Havo_vwo 1_ Hoofdstuk 3: De Romeinen

Havo_vwo 1_ Hoofdstuk 3: De Romeinen

Leerdoelen

Paragraaf 3.2: Van stadstaat naar wereldrijk

•Je kent het kenmerkend aspect ‘de groei van het Romeinse Imperium’ en kunt deze in bronnen herkennen.

•Uitleggen hoe Rome werd gesticht en machtig werd.

•Uitleggen wat het Romeinse rijk zo machtig maakte.

•Voorbeelden geven van wat de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen.


Paragraaf 3.3: Leven aan de noordgrens

•Je kent de begrippen: limes, Germania inferior / Germanië en romanisering

•Je kunt voorbeelden van romanisering noemen en herkennen in bronnen.

•Je kent het kenmerkend aspect ‘De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur’ en kunt deze in bronnen herkennen.

•Je kent het algemene verloop van de Bataafse Opstand.

•Je kent nog twee oorzaken voor de groei van het Romeinse Rijk.

 

Paragraaf 3.4: Koningstijd, republiek, keizerrijk

•De betekenis van de volgende begrippen kunnen geven: proletariërs, gladiatoren, vrijgelatenen, brood en spelen, keizertijd .

•De sociale lagen binnen de Romeinse beschaving noemen.

•Benoemen hoe met slaaf werd en hierna vrijgelatenen in het rijk.

•Uitleggen hoe brood en spelen opstanden tegen moest houden.

•Uitleggen hoe de Romeinse Republiek is ontstaan.

•Uitleggen hoe de republiek een keizerrijk werd onder Augustus.

•Verschillen tussen de Republiek en het keizerrijk benoemen.

 

Paragraaf 3.6: Romeinen, joden en christenen

•De betekenis van de volgende begrippen kunnen geven: christenen, staatsgodsdienst, monotheïsme, messias, diaspora, christenvervolging.

•Uitleggen hoe het christendom werd verspreid na de dood van Jezus Christus.

•Uitleggen waarom het christendom aantrekkelijker was en nog steeds is.

•Uitleggen hoe het christendom de staatsgodsdienst werd in het Romeinse Rijk.

Huiswerkvragen / controlevragen

3.2; Van stadstaat tot wereldrijk

  1. Leg uit hoe de Romeinse Republiek werd bestuurd. Verwerk in jouw antwoord de volgende begrippen: consuls, senaat, volkstribune.
  2. Leg uit hoe de Romeinse republiek een keizerrijk werd. Gebruik in jouw antwoord het begrip dictator en burgeroorlog en de personen Julius Caesar en Augustus.
  3. Noem twee voorbeelden van wat de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen.

  4. Leg het kenmerkend aspect; 'De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde' uit via drie oorzaken voor de groei van het Romeinse rijk en leg per oorzaak uit hoe die bijdroeg aan de groei van het Romeinse Rijk.

 

3.3; Leven aan de noordgrens

  1. Geef de betekenissen van de begrippen: limes, Germania inferior / Germanië en romanisering

  2. Wat is een voorbeelden van romanisering?

  3. Wat is een kenmerkend aspect?

  4. Wat houdt het KA ‘De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur’ in?

  5. Hoe past Bataafse Opstand bij de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en Germaanse cultuur?

  6. Leg via de volgende begrippen uit hoe ze voor de groei van het Romeinse Rijk hebben gezorgd: de limes, romanisering.

  7. Leg uit hoe de limes en romanisering passen bij het kenmerkend aspect; 'De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde'

 

Paragraaf 3.4: Koningstijd, republiek, keizerrijk

  1. Geef de betekenis van : proletariërs, gladiatoren, vrijgelatenen, brood en spelen, keizertijd.

  2. Welke sociale lagen waren er binnen de Romeinse beschaving?

  3. Hoe kwam Rome aan zoveel slaven?

  4. Hoe kon een slaaf een vrijgelatene worden?

  5. Hoe moest brood en spelen opstanden tegenhouden?

  6. Hoe werd Rome een monarchie onder Octavianus Augustus?

  7. Benoem 3 verschillen tussen de Republiek en het keizerrijk?

 

3.6; Romeinen, joden en christenen

  1. Leg de volgende begrippen uit: christenen, staatsgodsdienst, monotheïsme, messias, diaspora, christenvervolging.
  2. Hoe werd het christendom verspreid na de dood van Jezus Christus?

  3. Waarom was het christendom zo aantrekkelijk voor alle sociale lagen van de samenleving?

  4. Hoe werd het christendom de staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk?

  5. Benoem twee overeenkomsten én één verschil tussen het jodendom en het christendom.
  6. Hieronder staan de drie fases van de groei van het christendom in het Romeinse Rijk. Benoem per fase een belangrijk jaartal en leg uit waarom je dat jaartal hebt gekozen.
    • Fase 1: christenen worden vervolgd door de Romeinen
    • Fase 2:  het christendom werd getolereerd in het Romeinse Rijk
    • Fase 3: het christendom werd de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk

 

Powerpoints uit de les

Leerboektekst en extra informatie

De 3 stappen van bronvragen beantwoorden

Om bronvragen (met tekst of afbeelding) te beantwoorden, zijn hier de drie stappen:

1. Leid jouw antwoord in door een stukje van de vraag te herhalen. Op die manier heb je duidelijk voor jezelf wat de vraag precies van jou wil weten.

2. Zoek en beschrijf een relevant bronelement (stukje van de bron). Het antwoord zit namelijk verstopt in de bron, dus geef duidelijk aan wat je ziet dat met de vraag te maken kan hebben.

3. Conclusie: leg uit hoe jouw gevonden bronelement de vraag beantwoordt.

  • Het arrangement Havo_vwo 1_ Hoofdstuk 3: De Romeinen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ferry Van der Horst Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-12-08 22:47:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Leerdoelen, powerpoints en huiswerkvragen
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.