Het arrangement Duits klas 4 GL is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-06-30 10:29:52
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- Duits 4GL
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Studiebelasting
- 4 uur 0 minuten
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content Duits. (2020).
Module: Examentraining vmbo-kgt34
https://maken.wikiwijs.nl/74436/Module__Examentraining__vmbo_kgt34
VO-content Duits. (2020).
Module: Grammatik 2 vmbo-kgt34
https://maken.wikiwijs.nl/152246/Module__Grammatik_2_vmbo_kgt34
VO-content Duits. (2020).
Module: Grammatik werkwoorden vmbo-kgt34
https://maken.wikiwijs.nl/74431/Module__Grammatik_werkwoorden_vmbo_kgt34
VO-content Duits. (2020).
Module: Hören und sehen vmbo-kgt34
https://maken.wikiwijs.nl/74434/Module__H_ren_und_sehen__vmbo_kgt34
VO-content Duits. (2020).
Module: Lesen vmbo-kgt34
VO-content Duits. (2020).
Module: Schreiben vmbo-kgt34
https://maken.wikiwijs.nl/74433/Module__Schreiben__vmbo_kgt34
VO-content Duits. (2020).
Module: Sprechen vmbo-kgt34
https://maken.wikiwijs.nl/74432/Module__Sprechen__vmbo_kgt34
Luisteren
Klicker – Nachrichten für Kinder
Klicker – Nachrichten für Kinder
Je gaat een geluidsfragment beluisteren.
Je gaat een geluidsfragment beluisteren.
Je gaat een geluidsfragment beluisteren.
Je gaat een geluidsfragment beluisteren.
Het tweede deel van de kijk/luistertoets bestaat uit video-opdrachten, een combinatie dus van gesproken tekst en beelden.
Je gaat straks een videofragment bekijken en daar vragen over beantwoorden.
Je gaat straks een videofragment bekijken en daar vragen over beantwoorden.
Je gaat straks een videofragment bekijken en daar vragen over beantwoorden.
Je gaat straks een videofragment bekijken en daar vragen over beantwoorden.
Je gaat een videofragment bekijken.
Je gaat straks een videofragment bekijken en daar vragen over beantwoorden.
Door veel te oefenen zal je kijk-/luistervaardigheid steeds beter worden.
Logo! is het Duitse jeugdjournaal van ZDF.
Heb je niet veel tijd maar wil je toch even oefenen voor de Duitse kijk/luistervaardigheid? Geen probleem! Zowel op de internetsite van
Ook met Duitse liedjes kun je je luistervaardigheid trainen.
Houd je van series?
Bekijk ook eens een programma op tv.
Beste leerling,
De module 'Schreiben' bestaat uit de volgende onderdelen:
Voordat je gaat schrijven:
Formulieren invullen
Anmeldung NH-Hotels
Anmeldung Campingplatz Kanupolo
Anmeldung Campingplatz Grüntensee
Anmeldung Hotel Wildschütz
Situatie
Inleiding Korte notities maken
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Inleiding correspondentie
Situatie
Situatie
Glücklich
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Beste leerling,
Vrij schrijven
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Beste leerling,
Natuurlijk kun je meteen de tekst gaan lezen en gaandeweg proberen de vragen te beantwoorden. Maar dat zal best lastig gaan, want eigenlijk weet je niet goed wat je aan het lezen bent, wat je zoekt en wat je kunt verwachten. Vaak lees je dan ook onderdelen van de tekst die helemaal niet belangrijk zijn en dat kost je tijd die je straks bij een andere tekst misschien tekort komt. Het is dus verstandig om je eerst te oriënteren op de tekst.
Zoek op verschillende Duitstalige websites naar teksten met sprekende plaatjes en titels. Kijk bv. op
Maak nu de volgende eindexamenvraag.
Vaak hoef je niet de hele tekst te begrijpen om te weten waar die over gaat.
Je gaat een tekst lezen en over de tekst een vraag beantwoorden.
Je gaat een tekst lezen en over de tekst een vraag beantwoorden.
Je gaat een tekst lezen en over de tekst een vraag beantwoorden. Lees eerst de vraag.
Zoekend lezen = scannend lezen
Je bent op zoek naar nieuwe ideeën voor jouw aquarium.
Jij en je broertje willen carnaval vieren.

Je ouders willen de zomervakantie op een camping in Duitsland doorbrengen.
Jongeren kunnen korting krijgen als ze met de trein reizen.
Intensief lezen
Bekijk de tekst Landschaftsmalerei mal anders hieronder. Deze tekst heb je al oriënterend en globaal gelezen en je bent erachter gekomen dat Simon Beck met zijn voeten patronen in de sneeuw tekent. Over de tekst gaan nog vier vragen. Om de andere vragen te kunnen beantwoorden, moet je de tekst/de desbetreffende tekstgedeeltes intensief lezen.

Woordbetekenis
In examenteksten kom je woorden tegen die je niet kent. Je kunt de volgende strategieën gebruiken om achter de betekenis van een woord te komen.
Raad nu de betekenis van de volgende woorden:
In examenteksten kom je woorden tegen die je niet kent. Je kunt de volgende strategie gebruiken om achter de betekenis van een woord te komen.
Zoek de volgende woorden op in je woordenboek.
Je krijgt een vraag met een aantal (meestal 4) antwoordmogelijkheden waaruit je het juiste antwoord moet kiezen. Je vindt hier twee voorbeelden van meerkeuzevragen en info over hoe je de vraag aanpakt en wat je moet doen bij eventuele twijfel.
Open-plek vragen zijn eigenlijk ook meerkeuzevragen.
Met een vraag uit deze groep kun je meestal meer dan 1 punt scoren. Je moet per bewering/stelling aangeven of die juist/onjuist is of wel/niet overeenkomt met de tekst.
Bij een open vraag kun je niet kiezen uit meerdere antwoorden, maar moet je zelf een antwoord formuleren. Dat doe je in het Nederlands. Alleen als je gevraagd wordt om te citeren of het antwoord in het Duits op te schrijven, doe je dat in het Duits.
Het eindexamen nadert: na de meivakantie moet je laten zien wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Als je serieus aan de oefeningen van deze module hebt gewerkt, kun je met zelfvertrouwen aan het examen beginnen. Hier krijg je nog enkele afsluitende tips.
Geslacht zelfstandig naamwoorden
Herhaal de regels met betrekking tot het meervoud van zelfstandige naamwoorden.
Herhaal hoe je zinnen moet ontleden.
Herhaal het naamvalschema van de der-groep.
Herhaal het naamvalschema van de ein-groep.
Herhaal het naamvalschema van de persoonlijke voornaamwoorden.
Herhaal de voorzetsels met de 3e naamval.
Herhaal de voorzetsels met de 4e naamval.
Herhaal de theorie over keuzevoorzetsels.
Herhaal de regels die gelden bij het onderwerp trappen van vergelijking.
Weet jij nog wat voegwoorden zijn en hoe je ze in het Duits gebruikt?
Herhaal de regels met betrekking tot de woordvolgorde in een zin.
Beste leerling,
Beste leerling,
Herhaal de vervoeging van haben, sein en werden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott), de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooid tegenwoordige tijd (vtt).
Herhaal de vervoeging van zwakke werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott), in de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooid tegenwoordige tijd (vtt).
Herhaal de vervoeging van sterke werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott), de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooid tegenwoordige tijd (vtt).
Herhaal de vervoeging van modale hulpwerkwoorden in de tegenwoordige tijd (ott) en in de onvoltooid verleden tijd (ovt).
Herhaal de vier pagina's grammatica met betrekking tot de zou-vormen.
Structuur
Beste leerling,
Gesprekken voeren

Met je kennis van de vorige dag wil je een fietstocht maken.
’s Avonds is er een disco op de camping. Je bespreekt met je nieuwe vriend/in wat jullie gaan aantrekken. Voer met elkaar het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
De volgende dag gaan jullie samen naar de snackbar. Je bespreekt met je nieuwe vriend/in wat jullie gaan eten. Voer met elkaar het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
Je gaat met je ouders naar de snackbar. Jij bestelt.
Er is een bioscoopavond op de camping. Het lijkt je wel wat om met je nieuwe vriend/in naar de film te gaan. Voer het volgende gesprek (in het Duits).
Elke dag op de camping is een beetje saai. Jullie willen een dagje naar Kassel om te shoppen. Je vraagt om informatie aan de receptie van de camping. Voer het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
Op weg terug naar Nederland overnachten jullie nog een nachtje in een hotel. Jij praat met de receptioniste. Voer het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
Omdat het weer zo mooi is en jullie toch nog een aantal dagen vrij zijn, besluiten jullie om nog een paar dagen in Duitsland te blijven, maar wel in een andere streek. Je belt een hotel dat jullie werd aangeraden. Voer het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
Inmiddels zijn jullie in Hotel Wiesengrün. Helaas zit jullie kamer aan de straatkant waardoor er veel lawaai is en jullie hebben geen föhn. Je gaat naar de receptie om de problemen op te lossen. Voer het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
Jullie willen een stevige wandeling maken. Voor onderweg willen jullie een picknickmand meenemen. Voer het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
Tijdens de picknick heb je je in je vinger gesneden. Jullie hebben er een pleister op geplakt, maar het blijft maar bloeden. Je gaat dus naar een dokter. Voer het volgende gesprek met de dokter. Natuurlijk in het Duits.
De volgende dag willen jullie terug naar Nederland, maar de auto start niet. Je belt de ADAC (de Duitse ANWB). Voer het volgende gesprek met de telefoniste en de monteur van de ADAC.
In dit onderdeel laat je zien dat je je in alledaagse situaties kunt redden.
Gebruik je eigen gegevens.
Verzin een naam en een leeftijd.
Gebruik je eigen gegevens.
Gebruik je eigen gegevens.
Stel voor om de volgende dag naar het waterpark in de buurt te gaan. Bespreek samen het weer (16 graden, veel wind, af en toe een bui). Je wilt heel graag gaan.
Je ouders willen dezelfde dag een fietstocht met je maken.
Praat over tenminste drie kledingstukken per persoon.
Praat over tenminste drie kledingstukken per persoon. Geef daarbij ook advies wat de ander goed staat of wat die liever niet kan aantrekken.
Praat over tenminste twee gerechten waaruit jij zou kiezen (Schnitzel/Kartoffelsalat/Gurke of Lasagne mit gegrilltem Gemüse).
Praat over tenminste twee gerechten waaruit jij zou kiezen (Fisch/Pommes/Salat of Großer Salat mit Fetakäse, Gurken, Tomaten, Oliven und Zwiebelringen).
Stel voor om vanavond samen naar de bioscoop te gaan.
Jij wilt niet naar de film die je vriend(in) heeft uitgekozen. Geef een reden, bv. je hebt die film al gezien, je vindt dit type films niet leuk, je vindt de hoofdrolspeler verschrikkelijk o.i.d.
Kies een product dat je wilt kopen (bv. een hoesje voor je mobieltje, een haarklem, een fietsbel).
Je vriend(in) wil een bepaald product kopen en is er erg enthousiast over.
Inleiding
Je beschrijft je familie.
Je beschrijft je hobby's.
Je beschrijft je woonsituatie
Je beschrijft je woonplaats.
Je legt uit hoe je je lievelingseten klaarmaakt.
Je beschrijft hoe je dag eruit ziet.
Je vertelt over school en over je toekomstplannen.
Je vertelt iets over je laatste of een bijzonder mooie vakantie.
Je beschrijft een belevenis of gebeurtenis die je meegemaakt hebt en die een hele diepe indruk op je heeft gemaakt.
Je beschrijft voor je vriend(in) de weg van het station naar je huis.
Je wilt op maandag 26 oktober naar het circus.