H2C_hoofdstuk 3; de Republiek in de Gouden Eeuw

H2C_hoofdstuk 3; de Republiek in de Gouden Eeuw

Leerdoelen

Paragraaf 3.2: Amsterdam stapelmarkt van de wereld

1.De betekenissen van de volgende begrippen geven: stapelmarkt, moedernegotie, handelskapitalisme, commerciële landbouw, immigratie, inpolderen.

2.Uitleggen hoe Amsterdam het handelscentrum van de wereld werd.

3.Gevolgen van de immigratiestromen naar de Republiek benoemen.

4.Benoemen op welke drie gebieden de Republiek in de Gouden Eeuw opbloeide.

 

Paragraaf 3.3: De Oost en de VOC

Huiswerkvragen / controlevragen

Paragraaf 3.2: Amsterdam stapelmarkt van de wereld

1.Op welke drie gebieden bloeide de Republiek in de Gouden Eeuw op?

2.Geef de betekenis van de volgende begrippen: stapelmarkt, moedernegotie, handelskapitalisme, commerciële landbouw, immigratie, inpolderen.

3.Hoe werd Amsterdam het handelscentrum van de wereld? Gebruik in jouw antwoord de begrippen: moedernegotie en stapelmarkt.

4.Noem twee gevolgen van de immigratiestromen naar de Republiek.

Hoe hoort een multinational als de VOC bij het begrip handelskapitalisme?

 

Paragraaf 3.3: De Oost en de VOC

  1. Geef de betekenis van de volgende begrippen: handelsmonopolie, expeditie, Heren Zeventien, VOC, aandeel, inter-Aziatische handel, de Oost.
  2. Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt voor exotische producten uit het oosten?
  3. Welke routes probeerden de Nederlanders te nemen naar Indië?
  4. Wat is een handelsmonopolie en wat mocht de voc alleen bepalen?
  5. Waarom werd in 1602 de VOC opgericht?
  6. Waarom werd de VOC verdeeld in aandelen?
  7. Wat stichtte de VOC om controle te krijgen over een buitenlands gebied (kolonie)?
  8. Hoe maakte de VOC winst via de plaatselijke bevolking?
  9. Leg uit waarom er veel kritiek is op de Nederlandse kolonisering via de tekst Massamoord op de Banda-eilanden.

 

Paragraaf 3.4: 

1.Geef de betekenis van de volgende begrippen: WIC, Trans-Atlantische driehoekshandel, kaapvaart, plantagekolonie, wereldeconomie, Ketikoti.

2.Wat was de taak van de WIC tijdens de Tachtigjarige Oorlog / de Opstand?

3.Noem drie verschillen tussen de WIC en VOC.

4.Welke twee soorten koloniën waren er (met twee verschillende doelen)?

5.Waar werd door de WIC in 1624 een kolonie gesticht en waarom werd dit geen succes?

6.Waarmee werd de meeste winst gemaakt binnen de Amerikaanse koloniën?

7.Leg uit dat Europese slavenhandelaren afhankelijk waren van Afrikaanse staten en stammen.

8.Leg uit wat er binnen de Atlantische driehoekshandel tussen de contineten werd verhandeld:

•Van Europa naar Afrika werd ……….vervoerd om………

•Van Afrika naar Amerika werd……… vervoerd om……...

•Van Amerika naar Europa werd…......vervoerd om……..

9.Leg uit hoe de Moedernegotie, VOC- en WIC-handel zorgden voor een wereldeconomie.

10.Leg uit hoe slavenhouders afhankelijk waren geworden van hun slaven en hoe dit problemen veroorzaakten na de afschaffing van de slavernij in 1863.

 

Paragraaf 3.5:

1.Geef de betekenis van de volgende begrippen: schuilkerken, tolerantie, Renaissance, rationalisme, wetenschappelijke revolutie

2.Geef een voor én tegenargument op de volgende stelling: “De Republiek was erg tolerant tegen niet-protestantse geloven.”

3.Leg het volgende citaat uit: “Die nieuwsgierigheid en de vrijheid van denken, die er ook voor zorgde dat je stilletjes je eigen geloof mocht houden, stimuleerde natuurwetenschappelijk onderzoek.” (blz. 67)

4.Leg uit wat het biologisch onderzoek van ontdekkingsreizigers met het denken uit de Renaissance te maken had.

5.Leg uit hoe het gedurfde denken van Spinoza de deur openzette voorde wetenschappelijke revolutie.

6.Noem twee uitvindingen uit de Nederlandse wetenschappelijke revolutie.

 

Powerpoints uit de les

  • Het arrangement H2C_hoofdstuk 3; de Republiek in de Gouden Eeuw is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ferry Van der Horst Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-12-09 14:41:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Powerpoints, controlevragen en leerdoelen voor hoofdstuk 3
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.