivatiebrief en CV?
In deze opdracht maak je een motivatiebrief waarin je schrijft waarom je graag in aanmerking wilt komen met het stagebedrijf. Je gaat een goed voorbeeld van een CV bestuderen en een eigen creëren. Je levert deze motivatiebrief en CV in bij de docent en ontvangt een persoonlijke feedback.  

Je gaat individueel aan de slag.
1. Bestudeer hoe je een motivatiebrief moet maken. Klik hier om aan de slag te gaan!

Beantwoordt de onderstaande vragen:

  • ​Wat maakt jou een geschikte stagiair?
  • Waarom pas jij bij het bedrijf?
  • Wat vind je leuk aan het bedrijf?
  • Wat kun jij toevoegen als stagiair aan het bedrijf?
  • Hoe sluit de stage aan bij jouw studie?
  • Welke richting wil je op na je studie?
  • Waar zie jij jezelf later werken?
  • Wat zou jij uit deze stage willen halen?
  • Welke activiteiten of hobby’s heb je naast je studie gedaan?
  • Welke bijbaantjes heb je gehad?

2. Verwerk deze vragen in een brief: klik op de hier om je brief in elkaar te zetten.
3. Bestudeer hoe je een CV moet maken. Bekijk hier  voor tips én een voorbeeld van een goede en minder goede CV.
4. Ga nu jouw eigen CV creëren. Je kunt bijvoorbeeld deze website hiervoor gebruiken

Ben je klaar? Lever je motivatiebrief en CV in bij de docent en ontvang persoonlijke feedback.

Waar let ik op bij een stagebezoek?
In deze opdracht leer je hoe je je moet gedragen tijdens een stagebezoek. Je leert wat je beter wel en niet kan doen bij een stagebezoek.

  1. Bedenk bij jezelf waar jij op let bij een stagebezoek. Wat kan je wel doen en wat kan je beter niet doen?
  2. Pak je mobiele telefoon erbij en scan de QR-code                 
  3. Iedereen krijgt 10 minuten de tijd. Noteer de punten waar jij op let bij een stagebezoek. Wat kan je wel doen en wat kan je beter niet doen?
    LET OP! Er mag niet met elkaar gecommuniceerd worden!
  4. Hierna bespreken we klassikaal het resultaat. Er is ruimte om te discussiëren over de resultaten en je vult elkaar aan.

Sollicitatiegesprek voeren
Tijdens een sollicitatie krijg je veel vragen van de werkgever. Het is hierbij erg belangrijk een goede indruk te maken door zelfverzekerd en vastbesloten over te komen tijdens het beantwoorden van de gestelde vragen. In deze opdracht leer je hoe je je gaat voorbereiden op een sollicitatiegesprek. Je leert hoe je een sollicitatiegesprek moet voeren.

  1. Je bespreekt in tweetal de onderstaande vragen en vult ze voor jezelf in:      
  • Hoe kun je het beste contact maken met het BPV-bedrijf?
  • Welke vragen ga je stellen in dit eerste contact? Wat wil je absoluut weten?
  • Hoe presenteer je jezelf als je wordt uitgenodigd voor een gesprek?
  • Welke kleren trek je aan?
  • Wat zeg je als je binnenkomt? Hoe kom je binnen?
  • Als er een receptie is, wat zeg je dan als je je daar gaat melden?
  • Welke afspraken wil je met het bedrijf maken? Bijvoorbeeld over werktijden, het gebruik van je mobiele telefoon, de begeleiding door het bedrijf aan jou, het opnemen van vakantie of vrije dagen, lunchtijden, afmelden bij ziekte, etc.
  • Wat wil je leren tijdens de BPV?
  • Welke informatie geef jij aan het bedrijf? Bijvoorbeeld over het aantal uren dat je stage kan lopen, het aantal weken, aantal dagen in de week, andere belangrijke zaken die het bedrijf moet weten.
  1. Ben je klaar met opdracht 1? Wacht tot iedereen klaar, hierna gaan we klassikaal de vragen bespreken.
  2. Hierna oefen je met deze vragen om vervolgens uit te voeren in een rollenspel. De bedoeling van het rollenspel is het nabootsen van een echt sollicitatiegesprek. De een is een werkgever en de andere een sollicitant. Na het spelen wisselen jullie de rollen om. Het sollicitatiegesprek duurt 10 minuten.
  3. Bespreek na de afloop met elkaar wat er wel goed en wat er niet goed ging tijdens dit sollicitatiegesprek. Geef elkaar 3 tips en 3 tops.

Feedback en Evaluatie - Kringgesprek

Klassikaal zullen we de volgende punten nabespreken:

  • Wat wordt er van je verwacht op een stagebedrijf? Hoe kan je hieraan voldoen
  • Hoe laat jij in de CV zien welke kwaliteiten jij beheerst?
  • Hoe heb jij in je motivatiebrief rekening gehouden met de verwachtingen van het stagebedrijf?
  • Waar let je op tijdens een solliciatiegesprek? Welke gesprekstechnieken gebruik je? En welke voorbereidingen treft je voordat je op solliciatiegesprek gaat?
  • Zijn er nog vragen met betrekking tot de opdrachten?
  • Wat heb je geleerd? Wat vond je lastig? Wat vond je niet lastig?

Les 4. Leerdoelen opstellen

Lesdoelen

  • Na de les heb je minimaal één leerdoel(en) opgesteld voor je stage en heb je dit uitgewerkt in concrete acties
  • Na de les kan je benoemen op welke manier je je leerdoel gaat communiceren met je praktijkbegeleider over de vorderingen je opgestelde leerdoel en waarom dit belangrijk is

Leerdoelen opstellen
Bij de start van jouw stage ga je aan de slag met het opstellen en uitwerken van een leerdoel. Samen met jouw praktijkopleider stel je doelen, die goed uitvoerbaar en haalbaar zijn.

Probeer om samen met je praktijkopleider na een aantal weken te evalueren hoe het gaat en stel het leerdoel (wanneer nodig) tussentijds bij. Aan het eind van je stage evalueer je het leerdoel en vraag aan je praktijkopleider het feedbackformulier in te vullen.

Team discussie
Tijdens het opstellen van jouw leerdoel is het ook fijn om tips te krijgen van iemand anders, is je leerdoel duidelijk? Wat vinden anderen van jouw aanpak? Welke tips hebben zij op de aanpak van jouw leerdoel?

Samen met je groepje van max. 4 personen presenteren jullie je leerdoelen aan elkaar en discussieren jullie waarin de bovenstaande vragen aan bod komen, jullie krijgen hiervoor 5 minuten per persoon.

Pas je leerdoel zo nodig nog aan.

Les evaluatie
Klassikaal zullen we de volgende punten nabespreken:

  • Welk leerdoel(en) stel je jezelf? Hoe pak je dit aan?
  • Heb je jouw leerdoel bijgesteld met feedback die jij hebt ontvangen van jouw klasgenoten? Verklaar je antwoord
  • Waarom is het belangrijk om feedback te vragen van je praktijkopleider op je leerdoel? Wat kan je met deze feedback?
  • Zijn er nog vragen met betrekking tot de opdrachten?

Les 5. Reflecteren op stageperiode

Lesdoelen

  • Na de les kan je eigen ervaringen van de stage benoemen en reflecteer je op je eigen leerproces
  • Na de les heb je middels een vlog je ervaring gepresenteert aan klasgenoten
  • Na de les kan je mondelinge feedback geven aan klasgenoten
  • Je kunt verbeterpunten identificeren en aangeven hoe je dit kan oplossen
  • Na de les kan je met verkregen feedback van praktijkopleider, klasgenoten en docent je eigen opgesteld leerdoelen bijstellen of verbeteren
  • Na de les kan je benoemen hoe je op verschillende situaties probleemoplossend kan handelen

Reflecteren op stageperiode
Jullie zijn nu drie weken op stage geweest en na aanleiding van deze stage en ervaringen die jullie hebben opgelopen gaan we gezamelijk jullie ervaringen bespreken. Dit gaan jullie doen doormiddel van een vlog te maken waarbij jullie elkaar gaan beoordelen.

Vlog maken over de stageperiode.
Jullie gaan in groepjes werken van max 4. personen. Hierbij gaan jullie een verslag maken over jullie stageperiode. Wat moet erin terugkomen?

  • Waar heb je stage gelopen?
  • Wat heb je daar allemaal geleerd?
  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er minder goed en hoe zou je dit de volgende keer anders gaan doen
  • Heb je een goed beeld gekregen over het beroep, wat je misschien later wilt gaan uitvoeren?
  • Was er sprake van culturele diversiteit? Geef hier een korte beschrijving van

Jullie gaan elkaars vlogs bekijken en elkaar hier feedback op geven. Denk hierbij aan een top (wat ging er goed) tip (wat kon er beter) Ook de docent gaat de vlogs bekijken en hierop feedback geven doormiddel van een top en een tip.

Klassikaal bespreken
Na aanleiding van het maken van de vlog zijn er punten naar voren gekomen die verbeterd zouden kunnen worden.

De docent kiest hieruit verschillende problemenstellingen waarbij meerdere oplossingen of meningen mogelijk zijn.
De oplossingen worden op papier gezet en daarna opgehangen. Jullie krijgen nu gekleurde stickers en plak deze bij de beste oplossing of mening. Daarna volgt een klassengesprek over de uitkomsten.

Les evaluatie

Na aanleiding van alle gegeven lessen over het stagelopen willen wij graag weten of jullie tevreden zijn over de lesstof of missen jullie nog iets?

Jullie krijgen allemaal twee verschillende gekleurde papiertjes en op de een zet je een top, wat vond je goed aan de lessen en op de andere zet je een tip, wat miste je of kon beter.

Klassikaal bespreken we het volgende na:

  • Wat vond je ervan om door middel van een vlog je ervaringen te delen?
  • Noem 1 verbeterpunt wat jij in je volgende stage anders wilt aanpakken? En hoe ga je dit aanpakken/oplossen?
  • Wat heb je geleerd van de andere vlogs?
  • Hoe vond je het om feedback te geven aan klasgenoten?
  • Heb je jouw leerdoel behaald? Wat was de feedback van je praktijkopleider?
  • Hoe vond je het om probleemoplossend na te denken over verschillende situaties? Heb je hier iets aan in de toekomst als zo een soortgelijke situatie zich voordoet?

Beoordeling

Onze lessenreeks bevat opdrachten die geen formele evaluatie ondergaan en geen gekoppelde summatieve of formatieve meting hebben. Deze opdrachten zijn informatief en voorbereidend bedoeld, om de studenten te helpen hun vaardigheden te ontdekken en kennis te versterken.

 

Verantwoording

Voordat we zijn begonnen aan de lessenreeks, hebben wij ons verdiept in de begrippen en hebben wij de volgende vraag geformuleerd:
- Wat is 'BPV'?

In de volgende tabbladen wordt dit begrip gedefinieerd, volgt onze analyse van het landelijke beleid en volgt onze verdere verantwoording van de lessenreeks.

Definitie

Eigen definitie - Cornelieke
Een krachtige, contextrijke leeromgeving, ontworpen door onderwijs en beroepspraktijk samen, waardoor het leren meer betekenis krijgt en innovaties organisch worden geborgd in het onderwijsprogramma.’’

Werkend leren in de beroepspraktijk wordt direct verbonden met expliciete kennis en wordt de theorie benaderd vanuit de praktijk. De relatie met de reële beroepspraktijk vormt de rode draad in ons onderwijzend handelen. (Bron: Da Vinci College, 2020)

Eigen definitie - Hiran
Beroepspraktijkvorming (bpv) is het leren van een vak in de praktijk, een belangrijk onderdeel van het beroepsonderwijs. Dit kan op twee manieren: stage lopen of werken.
Je gaat dus écht bij een bedrijf of instelling aan de slag. De bpv bereidt je voor op het uitoefenen van een echt beroep en helpt om een goede overstap van je opleiding naar de arbeidsmarkt te maken. Ook leer je de normen en waarden die in het beroep een rol spelen. Je ervaart wat het betekent om in een organisatie te werken. (Bron: Summa College, z.d.)

Eigen definitie - Sabrina
Binnen het VMBO gaan de leerlingen in het derde jaar (drie weken voor de meivakantie) op snuffelstage. Het doel van stagelopen is dat ze de vaardigheden en kennis die ze tijdens de schooltijd op hebben gedaan in de praktijk gaan uitproberen. Ze leren een bedrijf of instelling in het vakgebied van zijn/haar gekozen profiel kennen. Deze stage omvat in totaal +/- 100 klokuren. De stagegever stelt de stagiair in de gelegenheid om in het kader van het onderwijsprogramma van de school stage te lopen. De stage beoogt de stagiair die leeractiviteiten te laten ontplooien die in het stageplan zijn opgenomen. De stagegever draagt de stagiair slechts taken op die passen in het stageprogramma. Tijdens de stageperiode krijgen zij een stageboekje mee waar praktijkopdrachten instaan die zij moeten maken. Na hun stageperiode laten zij op school doormiddel van de opdrachten en een power point presentatie laten zien wat zij allemaal geleerd hebben tijdens de stage. (Bron: Penta De Oude Maas, z.d.)

Eigen definitie - Yonca
Beroepspraktijkvorming, ook wel stage genoemd, is een verplicht onderdeel van iedere opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs. Een vak leer je namelijk niet op school, maar juist in de praktijk. In de beroepsopleidende leerweg (bol) volgt een student minimaal 20% en maximaal 60% van zijn opleiding beroepspraktijkvorming. In de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) is er sprake van een leer(werk)baan. De student volgt in de bbl 60% tot 80% beroepspraktijkvorming.
Een student gaat voor zijn beroepspraktijkvorming of leer(werk)baan naar een erkend leerbedrijf.(Wat is beroepspraktijkvorming (bpv)? Albeda. (z.d.))

Eigen definitie - Sura
Beroepspraktijkvorming, ook wel stage genoemd, is een verplicht onderdeel van iedere opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs. Onderzoek laat zien dat goede loopbaanbegeleiding bijdraagt aan betere motivatie, het verminderen van voortijdig schoolverlaten, aan de ontwikkeling van de arbeidsidentiteit en het maken van keuzes (Mittendorff, 2010). Voldoende redenen om binnen het beroepsonderwijs leerlingen te begeleiden bij het verkennen van hun loopbaan. Uit onderzoek blijkt dat de loopbaangerichtheid van de leeromgeving, zowel op school (Mittendorff, 2010; Kuijpers, Meijers & Bakker, 2006) als tijdens de BPV (Winters et al., 2009) nog lang niet in de gewenste mate wordt toegepast. Een goede begeleiding in de beroepspraktijkvorming is voor zowel tijdens de opleiding als in de toekomst van groot belang voor de studenten. De docenten spelen dan hier ook een grote rol in.

Gezamenlijke definitie
Beroepspraktijkvorming betekent voor ons dat de studenten op oriënterende wijze ervaringen opdoen, waarbij leren meer betekenis krijgt (contextrijke leeromgeving). Dit helpt de studenten om een goed overwogen keuze te maken in vervolgopleiding en verdere loopbaan (vmbo). In het mbo betekent dit voor studenten dat zij de mogelijkheid krijgen om hun vaardigheden verder te ontwikkelen en hun beroepsidentiteit vormen.

We zijn tot deze definitie gekomen door allereerst individueel al onze definities in kaart te brengen en met elkaar te bespreken. Hieruit hebben gezamenlijk de rode draad bepaald.

Analyse beleidstukken

Als groep hebben wij ons gericht op een onderwerp dat van groot belang is voor ons: beroepspraktijkvorming (BPV) in het vmbo. Tijdens ons onderzoek ontdekten we dat er bij een aantal groepsleden die werkzaam zijn in een vmbo-school geen duidelijk beleid bestaat voor BPV. Dit was een eyeopener voor ons en doorslaggevend, waardoor wij besloten om ons verder te verdiepen in dit onderwerp. Onze keuze voor BPV in het vmbo werd extra versterkt doordat wij zagen dat er op het mbo wel degelijk beleidsstukken beschreven zijn en toegankelijk zijn voor de leerlingen. Doordat er beleidsstukken ontbreken, hebben wij geen beleidsanalyse kunnen uitvoeren.

Ook op het internet vonden we niet veel informatie over landelijke beleidsstukken betreffende BPV op vmbo-scholen. Dit is opmerkelijk en gaf ons minder handvatten dan gebruikelijk. Hierdoor ontdekten wij dat beroepsgerichte middelbare scholen achterlopen op ontwikkelingsgerichte begeleiding voor vmbo-leerlingen die stage moeten lopen. Dit is een problematiek die wij als groep willen aankaarten en oplossen, met als doel de toekomst van de vmbo-leerlingen te verbeteren. Wij zijn vastberaden om ons in te zetten voor de verbetering van de beroepspraktijkvorming in het vmbo, zodat de toekomstige generaties van vmbo-leerlingen de best mogelijke kansen krijgen om zich te ontplooien in hun beroepskeuze en hierbij de juiste begeleiding krijgt.  

Overeenkomsten:

  1. Samenwerking tussen leerbedrijf en school is speerpunt  

  1. Stappen in het protocol zijn hetzelfde (voorbereiding en matching, informatie over BPV-periode, beoordeling en evaluatie)  

Verschillen:

  1. Da Vinci College (mbo-school) geeft de student meer ondersteuning dan vereist vanuit de SBB (landelijk)  

  1. Da Vinci protocol is een specificatie op opleiding

  1. De Vinci protocol is aanvullende informatie opgenomen (zoals buitenlandse stage, vertrouwelijke gegevens, ziekte etc.)

Samenwerkingsplan

Sura Bag                      (1009270)

Cornelieke Geuze        (1041925)

Hiran Derwish              (1036042)

Sabrina Bopp               (1036441)

Yonca Aliyazicioglu      (1034915)

Bij de eerste les van de cursus ‘samenwerkend leren’ waren helaas niet alle leden van onze groep aanwezig. Tijdens deze les hebben wij de rollen hierdoor niet kunnen verdelen.  Hierna hebben wij als groep afgesproken om elkaar te vergaderen via teams om elkaar beter te leren kennen en ons plan van aanpak te bespreken. Tijdens deze vergadering hebben we voornamelijk ook gesproken over onze verwachtingen van elkaar en over onze eigen kwaliteiten. We hebben duidelijke afspraken gemaakt over de vergaderingen die we wekelijks zullen plannen om de voortgang goed bij te houden.

De rolverdeling is als volgt afgesproken:

  • Sura: tijdbewaker
  • Cornelieke: ontwerper
  • Hiran: kwaliteitbewaker
  • Sabrina: procesbewaker
  • Yonca: notulist

Vervolgens zijn wij de punten van het formulier afgegaan en hebben hierover afspraken gemaakt.
Zo hebben wij afgesproken dat wij besluiten bespreken en nemen op de vergadermomenten die wij inplannen. Dit is zowel online als fysiek.
Ook als het niet goed gaat bespreken wij dit op vergadermomenten of, indien nodig, nemen wij contact met elkaar op om eerder een vergadermomenten in te plannen.
Deze vergadermomenten willen wij ook gebruiken om de voortgang van ons werk in de gaten te houden en, per week, afspraken te maken wanneer iets af moet zijn.
Door deze afspraken goed (en duidelijk) te maken hopen wij ook te bereiken dat iedereen aan het werk kan blijven.
Het afspreken van de vergadermomenten leek ons een goed idee zodat iedereen zijn inbreng kan hebben, op deze momenten, en wij hierdoor een open en constructieve communicatie hopen te bereiken; als je een idee hebt kunnen we hier gelijk, met elkaar, naar kijken en hierop reflecteren. Ook kunnen we elkaar gelijk van feedback voorzien waardoor het eindproduct langzaam tot stand zal komen.

De vergadermomenten hebben wij niet op vaste dagen en momenten ingepland. Dit hebben we bewust besloten omdat alle groepsleden werken en sommige leden ook kinderen hebben. We hebben besloten om na elk vergadering het volgende moment pas te plannen.

Tijdens de eerste vergadering hebben wij kennisgemaakt met elkaars talenten, en hoe wij deze kunnen inzetten tijdens onze samenwerking. Zo hebben wij het volgende ontdekt over elkaar:

Hiran is goed in informatie verwerken (informatie zoeken en stukken schrijven) en geeft aan goed te zijn in het maken en volgen van een planning. Heeft geen specifieke punten die zij onprettig vindt in samenwerking.
Cornelieke geeft aan ook informatieverwerking goed te kunnen en wil graag werken aan de online wikiwijs. Geeft aan minder goed te zijn in het maken en volgen van een planning. Heeft geen specifieke punten wat zij onprettig vindt in samenwerking.
Yonca vindt het prettig om te werken volgens een planning en notulen te maken na fysieke of online vergaderingen. Wil graag de overleggen tijdens werkdagen (niet in het weekend). Heeft verder geen specifieke knelpunten.
Sura geeft aan dat zij flexibel is qua momenten om te overleggen en dat zij het prettig vindt om samen een plan te maken en hier samen aan te werken.

Sabrina geeft aan heel gestructureerd te werken en vind het prettig om volgens een planning te werken. Wil de overleggen op korte termijn plannen i.v.m haar kinderen en hun ritme, hier kunnen wij als groep ons goed in vinden. Heeft geen specifieke punten wat zij onprettig vindt in samenwerking.

Het kennismaken met elkaars talenten heeft ervoor gezorgd dat we een goed beeld hebben hoe de samenwerking kan gaan verlopen; wie welk deel voor haar rekening neemt. Wat opviel is dat we in sommige punten overeenkwamen (planning en informatie verwerken) maar in andere punten juist weer niet (werken aan de wikiwijs). Hierdoor kunnen we elkaar goed aanvullen en gebruik maken van de diversiteit binnen ons groepje.

Ook werd duidelijk dat wij het erg belangrijk vinden dat er goed communiceert wordt. Wij hebben dan ook afgesproken om met elkaar te zorgen voor goede communicatie en knelpunten met elkaar te bespreken om deze op te lossen.

Wij kenden elkaar nog niet allemaal dus het was fijn om elkaar beter te leren kennen tijdens de eerste vergadering, zeker op het gebied van wensen met betrekking tot de samenwerking. Hierdoor hebben we meer vertrouwen gekregen in de opdracht en in de groep.Doordat wij elkaar verder nog niet kennen denken wij dat het belangrijk is om goed met elkaar te communiceren zodat wij er steeds meer achterkomen welke samenwerking voor iedereen prettig is.

Voorlopig hebben wij het huiswerk voor de volgende les met elkaar doorgenomen (zodat iedereen kan zorgen dat dit gedaan is).

Korte uitwerkingen per vraag (hierboven uitgebreider behandeld).
Aan het werk

Hoe nemen jullie als groep besluiten?
Dit bespreken wij tijdens vergadermomenten.

Wat doen jullie als het niet goed gaat?
eerder.

Het probleem bespreken op vergadermomenten en indien nodig ook eerder.

Hoe zorgen jullie ervoor dat alles op tijd af is?
Per week afspraken maken.

Hoe zorgen jullie ervoor dat iedereen aan het werk kan blijven? maken en samen aan het werk gaan, niet ieder afzonderlijk.
Goede en duidelijke afspraken maken, samen aan het werk gaan niet afzonderlijk.

In gesprek
Hoe zorgen jullie ervoor dat iedereen inbreng heeft?
Vergadermomenten met elkaar hebben.


Hoe geven jullie vorm aan een open en constructieve communicatie?
Elkaar de gelegenheid geven ideeën te delen.

Wanneer en hoe gaan jullie reflecteren over hoe het gaat?
Wekelijks tijdens de vergaderingen.

Hoe geven jullie elkaar feedback?
Tijdens de vergadermomenten.

Elkaar zien
Wat zijn ieders kwaliteiten?
Deze zijn hierboven uitgebreid uitgewerkt.

Hoe gaan jullie die benutten?
Proberen de rolverdeling passend te maken zodat iedereen zijn talent kan benutten.

Waar zit de meerwaarde; leidt jullie diversiteit tot 1 + 1 = 2? Wat is daarvoor nodig?
We kunnen elkaar opvangen en aanvullen met onze eigen talenten. Wij hebben gemerkt dat wij allemaal net andere sterke punten hebben en dit kan elkaar mooi aanvullen.

Hoe blijven jullie met elkaar in verbinding ondanks jullie verschillen?
Focus op de opdracht en juist elkaars talent zien.

Wat doen jullie als er door jullie onderlinge verschillen moeilijkheden ontstaan?
We hebben afgesproken dat goede communicatie erg belangrijk is en zullen hier allemaal op letten en ervoor waken.

Vertrouwen
Wat is ervoor nodig om vertrouwen in de opdracht, in de groep en in jezelf te hebben?
De kennismakingsvergadering was een heel goed begin.

Hoe zorgen jullie ervoor dat iedereen zich prettig voelt?
We proberen daarmee te starten met behulp van de, maar dit zal in verdere stadia nog gaan blijken.

Waar krijgt jullie groep energie van?
Nog onduidelijk.

Tussenevaluatie samenwerkingsplan

Sura Bag                      (1009270)

Cornelieke Geuze        (1041925)

Hiran Derwish              (1036042)

Sabrina Bopp               (1036441)

Yonca Aliyazicioglu      (1034915)

Tijdens de tussenevaluatie hebben wij onze 1ste versie van het samenwerkingsplan erbij gehouden om dit gezamenlijk door te nemen en om dit te kunnen evalueren.

Dankzij deze opdracht kennen wij elkaar nu beter waardoor ons contact soepeler loopt. We spreken elkaar regelmatig tijdens de lessen en ook tijdens onze vergadermomenten online.

Om deze tussenevaluatie zo goed mogelijk uit te voeren gaan we ieder onderdeel uit onze 1ste versie gezamenlijk langs.

Rolverdeling:
Wij hebben als team de rolverdeling eigenlijk vrijwel losgelaten binnen dit proces. Wij zijn alle taken gezamenlijk aan het uitvoeren en dit gaat prima tot nu toe.

Contactmomenten:
Wij hadden afgesproken om elk vergadering de eerstvolgende pas te plannen. Dit gaat voor ons goed, wij kunnen dan kijken welke dag en tijdstip alle leden het beste uitkomt en we houden ons dan ook aan de gemaakte afspraak.

Ieders talenten:
Tijdens onze eerste vergadering hebben wij elkaar talenten leren kennen en hebben wij besproken hoe we deze het beste kunnen inzetten. Wat ons is opgevallen is dat naarmate de samenwerking vordert, wij meer talenten van elkaar ontdekken en deze ook inzetten in het proces.

De vragen uit het samenwerkingsplan
Hoe nemen jullie als groep besluiten?
Wij nemen de besluiten tijdens de vergadering in overleg met alle groepsleden.

Wat doen jullie als het niet goed gaat?
Wij maken dit bespreekbaar tijdens onze vergadermomenten, zodat we gezamenlijk kunnen kijken naar een oplossing.

Hoe zorgen jullie ervoor dat alles op tijd af is?
We hebben goed in de gate gehouden wanneer de onderdelen af zouden moeten zijn. Tot nu toe hebben wij geen problemen hiermee gehad. We herinner elkaar wel aan de deadlines die verbonden zijn aan de opdrachten.

Hoe zorgen jullie ervoor dat iedereen aan het werk kan blijven?
Tijdens onze vergadermomenten maken wij een verdeling over wie wat kan doen. Zo proberen wij de druk te verdelen en willen wij ervoor zorgen dat iedereen wat kan doen.

In gesprek
Hoe zorgen jullie ervoor dat iedereen inbreng heeft?
Wij zijn altijd met alle leden aanwezig op de vergadermomenten zodat iedereen imput kan leveren.

Hoe geven jullie vorm aan een open en constructieve communicatie?
We geven elkaar de gelegenheid om ideeën te delen ondersteunen elkaar in het verwerken van deze ideeën. Wanneer wij merken dat dit ideeën niet nuttig is voor ons, maken wij dit bespreekbaar.

Wanneer en hoe gaan jullie reflecteren over hoe het gaat?
Wij proberen elke vergadermoment hier tijd voor vrij te maken.

Hoe geven jullie elkaar feedback?
Wij hebben via feedbackfruits elkaar feedback gegeven, op overige momenten kunnen we tijdens de vergaderingen ook feedback geven.

Elkaar zien
Wat zijn ieders kwaliteiten?
De kwaliteiten van de teamleden zijn uitgebreid beschreven in de 1ste versie van het samenwerkingsplan. Deze kwaliteiten houden nog steeds aan.

Hoe gaan jullie die benutten?
Wij benutten ieders wensen en talenten al zoveel mogelijk. Dit doen wij door iedereen de vrijheid te geven om het onderdeel op te pakken wat diegene graag wil doen.

Waar zit de meerwaarde; leidt jullie diversiteit tot 1 + 1 > 2? Wat is daar voor nodig?
Wij ervaren het als meerwaarde dat wij, allemaal verschillende kwaliteiten hebben. Deze kwaliteiten vullen elkaar perfect aan tijdens onze samenwerking.

Hoe blijven jullie met elkaar in verbinding ondanks jullie verschillen?
Wij blijven in verbinding door ons te richten op de opdracht. De opdracht haalt juist onze overeenkomsten naar boven zoals gemeenschappelijke ervaringen als stagiaire etc.

Wat doen jullie als er door jullie onderlinge verschillen moeilijkheden ontstaan?
Wij maken dit bespreekbaar tijdens de vergadering, we hebben allemaal als doel een prettig samenwerking te verrichten en een mooi cijfer te behalen. Zolang ons doel hetzelfde is zullen we hier geen problemen in treffen.

Vertrouwen
Wat is ervoor nodig om vertrouwen in de opdracht, in de groep en in jezelf te hebben?

Omdat we elkaar in het begin niet kenden was ons vertrouwen, op dat moment, gebaseerd op de kennismaking. Ondertussen kennen we elkaar langer en hebben wij gemerkt dat iedereen goed bereikbaar is en aanwezig is op de afgesproken momenten. Dit heeft ons veel vertrouwen gebracht.

Hoe zorgen jullie ervoor dat iedereen zich prettig voelt?
Wij zijn het erover eens dat wij als groep alles bespreekbaar maken zodat iedereen een prettig gevoel heeft en zich op de gemak voelt.  

Waar krijgt jullie groep energie van?
We vinden het erg leuk om te zien hoe de Wikiwijs tot stand komt. Dit geeft ons veel energie!

Wat wij nog willen ontwikkelen:
Wij willen eigenlijk doorgaan zoals wij nu bezig zijn en de afronding van de opdracht goed helder krijgen. We spreken af dat we kritisch blijven op de samenwerking en dit niet willen laten versloffen. Tot nu toe zijn we tevreden maar we weten ook dat we er nog niet zijn!

Droomsessie

NAAM

DROMEN

LEERERVARING

OVER 2 JAAR

Sura

Voorbereiden op de praktijk op de meest realistisch mogelijke manier

 

De studenten laten zien hoe breed de sector is en hoever ze hiermee kunnen komen

De stageperiode is je kans om te leren van je fouten

 

Als je een fout maakt heb je niet gefaald maar geleerd

Goed voorbereid op het echte leven

 

Dankzij de stageperiode veel ervaring in de praktijk

Cornelieke

De studenten tonen initiatief op stage, goede begeleiding vanuit school

 

De studenten weten hoe zij verschillende aspecten vanuit het sollicitatieproces moeten hanteren

 

Stage matching (1ste leerjaar

Dat de studenten eigenaarschap nemen over hun eigen leerproces

 

Weten wat de ongeschreven regels zijn omtrent solliciteren, zodat ze in de toekomst hier profijt van hebben

 

Gelijke kansen/geen discriminatie

Volledige leerrendement bewerkstelligen

 

Sollicitatie skills zorgen voor een goede kans op een baan

 

Een goede eerste leerervaring, meer zelfvertrouwen en vertrouwen in de omgeving

 

Sabrina

Dat er op mijn werk beleidstukken aanwezig zijn voor de 3de jaars leerlingen die 3 weken stage moeten lopen

Geniet van je schooltijd, maar neem school serieus voor je toekomst

 

Leer goed te plannen om huiswerk te maken en doe dit ook echt

Blijven plannen ook op het MBO, probeer in de toekomst te kijken

 

Door te leren komt dit ten goede voor een vervolgopleiding! Durf hulp te vragen

Hiran

Dat er op mijn school een beleid gaat komen voor BPV, ik hoop na deze cursus voldoende ervaring te hebben om zelf een beleidsstuk te kunnen maken

Leren door te beleven/ herkenbaarheid

 

Leren door/van fouten te maken

Belevenis/voorbeelden uit het echte leven

 

Herkennen en leren van de fouten die ze gemaakt hebben

Yonca

De studenten een goede inlichting geven over BPV en ze hierop goed voorbereiden, helpen en begeleiden.  

Stageperiode is bedoeld om theorie in de praktijk toe te passen. Leren doe je door fouten te maken. Hierbij draait het niet alleen om kennis, maar ook om eigenkwaliteiten. Door stage te lopen ontdek je de kwaliteiten en tekortkoming van jezelf en hoe je hierin kan ontwikkelen.

 

Halen het beste uit hunzelf en uit hun werk. Weten meer over hun capaciteiten en gaan verder in het ontwikkelen van hun ambities.  

CIMO

Context

Uit eigen ervaring van een aantal groepsleden die op een middelbare school werken, blijkt dat het merendeel van de vmbo-leerlingen niet goed begrijpen wat het nut en doel van stage is. Hierdoor ontstaat ook een gebrek aan motivatie bij deze leerlingen. Gemiddeld genomen is motivatie van leerlingen in Nederland lager dan in vele andere landen (OECD in Visie op hybride onderwijs, 2019).

Dit kan komen door verschillende factoren. Voorbeeld van factoren kunnen zijn:

  • Verwachting: Geen voorlichting of niet tijdig voorzien worden van voorlichting
  • Waarde: Geen duidelijke doelstellingen waarom de leerlingen stage moeten lopen
  • Zin: Geen stagevergoeding, leerlingen vragen zich af waarom ze gratis werk moeten verrichten
  • Ervaring: Niet eerder in de beroepspraktijk gewerkt waardoor hun (zelf)vertrouwen laag is
  • Profilering: Algemeen beeld/imago van de stage.

Hieruit kan worden gesteld dat de leraar door pedagogisch-didactisch handelen de interesse bij de leerlingen moet opwekken, waardoor de leerlingen het nut van een leertaak voor het beroep zien en ervaren (Harackiewicz in Visie op hybride onderwijs, 2019). Zo worden studenten geprikkeld om zich te oriënteren op de op de latere beroepspraktijk zodat zij zich gaan afvragen of en hoe die richting bij hen past. ''Dit alles doet een sterk beroep op bepaalde neurocognitieve functies van leerlingen en deze functies zijn bij deze leeftijdsgroep nog volop in ontwikkeling’’ (Jolles, in Visie op hybride onderwijs, 2019).

Er wordt weinig voorlichting gegeven om de leerlingen een beeld te geven wat er uiteindelijk van ze verwacht wordt. ‘Voorbereiden op de praktijk’ klinkt voor leerlingen niet uitnodigend. Stage wordt gezien als vrijwilligerswerk en daarom haken veel leerlingen al af voordat ze überhaupt een stageplaats hebben.

Algemeen imago van stage is onaantrekkelijk vanwege het feit dat er meestal geen stagevergoeding wordt afgegeven. Daarnaast speelt de moeilijkheidsgraad tot het verkrijgen van een stageplaats een drempel. De leerlingen zijn onzeker en weten niet welke kwaliteiten zij bezitten vanwege een gebrek aan beroepservaring. Meestal hebben jongeren nog niet te maken gehad met de sociale kwesties waarbij ze bij professionals aan moet kloppen om hen te helpen.

Een tijdige kwalitatieve voorlichting m.b.t. het stagetraject is noodzakelijk. De leerlingen moeten betere begeleiding krijgen bij het vinden van een stage dat bij hun vaardigheden of persoonlijkheid past. Docenten kunnen de dialoog opzoeken met de leerlingen om te weten te komen wat de leerlingen van zichzelf verwachten. Welke drempels zij voor zichzelf willen overwinnen, en het belangrijkste, welke richting wil je opgaan? BPV docenten zouden een beroep kunnen doen op een variabel aanbod voor de leerlingen i.p.v. een stageplaats voor hen te kiezen. Een voortraject kan al op school beginnen waar professionals (toekomstige stagebegeleiders) komen vertellen over het werk en de ervaringen. Dit wordt niet altijd op elke school toegepast. De intrinsieke motivatie van de leerlingen moet geprikkeld worden alvorens zij het stagetraject ingaan zodat wij als docenten niet met vroegtijdige stage- en schoolverlaters te kampen krijgen. Dit is zonde voor onze tijd en voor de toekomstige professionals die wij opleiden.

Interventie

Mechanisme

Outcomes

De docent activeert aan het begin van de les de voorkennis van de leerlingen.
Volgens Wildeboer (2021) is het essentieel in deze fase van de les dat de docent een goed beeld krijgt van de voorkennis van de leerlingen. Zo kan de docent een inschatting maken wat de leerlingen nodig hebben en hier vervolgens de lessen op laten aansluiten. Volgens Ausubel (in Wildeboer, 2021) is er sprake van betekenisvol leren als er nieuwe kennis wordt gekoppeld aan de bestaande cognitieve structuur. Als deze structuur misvattingen of misconcepties bevat of zelf helemaal niet aanwezig is, moet een docent deze eerst expliciet aanbrengen alsdus Ausubel (in Kirschner et al., 2018)

Zij geven de tip om dit te doen door de leerlingen dit hardop te laten verwoorden.

‘‘De meest invloedrijke factor voor leren is dat wat de lerende al weet’’ Ausubel (in Wildeboer, 2021)
Hieruit blijkt dat de voorkennis een grote invloed heeft op wat leerlingen kunnen leren en hoe snel zij het leren. Zij kunnen gemakkelijker nieuwe, verdiepende kennis integreren en opbergen in het langetermijngeheugen (Wildeboer, 2021)

Doormiddel van het inzetten van een verbale advance organizer, waarbij ankerbegrippen of ankerredeneringen, waarbij op voorhand aangeboden achtergrond wordt aangeboden, kan volgens Ausubel (in Wildeboer, 2021) werken als ‘mentale’ kapstok. ‘’Het schept een denkkader en activeert bij de start van de les de voorkennis (begrippen en principes). Ook kan dit als hulmiddel worden ingezet om hiaten bij leerlingen met gebrek aan voorkennis te verkleinen.

In het kader van samenwerkend leren kan deze directe instructie op effectieve wijze gecombineerd worden volgens onderzoekers met ‘peer tutoring’, waarbij leerlingen in kleine groepjes elkaar ‘onderwijzen. Samen heeft dit een effect-grootte van 0,60) en is volgens de meta-analyse van Hattie (2014) erg groot (in Kirschner et al., 2018).

 

 

 

 

 

 

Door middel van deze interventie willen we gelijke kansen creëren tussen leerlingen mét voorkennis en leerlingen zonder of met foutieve voorkennis. Zo voorkomen we dat deze leerlingen een achterstand behouden. Anna Bosman (in Wildeboer, 2021) stelt dat gemiddeld 30% niet over de vereiste voorkennis beschikt om succesvol lessen te volgen. Deze leerlingen zijn niet minder intelligent, maar de kans dat ze wel zo worden gezien is levensgroot (Bosman in Wildeman, 2021).

Tevens willen we een zo hoog mogelijk leerrendement bewerkstelligen. Wildeboer (2021) stelt dat de impact van voorkennis op de leerprestaties een hoog effectgrootte heeft volgens de meta-analyse van Hattie (in Wildeboer, 2021)

Ten slotte willen we middels deze interventie zorgen dat leerlingen het nut inzien van een goede oriëntatie van de beroepspraktijk. Volgens Valcke (in Wildeboer, 2021) heeft het activeren van voorkennis een positief effect op de motivatie van de leerlingen, omdat ze ervaren hoe ze hoe ze complexe kennis én vaardigheden kunnen aanpakken.

Hieruit kunnen we concluderen dat de interventie effect heeft op de leerprestaties mits het mechanisme goed wordt ingezet.  

De docent prikkelt de leerlingen om hun kwaliteiten te ontdekken.

Doordat leerlingen hun eigen kwaliteiten leren kennen kunnen zij juiste keuzes leren maken en durven nemen gedurende hun gehele loopbaan Meijers et al. (Smit, 2015)

 

De leerlingen vormen inzicht in eigen kwaliteiten. Hierbij is het van belang dat jongeren reflecteren op hun opgedane ervaringen, zodat ze ontdekken wat hun talenten zijn. Dit is één van de loopbaancompetenties volgens Meijers, Kuijpers & Winters (in Smit, 2015)

Reflecteren kan middels lesopdrachten en op de ervaringen die de leerlingen hebben opgedaan met de beroepspraktijk. Dit kan zijn door middel van bedrijfsbezoeken, gastlessen en stages (Smit, 2015)

Het voeren van loopbaangesprekken met docent/ mentor leiden tot het formuleren van hun leerwensen met betrekking tot hun loopbaanoriëntatie (Smit, 2015)

Doormiddel van beroepsgerichte lessen en opdrachten ontdekken leerlingen waar hun talenten liggen. Ook stages zullen bij dragen aan het ontwikkelen van loopbaancompetenties en een arbeidsidentiteit waardoor de leerlingen gemotiveerd zijn voor hun vervolgopleiding (Smit, 2015)

 

 

 

De docent ondersteunt de leerlingen bij eigenontwikkeling en bij de voorbereiding op de praktijk door tussentijdse feedback te geven.

Feedback op metacognitief en procesniveau is het effectiefst, zodat de leerling het leerproces kunnen bijstellen. (Geerts & Van Kralingen, 2020).

Feedback is een cruciaal onderdeel van het onderwijsleerproces. Het zorgt ervoor dat de student informatie krijgt over de kloof tussen zijn/haar eigen niveau en het te bereiken niveau (Dochy, 2005).

De studenten kan aan de hand van de gegeven feedback op zoek gaan naar de oorzaak van deze kloof en op basis van deze informatie actie ondernemen om de kloof te dichten (Dochy, 2005).

De leerlingen maken in een groepsvorm een vlog, waarin ze hun stage-ervaringen delen.  
De docent stimuleert de megacognitieve leeractiviteiten en de vaardigheden van leerlingen.  

In het boek Samenwerkend leren staat wat voor effect megacognitieve vaardigheden kunnen hebben:

Metacognitieve vaardigheden zijn nodig om het leerproces te sturen.

Het ontwikkelen van metacognitieve kennis en vaardigheden heeft een sterk effect op het leergedrag van leerlingen: de leerlingen weten bewust wat ze moeten leren en doen, de leerlingen kunnen zich meer onafhankelijk van de docent opstellen en de leerlingen kunnen het geleerde wendbaar inzetten (Ast et al., 2022).

De leerlingen delen hun stage-ervaringen en vergelijken deze met elkaar.  

In het boek Samenwerkend leren staat waarom ervaringen delen belangrijk is binnen het leerproces:

Wanneer leerlingen hun ervaringen, doelen en aanpak van de taken met elkaar delen en vergelijken zijn ze gericht op de inhoud, persoonlijke ontwikkeling en sociaal leren. Doormiddel van deze interactie, ervaren ze het verschil van elkaar en leren hoe zij hiermee moeten omgaan. Hierdoor worden ze bewust van hun eigen (en andermans) leerprocessen. Dit geeft mede kleuring, sturing en kwaliteit aan het eigen leren van de leerlingen. Op deze manier worden de leerlingen gestimuleerd en beter ondersteund in het leerproces (Ast et al., 2022).

Met behulp van de megacognitieve leeractiviteit, beheersen de leerlingen het eigen leerproces van hun stage-ervaringen: het eigen denken, oriënteren, leren te organiseren, monitoren en reflecteren.

Doormiddel van deze vaardigheden zijn de leerlingen bewust van het eigen leerproces, hierdoor krijgen ze meer motivatie om hun leerdoelen te behalen.

In het boek Samenwerkend leren staat wat megacognitieve vaardigheden de leerlingen kan opleveren:

Volgens de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan raken leerlingen gemotiveerd als ze het gevoel hebben gezien te worden door de docent en de medeleerlingen (relatie), als ze geloof hebben in eigen kunnen (competentie) en als ze zelf (mede) sturing kunnen geven en grip hebben op het eigen leren (autonomie) (Ast et al., 2022).

De docent ondersteunt en stimuleert de leerlingen in het leren ontwikkelen van zelfregulatie.

In het onderzoek van ‘het effect van een interventie ter verbetering van de zelfregulerende vaardigheden van leerlingen’ blijkt dat als de leerlingen tijdens het leerproces zelf doelen stellen, de regie gedeeltelijk wegneemt bij de leerkracht, waardoor de zelfverantwoordelijkheid van de leerling wordt gestimuleerd (Zimmerman, 1990).

In het boek Samenwerkend leren staat dat de docent die zijn leerlingen bij zelfstandig leren ondersteunt, niet alleen gericht is op de kennisoverdracht, maar ook op het leerproces. Zijn doel is dat ze hun zelfstandigheid bij het leren ontwikkelen, waarbij de leerlingen invloed hebben op hun eigen leerproces (Ast et al., 2022).

De leerlingen ontwikkelen zelfregulatie en stellen eigen leerdoelen op.

Bij zelfregulatie gaat het om de strategie te kunnen toepassen van kennis over denken en leren die de leerlingen helpen om specifieke doelen te bereiken en problemen op te lossen (Ast et al., 2022).  

Leerlingen hebben kennis ontwikkeld tot zelfregulerend leren, waardoor ze zich meer eigenaar voelen over hun leerproces. Hierdoor wordt de motivatie van de leerlingen toegenomen (Stichting-Leerkracht, 2023). Door motivatie en betrokkenheid kunnen de leerlingen eigen leerdoelen opstellen. Hierdoor ontstaat er een drijfveer om die doelen te behalen (Klein Hulse & Van den Berg, 2017).

 

 

 

 

De leerlingen hebben de lessenreeks voltooid en zijn in het bezit van de juiste kennis en vaardigheden van zelfregulatie die ze kunnen toepassen in toekomst. Hierdoor zijn ze ook gemotiveerd om hun leerdoelen te behalen.

In het boek Samenwerkend leren staat wat voor effect zelfregulatie op de leerlingen heeft:

Bij zelfregulatie zetten leerlingen megacognitieve vaardigheden in om hun leerdoelen te behalen en hun problemen op te lossen (Ast et al., 2022).  

Volgens de zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan) raken leerlingen gemotiveerd als ze zelfvertrouwen en geloof hebben op het eigen leren. Hierdoor hebben de leerlingen het gevoel onafhankelijk te zijn van anderen en zijn ze in staat om zelfstandig dingen te doen, waardoor de zelfregulatie wordt gestimuleerd (Ast et al., 2022).  

De docent bevordert de motivatie door een evenwichtige invulling te geven aan de basisbehoeften: competentie, relatie en autonomie. Men gaat ervan uit dat jongeren gemotiveerd worden door zeggenschap te krijgen over hetgeen wat ze willen leren (Smit, 2015).

Docent biedt middels lessen ruimte om de dialoog aan te gaan met student. Uit onderzoek van Kuijpers en Meijers (2009) blijkt dat reflecteren op concrete ervaringen bijdraagt aan de oriëntatie op hun toekomst en belangrijke loopbaancompetenties daarmee ontwikkelen. Op deze manier kan op betekenisvolle wijze de schoolse situatie met de praktijksituatie worden verbonden. (Centrum voor TopTechniek, 2019)

De motivatie van leerlingen zal hoger en betekenisvol zijn als zij al actief met het beroep in aanraking zijn gekomen (Centrum voor TopTechniek, 2019)

De docent zorgt voor betekenisvolle lesstof waardoor de motivatie van leerlingen verhoogd wordt. Betekenisvol leren kan geactiveerd worden doordat leerlingen actief met het beroep in aanraking zijn gekomen (Centrum voor TopTechniek, 2019)

Bij intrinsieke motivatie beleeft de leerling plezier aan de activiteit zelf, en gaat het niet (alleen) meer om het doel dat hij moet bereiken (Geerts & van Kralingen, 2020, P.443)

Beroepsgerichte lessen dragen bij het ontwikkelen van loopbaancompetenties en arbeidsidentiteit is. Men is van mening dat deze lessen ook bijdragen aan het verhogen van de leermotivatie van leerlingen, doordat de lesstof aansluit bij de praktische leerstijl van jongeren (Smit, 2015).

De docent laat de student (peer)feedback geven.

Dit heeft een positieve uitwerking voor de leerling als deze een (peer)feedback krijgt van een medeleerling maar ook van de docent. Dit blijkt uit onderzoek.

Peerfeedback aan elkaar geven als studenten zijnde kan positief werken, maar hier moet vooraf wel aan gewerkt worden. Elkaar feedback geven kan ook als moeilijk worden ervaren. Kritiek geven en ontvangen is niet makkelijk. Door een goede uitleg te geven aan de leerlingen dat ze zowel foute als goede punten aan elkaar uitleggen onthouden en leren ze beter van elkaar.  

Het is belangrijk dat studenten weten waaruit een feedback moet bestaan, voordat zij een peerfeedback van goed commentaar kunnen voorzien. Ook de docent moet duidelijk weten waaruit een goede feedback moet bestaan. Goede feedback is niet zomaar een reactie, deze bestaat uit een advies, beoordeling of je stelt een vraag (Albert van der Kaap, 2020).

De docent stimuleert zowel het samenwerkend leren als het eigenaarschap van de leerlingen.

De docent speelt een belangrijke rol bij het eigenaarschap van leerlingen. Door het inzetten van het aspect ‘positieve wederzijdse afhankelijkheid’ (Rollenspel) tijdens het samenwerkend leren, worden de leerlingen gestimuleerd in het vergroten van eigenaarschap, waardoor de leerlingen het gevoel krijgen dat ze goed bezig zijn met het groepswerk (Karssen, 2019).

Eigenaarschap komt bij samenwerkend leren om de hoek kijken. Leerlingen werken samen met anderen, waaronder medeleerlingen of docenten van anderen leren of omgekeerd. Het gaat hierbij om positieve afhankelijkheid, individuele verantwoordelijkheid, interactie en samenwerkingsvaardigheid (Kerpel, 2021).

De leerlingen bespreken klassikaal de vragen. Waarna ze in tweetal een sollicitatiegesprek voeren.

Eigenaarschap is de mate waarin leerlingen zelf verantwoordelijkheid nemen over het eigen leerproces en hun eigen ontwikkeling (Leerling2020, 2019).

Uit een onderzoek door docenten, blijkt dat de betrokkenheid van leerlingen het startpunt is van het eigenaarschap (Letschert, 2018) en een belangrijke factor bij samenwerkend leren.

Betrokkenheid heeft invloed op de hele groep en beschikt de vaardigheid om eigenaar van het eigen leerproces te worden (Karssen, 2019).

De leerlingen hebben meer zelfvertrouwen. Ze hebben het gevoel eigenaar te zijn van het leerproces. Waarbij de motivatie en het competentiegevoel wordt bevorderd, wat een positieve uitwerking heeft op de zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen (Stichting-Leerkracht, 2023).

Vanuit motivatie en betrokkenheid kunnen de leerlingen eigen leerdoelen formuleren, waarbij er drijfveer ontstaat om die doelen te behalen (Klein Hulse & Van den Berg, 2017).

De docent verwerkt digitale didactiek binnen de lessen waardoor blended learning ontstaat.

Simons (in K. Timmermans, 2010) onderscheidt 7 pijlers binnen de digitale didactiek namelijk: relaties leggen, creëren, verbreden van publiek, transparant maken, competenties centraal, flexibiliteit verhogen.

 

K. Timmermans, (2020) deelt een tips voor succesvol blended learning, een greep uit deze adviezen:

1. Koppel e-learning activiteiten met klassikale bijeenkomsten

2. Zorg voor een juiste mix en afstemming tussen de verschillende leervormen

3. Zorg voor ondersteuning voor docenten als cursisten

Blended learning is volgens Thorne (in K. Timmermans, 2010) ''de oplossing voor de uitdagingen om leren en ontwikkelen op maat te maken voor de individuele leerbehoefte. Het biedt de mogelijkheid om de innovatieve en technische voordelen van e-learning te combineren met de interactie en deelname aan klassikale bijeenkomsten. Het kan worden ondersteund en vergroot door het gebruik van de kennis en persoonlijk contact van docenten.''

Ontwerpeisen

  • VMBO- leerlingen (derdejaars)
  • 5 lessen

Hulpmiddelen:

  • Prowise bord
  • Kwaliteitenspel

Lesinhoud:

  • Lesblok van drie lesuren
  • Aan het begin van de les legt de docent de leerdoelen uit aan de leerlingen.
  • De docent bewaakt de veiligheid in de klas met betrekking tot het maken en werken in groepjes
  • De docent houdt elke leerling in de gaten of zij de les begrijpen en betrokken zijn bij de les.
  • De docent vraagt aan het eind van de les klassikaal aan een (aantal) studenten wat er in de les besproken is en geeft feedback aan de leerlingen.

Sleutelbegrippen:

Wij hebben de principes van samenwerkend leren uitgebreid geïntegreerd in onze wikiwijs, door het ontwerpen van een reeks lessen die de vijf sleutelbegrippen van samenwerkend leren in elke les terug laten komen. Hierdoor maken we gebruik van diverse didactische werkvormen, die de wederzijdse afhankelijkheid, directe interactie, individuele aanspreekbaarheid, sociale vaardigheden en groepsprocessen in de les benadrukt. We sluiten elke les af met een evaluatie en bijstelling van de groepsprocessen om zo de lessen efficiënter en effectiever te maken. In iedere les is er sprake van blended- learning door de digitale didactiek die hierin verwerkt is.

 

 

 

 

 

 

Storyboard

Literatuurlijst

Feedback vorig verslag

Sura:
Op mijn laats ingeleverde verslag heb ik feedback gekregen op een aantal punten met betrekking tot het gebruik van bronnen. Ik heb te veel stukken letterlijk overgenomen uit mijn bronnen wat heeft geleid op een hoge plagiaat score. Mijn verslag is wel beoordeeld ondanks de hoge score omdat ik bij alle gebruikte stukken goed had verwezen naar de bronnen. Ik heb hieruit als feedback gekregen om minder letterlijk over te nemen uit boeken en meer te formuleren in eigen woorden. Deze feedback wil ik meenemen in de komende verslagen en beroepsproducten.​

Hiran:
In mijn vorige verslag over beroepsontwikkeling II ontving ik feedback dat mijn WISH-doelen wel relevant waren, maar dat ze te groot en omvattend waren. Er werd mij gevraagd om specifiekere en concretere doelen op te stellen en mijn handelen beter te benoemen. In mijn volgende verslag zal ik aantonen dat ik deze feedback ter harte heb genomen en mijn WISH-doelen zo specifiek mogelijk heb geprobeerd te formuleren. Daarnaast heb ik mijn uiterste best gedaan om een duidelijke koppeling te maken tussen mijn WISH-doelen en de bekwaamheidseisen. Hierdoor wil ik een duidelijker beeld geven van mijn beroepsontwikkeling en hoe ik mijn doelen wil behalen.

Yonca:
In mijn vorig verslag kreeg ik feedback op een aantal verbeterpunten. Volgens de beoordelaar is de lay-out van het verslag op een verkeerde volgorde gedaan. Ook is er weinig verwijzingen gedaan naar de gebruikte bronnen die ook nog eens niet voldoet aan de APA-criteria. De bronnen zijn te veel cursief gedrukt, terwijl niet alle bronnen cursief weergeven hoeven te worden.
Uit deze feedback heb ik vernomen dat ik voor de volgende keer de APA-richtlijnen zorgvuldig moet doornemen om de gemaakte fouten niet te herhalen.

Sabrina:

Bij 'inspirerend lesgeven' kreeg ik als feedback dat ik veel opsommingen en korte alinea's gebruik. Ik moet proberen er meer een lopende tekst van te maken door bijvoorbeeld verbindingswoorden te gaan gebruiken. Hier zal ik aan gaan werken door te onderzoeke hoe ik dit het beste kan veranderen, want ik was mij hier niet van bewust. 

 

Cornelieke:
Als feedback op beroepsproduct van de cursus 'inspirerend lesgeven' kreeg ik terug dat de 'ik-vorm' alleen tijdens een onderzoek gebruikt mag worden in het voorwoord. Alle criteria waren in de opdracht verwerkt echter niet alles op de juiste plaats, het mocht dus nog wat gestructureerder. Tijdens deze opdracht heb ik getracht hier meer rekening mee te houden door de volgorde van het beoordelingsformulier aan te houden.

  • Het arrangement Beroepsvaardigheden is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-01-29 20:28:42
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze lessenreeks van het vak 'beroepsvaardigheden' is ontworpen voor vmbo leerlingen die het derde leerjaar volgen binnen de kaderberoepsgerichte leerweg. In de oriënterende fase waar de leerlingen zich bevinden, krijgen zij tijdens deze lessen de mogelijkheid om hun kwaliteiten en voorkeuren te onderzoeken. Tevens worden de leerlingen ondersteund in de procédé van solliciteren. Middels de stage ervaring die daarop volgt, wordt er een realistisch beeld geschetst waarbij enerzijds de leerling beter in staat is om een weloverwogen beslissing te maken met betrekking tot de toekomstige loopbaan. Anderzijds wordt door deze contextrijke leeromgeving de theorie en praktijk aan elkaar gekoppeld waarbij de leerstof daarmee meer betekenis krijgt.
    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
    Studiebelasting
    8 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    beroepen, bpv, kwaliteiten, leerlingen, stage, vervolgopleiding, vmbo

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=21Ja-JPetUU
    https://www.youtube.com/watch?v=21Ja-JPetUU
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.