Grammatica: werkwoorden vervoegen verleden tijd

Grammatica: werkwoorden vervoegen verleden tijd

Introductie en uitleg

Vandaag gaan we aan de slag met grammatica. We gaan het hebben over de stam en ik-vorm van een werkwoord en over de persoonsvorm in de verleden tijd.

De lesdoelen van vandaag zijn:
Aan het eind van de les kan ik de stam en de ik-vorm van werwoorden geven.
Aan het eind van de les kan ik sterke en zwakke werkwoorden vervoegen in de verleden tijd.

Jullie gaan zelfstandig deze Wikiwijs doorlopen deze les. Er zal theorie uitgelegd worden, jullie gaan oefenen met opdrachten, er komt een kennisclip voorbij en we eindigen met een toets. Om door te gaan naar een volgend onderdeel, klik je gewoon onderaan de pagina op het pijltje naar links. Je kan altijd terugklikken naar een vorig onderdeel in de kolom aan de linkerkant van de pagina, of door onderaan op het pijltje naar rechts te klikken.

Ik zal door de klas lopen om vragen te beantwoorden, zowel over de stof als over deze Wikiwijs. Je mag van mij zachtjes overleggen, maar kletsen is niet de bedoeling. Jullie hebben hier heel de les de tijd voor.

Als je klaar bent, steek je je vinger op en kom ik even checken of alles gelukt is. Hierna mag je gaan lezen.

Succes!

Voorkennis

Speel het onderstaande spel, door telkens de twee juiste begrippen aan elkaar te koppelen. Dit doe je door erop te klikken.

Theorie

Stam en ik-vorm onderscheiden

De stam van het werkwoord is het infinitief (hele werkwoord) - en. Je kunt de stam gebruiken om een werkwoord te vervoegen in de verleden tijd en de voltooide tijd. 

infinitief stam
vinden vind
lopen lop
vallen vall
durven durv
reizen reiz

 

LET OP!
De stam is soms hetzelfde als de ik-vorm, zoals bij het werkwoord vinden. Maar je ziet in het schema dat dit niet altijd zo is.
De ik-vorm van lopen is: ik loop. 
De ik-vorm van vallen is: ik val. De ik-vorm eindigt nooit op een dubbele medeklinker.
De ik-vorm van durven is: ik durf. De ik-vorm eindigt nooit op een v.
De ik-vorm van reizen is: ik reis. De ik-vorm eindigt nooit op een z.

Persoonsvorm in de verleden tijd

Er bestaan twee soorten werkwoorden. Sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden.

Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd. Het werkwoord is sterk genoeg om te veranderen.

infinitief ik-vorm in verleden tijd
houden ik hield
nemen ik nam


Bij zwakke werkwoorden verandert de klank NIET in de verleden tijd. De persoonsvorm in de verleden tijd is de ik-vorm + te(n)/de(n).

infinitief persoonvorm in verleden tijd
bakken ik bakte
antwoorden wij antwoordden
grijzen hij grijsde

 

't ex-kofschip
Om te weten of je bij een zwak werkwoord -te(n) of -de(n) moet toevoegen in de verleden tijd, heb je 't ex-kofschip nodig.

1. Neem de stam (hele werkwoord - en) van het werkwoord.
2. Kijk naar de laatste letter van de stam.
3. Staat deze in het 't ex-kofschip?
    - Ja? Schrijf dan de ik-vorm + te(n)
    - Nee? Schrijf dan de ik-vorm + de(n)
 

Theorie checken

Speel het onderstaande spel. Combineer de juiste vakken met elkaar door erop te klikken. Is het goed, dan verdwijnen ze.

Samen oefenen

Bekijk onderstaande kennisclip. Hierin gaan we samen oefenen met de zojuist behandelde theorie. In het filmpje zullen vragen gesteld worden. Schrijf het antwoord op deze vragen op in je schrift. In het filmpje zullen ook de juiste antwoorden besproken worden en wordt uitgelegd hoe we tot dit antwoord gekomen zijn.

Pak je schrift en een pen. Doe je oortjes in en bekijk het filmpje.

Uitleg opdrachten

Je gaat nu helemaal zelfstandig aan de slag met de opdrachten.

- Had je 3 of meer fouten bij het samen oefenen met het filmpje? Ga dan naar niveau 1.
- Had je 2 fouten bij het samen oefenen met het filmpje? Ga dan naar niveau 2.
- Had je minder dan 2 fouten bij het samen oefenen met het filmpje? Gan dan naar niveau 3.

Wat ga je doen?
Je gaat de opdrachten maken bij het niveau dat bij jou past.
Hoe ga je dit doen?
Zelfstandig, hulp vragen doe je fluisterend.
Welke hulp kan je vragen?
Je kan je buurman of buurvrouw om hulp vragen of je vinger opsteken.
Wanneer moet ik klaar zijn?
Probeer uiterlijk 10 minuten voor het einde van de les klaar te zijn. Deze eindtijd staat op het whiteboard. Ben je niet klaar? Ga dan toch door naar het volgende onderdeel Check en Feedback.
Wat moet ik doen als ik klaar ben?
Je klikt gewoon door naar het volgende onderdeel Check. Hierin krijg je een klein toetsje om te checken of je de nieuwe theorie begrepen hebt.

Opdrachten maken

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Check

Hieronder staat een kleine toets om te checken of je de theorie van vandaag onder de knie hebt. Als je klaar bent, druk je op 'Verzenden'. Hierna druk je op 'Score bekijken' om te zien wat je goed en fout had, je kunt dan ook extra uitleg lezen.

Feedback

In onderstaande Padlet moet je feedback geven op hoe je het vond om te werken met deze Wikiwijs. Wat vond je fijn of leuk en wat vond je niet zo fijn of lastig? Denk aan de opbouw, de lay-out, de type opdrachten, de hoeveelheid uitleg etc. Je mag hier alles over zeggen. Je zegt dus NIET hoe moeilijk/makkelijk je de stof van vandaag vond. Ik wil minimaal 1 tip (verbeterpunt) en 1 top (iets positiefs) zien. Door op het plusje te klikken, kan je iets toevoegen

Gemaakt met Padlet

Bronnen

Theorie
Op Niveau, Leerwerkboek B, 1 havo/vwo. (2022). ThiemeMeulenhoff.

 

  • Het arrangement Grammatica: werkwoorden vervoegen verleden tijd is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Eline van Dijk
    Laatst gewijzigd
    2023-04-04 16:46:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Tijdens deze les zullen de leerlingen door het doorlopen van de Wikiwijs het verschil tussen de ik-vorm en de stam leren en leren hoe ze werkwoorden in de verleden tijd moeten vervoegen. De les is geschikt voor havo/vwo 1.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oefenen met stam, ik-vorm en verleden tijd

    Oefenen met stam, ik-vorm en verleden tijd

    Oefenen met stam, ik-vorm, verleden en voltooide tijd

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.